Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, op dinsdag 29 maart was het de VLARIO-dag (Vlaamse Rioleringen). Zowat heel het jaar raakt ingevuld met dergelijke dagen. Op die dag wordt speciale aandacht besteed aan onze rioleringen en aan de scheiding tussen het hemelwater een Versteyliaanse term en het afvalwater.
Minister, u weet dat allemaal wel, maar ten behoeve van de collegas wil ik erop wijzen dat sinds 2000 bij nieuwbouw regenwater en afvalwater gescheiden moeten zijn. Sinds 2008 is het zo dat, als een straat wordt heraangelegd en het regenwater en het afvalwater ook in het openbaar domein worden gescheiden, de bestaande gebouwen ook aan die scheiding moeten worden aangepast. Ik stel dit principe absoluut niet ter discussie: het heeft oneindig veel voordelen.
Vóór die scheiding zal er een controle moeten gebeuren en een conformiteitsattest gegeven. VLARIO heeft daar informatie over verspreid. Die keuring blijkt voor de bouwheer, voor de eigenaars van de woning een meerkost van 100 à 130 euro met zich te zullen meebrengen.
Ik heb enkele bedenkingen geen vragen bij heel die zaak. We kunnen ons om te beginnen afvragen waarom alle gebouwen aan die regel moeten worden onderworpen, terwijl slechts 5 procent van de straten die scheiding al heeft. Men dwingt dus de nieuwbouwers die scheiding door te voeren, terwijl de scheiding bij 95 procent van de straten nog niet is gebeurd.
Er is dus sprake van een afzonderlijk conformiteitsattest, van een aparte keuring. Men moet ook weten dat er een keuring zal komen met betrekking tot het vasthouden van het regenwater, en dan is er natuurlijk ook nog het conformiteitsattest met betrekking tot de stedenbouwkundige vergunning. Men zal dus driemaal mensen over de vloer krijgen, voor afzonderlijke keuringen.
Minister, moeten de kosten van die verplichte keuring worden afgewenteld op de bouwheren? Zal luidens het besluit dat binnenkort ter zake zal worden opgesteld, die kostprijs op hen worden afgewenteld, zodat ze opnieuw een meerkost van 100 à 130 euro hebben?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Bouckaert, ik ben blij dat u het principe ondersteunt. Wij investeren miljoenen euros in rioleringen. Het spreekt voor zich dat we dan ook moeten zorgen dat woningen correct kunnen worden aangesloten op die rioleringen. Dat is belangrijk voor de waterkwaliteit. Het is ook essentieel om wateroverlast tegen te gaan.
Het is ook niet nieuw dat men in nieuwbouw een gescheiden stelstel moet aanleggen. Dat is al sinds 2000 zo. Er is wel iets nieuws in verband met de keuring. Vorige week heb ik de plenaire vergadering nog gewezen op het belang van het nieuwe waterverkoopreglement. Tot nu had elke rioolbeheerder zijn eigen reglement. Op sommige plaatsen was er al een keuring. Nu staat in het voorstel van waterverkoopreglement dat er bij elke nieuwbouw een keuring moet gebeuren. Dat is de volledige verantwoordelijkheid van de rioolbeheerder. Die hoeft dat niet door te rekenen aan de klant. Ook de drinkwatermaatschappijen rekenen de kosten voor de keuring van de installaties niet door aan de klant.
Het bedrag dat wordt genoemd door VLARIO, van 100 à 150 euro, is sterk overdreven. Het gaat om de aansluiting op het rioleringsnet, aan de straat. De rioolbeheerder kan perfect beslissen om dat niet door te rekenen aan de klant. Men krijgt dan een soort solidariteit waarbij iedereen een stukje van de kosten betaalt. Er staat zeker niet in het waterverkoopreglement dat de kosten moeten worden doorgerekend aan de klant.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Dat houdt in dat de regeling kan verschillen van gemeente tot gemeente. In sommige gemeenten zal de bouwheer de kosten van de keuring moeten dragen, in andere gemeenten zal dat niet het geval zijn. Dat verschil vind ik al een discussie waard.
Het gaat hier over een goede regeling die moet worden gehandhaafd. Die handhaving houdt kosten in. We noemen dat de handhavingskosten. De vraag is wie die kosten moet dragen. Indien die kosten worden doorgespeeld naar de gekeurde instantie, dan doe dat me denken aan een regeling in China. Als iemand daar ter dood wordt veroordeeld, dan krijgt de familie achteraf de factuur voor de kogel. In ons geval moet men zelf opdraaien voor de kosten van de keuring.
De vraag is ook waarom de Vlaamse overheid er niet naar streeft om al die controles te bundelen tot een vorm van controle om zo de handhavingskosten te verminderen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
De hoorzittingen over de watersnood lopen nog. Deze problematiek is daar uiteraard ook aan bod gekomen. Er blijken grote problemen te zijn met nieuwbouwwoningen. Het gaat om vier op tien gecontroleerde woningen. Dat is een heel groot aantal. De bouwheren van die woningen gaan ervan uit dat alles in orde is, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Om hen niet op kosten te jagen, werd in de commissie de vraag gesteld of het niet mogelijk is om het nieuwe as-builtattest dat er staat aan te komen, te integreren in een bijkomende controle op de aansluiting van de regenwaterafvoer en de afvalwaterafvoer. Er zijn al gesprekken bezig om ook het energieprestatiecertificaat met het as-builtattest te integreren. De vraag is nu of al onderzocht is of het as-builtattest in de toekomst kan worden uitgebreid naar bijkomende controles op die rioleringsaansluitingen.
De heer Martens heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, u neemt mij de woorden uit de mond. In de verenigde commissies omtrent de wateroverlast is inderdaad gesuggereerd om het as-builtattest te gebruiken om de conformiteit met de stedenbouwkundige verordening rond de buffering van regenwater na te gaan. Dat brengt geen extra kosten mee, want er moet toch iemand ter plaatse gaan controleren. Ik onderschrijf bovendien de noodzaak om effectief te controleren of de voorschriften op het vlak van buffering en gebruik van regenwater worden nageleefd, omdat uit de steekproef van VLARIO blijkt dat 46 procent van de nieuwbouwwoningen niet in orde is met de voorschriften.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Voorzitter, ik zit niet in die bijzondere commissie, maar in de commissie Leefmilieu heb ik de minister al ondervraagd. Mijnheer Bouckaert, u stelt het principe van scheiding uiteraard niet in vraag. Dat zou pas erg zijn. Maar u hebt moeite met de meerkost.
Zoals de minister stelt, moet de meerkost uiteraard niet worden doorgerekend. Aan de andere kant is het een win-winsituatie voor de particulier zelf. Buiten de correcte aansluiting van de gescheiden riolering worden er nog andere zaken onderzocht zoals de septische put en de regenwaterput. Zijn die conform de regelgeving geplaatst? Wordt het regenwater correct hergebruikt?
Op lange termijn betekent dat voor de particulier in casu een positief effect. Ik ben het met u eens dat we moeten proberen om de meerkost zo beperkt mogelijk te houden of anders af te wentelen op de maatschappijen. Stellen dat dit voor de particulier een nefaste invloed zou hebben, vind ik van het goede te veel.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Mijnheer Bouckaert, ik volg uw pleidooi inzake het doorrekenen van de kosten en het bundelen daarvan. Daar ben ik het helemaal mee eens. Het gescheiden stelstel in Vlaanderen is op dit moment beperkt. Het verbaast me dat u het niet wilt verplichten bij nieuwbouw. Dat is onlogisch. Als de mensen het veel later moeten toepassen, op het moment dat het gescheiden stelsel in hun straat wordt aangelegd, dan gaan ze extra kosten hebben om in orde te zijn. Het is beter om het in nieuwbouw direct toe te passen.
Uit de studie blijkt dat niet overal in Vlaanderen, waar het gescheiden stelstel al is toegepast, ook een gescheiden aansluiting is geïnstalleerd. In de zomer lopen de riolen nogal eens over. Ze slikken niet alleen water, maar verspreiden er ook. Er wordt gebruikgemaakt van overstorten. Zodra het hemelwater in het afvalwater terechtkomt, en het rioleringsstelsel te veel water moet slikken, komt het water via overstort terecht in beken en rivieren. Dat zorgt weer voor vervuiling. Het is belangrijk dat iedereen zo snel mogelijk naar een gescheiden stelsel overstapt.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de vraag. Ik stel net als de collegas vast dat we niet moesten wachten op de VLARIO-dag om de resultaten te kennen. Ze kwamen in de hoorzittingen rond het waterbeleid al aan bod.
Ik merk een verschil in interpretatie. U zegt dat er vanaf nu controles moeten gebeuren. In principe ligt die wetgeving al langer vast. De aansluitingen moeten op een correcte manier gebeuren en vanaf de nieuwe regelgeving al gecontroleerd worden. Op verschillende plaatsen gebeurt de controle vandaag dan ook al. De minister heeft het aangehaald, er zijn heel wat gemeenten of rioolbeheerders, die dat in hun totaalpakket opnemen en daar niets voor doorrekenen.
Anderzijds gebeuren blijkbaar heel wat zaken niet correct. Mij lijkt het correct dat een aantal elementen in regels worden gegoten zodat iedereen dat op dezelfde manier doet.
Het aspect van de verschillende controles werd aangehaald, we willen niet dat er vijf verschillende controleurs aan de deur komen. De heer Ceyssens heeft dat al aangehaald voor de energieprestatiecertificaten ten aanzien van de minister van Energie. Aangezien het as-builtattest vandaag nog niet uitgewerkt is, begrijp ik dat de minister hier niet op wacht, maar als het as-builtattest er is, moet dit toch bekeken worden. Zijn hier al gesprekken voor geweest, weet u wat de stand van zaken is omtrent het as-builtattest? Het is niet de bedoeling om vijf verschillende controleurs bij de mensen langs te laten gaan; minister, wil u ook nagaan welke keuringen gebundeld kunnen gebeuren?
Voorzitter, collegas, eerst en vooral de cijfers. Ik wil die ook wel wat nuanceren. De cijfers die in een krant van vandaag staan, dat maar 5 procent van de rioleringen uit gescheiden stelsels bestaan, kloppen niet. We hebben de gegevens even opgevraagd. Sinds het subsidiereglement in werking is getreden, is er toch al 4300 kilometer riolering met een gescheiden stelsel aangelegd. We zitten nu al aan 15 procent en niet aan 5 procent. We investeren verder. Het klopt dat het nog niet overal is aangelegd. Maar bij nieuwbouw is het logisch dat men kan aankoppelen.
Een ander cijfer dat ik moet nuanceren, is dat vier op tien niet in orde zou zijn. Als we kijken naar de aansluiting op het gescheiden stelsel, dan gaat het over twee woningen op tien die niet in orde zijn.
Er zijn ook heel positieve trends vast te stellen. Vanaf dat men beseft dat er controle komt, zien we dat er ook vakkundiger wordt gewerkt om de werken goed uit te voeren. Dat staat in de vergunning die wordt afgeleverd. Dikwijls weet de bouwheer zelfs niet eens dat het bouwwerk niet goed is uitgevoerd. Degene die het werk moet uitvoeren, heeft nu veel meer oog om het goed en vakkundig te doen. Het feit dat er een keuring komt, werkt dus preventief.
Ik ben het er volledig mee eens dat er gebundeld moet worden. Dat is ook de reden waarom we hebben gezegd dat het de verantwoordelijkheid is van de exploitant, van de rioolbeheerder die de keuring moet uitvoeren. Hij kan dat perfect overlaten aan de drinkwatermaatschappijen. Ze hebben keurders die ter plaatse komen om de drinkwaterinstallatie te keuren. Ze zijn ook opgeleid om de rioolinstallatie te controleren. Dat kan perfect gebundeld worden.
Ik ben het er met heel wat collegas mee eens dat we moeten nagaan of we dat niet in het as-builtattest kunnen opnemen. Het as-builtattest heeft als bedoeling om, als het bouwwerk is opgeleverd, na te gaan of het conform de vergunning is uitgevoerd. Het gescheiden stelsel en de mogelijkheid om perfect aan te sluiten op de riolering maken ook deel uit van de stedenbouwkundige vergunning die wordt afgeleverd. Het is logisch dat we kijken of we dat daar mee in kunnen opnemen.
Intussen proberen we in het waterverkoopreglement de keuring voor de exploitant op te nemen, zodat we geen kostbare tijd verliezen. Het werkt daarenboven heel preventief.
Ik ben uiteraard bijzonder blij dat iedereen het principe van het gescheiden stelsel onderstreept en beseft dat het belangrijk is dat de woningen aangesloten kunnen worden op dat gescheiden stelsel.
Minister, ik ben voor splitsing, dus ook voor de splitsing van het water. Dat is, denk ik, logisch.
Er werden heel wat interessante opmerkingen gemaakt. Mijnheer Sanctorum, het is natuurlijk juist dat als er een nieuwbouw wordt gezet, het goed is om preventief al in een gescheiden stelsel te voorzien. Maar dan moet er bij de burger, bij de bouwer een redelijke verwachting kunnen bestaan dat die scheiding ook in het openbaar domein wordt doorgevoerd. Aan het huidige ritme wordt daar niet aan voldaan. Men vraag nu eigenlijk aan de burger om te scheiden. Of de overheid dan zal volgen, dat weet men echter niet.
De kern van mijn opmerking is dat Vlaanderen aandacht moet schenken aan de kosten van het afdwingen en daar heel zorgvuldig mee moet omgaan. Als politieke overheid moeten we niet de lobby van de ambtenaren en controleurs bedienen. We moeten denken aan de kosten voor de burger. Daarom dring ik sterk aan op de bundeling met de stedenbouwkundige vergunning, hoewel dat niet bij Milieu zit.
Ik vind ook dat de kosten niet afgewenteld moeten worden op de burger. Dat creëert bij de overheid immers een vorm van deresponsabilisering, van moral hazard, een begrip dat ik vroeger al eens heb uitgelegd. Ik hoop dat dat principe niet door uw schouw is weggevlogen. (Applaus bij LDD)
Het incident is gesloten.