Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie betreffende een betere ondersteuning van de palliatieve zorg
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van de dames Coppé, Franssen, Schryvers, Godderis, De Vits en Jans betreffende de organisatie van de palliatieve zorg en van de dames Van Steenberge en Dillen en de heren Tack en Strackx betreffende een betere ondersteuning van de palliatieve zorg.
Het voorstel van resolutie van de dames Van Steenberge en Dillen en de heren Tack en Strackx werd door de commissie verworpen.
Bij brief van 17 mei 2011 heeft mevrouw Van Steenberge verzocht het op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.
Conform artikel 69, punt 5, van het Reglement van het Vlaams Parlement moeten wij ons bij zitten en opstaan uitspreken over het aanvatten van de bespreking.
De volksvertegenwoordigers die voorstander zijn van het aanvatten van de bespreking, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
De bespreking wordt aangevat.
Dan stel ik voor om de besprekingen van de voorstellen van resolutie van de dames Coppé, Franssen, Schryvers, Godderis, De Vits en Jans betreffende de organisatie van de palliatieve zorg en van de dames Van Steenberge en Dillen en de heren Tack en Strackx betreffende een betere ondersteuning van de palliatieve zorg samen te voegen tot één enkele bespreking.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De bespreking is geopend.
Mevrouw Van der Borght, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collegas, de commissie heeft een eerste keer toelichting gekregen over de beide voorstellen van resolutie op 22 februari. Na de toelichting heeft de commissie geoordeeld dat het nuttig zou zijn hierover een hoorzitting te organiseren. De hoorzitting vond plaats op 22 maart en was bij momenten heel emotioneel.
Op 10 mei hebben we de bespreking ten gronde gevoerd, inclusief de bespreking over de amendementen. We zijn geëindigd met de stemming. De verschillende amendementen werden weggestemd. Het voorstel van resolutie van de meerderheid, met name van de dames Coppé, Franssen, Schryvers, Godderis, De Vits en Jans, werd met tien stemmen voor en twee onthoudingen aanvaard. Het voorstel van resolutie van de dames Van Steenberge en Dillen en de heren Tack en Strackx werd met drie stemmen tegen acht en twee onthoudingen niet aangenomen.
Voorzitter, voor de woordelijke weergave wil ik verwijzen naar het schriftelijke verslag.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het voorstel van resolutie werd voorafgegaan door een hoorzitting. Al in oktober 2010 werd het voorstel van resolutie ingediend op vraag van de West-Vlaamse palliatieve netwerken, en uitvoerig besproken. Zoals de Vlaamse Regering terecht schrijft, zetten we in op een warme samenleving. Ook in de laatste levensfase staan we garant voor de kwaliteit van het leven en vinden we het meer dan zinvol dat er meer wordt geïnvesteerd in palliatieve thuiszorg en netwerken in de dagcentra.
We dringen aan om bij de besprekingen met de federale overheid te vragen om de bevoegdheden inzake de financiële tegemoetkomingen naar Vlaanderen te brengen.
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Collegas, vooreerst mijn dank dat u ons voorstel van resolutie minstens in overweging wilt nemen, zodat we het hier toch kunnen bespreken. De bespreking in de commissie was immers vrij kort. Het ging vooral over het voorstel van resolutie van de meerderheid. Onze fractie zal dat voorstel zeker goedkeuren. Inhoudelijk gaan we volledig akkoord. Het kan ook niet anders, want ons voorstel van resolutie is inhoudelijk gelijklopend met dat van de meerderheid. Mevrouw Van der Borght zegt zelfs dat haar fractie geen voorstel van resolutie heeft ingediend omdat zij zich in grote mate kan vinden in beide voorstellen.
Mevrouw De Vits was de enige die iets zei over het voorstel van resolutie van onze fractie. Zij zei: Het voorstel van resolutie van de meerderheid is concreter ingegaan op de aangehaalde problemen dan het voorstel van resolutie van mevrouw Van Steenberge. Ik mag het hopen, mevrouw De Vits, want er zijn vier jaar overheen gegaan tussen het voorstel van resolutie dat door onze fractie is ingediend en het voorstel van resolutie van de meerderheid.
U bent concreter ingegaan op een aantal zaken, maar u bent niet zo volledig geweest, dames en heren van de meerderheid. Om te beginnen is er geen enkele toelichting bij uw voorstel van resolutie. Bij ons voorstel is er een uitgebreide toelichting. Bovendien zijn er twee zaken die u niet hebt opgenomen. Ten eerste: een objectief wetenschappelijk onderzoek als onderbouwing van de palliatieve zorg. Dat zou gestimuleerd moeten worden, maar staat niet in uw voorstel van resolutie. Onze buurlanden staan veel verder met dat onderzoek. Wij zouden dat ook moeten stimuleren. Ten tweede: een modulair en uniform registratie-instrument. Dat is nodig in de volledige sector. Een dergelijk instrument maakt een vergelijking tussen de palliatieve diensten en de opvolging van patiënten mogelijk. Ook dat staat niet in uw voorstel van resolutie, en wel in dat van onze fractie.
Ik wil nog even terugkomen op de discussie van vorige week met mevrouw Van der Borght. Ik ga niet beweren dat dit voorstel letterlijk overgenomen is, maar mevrouw Vogels merkte vorige week wel op dat er een kwalijke manier van handelen is bij de meerderheid met betrekking tot voorstellen van de oppositie. Mevrouw Schryvers sprak toen een beetje denigrerend over cinema. Het is inderdaad cinema of theater van de meerderheidspartijen. In dit geval is er zelfs eerder sprake van een tragedie, want door het niet goedkeuren van ons voorstel van resolutie van vier jaar geleden, heeft de palliatieve zorg in Vlaanderen vier jaar langer moeten wachten op bijkomende middelen en moesten palliatieve dagcentra vier jaar langer wachten op een structurele oplossing.
Ook vorig jaar heb ik een motie ingediend met betrekking tot een structurele oplossing voor palliatieve dagcentra. En wat zie ik nu van mevrouw Van der Borght, die vorige week die zogezegde cinema heeft opgevoerd? Mevrouw Van der Borght heeft mijn motie van vorig jaar letterlijk overgenomen als amendement. (Rumoer)
Ik heb uw amendement mee goedgekeurd, mevrouw Van der Borght. Inhoudelijk was er uiteraard niets verkeerds aan. Maar helaas voor u en voor ons is het ook weer weggestemd door de meerderheid.
Ik wil de meerderheid oproepen om ook naar het inhoudelijke te kijken, ook als het van de oppositie komt. Want soms wordt de houding van de meerderheid eerlijk gezegd belachelijk. In de commissie Onderwijs slagen ze er tegenwoordig in om zelfs artikel 1, over de bevoegdheidsverdeling, weg te stemmen als het van de oppositie komt. Behalve vorige week, toen mevrouw Heeren toevallig binnenkwam: zij verwonderde zich daar zozeer over, dat zij misschien het licht heeft gebracht bij andere de collegas van de meerderheid. Maar zo ver gaat het dus, dames en heren, als een voorstel van de oppositie komt. (Opmerkingen)
Inhoudelijk kan men niet tegen ons voorstel zijn. Zelfs professor Distelmans, niet meteen een Vlaams Belangsympathisant, heeft tijdens de vergadering van zijn raad van bestuur gezegd dat het voorstel van resolutie eerst was ingediend door het Vlaams Belang, en dat het ook uitgebreider was dan dat van de meerderheid.
Dames en heren, ik ken dit dossier inhoudelijk. Ik ken het dossier van palliatieve zorg zeer goed, niet alleen wegens een persoonlijk verhaal maar ook omdat ik dit dossier al twaalf jaar volg, sinds het euthanasiedebat in de Senaat.
Dames en heren van de meerderheid, wees niet te vooringenomen en laat verbeteringen aan jullie voorstel toe. Ik heb in de commissie zelfs voorgesteld om een deel van mijn voorstel dat niet in jullie voorstel was opgenomen, op te nemen als amendement van de meerderheid. Voor mij maakt het niet uit wiens naam op de resolutie staat. Voor mij maakt het niet uit wie inhoudelijk de verbeteringen aanbrengt, als ze maar volledig tegemoetkomen aan de noden op het terrein. Inzake palliatieve zorg zijn de voorstellen gelijklopend en aanvullend.
Laat ze ons dus allebei goedkeuren als compensatie van het feit dat palliatieve zorg al vier jaar langer heeft moeten wachten dan nodig was. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, collegas, sterven hoort bij het leven. We kunnen alleen maar trachten om die allerlaatste fase van het leven zo respectvol mogelijk te laten verlopen voor de betrokkenen. Palliatieve zorgen spelen daarin een belangrijke rol.
De Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen pleit ervoor om het sterven en afscheid nemen opnieuw in eigen handen van betrokkenen te geven, zodat ieder de gelegenheid heeft om op haar of zijn manier naar het einde toe te leven. Eigenlijk komt het erop neer dat we het beslissingsrecht teruggeven aan de patiënt en zijn omgeving. De hoorzittingen in de commissie hebben ons geleerd dat we in België en Vlaanderen veel hebben gerealiseerd in vergelijking met andere landen. Maar zoals in alle domeinen zijn er nog heel wat noden te lenigen, zowel op financieel vlak als op vlak van voldoende personeel.
De voorliggende resolutie van de meerderheid formuleert een aantal prioriteiten waar eigenlijk niemand tegen kan zijn. Ook Open Vld is niet tegen de resolutie. We denken wel dat de resolutie op een aantal punten voor verbetering vatbaar is. Een belangrijke lacune in deze resolutie is volgens ons het niet opnemen van de problematiek van de palliatieve zorgen in de woonzorgcentra. We weten dat de komende decennia het aantal ouderen sterk zal toenemen door de vergrijzing. En ofschoon Vlaanderen inzet op meer thuiszorg, weten we dat ook het aantal ouderen in residentiële voorzieningen sterk zal toenemen. Nu al overlijdt een kwart van de mensen in een woonzorgcentrum. Het is dus essentieel om in de uitbouw van de palliatieve zorgen ook daar een tandje bij te steken. En ook al doet de federale overheid hier al heel wat inspanningen, toch blijken deze veelal niet toereikend.
Een masterproef van mevrouw Sofie De Wilde vorig jaar toonde aan dat de referentiepersonen palliatieve zorgen in de woonzorgcentra ervaren dat er bij verzorgenden een zeker kennistekort bestaat aangaande palliatieve zorgen. Bovendien blijkt dat de referentiepersoon vaak nog zoveel andere taken moet vervullen, waardoor er een tijdsgebrek ontstaat en men zich altijd kan toeleggen op de eigenlijke palliatieve zorgverlening zelf.
Vandaar ons amendement om te voorzien in een bijkomende financiële ondersteuning vanuit Vlaanderen, specifiek voor de palliatieve zorgverlening binnen de woonzorgcentra. Dit amendement werd helaas weggestemd door de meerderheid. Onze fractie wenste ook het engagement van de Vlaamse Regering ten aanzien van de palliatieve dagcentra duidelijker te stellen door te vragen om werk te maken van een reguliere subsidiëring. Ik verklaar mij nader. Nadat de federale overheid in 2007 de financiering van de dagcentra stopzette, heeft de Vlaamse Gemeenschap haar verantwoordelijkheid voor de financiering opgenomen, maar heeft zij deze financiering nooit structureel in de regelgeving opgenomen.
Nochtans heeft de Raad van State heel expliciet gesteld dat de subsidiëring van de palliatieve dagcentra uitsluitend de bevoegdheid van de gemeenschappen is. We vinden dan ook dat een structurele inbedding en erkenning van de palliatieve dagcentra in het Vlaamse zorglandschap niet kan zonder een reguliere subsidiëring te garanderen. Onze amendement ter zake werd weggestemd door de meerderheid.
Het verheugde me om tijdens de hoorzittingen Paul Vanden Berghe van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen over palliatieve zorg en euthanasie te horen spreken, niet als tegengestelde polen, maar veelal als inherent verweven met elkaar. Hij pleitte ervoor dat de palliatieve sector zich zou openstellen voor euthanasie, en hij maakte zich sterk dat die evolutie zich trouwens sowieso steeds meer aftekent op het terrein. Toen ik het onderwerp euthanasie te berde bracht bij de bespreking van dit voorstel van resolutie, werd me nochtans duidelijk gemaakt door andere partijen dat dit hier niet aan de orde was. Ik wil er echter op wijzen dat in punt drie van het voorstel van resolutie van de meerderheid wel degelijk wordt gepleit voor sensibilisering met betrekking tot beslissingen over het levenseinde. Welnu, euthanasie is een van die beslissingen over het levenseinde.
Het is niet zo dat wie palliatieve zorgen krijgt, geen euthanasie meer wil. In veel gevallen krijgen patiënten eerst palliatieve zorg en vragen ze later toch nog euthanasie, zoals is gebleken uit de hoorzittingen en een heel aangrijpende documentaire die we hebben mogen zien. Ik vind het dan ook wél aan de orde om het over euthanasie te hebben bij de bespreking van dit voorstel van resolutie.
Onze fractie diende dan ook een amendement in waarbij werd gevraagd dat er meer transparantie zou worden gecreëerd over het beleid en de visie van woonzorgcentra met betrekking tot euthanasie. Ik weet dat in de afsprakennota van woonzorgcentra met hun bewoners de visie van het woonzorgcentrum over euthanasie moet zijn opgenomen. Dat neemt echter niet weg dat in werkelijkheid veel ouderen onvoldoende op de hoogte zijn en trouwens over weinig of geen mogelijkheden beschikken wat de keuze van een woonzorgcentrum betreft. Door de wachtlijsten is een plaats in één woonzorgcentrum dikwijls te nemen of te laten. Velen zijn dus al blij als ze ergens een plaatsje hebben kunnen bemachtigen, waarbij het voor hen moeilijk is zich op dat moment te gaan vergewissen van de mogelijkheden die worden geboden op vlak van palliatieve zorgen en/of euthanasie. Dit wordt niet opgelost door het louter overhandigen van de afsprakennota aan de bewoners. We kennen de verhalen van mensen die zwaar ziek en lijdend in hun laatste dagen soms nog van de ene voorziening naar de andere moeten verhuizen. Dergelijke toestanden mogen we in Vlaanderen niet toelaten. In ons amendement pleitte ik er dan ook voor dat de woonzorgcentra daarover meer transparantie zouden geven en meer zouden communiceren.
Geachte leden, ik heb de amendementen aangehaald die wij in de commissie hebben ingediend, omdat we van mening waren dat dit voorstel van resolutie nog voor verbetering vatbaar was: een Vlaamse financiële ondersteuning voor de woonzorgcentra voor palliatieve verzorging, een reguliere subsidiëring voor de palliatieve dagcentra en het creëren van een grotere transparantie in de woonzorgcentra over de mogelijkheden met betrekking tot levensbeëindiging. Elk van deze amendementen werd door de meerderheid weggestemd. Om die reden zullen we ons dan ook, met pijn in het hart, onthouden bij de stemming over dit voorstel van resolutie. (Applaus bij Open Vld)
Er zijn twee voorstellen van resolutie. U hebt gezegd dat uw fractie zich zou onthouden bij de stemming over het ene voorstel van resolutie, dus ik veronderstel dat u het andere voorstel zult goedkeuren.
Mevrouw Van Steenberge, u hebt inderdaad twee amendementen aanvaard. Het derde amendement hebt u jammer genoeg ook niet kunnen aanvaarden. Tot onze spijt zullen we ons ook onthouden wat dit voorstel betreft.
U hebt uw amendement wel nooit ingediend op ons voorstel van resolutie. Dat had u ook kunnen doen.
Inderdaad.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter en collegas, wij gaan de resolutie steunen. In België zijn er permanent 10.000 tot 20.000 palliatieve patiënten die worden verzorgd door huisartsen, in verpleeg- en verzorgingstehuizen of die een beroep doen op ziekenhuiszorg. Dagelijks zetten medewerkers van thuiszorgequipes of dagcentra zich in voor palliatieve zorg en begeleiding.
Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om mijn waardering te uiten voor het werk van deze mensen. Wij staan aan de top wat palliatieve zorg betreft. We moeten echter oppassen dat het palliatieve zorglandschap in Vlaanderen niet wordt uitgehold. Collegas van de oppositie, natuurlijk is een resolutie altijd voor verbetering vatbaar. Wij hebben ons met deze resolutie echter willen richten op de zeer concrete problemen en de meest dringende noden op het terrein. In 2009 hebben de thuiszorgequipes een noodkreet gelanceerd onder de slogan Wacht met sterven tot na 1 januari want het geld is op. Het is dus aan die dringende behoefte dat we iets moeten doen en het zijn die punten die door onze resolutie op de voorgrond worden gebracht.
Daarom is het absoluut noodzakelijk dat er dringend een stevige financiële ondersteuning komt en dat dit structureel en decretaal verankerd wordt zodat men niet van jaar tot jaar naar oplossingen moet zoeken.
Dit betekent niet noodzakelijk dat we meer geld vragen, maar het geld moet anders worden ingezet. Er zijn heel wat nutteloze ingrepen. Indien men daarop zou kunnen besparen, zou men dit zeker en vast kunnen inzetten voor de palliatieve sector. Daarom steunen wij deze resolutie.
Mevrouw De Vits, u spreekt over ons voorstel van resolutie. U pikt verder in op die specifieke punten. Vorig jaar hebben wij, naar aanleiding van een interpellatie over de structurele oplossing van de palliatieve dagcentra en de financiering daarvan, een motie ingediend precies om een structurele oplossing te vinden voor de palliatieve dagcentra. Waarom heeft uw fractie die motie vorig jaar, na die noodkreet wacht met sterven ( ), weggestemd?
Wel, ik denk dat we al deze punten in onze resolutie opnemen en dat u in staat moet zijn om deze resolutie te steunen.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Onze fractie is heel tevreden met de extra aandacht voor de palliatieve zorgen. Stervensbegeleiding hoort in waardigheid te gebeuren. We zijn ook tevreden dat de resolutie het belang van homogene bevoegdheidspakketten beoogt.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Collegas, ik wil enkel herhalen dat wij het euthanasiedebat niet hebben willen voeren, niet in de commissie en niet met deze resolutie. We hebben het net gehad over palliatieve zorg en ook over palliatieve sedatie. Het was niet de bedoeling om het euthanasiedebat te voeren. De amendementen werden al genoeg verworpen en de reden werd al gegeven in de commissie. Het is niet nodig om hier verder nog eens inhoudelijk op in te gaan
De heer De Gucht heeft het woord.
Mevrouw, dat is waar u fout bent, aangezien er fundamenteel geen verschil bestaat tussen palliatieve sedatie en euthanasie. Palliatieve sedatie is een manier die misbruik toelaat, wat door verschillende mensen op de hoorzitting werd toegelicht. Het is voor jullie een gemiste kans om met alle vormen van levenseinde om te gaan. U vergist zich schromelijk in het feit dat palliatieve zorgen en euthanasie fundamenteel van elkaar zouden verschillen, maar dat is niet nieuw.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de voorstellen van resolutie houden.