Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is de algemene bespreking van het ontwerp van decreet.
Voor de duidelijkheid, u weet dat we vorige week een reglementswijziging hebben goedgekeurd. Ik heb al aan de blik van de heer Roegiers gezien dat hij niet zo gelukkig is, maar we zullen er vandaag nog één keer van afwijken. Mijnheer Roegiers, ik begrijp dat u iets dat u vorige week hebt goedgekeurd, op een week tijd misschien niet...
Het is hier altijd de gewoonte geweest dat er verslag werd uitgebracht. Het reglement is nu gewijzigd. Er zijn drie uitzonderingen. Als het gaat over het schriftelijk verslag over ontwerpen van decreet betreffende begrotingsaangelegenheden, is er steeds een mondeling verslag in de plenaire vergadering. Mijnheer Roegiers, ook kan de verslaggever zelf steeds uit eigen beweging of op vraag van de commissie op voorhand aan de voorzitter meedelen dat hij of zij het schriftelijk verslag mondeling wil toelichten. Ook blijft, indien de commissie heeft beslist dat er geen schriftelijk verslag wordt opgesteld, het mondeling verslag uiteraard van toepassing.
We hebben dat gedaan omdat die verslagen worden gedrukt en het parlement perfect in staat is kennis te nemen van wat alle fracties in de commissies naar voren hebben gebracht. Voor een efficiënter gebruik van onze tijd hier leek het me weinig zinvol dat men hier komt zeggen wat de heer de Kort of mevrouw Jans of de heer Hendrickx of de heer Strackx of wie dan ook heeft gezegd. Daarom hebben we die verslaggeving afgeschaft. Ik dacht dat het parlement het vorige week, onder leiding van de heer Decaluwe, unaniem eens was met die handelwijze.
De heer Roegiers heeft het woord.
Voorzitter, ik zal me houden aan het reglement zoals we dat hebben goedgekeurd. Ik denk dat dat ook goed is. Ik vond het alleen jammer, maar dat had ik vorige week maar moeten zeggen, bij de stemming of de bespreking. De voorbije tien jaar heb ik hier consequent en zoals het hoorde, vond ik, verslag uitgebracht. Ik heb daarbij nooit de meningen van de fracties gegeven. Die moeten ze zelf maar geven. Wat ik wou doen, is gewoon kort aan het parlement zeggen waarover het ontwerp van decreet gaat. Dan is het maar aan de fracties om duiding te geven bij hun eigen stemgedrag. Het reglement is echter het reglement, en ik heb inderdaad niet op voorhand aan u gezegd dat ik verslag wou uitbrengen. Mocht ik dat in de toekomst willen doen, dan zal ik u dat ook melden.
Dank u.
De heer de Kort heeft het woord.
Het ontwerp van decreet zet de Europese richtlijn 2008/96 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van de weginfrastructuur om in intern recht. De richtlijn legt vier procedures vast die allemaal bijdragen tot de verbetering van de verkeersveiligheid van de weginfrastructuur van het trans-Europese vervoersnet en tot het reduceren van het aantal verkeersongevallen.
Ten eerste is er de verkeerseffectenbeoordeling. Die zou plaatsvinden in de planningsfase, voor het infrastructuurproject is goedgekeurd. Uit die beoordeling zal moeten blijken, op een strategisch niveau, welke gevolgen de diverse alternatieven voor de planning van een infrastructuurproject hebben op de verkeersveiligheid.
Ten tweede is er de verkeersveiligheidsaudit. Ten derde is er de classificatie van de weggedeelten met een hoog aantal ongevallen en de classificatie van de verkeersveiligheid van het wegennet. Die procedure is eigenlijk bestemd voor het bestaande wegennet. Ten vierde zullen er verkeersveiligheidsinspecties worden uitgevoerd.
Het is ook belangrijk erop te wijzen dat de richtlijn bepalingen bevat met betrekking tot gegevensbeheer. De informatie van de verkeersongevallenanalyse heeft immers ook een federaal onderdeel.
Het ontwerp van decreet bevat veel delegatiebepalingen. Dit zal dus gefaseerd worden aangepakt. In naam van mijn fractie wil ik erop wijzen dat het ontwerp en de richtlijn zeker innoverend zijn. De grote vraag in onze commissie was of de principes en de grote lijnen van deze Europese aanpak ook op het gewestelijke en gemeentelijke wegennet zouden worden toegepast.
En daarvoor moet nu eerst het decreet worden uitgevoerd en moet de nodige ervaring worden opgedaan. De terugkoppeling naar het effect van de maatregelen op verkeersveiligheid is evident het kernpunt.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Onze fractie vindt het niet de taak van Europa om te bepalen hoe een land of gewest zijn verkeersveiligheid moet organiseren. Het feit dat de Europese richtlijn zich beperkt tot een aantal wegen en in dit geval enkel tot de TEN-wegen (Trans-Europees Netwerk), bewijst dat Europa niet weet waar de belangrijkste pijnpunten inzake verkeersveiligheid in ons land liggen. De problemen inzake verkeersveiligheid in ons land zijn veel ruimer dan enkel op die TEN-wegen.
Uiteraard is onze fractie voor een grotere verkeersveiligheid. Wij hopen alleszins, minister, dat dit ontwerp van decreet niet zal leiden tot een versnippering van het verkeersveiligheidsbeleid. Wij pleiten alvast voor een eigen Vlaamse verkeersongevallenanalyse en een verkeersongevallendatabank voor alle gewestwegen in Vlaanderen. Enkel op die manier kan een doorgedreven eigen verkeersveiligheidsbeleid op poten worden gezet.
De heer Keulen heeft het woord.
Open Vld steunt dit wetgevend initiatief. We hebben dat aangekondigd in de commissie. Niemand kan er een been in zien dat er extra aandacht wordt besteed aan het aspect verkeersveiligheid en wegeninfrastructuur.
Een bekende Hollander zei echter ooit: Elk voordeel heb zijn nadeel. Wij delen allemaal samen de vrees voor extra procedures, voorschriften en formaliteiten. Vlaanderen verzuipt vandaag al in de regelgeving. Het gaat zelfs zo ver dat we een parlementaire commissie hebben opgericht om daar paal en perk aan te stellen.
Europa werkt voor de EU van de 27 lidstaten. Vandaag is zeker in Vlaanderen en bij uitbreiding in heel België het aspect verkeersveiligheid heel nadrukkelijk aanwezig in bestekken wanneer het gaat over de aanleg van nieuwe wegen of het herstellen van bestaande wegen. Wat dat betreft, is er een duidelijke link tussen de kwaliteit van de weginfrastructuur en de verkeersveiligheid.
Minister, u hebt zelf gezegd dat we met de omzetting van deze Europese richtlijn in wetgeving, het ontwerp van decreet zoals het nu voorligt, heel pragmatisch moeten omgaan. We moeten ons niet laten verleiden tot nieuwe regelgeving. Ik geef het voorbeeld van de verkeersveiligheidauditoren. We kunnen daar nieuwe opleidingen voor organiseren. U stelde voor om dat op te lossen met elders verworven competenties. Minister Smet, u bent ook geestelijk aanwezig in het debat.
Ik denk dat we die pragmatische weg moeten bewandelen. Wat de beperking betreft van de impact op de TEN-wegen, kan bij uitzondering een uitbreiding naar de primaire wegen. We moeten ons daaraan houden.
Minister, u hebt beloofd aan de voorzitter en ons allen dat u ook met de uitvoeringsbesluiten van dit ontwerp van decreet naar de commissie zult komen om daar opnieuw bevestiging over te krijgen. Een van uw medewerkers, mevrouw Eva Vandenbossche, die werkt bij een van de agentschappen van Mobiliteit en Openbare Werken, heeft gezegd dat het zomerreces haalbaar is als timing. Deelt u die mening? Kunt u daar duidelijkheid over geven?
Wij staan achter dit initiatief en zullen het dan ook goedkeuren.
De heer DHulster heeft het woord.
Er is al heel wat gezegd. We treden dat grotendeels bij. Infrastructuur is een wezenlijk onderdeel van het verkeersveiligheidsbeleid. Op alle beleidsniveaus moet verantwoordelijkheid worden genomen, ook op Europees niveau. Wij zien wel degelijk de meerwaarde in van een uniform verkeersveilig TEN. De vier procedures die de richtlijn voorschrijft, de verkeersveiligheidseffectenbeoordeling, de veiligheidsaudit, de classificatie en de veiligheidsinspectie kunnen volgens ons zeker een meerwaarde opleveren.
Er zijn in de commissie en door de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) vooraf heel wat suggesties meegegeven voor de invulling van de uitvoeringsbesluiten. We hopen dat die ter harte worden genomen. Het engagement van de minister om de commissie nauw te betrekken bij een eventuele uitbreiding van het toepassingsgebied van deze principes, appreciëren we. Onze fractie zal het ontwerp van decreet mee steunen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Tot vorige week was het de gewoonte om na de mondelinge uiteenzetting de verslaggevers te bedanken voor het geleverde werk. We hebben die mogelijkheid niet meer, maar ik wil dat bij deze toch doen.
Wat het ontwerp van decreet betreft, zijn we tevreden dat de richtlijn wordt omgezet naar onze regelgeving. De bespreking in de commissie was heel uitgebreid. Ik wil nog twee elementen herhalen over de verdere omzetting en uitvoering van het ontwerp van decreet.
In het ontwerp van decreet staat dat de regering bepaalt of het netwerk, de verkeersveiligheidseffectbeoordeling en de verkeersveiligheidstoepassing, wordt uitgebreid, verder dan het Trans-Europese Netwerk (TEN). In het ontwerp van decreet is de bevoegdheid aan de Vlaamse Regering toegekend.
In de commissie heeft de minister de toezegging gedaan dat bij een mogelijke uitbreiding de commissie en ook de MORA zouden worden betrokken. Wij vinden het heel belangrijk dat dit engagement wordt nagekomen. We kennen minister Crevits en zijn ervan overtuigd dat dit ook zal gebeuren.
Zeker bij de uitvoeringsbesluiten moeten extra planlasten worden vermeden, of toch tot het minimum beperkt. Minister, u hebt zelf ook gezegd dat u daarvoor beducht bent en dat het zoveel mogelijk moet worden geïntegreerd in de bestaande procedures. Het is daarom belangrijk verder te onderzoeken wat er eventueel nodig is om de huidige procedures aan te passen. Er moet ook worden onderzocht of dit allemaal mogelijk is binnen het bestaande personeelskader.
Dit zijn voor ons de belangrijkste opmerkingen. We zullen de omzetting van de richtlijn in dit ontwerp van decreet ten volle steunen.
De heer Peeters heeft het woord.
Ik wil de twee amendementen die we hadden ingediend, even toelichten. Dit ontwerp van decreet kan in de geest perfect onze goedkeuring wegdragen. Daarover kan geen misverstand bestaan. Verkeersveiligheid verhogen vinden wij een belangrijke opdracht. Alleen vinden we dat er een rol is weggelegd niet alleen voor de regering die een Europees besluit overneemt, maar ook voor het Vlaams Parlement, dat daar actiever in zou moeten worden betrokken.
Met ons amendement hadden we de bedoeling om het Vlaams Parlement aan het werk te zetten. De verkeersveiligheidseffectbeoordeling zouden we aan het parlement toevertrouwen, na advies van de MORA.
Die amendementen zijn nu weggestemd door de leden van de commissie. Daarom zullen we ons onthouden bij de stemming hierover. De regering moet snel werk maken van de uitbreiding van dat net. We hebben nota genomen van het engagement van de minister om met het uitvoeringsbesluit naar de commissie te komen. Dat appreciëren we.
Minister Crevits heeft het woord.
Het is inderdaad de bedoeling om de omzetting van de richtlijn inzake het beheer van verkeersveiligheid van weginfrastructuur van toepassing te laten zijn op het strikte TEN. Dat legt de richtlijn ons op. We mogen het ook niet uitbreiden omdat we moeten komen tot een systeem dat goed werkt en dat geen grote zwaardere administratieve last oplegt. Voor we dat willen toepassen op alles wat we hebben, is het van belang om alles wat we strikt moeten uitvoeren, goed te screenen en om een goede procedure te maken.
In de amendementen wordt gevraagd een grotere rol aan het parlement te geven. In de commissie heb ik gezegd dat het belangrijk is dat we veel ruimte krijgen in de uitvoeringsbesluiten. De administratie is volop bezig met het screenen van wat we nu al doen.
Als wij bijvoorbeeld grote infrastructuurprojecten willen uitvoeren, hebben wij nu al een grote veiligheidsscreening. De spitsstrook is in de commissie aan bod gekomen. Als wij dat invoeren, krijgen wij overal advies, onder meer van de politie. Daar wordt dus rekening gehouden met de verkeersveiligheid. Anderzijds biedt de omzetting nu wel de kans om een en ander te uniformiseren en krijgen we een garantie dat op het grote netwerk in Europa dezelfde procedures zullen worden gevolgd. Dat zal uiteraard de herkenbaarheid ten goede komen.
Ik deel in hoge mate de zorg voor de administratieve eenvoud. Ik heb dat ook in de commissie gezegd. Het is van belang dat de huidige screenings efficiënter kunnen worden gemaakt, maar ook dat er daarbij geen nieuwe administratieve molen ontstaat die het voor de administratie nog veel moeilijker zou maken om infrastructuurwerken uit te voeren. Die oefening gebeurt.
Wat de timing betreft, engageer ik mij om tegen 19 december 2011 alles definitief goedgekeurd te krijgen. Daarom is het nodig dat de Vlaamse Regering voor het reces de eerste uitvoeringsbesluiten principieel kan goedkeuren. Dan moet de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) nog advies geven, en ik heb ook beloofd dat de commissie er nog eens kan naar kijken. De definitieve goedkeuring kan er uiteraard niet voor het reces komen maar wel tegen de vooropgestelde datum.
Het is voor mij van belang dat we gemakkelijk een auditor vinden. Het mag niet zo zijn dat er in Vlaanderen maar één is die alles kan doen. We moeten voldoende soepel zijn in het bepalen van wie in aanmerking kan komen. Een aantal commissieleden hebben een aantal zeer interessante suggesties gedaan. Het belangrijkste is dat de audit onafhankelijk is. Daartoe moeten we zorgvuldig onze criteria formuleren.
Ik heb mij er inderdaad toe geëngageerd dat de regering het netwerk zou uitbreiden. De richtlijn laat dat perfect toe. Dat kan een tegemoetkoming zijn aan diegenen die hebben gevraagd wie je dat moet laten doen. Als er sprake zou zijn van een uitbreiding, dan is het is evident dat dit voldoende overlegd zal worden in de commissie Openbare Werken. Het is op dit ogenblik echter niet mijn intentie om dat te doen. Ik zou willen starten en goed en efficiënt werken met een beperkt netwerk. We mogen niet vergeten dat we voor de gewestwegen op dit ogenblik de convenantprocedures hebben. Het Mobiliteitsdecreet regelt heel wat en werkt goed. Dat wordt geëvalueerd. Daar zie ik totaal geen reden om dat zover uit te breiden. Het is niet de bedoeling om daar alle procedures die nu al lopen te laten veranderen.
Mevrouw Van den Eynde, de vrees voor hoe dat nu moet worden geregeld, heeft voor mij twee grote pluspunten. Je kunt tot een uniforme aanpak komen voor het zware routenetwerk in Europa. En de snelwegen zitten vandaag niet in die convenantprocedure. Er worden wel veiligheidsprocedures op toegepast, maar het is misschien goed dat daarin een transparante procedure loopt, die bovendien ook nog eens overal gelijk is.
Ik ken het stemgedrag in de commissie. Ik apprecieer het dat een oppositiepartij een decreet, als het goed is, mee goedkeurt. Misschien kan mijn betoog hier nog een aantal anderen overtuigen om dit belangrijke decreet mee goed te keuren. (Applaus van de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2010-11, nr. 859/1)
De artikelen 1 tot en met 12 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.