Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister-president, vorige week startte UNIZO met een, zoals ze het zelf omschrijft, digitale betoging. Ondertussen hebben al meer dan 24.000 ondernemers de actie ondertekend. UNIZO vraagt meer respect voor de ondernemers in Vlaanderen.
U weet ook dat UNIZO een beter ondernemersklimaat vraagt. In grote lijnen gaat het om twee zaken.
De manier waarop de ondernemer gepercipieerd wordt in de maatschappij, daar heeft de overheid zeer weinig vat op. Die heeft wel een zeer grote invloed op het aantal starters. In de commissie hebben we het al verscheidene keren gehad over het verschil met landen met zeer veel ondernemers en landen waar er minder zijn. Dikwijls heeft dat te maken met de manier waarop een onderneming wordt gepercipieerd in de maatschappij.
Een tweede deel gaat over de manier waarop de ondernemers behandeld worden door de verschillende overheden in dit land. Ze heeft daarover een zeer uitgebreide lijst van vragen. Daar zijn natuurlijk de usual suspects bij: de loonkosten, de milieukosten, de energiekosten, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt enzovoort.
Minister-president, welk antwoord hebt u op de prioriteit die UNIZO naar voren schuift? Ik heb het dan niet alleen over de Vlaamse bevoegdheden. Er zijn ondertussen op dat vlak al heel wat zaken bezig: het beleid inzake de unieke vergunning, inspanningen inzake de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, zaken betreffende de administratieve lasten. Ik heb het echter ook over de federale bevoegdheden. In de krant staat regelmatig dat u meer en meer druk probeert uit te oefenen op de federale bevoegdheden. Hoe zult u in de toekomst verder inwerken op die twee punten?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik wil toch nog eens verwijzen naar het witboek. Daarin staat heel duidelijk dat de grondvesten voor een Nieuw Industrieel Beleid onder meer bestaan in het beheersen van de loon- en energiekosten, de administratieve procedures enzovoort. Helemaal onderaan staat actiepunt 50, waarin staat dat men aan de betrokken minister-president vraagt om de zaak ook aan te kaarten bij de federale collegas. Ik doe dus niet anders dan uitvoeren wat in actiepunt 50 staat. Mogelijk heeft niet iedereen dat gelezen.
Daarnet heb ik verwezen naar die quick wins. Ik heb UNIZO ontvangen en gevraagd me de quick wins aan te duiden, zodat we er met onze bevoegdheden op kunnen inspelen. We hopen, zoals daarnet gezegd, daar snel een antwoord op te kunnen geven.
Ik heb nog een laatste bedenking, een beetje in de marge. Het is wel vrij origineel om met een virtuele staking of betoging te werken. Misschien is dat een idee om, vooraleer effectief te staken of te betogen, eerst een virtuele actie te starten, zodat men kan zien hoe breed de actie gedragen is. Nadien kan dan eventueel worden overgegaan tot een reële staking. Dat is echter een persoonlijke opmerking, die mijn bevoegdheden ver overstijgt.
Uw suggestie zou bij de NMBS wel eens tot resultaat kunnen hebben dat men daar de computers platlegt. Dat zou ook niet helemaal het gewenste resultaat geven.
We willen u inderdaad opjagen om druk te blijven uitoefenen op die federale overheid om die problemen aan te pakken. U bent minister-president. Deze Vlaamse Regering is verantwoordelijk voor alle ondernemers in Vlaanderen. Op dit moment worden die zeer zwaar in de steek gelaten.
We moeten twee zaken doen. We moeten ons eerst en vooral concentreren op onze eigen bevoegdheden. We moeten daar eerlijk en correct in zijn, we zijn met heel wat zaken bezig, maar er ligt nog heel wat werk op de plank en we moeten daaraan voortwerken. Ten tweede moeten we de druk blijven opvoeren ten aanzien van de federale overheid. Een van de quick wins kan misschien het bankenplan zijn, dat we volgende week bespreken in de commissie.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Diependaele, we zijn het vaak eens, maar nu moet ik u toch wijzen op een verantwoordelijkheid die uw partij mee draagt. Het is misschien geen quick win, maar het is een verantwoordelijkheid die zich op Vlaams niveau situeert het is trouwens altijd makkelijk om te verwijzen naar de federale overheid. Minister Bourgeois had in plaats van de afslanking van de provincies, ook een plan kunnen voorstellen voor de afschaffing van de provincies. Dat zou een jaarlijkse recurrente besparing zijn als ik het onderwijs aftrek van 800 miljoen euro. Ik heb spijtig genoeg in het afslankingsplan van minister Bourgeois niets gezien over de afschaffing. Iedereen weet dat we in een land met zeven parlementen en zes regeringen plus 589 steden en gemeenten, eigenlijk geen nood hebben aan een provinciale structuur. Dat had een ongelooflijke quick win kunnen zijn. We hadden de federale overheid het voorbeeld kunnen geven van het afbouwen en afslanken van een overheidsstructuur.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, we hadden het daarnet over het blokkeringsfederalisme, en daar bestaat nog een variant op, namelijk het paraplufederalisme: op het moment dat er een probleem is, wordt onmiddellijk verwezen naar de Federale Regering.
Ik wil u erop wijzen dat een van uw grote doelstellingen in het Pact 2020 is dat er een sterke ondernemerscultuur moet komen, dat jonge starters worden aangemoedigd en dat de waardering voor het ondernemerschap moet stijgen. Dat staat in uw eigen Pact 2020, en dat betekent dat u ervan uitgaat dat u zelf de middelen hebt om die zaken te stimuleren en te bewerkstelligen. Het gaat dus over uw verantwoordelijkheid. Als er dan een onlinebetoging komt van de ondernemers, dan moet u daar een antwoord op formuleren, maar ik heb dat antwoord nog niet gehoord.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, UNIZO geeft met deze onlinepetitie een heel krachtig signaal. De collega heeft al verteld dat er 24.000 ondertekenaars zijn. Als bedrijfsleider voelde ik mij ook aangesproken en ik heb de petitie ook spontaan ondertekend. Ondanks alle beloftes, verkiezing na verkiezing, komt er geen beter ondernemersklimaat, en dat is nu precies wat de ondernemers vragen. Het komt er niet: de loonlasten blijven te hoog, evenals de fiscale en parafiscale druk en de belastingen in het algemeen. Sinds Nieuwjaar worden we geconfronteerd met zeker meer dan 10.000 nieuwe faillissementen, wat bijzonder erg is.
Minister-president, ik was van plan om u hier een bijkomende vraag te stellen, maar waarom zou ik? U slaagt er nu al niet in om een antwoord te vinden op de vele problemen waarmee onze ondernemers geconfronteerd worden.
De heer Tommelein heeft het woord.
Ik vind het evident dat elke overheid ervoor zorgt om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de verzuchtingen en de oproep van UNIZO om een ondernemersklimaat te organiseren. Dat geldt voor de Federale Regering, maar ik zou toch willen vragen om eerst voor eigen deur te vegen en om voor de zaken waarvoor wij bevoegd zijn, ervoor te zorgen dat ze gerealiseerd worden.
Pas in een tweede fase, mijnheer Diependaele, kunnen we dit samen bekijken met de collegas uit het federale parlement. Hier wordt trouwens nogal gemakkelijk gezegd dat de ene regering het moet gaan uitleggen bij de andere regering, maar er bestaat ook nog zoiets als een parlement. Uw fractie is trouwens de grootste in de Kamer. Misschien kunt u samen met de andere Vlaamse partijen, en misschien zelfs met de Franstalige partijen, aan de Federale Regering vragen om een aantal dingen te doen.
Minister-president, ik zou u toch één zaak willen vragen. Er zijn een aantal zaken die quick wins zijn en die heel snel kunnen worden gerealiseerd. Er werd een digitale bouwaanvraag beloofd tegen eind 2012. Ik zou graag weten hoever het daarmee staat. Kunnen we die realiseren voor eind 2012?
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil er toch ook voor pleiten om in de eerste plaats in eigen bord te kijken. Professor Koen Schoors merkte het nog op in De Tijd van dit weekend dat acht op de tien maatregelen die De Tijd had voorgesteld in haar reddingsplan voor de industrie, deels of volledig Vlaamse bevoegdheden waren.
We hebben hier een hele reeks aanbevelingen gedaan met de commissie-Sauwens Versnelling maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten en de waarheid gebiedt ons te zeggen dat heel veel van die aanbevelingen nog niet zijn uitgevoerd.
Onze eigen ombudsman heeft twee weken geleden in het Vlaams Parlement nog moord en brand geschreeuwd. Het is volgens hem onaanvaardbaar dat dossiers bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, een raad die wij hebben opgericht om de stedenbouwkundige contentieux bij de Raad van State weg te halen, te lang blijven liggen. Die raad werkt compleet niet. Mensen moeten meer dan drie jaar op een uitspraak wachten.
Ik stel voor dat we ons met onze eigen bevoegdheden bezighouden en niet voor elk probleem dat opduikt, naar de federale overheid verwijzen. We moeten ook voor onze eigen deur vegen. (Applaus bij sp.a, Open Vld en Groen)
Na het applaus wil ik even opmerken dat we natuurlijk moeten doen waarvoor we bevoegd zijn. Dat is natuurlijk juist. We moeten daar hard aan werken. Bepaalde zaken zijn al gerealiseerd. Andere zaken zijn nog niet gerealiseerd. We moeten daar echter niet te zwartgallig over doen.
Mijnheer Deckmyn, mijnheer Watteeuw, in 2011 is het aantal starters steil gestegen. Dat was bijna een recordjaar. Toen heeft hier niemand verklaard dat dit dankzij het beleid van de minister-president is gebeurd. Niemand heeft het beleid toen schitterend genoemd. Nu bevinden we ons in een economische crisis. Het is dan ook allesbehalve evident het aantal starters of het ondernemerschap te stimuleren of aan te moedigen.
Desalniettemin beschikken we over heel wat projecten om dit doel te bereiken. We hebben projecten ten aanzien van brede groepen, zoals het onderwijs. U kunt niets bedenken waarbij we het ondernemerschap niet in rekening hebben gebracht en niet hebben gepromoot. U moet dit goed in de gaten houden. We zijn er in goede tijd in geslaagd dit sterk op te trekken. We gaan daar nu onverkort mee verder en we beschikken over heel waardevolle projecten.
De mensen die daarnet hebben geapplaudisseerd, moeten goed beseffen dat het niet mogelijk is het industrieel beleid in Vlaanderen verder te ontwikkelen indien de energie- en loonkosten niet beheersbaar zijn. Het klopt dat dit mijn bevoegdheid niet is. Er is nu echter een grote consensus ontstaan om dit onderwerp verder te bespreken. Het is niet aan ons in dit verband concrete voorstellen te doen of te verklaren hoe het moet. Dat zal in het federale parlement worden besproken.
Ik krijg hier te horen dat ik allerlei zaken moet doen. Indien de fundamenten waarop alles moet worden opgebouwd niet stevig zijn, bouwen we ons Nieuw Industrieel Beleid echter op drijfzand. Dat lijkt me niet verstandig. We moeten zelf doen wat we zelf moeten doen. We moeten in dit verband nog een paar dossiers afhandelen.
Mijnheer Martens, de Raad voor Vergunningsbetwistingen valt onder de bevoegdheden van minister Muyters. Er zijn in dit verband al een aantal initiatieven genomen. Het Vlaams Parlement heeft die initiatieven ondersteund. Het is de bedoeling tot snellere uitspraken te komen. Er is nog een discussie over het historisch contingent aan de gang. Er zijn alvast initiatieven genomen. U zou dat trouwens moeten weten.
Er zijn heel wat belemmeringen. Het ondernemerschap is vanuit bepaalde invalshoeken geïntroduceerd. We moeten nu nagaan hoe we hier op een verstandige manier mee kunnen omgaan. We moeten echter rekening houden met de Europese regelgeving en met het leefmilieu. Sommige regels hebben ertoe bijgedragen dat we in Vlaanderen bijna niets meer zonder problemen kunnen doen. Ik ben het ermee eens dat we hier samen aan moeten voortwerken.
Mijnheer Tommelein, de digitale bouwaanvraag is ook een bevoegdheid van minister Muyters. Ik wil niet in zijn plaats data naar voren schuiven. Ik wil hier wel in alle duidelijkheid stellen dat ik weet dat we er op dat vlak alles aan moeten doen om de zaken te versnellen. We zijn bezig met de drietrapsraket om de maatregelen van de commissie-Sauwens en van de commissie-Berx uit te voeren. Ik stel vast dat het trager verloopt dan ik zelf zou willen. Er is een argument dat ik heel goed kan begrijpen. Indien we te snel zouden gaan, zouden we het risico lopen helemaal uit de bocht te vliegen. Dat zou ik niet graag zien gebeuren. We moeten verder inspanningen leveren om zo snel mogelijk tot concrete afspraken en andere werkwijzen op het terrein te komen.
Mijnheer Sabbe, ik wil zeker met u eens een debat over de provincies voeren. Dat zou ongetwijfeld een mooie besparing opleveren. Onrechtstreeks zou dit zeker een bijdrage tot een beter ondernemingsklimaat betekenen. In welke zin dit ook rechtstreeks een bijdrage zou leveren, zie ik niet helemaal.
Er zijn mensen die hebben gewezen op onze eigen verantwoordelijkheid als Vlaamse overheid. Daar ben ik het volledig mee eens. Ik heb dat ook in mijn vraag ingebracht. We hebben nog heel wat werk op de plank liggen, maar we hebben daar nog wat tijd voor. Dat gaat niet alleen voor de Vlaamse Regering op, maar ook voor het Vlaams Parlement.
In de vorige actuele vraag hoorde ik het voorstel van de heer Sabbe, waar de heer Watteeuw zich bij aansloot, om een diepgaander debat te voeren. Wat houdt u tegen? Stel die nota voor in de commissie en laat het ons doen. Als u een intenser debat wilt, dan wil ik dat gerust aangaan. Vraag de voorzitter om het te agenderen en het zal er komen. Dat is geen enkel probleem.
Minister-president, ik sluit me volledig aan bij uw stelling. Ik wil de eigen verantwoordelijkheid absoluut onder ogen zien, maar dat betekent niet dat er aan de overkant van de straat geen verantwoordelijkheid is. Wij doen dat ook. Mijnheer Sabbe, net zoals u hier oppositie voert, doen wij dat daar ook en dienen we voorstellen in.
De actuele vraag is afgehandeld.