Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de discussie met de federale overheid betreffende de economische diplomatie
Verslag
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister-president, enkele weken geleden hebben we hier in het Vlaams Parlement fel geprotesteerd tegen de plannen van federaal minister van Buitenlandse Zaken Reynders om de functie van raadgever in de economische diplomatie te creëren. Dat is niet zijn bevoegdheid: het economisch beleid is een gewestelijke bevoegdheid. Minister Reynders moet daar niet tussen fietsen met allerlei plannen, ideeën, maatregelen enzovoort.
Vlaanderen moet hier echt de sleutel in handen houden. Maar ondanks de brief die u samen met uw collegas geschreven hebt, een unicum, laat minister Reynders zich niet uit zijn lood slaan. Hij heeft naar aanleiding van de diplomatieke dagen verklaard dat hij zijn plannen wil voortzetten.
Minister-president, groot was mijn verbazing of u kunt mij naïef vinden toen uw partijgenoot, federaal minister van Financiën Vanackere, minister Reynders bijtrad. Minister Vanackere zou heel goed moeten weten dat dat niet in het belang van Vlaanderen is. Zijn argument dat de Belgische diplomatie door en door dienstbaar is waar ik aan twijfel, maar dat is een ander debat , doet hier geen afbreuk aan.
Ook Europees commissaris De Gucht heeft zich gemoeid in het debat. Hij zegt dat de gewesten u dus oproer kraaien zonder reden. Nu moet ik wel zeggen dat het standpunt van De Gucht indruist tegen het standpunt van zijn partijgenote Moerman dat zij tijdens een vorig debat hier innam. Ze waarschuwde ervoor dat het om een kruipende herfederalisering gaat waarbij u, minister-president, op uw strepen moet staan.
Minister Reynders volhardt in de boosheid. Minister-president, gaat u nu eindelijk een krachtig signaal geven dat dit voor Vlaanderen onaanvaardbaar is?
De heer Overmeire heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, op papier zijn de afspraken weer glashelder. Exportpromotie en het aantrekken van buitenlandse investeringen zijn exclusieve bevoegdheden van de gewesten.
Nochtans bestaat er al tien jaar een Agentschap voor Buitenlandse Handel. Dat opereert ver buiten de grenzen die indertijd zijn vastgelegd bij de oprichting. Daarnaast is er zie de discussie gisteren in de commissie een Belgisch Commissariaat voor Internationale Expos dat is opgericht, niet alleen zonder inbreng, maar zelfs zonder medeweten van Vlaanderen. Daarbovenop komt nog eens de systematische salamistrategie van de federale overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken waarbij men onder het mom van efficiëntie en economische diplomatie terrein tracht terug te winnen.
Het is een heel goede zaak dat de drie gewesten samen een brief hebben geschreven. Maar helaas, minister-president, is de reactie van de minister niet de reactie van een berouwvolle zondaar. Integendeel, de zondaar toont heel weinig berouw.
Ondertussen is er nu blijkbaar ook een standpunt van de Europese Commissie, die zich bij monde van een van haar commissarissen in dit debat mengt, en zelfs een idee heeft over de algeheelheid van het Vlaamse buitenlandse beleid. Graag had ik uw reactie daarop gehoord.
Nu blijkt dat de zondaar geen berouw toont en de federale minister van Buitenlandse Zaken niet onder de indruk is van het gemeenschappelijke schrijven van de drie gewesten, wat is de volgende stap die u in dezen zult zetten? Dit schouwspel moet nu eindelijk eens ophouden.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik vind het ook heel spijtig dat we zon debat moeten voeren in tijden dat iedereen inspanningen moet doen om niet alleen onze economie een boost te geven, maar ook om buitenlandse investeerders aan te trekken en de buitenlandse investeerders die hier al zijn, ook de nodige dynamiek mee te geven. Zon debat op dit moment, dat kunnen we missen als kiespijn.
We hebben hier ook op 16 januari al over gesproken, naar aanleiding van een vraag om uitleg van collega Koen Van den Heuvel. Ik heb toen samen met collegas Marcourt en Cerexhe een zeer duidelijke brief geschreven. We stellen daarin dat we toejuichen dat de federale diplomatie de economische dynamiek erkent en daar het nodige belang aan wil geven, maar dat economische diplomatie wel al een hele tijd een bevoegdheid van de gewesten is.
Zonder overleg met de gewesten heeft de federale minister van Buitenlandse Zaken in zijn beleidsnota van 21 december de creatie aangekondigd van raadgevers in economische diplomatie, om de ambassadeurs bij te staan. Er is een koninklijk besluit van 24 januari 2013 dat de invoering van die adviseurs in economische diplomatie regelt. Ik heb mijn diensten de opdracht gegeven om dat KB te onderzoeken en te toetsen aan de bevoegdheidsverdeling in dit land. Ik ga ervan uit dat die toetsing zeer snel kan gebeuren en in alle duidelijkheid zal stellen waar het op staat.
Als ik dat juridische advies binnen heb, zal ik daar ook naar handelen. Ik wil er niet op vooruitlopen, maar mochten er bij sommige mensen twijfels bestaan over de bevoegdheidsverdeling, moet dat zo snel mogelijk uitgeklaard worden, want ik wil verder geen energie meer stoppen in zon debat. De bevoegdheden zijn immers in alle duidelijkheid verdeeld zoals ze verdeeld zijn.
Dat juridische advies wordt dus kortelings ingewacht. Ik verwacht ook een snelle doorbraak inzake een akkoord over de samenwerking en de gedragscode tussen de federale diplomaten en de economische vertegenwoordigers van de gewesten. Ik ga ervan uit dat zon doorbraak mogelijk moet zijn in de loop van dit jaar.
Voorzitter, collegas, wij hebben heel duidelijk gehandeld. We zullen dat KB onderzoeken op zijn juridische merites en de bevoegdheidsverdeling die dit land kent. Op basis van dat juridische advies zal ik de stappen zetten die gezet moeten worden wanneer, zoals u het zegt, de zondaar zonder berouw is.
Minister-president, u geeft vandaag een duidelijk antwoord. U gaat het KB laten toetsen aan de bevoegdheidsverdeling. Ik hoop dat we geen weken moeten wachten. Dat lijkt me nu niet zo ingewikkeld, dus ik denk dat dat op een paar dagen verwacht mag worden. Ik neem aan dat u een paar topjuristen in dienst hebt die over de nodige kennis daarvoor beschikken.
Ook in verband met de verbetering in de samenwerking tussen het federaal diplomatiek personeel en de vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering, een samenwerking die vandaag allesbehalve vlot verloopt, verwacht u dit jaar een doorbraak. Ik zou erop aandringen, minister-president, dat u daar heel snel werk van maakt. We zijn nog maar in het begin van het jaar en nog een jaar wachten, duurt volgens mij te lang.
Ik hoop, minister-president, dat als het juridische advies duidelijk is en dat is nodig zodat er geen discussie meer mogelijk is u alle instrumenten zult gebruiken die u in handen hebt.
Minister-president, ik dank u voor het antwoord. Er sluipt een nieuw credo in de hele discussie, namelijk het idee dat als we efficiënter kunnen optreden, we de regels niet hoeven te volgen. Dat idee kwam gisteren ook aan bod in het debat over het Belgisch Commissariaat voor de Internationale Expos. Hetzelfde idee loopt vandaag door de discussie: als we denken dat we efficiënt zijn, hoeven we de bevoegdheidsverdeling niet te volgen. Ik meen dat dit een heel gevaarlijk idee is.
U verwijst naar het overleg dat bezig is en dat eindelijk kon worden opgestart na de Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid (ICBB) waarop we zon lange tijd hebben moeten wachten. Ik vraag me af welke elementen u in handen hebt om te hopen dat het overleg tot enig concreet en nuttig resultaat kan leiden indien u op dit moment geconfronteerd wordt met zoveel manifeste onwil.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik meen dat het antwoord van de minister-president inderdaad heel duidelijk was, net zoals drie weken geleden. Ik heb het hier voor mij liggen en het was nagenoeg hetzelfde. De bevoegdheidsverdeling is heel duidelijk. Er is een werkgroep die binnen de Interministeriële Conferentie werkt. De minister-president heeft van de Vlaamse CD&V-fractie alle steun om de bevoegdheidsverdeling heel duidelijk te blijven stellen om op die manier een performant Vlaams exportbeleid te voeren.
En het mag trouwens wel eens gezegd worden dat de laatste cijfers op dit vlak, zeker die voor de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China), stijgen. Het mag ook wel eens onderstreept worden dat op dit vlak F.I.T. uitstekend werkt.
Ik wil nog kort even onderstrepen dat het juist is dat Vlaanderen goed is voor 83 procent van de export van België, dat is dus een heel hoog percentage en we proberen het nog te verhogen. F.I.T. doet er alles aan om dit te realiseren. We ontwikkelen een nieuwe benadering en strategie, een positieve push-benadering waarbij we effectief zoeken naar de investeerders in het buitenland die we nodig hebben voor de verdere versterking van onze industrie en onze economie.
Mevrouw Dillen, inzake de snelle doorbraak in een akkoord dat ik beijver, moeten we voor de zomer belangrijke stappen zetten. We mogen ons niet met een kluitje in het riet laten sturen. Het heeft al lang genoeg geduurd. De heer Van Overmeire heeft meer dan gelijk om dit te onderstrepen.
Als het juridisch advies er is, en ik ga ervan uit dat het geen weken op zich zal laten wachten, zullen we alle instrumenten die we kunnen inzetten om de bevoegdheidsoverschrijding ongedaan te maken, bekijken en effectief inzetten. Na gesprekken hebben we immers vastgesteld dat men er onverkort mee doorgaat. Ik heb dit met mijn collegas besproken en ik meen dat het vrij uniek is dat we er in Vlaanderen niet alleen voor staan, maar dat men ook in Wallonië en Brussel dezelfde mening is toegedaan. Het kan onze positie alleen maar versterken.
We zullen hierover verder tekst en uitleg geven aan dit parlement, voorzitter, want ik voel aan dat dit niet de laatste keer is dat ik hierover bevraagd word.
Minister-president, uw laatste antwoord betrof inderdaad een bijkomende vraag die ik u wou stellen.
Mijnheer Van den Heuvel, ik heb het antwoord van het vorige debat van twee weken geleden ook bij, en het antwoord dat de minister-president vandaag heeft gegeven, is toch wel iets duidelijker en kordater dan dat van twee weken geleden.
Ik hoop alleen, minister-president, dat u even kordaat in uw handelen blijft. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, ik dank u voor het concrete engagement dat u vandaag formuleert. Voor het overige vrees ik ook dat deze discussie zal blijven duren. Men vraagt zich natuurlijk af wat de achterliggende beweegreden is van degenen die beweren dat ze de grote verdedigers van de federatie zijn, wanneer ze zelf keer op keer bewust de spelregels overtreden en op die manier de werkzaamheid van de hele federatie blijven ondergraven.
De actuele vragen zijn afgehandeld.