Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de nieuwe resultaten van de Boswijzer
Actuele vraag over de 8262 hectare extra bos in Vlaanderen volgens de Boswijzer
Actuele vraag over de nieuwe resultaten van de Boswijzer
Verslag
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, maandagochtend viel ik bijna van mijn stoel toen ik het bericht vernam dat er 8000 hectare aan bos bij zou zijn gevonden. Eerst kreeg ik meldingen dat het om een drukfout zou gaan. Ik heb dat gecontroleerd op de website www.deredactie.be, en het ging inderdaad over 8000 hectare. Men moet zich eens goed voorstellen wat dat betekent. Dat is de oppervlakte van de steden Leuven en Oostende. Dat is tweemaal het Zoniënwoud. Dat is 80 vierkante kilometer. Als we bedenken dat dit gebeurd zou zijn op twee jaar, dan was dat aan een tempo van meer dan 10 hectare per dag, en niemand heeft dat zien aankomen. Geen enkele burgemeester werd gealarmeerd. De kabinetten zijn niet gebeld. Aan dat tempo zou het bos in Vlaanderen zijn toegenomen. Dat is ongezien. Vlaanderen is de meest bosarme regio van Europa, op Ierland na, en plots, op twee jaar tijd, is dat helemaal veranderd en zijn we de sterkste bosgroeier van Europa geworden.
Sta me toe daaraan te twijfelen. Ik heb vanochtend nog wat contacten gehad, en ik weet ondertussen dat het nieuwe bos in Turnhout er meer dan honderd jaar staat en dat de rotonde in Kraainem ook bos is. Er zullen dus ongetwijfeld flinke fouten zitten in deze nieuwe Boswijzer.
Maar daar wil ik het nu niet over hebben. Dat is voer voor de commissie, dat is gisteren ook zo afgesproken tijdens onze werkzaamheden. In het regeerakkoord is sprake van 10.000 hectare bosuitbreiding. U hebt daar nog een klein halfjaar voor. Daarvan is volgens de voortgangsrapportage slechts 22 procent gerealiseerd. Van die 10.000 hectare is dus 2200 hectare gerealiseerd. Hoe verhouden de nieuwe cijfers van de Boswijzer zich tot de taakstelling van het regeerakkoord, die u als Vlaams minister nog steeds niet hebt gehaald?
De heer Sauwens heeft het woord.
Minister, bossen zijn goed voor de aarde, voor de luchtkwaliteit, voor de biodiversiteit en de natuur en voor de mensen die er rust en gezonde verpozing kunnen vinden. Wij steunen het beleid van de Vlaamse Regering al meer dan twintig jaar voor een actief natuur- en milieubeleid en voor een sterk bosbeleid. In die zin waren wij dan ook blij met deze cijfers. Na nog een aantal andere positieve berichten tijdens de voorbije weken over de natuur in Vlaanderen kregen we het bericht dat er 8000 hectare bos zou zijn bijgekomen.
Zowel bij de vorige spreker als bij sommige media rijzen daarover vragen, er heerst ongeloof en zelf wantrouwen. Ik heb daar dan ook een vraag om uitleg over ingediend. Ik denk dat we meer tijd nodig hebben om de meettechniek goed te kunnen bestuderen. In het kader van deze actuele vragen zou het echter goed zijn dat er vrij snel duidelijkheid komt over de meetmethode en over de definitie van bos. Mijn fractie vindt het heel goed dat er gebruik wordt gemaakt van nieuwe technologieën om een discussie die vaak in slogans wordt gevoerd, op basis van reële cijfers en gegevens te kunnen voeren.
Minister, hoe zijn deze cijfers tot stad gekomen? Waarop zijn ze gebaseerd? Is deze technologie afdoende om in de beleidsdiscussie in het parlement en in de maatschappij gebruikt te worden?
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Minister, de voorgaande sprekers hebben de situatie al geschetst. Ook ik was heel blij dat er bos is bijgekomen, maar toch ook verrast dat het zoveel was. Het is goed dat er bijkomende grotere bosgehelen zijn, maar de vraag is daarbij waar die vandaan komen. Hoe verklaart u zo’n enorme toename in zo’n korte periode? Welk aandeel heeft de overheid daarin? Gaat het om spontane verbossing zoals u in een aantal interviews al hebt gezegd? Waar ligt die grote toename van het bosareaal?
De heer Vanlerberghe heeft het woord.
Minister, de situatie is geschetst. Er is in twee jaar tijd meer dan 8000 hectare bos bijgekomen. Er is heel wat kritiek op de methode, die volgens sommigen enkel zou bewijzen dat in Vlaanderen bomen inderdaad ook nog groeien of dat mensen met grote tuinen al eens bomen in hun tuin plaatsen. Dat is de kritiek die door het middenveld wordt gegeven. Het is misschien wat moeilijk om daarover te discussiëren omdat de kaarten die de basis vormen voor de Boswijzer, vandaag nog niet zijn vrijgegeven.
De discussie over de methode leidt ons een beetje af van wat de echte discussie zou moeten zijn, namelijk het feit dat zowel in dit regeerakkoord als in het vorige, in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) heel duidelijk aangegeven staat dat we in Vlaanderen meer bos nodig hebben. Het gaat dan niet enkel over meer bomen in tuinen maar over effectief toegankelijke bossen. De heer Peeters heeft al verwezen naar de laatste voortgangsrapportage over het RSV. Dat was op dat vlak niet zo positief. In hectare uitgedrukt is er sprake van een achterstand van 8000 hectare bos. Mijn vraag is dan ook dezelfde als die van de heer Peeters. Hoever staan we met de uitvoering van het regeerakkoord? Hoever staan we met de realisatie van die 8000 hectare toegankelijke en publieke bossen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
De discussie over het aantal bossen in Vlaanderen is niet nieuw. De eerste discussie daarover hebben we in oktober 2009 gevoerd in de commissie Leefmilieu naar aanleiding van de Week van het Bos. Toen kwam BOS+ met de Bosbarometer. BOS+ heeft een eigen manier om het aantal verdwenen en bijgekomen bossen te meten. Elk jaar opnieuw start de discussie over de correcte cijfers.
Wat hebben we toen gedaan? In samenspraak met BOS+ en met hun medewerking, want we hebben het samen met hen gelanceerd in 2011, hebben we een nieuwe methode ontwikkeld: de Boswijzer. Daarbij nemen we een luchtfoto van de situatie in Vlaanderen. We zijn het engagement aangegaan dat we om de twee jaar op hetzelfde moment dezelfde luchtfoto nemen, een kartering maken en kijken wat de situatie is op het veld van de bossen in Vlaanderen.
De methodiek is nog altijd exact dezelfde. Ook in 2011 was de afspraak dat het gaat over bomen die meer dan 3 meter hoog zijn en die voldoende kruinbreedte hebben, zodat ze als een bos ervaren worden. Het moet ook gaan over bossen die groter zijn dan 0,5 hectare. Mijnheer Vanlerberghe, dat heeft dus niets te maken met een boom in een tuin. Dat was de afspraak in 2011. Dezelfde methode hebben we dit jaar gehanteerd.
In 2011 was het resultaat dat Vlaanderen 177.000 hectare bos rijk was. Twee jaar later, uit dezelfde luchtfoto, met dezelfde kartering en samen met de diensten van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) blijkt inderdaad dat er 8000 hectare meer wordt geteld in Vlaanderen. Ik kan mij voorstellen dat sommige mensen zeggen dat dat niet kan, dat er op twee jaar tijd plots 8000 hectare meer is in Vlaanderen. Maar de methode wordt consequent doorgetrokken. Ook binnen twee jaar zullen we dat doen, om bepaalde trends af te leiden.
Van waar komt dat? Het gaat inderdaad over spontane bebossing. Heel wat militaire domeinen worden veel minder intensief gebruikt. Daar is heel snel een spontane bebossing ontstaan. Het gaat ook over natte valleigebieden, die verlaten zijn door landbouw. Daar zie je nu ook de resultaten van. Er is heel veel bos bij gekomen. Het gaat ook over aanplantingen, die in de loop der jaren zijn aangebracht.
Dezelfde uitleg is gegeven in 2011. Het gebeurt nu ook twee jaar later, zoals gezegd, begin oktober, op basis van foto’s die in de zomer zijn genomen, met exact dezelfde methode. In 2011 was BOS+ het eens met deze methode, maar blijkbaar hebben ze nu opeens – als het resultaat positief is – problemen met de methode.
Er wordt gezegd dat het niet klopt omdat er bepaalde grotere villaparken bij worden genomen, waar bomen staan. Die opmerking klopt natuurlijk niet, want diezelfde parken zijn ook meegenomen in 2011 en hebben niets te maken met de 8000 hectare die nu op de kaarten te zien zijn.
Zeggen dat de kaarten niet beschikbaar zijn, klopt ook niet. Het is een heel zwaar bestand. Het is niet evident om dat zomaar op een website te plaatsen. Het is wel zo dat alle organisaties vandaag samen met de diensten die kaarten hebben kunnen inkijken. Nochtans was de vraag vroeger gekomen, maar men kon zich niet vrijmaken, dus blijkbaar was het toch niet zo interessant om snel de resultaten te kunnen inkijken, maar vandaag is het gelukt.
Wil dat zeggen dat we moeten stoppen, dat het beleid daar ophoudt? Nee, wij zitten ook niet stil. Wij hebben deze legislatuur eindelijk het Boscompensatiefonds vrijgemaakt. We hebben daarmee al heel veel bosinitiatieven ondersteund, ook van de lokale besturen. We hebben er ook voor gezorgd dat het gemakkelijker is om te bebossen. De bindende adviezen komen te vervallen, je kunt gemakkelijker bossen aanplanten in Vlaanderen. Uiteraard kijken we ook veel strenger toe op eventuele ontheffingen die moeten worden verleend.
Mijnheer Peeters, u stelt heel uitdrukkelijk een vraag over het luik in het regeerakkoord dat betrekking heeft op Ruimtelijke Ordening. U zegt dat er een afbakening moet komen van 10.000 hectare bos en u vraagt hoe het daarmee staat. U weet dat de minister van Ruimtelijke Ordening daaraan heel hard aan het werken is. Hij is bezig met het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur (AGNAS), waarbij het buitengebied wordt afgebakend. Het gaat om al die verschillende planningsinitiatieven om natuurgebied, bosgebied en landbouwgebied af te bakenen. Er zijn al een aantal initiatieven afgerond en er wordt hard aan verder gewerkt door minister Muyters samen met de Vlaamse Regering.
Mijnheer Vanlerberghe, u vraagt naar de stadsrandbossen. We zitten voor op schema, zoals het staat in Mina en Pact 2020. 62 procent van die initiatieven is in uitvoering, 35 van de in totaal 56 kleinstedelijke gebieden zijn in uitvoering voor wat die stadsrandbosprojecten betreft.
Collega’s, voorzitter, er is dus geen enkele reden om te twijfelen aan de methodiek die wij hebben toegepast. Het is gebeurd in samenspraak met organisaties die nu twijfelen aan de methodiek. Ik heb daar ook grote vragen bij. Het is een objectieve manier om de huidige situatie in Vlaanderen in kaart te brengen. Het is een trend, die we om de twee jaar zullen meten. Het toont aan dat je de inspanningen die de voorbije jaren gebeurd zijn in Vlaanderen ziet. Het is een positief verhaal, dat ons er nog meer toe aanzet om de initiatieven die we in deze legislatuur al hebben genomen, absoluut voort te zetten.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Wat mij stoort is dat u deze cijfers en dit positieve nieuws gebruikt als zijnde een realisatie van uw beleid. Ik wil dat aanvechten en ontkrachten. De natuur is veerkrachtig genoeg en de spontane herbebossing – die u ook heeft vernoemd en die bekend is – is er gekomen ondanks uw beleid. Uw beleid is tot nu toe gestoeld op het volgende: we geven meer kapvergunningen dan er wordt aangeplant. De boscompensatie is opengesteld maar er is nog altijd een immense achterstand bij de compensatiedossiers. Het plan van aanpak ‘zonevreemde bossen’ blijft steken in de fase van de inventarisatie en bijkomende bewarende maatregelen om de waardevolste bossen in Vlaanderen – de Ferrarisbossen, van 200 tot 300 jaar – te beschermen, komen er niet. U pakt nu uit met 8000 hectare bos meer, waarvan nog zal moeten blijken – gelet op de grote foutenmarge in de kaarten, wat ongetwijfeld in de commissie nog aan bod zal komen – in welke graad ze beschermd zijn en in welke mate we die bossen zullen kunnen behouden. U gebruikt dit dossier en deze cijfers als een bliksemafleider voor het falen van uw eigen beleid.
Voorzitter, minister, Vlaanderen is heel klein, iedereen vraagt industrieterreinen, iedereen vraagt woonuitbreidingsgebieden bij. Binnenkort zullen we, naar aanleiding van de demografische evolutie, discussies hebben over waar die mensen moeten gaan wonen. Betaalbaar wonen is een constante zorg. Ook landbouw en natuur vragen gebied bij. Vlaanderen kan niet groter worden gemaakt. We zullen dit debat dus moeten voeren op basis van reële cijfers en niet met virtuele discussies op basis van getallen die achteraf niet helemaal juist blijken te zijn.
De kern van de zaak – minister, ik steun u daarin volledig – ligt bij de ruimtelijke planning en de aanpak vanuit Ruimtelijke Ordening is zeer belangrijk. Ik wil u wel zeggen dat ik, in tegenstelling met de sfeer die soms wordt gecreëerd, hulde wil brengen aan de mensen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en uw eigen diensten omdat zij stap voor stap, dag na dag werken. De natuur in Vlaanderen is enorm beschermd: het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), de Habitatrichtlijn, gewestplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen. Maar de bossen zijn onevenredig over Vlaanderen verdeeld: er zijn er veel meer in de Antwerpse en de Limburgse Kempen. In bepaalde gebieden kan men niet bouwen zonder een aantal bomen te kappen. Maar voor de waardevolle zonevreemde bossen moeten we samen zoeken naar een doortastend optreden in de loop van de volgende maanden.
Minister, het zou zeer nuttig zijn om ook de cijfers te hebben. Er zijn nu kaarten beschikbaar, maar u zegt zelf dat er eigenlijk geen cijfers zijn van wat er door de overheid is aangeplant, wat door de lokale besturen, wat er door privépersonen wordt aangeplant, wat er spontaan bebost. Het is belangrijk om te weten in welke bestemmingszone die bossen zich bevinden. In een bos- of natuurgebied zijn de bossen natuurlijk duurzamer dan de spontane bebossing in een woongebied dat nog niet is aangesneden. Hoe duurzaam zijn de bossen die er zijn bijgekomen? Welk beleid kunt u voeren opdat ze duurzamer zouden worden?
Minister, ik denk niet dat de discussie moet gaan over een boswijzer of een bosbarometer. De discussie moet erover gaan dat er, conform het regeerakkoord, verdeeld over de provincies voldoende toegankelijk kwalitatief bos is dat zijn sociale en ecologische functie kan vervullen. Dat is de echte inzet van de discussie. Daar moeten we waakzaam over zijn, want daar zijn afspraken over gemaakt. Over die cijfers moeten we duidelijke resultaten kunnen voorleggen.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Voorzitter, minister, de discussie over het bosareaal in Vlaanderen is niet nieuw. We hebben er in de commissie al verschillende keren over gesproken, en ook in de plenaire vergadering. Ik vraag me af waarom de collega’s vandaag deze vraag komen stellen. Gisteren hebben we het er nog over gehad in de commissie, in februari hebben we het nog gehad over de methode van de berekening. Ik begrijp dus niet goed waarom de collega’s hier vandaag staan, maar blijkbaar wil iedereen onmiddellijk op een persbericht ingaan. Binnen een aantal maanden zijn er natuurlijk wel verkiezingen.
In ieder geval, minister, zou ik graag weten hoeveel bos er nu daadwerkelijk bij is gekomen. U spreekt wel over 8262 hectare: is dat er werkelijk bij gekomen? In hoeverre gaat u het bos in de weilanden en op de militaire domeinen beschermen? U zegt dat daar bos bij is gekomen. In hoeverre wordt het ook erkend als bos?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik hoop oprecht dat u gelijk hebt, maar evenals vele collega’s heb ik mijn twijfels. Als het ANB, een agentschap van de Vlaamse overheid, en het AGIV benadrukken dat een correcte vergelijking helemaal niet mogelijk is, dat een vergelijking geen enkel juridisch karakter heeft, dan vraag ik u om met dat instrument grote voorzichtigheid aan de dag te leggen. BOS+ en de Bond Beter Leefmilieu staan ook verbaasd en schrijven letterlijk: “Schauvliege tovert meer dan 8000 hectare bos uit haar hoed.”
Voorzitter, ik treed collega Peeters bij als hij zegt dat de Vlaamse overheid niet kan volgen inzake compensaties ten opzichte van ontbossingen. Ik neem het verslag erbij van de commissie van juni. Ik neem de cijfers van 2011: er zijn nog 1300 hectare bos te compenseren. Dat is een immense hoeveelheid.
Minister, u hebt het beloofd in de commissie in juni. Ik zou graag willen dat u de methodiek eens in detail met ons komt bespreken – zo snel mogelijk.
Collega’s, mevrouw De Vroe, ik ben al sinds 2011 vragende partij om die methodiek eens tot in detail toe te lichten aan de commissie. Ik sta helemaal ter beschikking. Ik heb begrepen dat de commissie dat gisteren gepland heeft.
We hebben nergens – dat weet u allemaal zeer goed, u bent bijna allemaal lid van de commissie Leefmilieu – in Vlaanderen op geen enkel moment duidelijk zicht op de private of spontane initiatieven. We hebben alleen de cijfers van het ANB, wat zij doen van aanplant of kapping. We hebben daar een oplossing voor gezocht, we hebben de Boswijzer geïnstalleerd in 2011.
De Boswijzer kan niet liegen. Hij maakt foto’s van bovenaf en doet dat twee jaar later opnieuw op exact dezelfde plaats. Op basis daarvan stellen we de toestand vast. Dat is de enige manier om op objectieve wijze het bosbestand in Vlaanderen in kaart te brengen. Private initiatieven worden ons niet altijd gemeld. Die kunnen we op geen enkele andere manier vaststellen. De officiële cijfers, mijnheer Peeters, slaan alleen op de acties van het ANB. U vergeet de private initiatieven en de spontane ontbossingen. We krijgen altijd de opmerking dat we alleen de vergunningen in aanmerking nemen. Daarom is de Boswijzer opgericht.
Ik herhaal dat de Boswijzer werd gerealiseerd in samenwerking met BOS+. Ze waren het in 2011 eens met de methodiek. Nu twee jaar later hebben ze plots vragen bij de cijfers van diezelfde methodiek. Ik vind dat bijzonder eigenaardig. Ik vraag me af hoe dat komt.
Collega’s, ik heb vanmorgen in het Meerdaalwoud een wandelpad van 4,8 kilometer lang geopend voor rolstoelgebruikers, in een gebied van topnatuur. Mijnheer Vanlerberghe, we zetten in op de toegankelijkheid en kwaliteit van de natuur, dag na dag. De diensten hebben in deze legislatuur heel wat gerealiseerd. De overheid heeft heel wat initiatieven genomen om de lokale besturen te ondersteunen om extra bomen aan te planten. We hebben het Boscompensatiefonds vrijgemaakt zodat al de initiatieven ondersteund kunnen worden. We hebben ervoor gezorgd dat de vergunningen eenvoudiger kunnen worden afgeleverd om de bebossing te doen. De bindende adviezen zijn vervallen. Dat zijn allemaal belangrijke acties.
U laat uitschijnen, mijnheer Peeters, dat er deze legislatuur niets gebeurd is. Dat klopt absoluut niet. We hebben grote stappen vooruit gezet en het is goed dat we nu op een objectieve manier een wijzer hebben die trends kan aantonen, die kan aantonen wat er op twee jaar tijd is gebeurd. Ik heb op geen enkel moment gezegd – en ik daag u uit om mij te zeggen waar ik het zo zou hebben geformuleerd – dat ik er op twee jaar tijd voor gezorgd heb dat er 8000 hectare bos bij gekomen is, dat is op geen enkel moment zo aan bod gekomen. Ik heb gewoon gezegd dat op acht jaar tijd 8000 hectare volgens de Boswijzer, het effect is van jaren investeren in extra bos, van spontane bebossing die er is gekomen en van private initiatieven op het terrein. Nu doen uitschijnen dat ik zou hebben gezegd: “Hoera, wij doen het fantastisch, er is 8000 hectare bos bij”, dat klopt niet. Ik heb gewezen op een positieve trend en die sterkt me in de overtuiging dat we het beleid dat we in Vlaanderen al jaren voeren op het vlak van natuur en bos, moeten voortzetten.
Minister, u hebt maandag gezegd dat dit het resultaat is van het gevoerde beleid. Een spontane herbebossing is geen resultaat van uw beleid, maar is een bewijs van de veerkracht van de natuur. Ik evalueer uw beleid op uw vergunningen, op uw boscompensatie, op uw plan van aanpak en op uw bescherming van waardevolle bossen, en die blijven tot op heden ontbreken! (Applaus bij Groen)
Minister, de minister van Ruimtelijke Ordening is binnengekomen, ik herhaal dus wat ik heb gezegd. Ik meen dat het goed is dat we een tandje bij steken om de restanten natuur in Vlaanderen ook planologisch te beschermen, want ingrijpen op het moment van de bouwvergunning is niet correct, het moet gebeuren in de RUP’s en in de gewestplannen.
Het is goed dat de Vlaamse Regering een trend heeft vastgesteld. Die is positief, u moet er dan ook niet beschaamd over zijn.
Minister, u hebt niet echt een antwoord gegeven op mijn vraag over de duurzaamheid van die bossen. Het is heel belangrijk om te weten waar ze zich bevinden en ik hoop dan ook dat we in de commissie die cijfers kunnen krijgen om te zien in welke gebieden die bossen zich bevinden. Ik hoop dat die bossen niet even snel zullen verdwijnen als ze gekomen zijn.
Minister, in tegenstelling tot wat hier daarstraks gezegd werd, is een garnaal geen vis, maar een schaaldier. Ik hoop dat uw 8000 hectare bos straks ook effectief bos blijkt te zijn op de manier waarop we bossen nodig hebben, namelijk toegankelijk kwalitatief bos, ecologisch en sociaal van betekenis en verspreid over de vijf provincies, zodat we straks kunnen zeggen dat er in Vlaanderen voldoende bos is voor iedereen. (Applaus bij sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.