Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, minister, mevrouw Jans, onze vragen waren eerst gekoppeld maar de voorzitter heeft in al zijn wijsheid en misschien wel terecht beslist om ze te ontkoppelen. Mevrouw Jans, u bent een goede collega, een brave collega. U beschikt ook over zeer veel dossierkennis. U bent soms te braaf. Ik denk soms zelfs dat u lid bent van de N-VA.
U bent te braaf, want in het dossier dat we vandaag willen aansnijden vertrekt u vanuit een andere invalshoek. We kunnen in dit dossier niet stout genoeg zijn. We zijn veel te braaf geweest en gebleven. U vraagt wat we gaan doen aan de gevolgen van het feit dat de energiebevoorrading niet meer zeker is. Ik zeg: hoe gaan we dat in onze confederale staat proberen op te lossen?
Minister, u herinnert zich dat ik u in september al samen met de heer Bothuyne ondervraagd heb. Verschillende collegas hebben zich daar toen bij aangesloten, onder meer de heren Martens en Sanctorum. We hebben toen het volgende gezegd en gevraagd. We weten dat we een probleem hebben met de energiebevoorrading in Vlaanderen en in België. We weten dat dat op ons afkomt en de Vlaamse overheid staat erop te kijken en moet dat ondergaan. Kunnen we niet assertiever zijn? Kunnen we niet de weinige middelen waarover we beschikken meer en efficiënt aanwenden om wat op ons afkomt te vermijden?
Afgelopen zomer werd er al voor gewaarschuwd. Mogelijkerwijze gaat er deze winter een energiebevoorradingsprobleem ontstaan. Nu zegt het European Network of Transmission System Operators for Electricity (ENTSO-E), de Europese vereniging van hoogspanningsnetbeheerders, dat het geen eventueel probleem is maar een zeer waarschijnlijk probleem. Minister, u hebt toen een aantal brave voorstellen gedaan. U zegt dat we niet bevoegd zijn, maar dat we wel overleggen met de federale overheid. Maar ik wil weten hoe de Vlaamse overheid met dat dringende probleem kan omgaan.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Over dat dringende probleem heb ik indertijd overleg gevraagd aan de federale overheid. Zij is immers aan zet inzake de bevoorrading en het beheer van het hoogspanningsnet. Er was een eerste overleg op 9 oktober. De federale overheid verklaarde toen dat de staatssecretaris maatregelen zou treffen als er een tekort aan elektriciteit zou ontstaan. Ze kondigde ook een afschakel- en heropbouwplan aan voor calamiteiten en incidenten.
Wat dat eerste plan betreft, waarbij men maatregelen kan nemen bij dreigend tekort, had ik natuurlijk graag wat meer uitleg gehad. Er was een tweede overleg gepland op 19 november, maar dat overleg werd afgezegd door de federale overheid. Ik heb dan eerst even telefonisch laten informeren naar de exacte maatregelen die de federale overheid wenst te nemen in het geval er een tekort aan elektriciteit dreigt te zijn. Men wilde daar niet op antwoorden en dus heb ik nu ook per brief officieel aangedrongen op een nieuw overleg en ook op een exact en volledig overzicht van de maatregelen die de staatssecretaris zou nemen, eventueel in stappen, indien er een elektriciteitstekort dreigt. Ik heb ook gemerkt dat de staatssecretaris ondertussen zelf zegt dat er geen problemen zijn of zullen zijn. Sta me toe om te zeggen dat ik vind dat we minstens de eventualiteit niet mogen uitsluiten en dat we voorbereid moeten zijn op een eventueel probleem. Dat wat de korte termijn betreft.
Wat de middellange termijn betreft, kent u mijn beleid. Ik wil met het renovatieplan voor sociale woningen keihard inzetten op het vervangen van elektrische verwarming door condensatieketels. Gezinnen die het moeilijk hebben, krijgen daarvoor een belangrijke premie. Er zijn energiebeleidsovereenkomsten met bedrijven gemaakt. Rationeel omgaan met energie is vanzelfsprekend erg belangrijk. En we zorgen voor voldoende nieuw productie: hernieuwbare en warmte-krachtkoppeling (wkk).
Voor alle duidelijkheid, het plan over wat te doen bij tekorten, is iets dat op korte termijn door de federale overheid op tafel moet worden gelegd en waar ik graag vanuit het gewest mijn zeg over wil kunnen doen.
Minister, u brengt hier vandaag toch wel nieuws. U wordt niet gehoord. U klopt tevergeefs aan de deur. U bent van goede wil, dat weet ik. U bent een minister van Energie die het beste voor heeft met de energiebevoorrading in Vlaanderen, maar u wordt door het federale niveau niet gehoord.
Ik denk dat we hier in België, in deze onzalige federale staat, toch wel een heel fundamenteel probleem hebben. We zijn een bondsstaat en dat betekent dat er zoiets bestaat of zou moeten bestaan als Bundestreue. Dat wil zeggen dat alle onderdelen van de bondsstaat moeten doen wat ze te doen hebben. Als de federale overheid nalaat te doen wat ze in dezen op het vlak van de energielevering moet doen, dan hebben wij een reden om die bondsstaat misschien zelfs op te blazen. Men zou zelfs hopen dat het licht binnenkort uitvalt, want dan hebben we een reden om België te splitsen, kameraden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, mijnheer Penris, de vraagstelling was heel correct en intelligent, maar uw conclusie is dat allesbehalve. Ik hoop dat we nooit het land in het donker moeten zetten wegens een bepaalde politieke doelstelling die u zou nastreven.
Ik kan alleen maar de assertiviteit van minister Van den Bossche toejuichen in dit dossier. Het is heel belangrijk dat we ervoor zorgen dat we hier inderdaad aan tafel gaan zitten om de eventuele tekorten die zich zouden kunnen voordoen, toch op te vangen. Ik merk dat we steeds meer afhankelijk zijn van import van stroom, dat is tot op zekere hoogte in onze marktwerking op Europees niveau perfect begrijpbaar. Het is ook verstandig om dat te doen, maar we moeten er vooral voor zorgen dat we zelf in staat zijn om maximaal in onze eigen energiebehoefte te voorzien.
Ik heb gezien dat in het bestuursakkoord van de stad Gent staat dat de stad de ambitie heeft om zelf te voorzien in haar eigen energiebehoefte. Misschien moeten we in dezen dan toch een voorbeeld nemen aan de stad Gent en er vanuit Vlaanderen en België voor zorgen dat we in staat zijn om onze eigen energie te produceren. (Applaus van de heer Jan Roegiers)
De heer Martens heeft het woord.
Ik denk dat het zeker op middellange termijn ook belangrijk is om de investeringen in ons hoogspanningsnet vlot te krijgen. We ontwikkelen wel duizenden megawatt aan nieuwe productiecapaciteit op de Noordzee, maar die moet ook aan land geraken.
Ik heb onlangs minister Muyters ondervraagd over de lijdensweg die het Stevin-project ondergaat doordat vijf keer een openbaar onderzoek nodig is om één project vergund te krijgen.
Hetzelfde geldt voor het Brabo-project in Antwerpen. Als dat project gerealiseerd zou zijn, hebben we al 1000 megawatt extra importcapaciteit vanuit Nederland, waar volgens de cijfers van de Nederlandse hoogspanningsnetbeheerder TenneT een overcapaciteit van 11,8 gigawatt bestaat.
Mijnheer Penris, een goede vergunningsprocedure voor de hoogspanningslijnen zou de Groot-Nederlandse gedachte wel eens vorm kunnen geven, waar Vlaanderen en Nederland voordeel uit zouden kunnen halen want het kan win-win betekenen voor beide landen. Nederland zou zijn overcapaciteit te gelde kunnen maken en wij zouden minder reservecapaciteit moeten opbouwen om onze bevoorradingszekerheid veilig te stellen. Volgens mij moeten we het ook ruimer zien dan België of Vlaanderen alleen. Een betere verknoping van ons hoogspanningsnet met dat van de buurlanden zou ervoor kunnen zorgen dat we op een goedkopere manier onze bevoorradingszekerheid kunnen veiligstellen.
Ik heb twee dingen gehoord. Het eerste is import. Het kan en zal ook zo zijn dat wij op bepaalde momenten afhankelijk zijn van import, maar dan moeten we er natuurlijk wel voor zorgen dat die verbindingen die noodzakelijk zijn om te kunnen genieten van een zinvolle import, er zijn. Het is an sich niet problematisch dat men moet importeren. Er is hier en daar een overaanbod zoals in Nederland, maar dan moet men natuurlijk wel kunnen invoeren.
Het tweede ging over het maximaal zelfvoorzienend worden. Ik wil even opmerken dat tussen 2010 en 2011 de productie hernieuwbare energie in Vlaanderen met meer dan 27 procent is toegenomen. Dat is goed want dat is eigen productie. In Vlaanderen zijn wij aan zet voor dat soort van productie.
Naast het inzetten op hernieuwbare energie, is de uitrol van het Warmteplan belangrijk. Het Warmteplan zorgt ervoor dat we zinvoller omgaan met bepaalde warmtevragen. Soms krijgen we er, tegelijk met het produceren van warmte, elektriciteit bovenop via warmte-krachtkoppeling enzovoort. We moeten dus die beide wegen bewandelen.
Collegas, ik wil gerust energie importeren, maar een professor van de Alma Mater van deze minister heeft berekend dat de import op dit moment, en zeker in de crisissituaties die op ons afkomen, 60 keer duurder zou kunnen uitvallen dat wat we nu betalen. Dat is natuurlijk wat ik niet wil, niet voor deze Vlaamse overheid, niet voor onze bedrijven en ook niet voor de consumenten. Een autarkie is misschien een mooie droom, maar laat er ons voor zorgen dat we zoveel mogelijk zelfbedruipend worden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.