Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, over de overheveling van de Nationale Plantentuin van Meise worden hier regelmatig vragen gesteld. Wie aandachtig het vragenuurtje bijwoont, weet ondertussen hoe de vork in de steel zit. In het Lambermontakkoord staat dat de Nationale Plantentuin van Meise wordt overgedragen aan Vlaanderen. Zeven jaar na het sluiten van dat akkoord is er nog altijd geen begin van uitvoering omdat er geen samenwerkingsakkoord kan worden gesloten tussen de gemeenschappen. De Franstalige tegenpartij ligt immers dwars op een aantal zaken. Het gevolg is dat we regelmatig worden geconfronteerd met beelden en foto's van gebouwen in verval, van wegzakkende serres en wegkwijnende plantencollecties.
Ik moet onmiddellijk in de verf zetten dat de Vlaamse overheid alle moeite heeft gedaan en doet om de laatste hindernissen voor het sluiten van het akkoord uit de weg te ruimen. Minister Van Mechelen, voormalig minister Moerman en huidig minister Ceysens en uzelf doen alle inspanningen om als zaakwaarnemer het minimum naar de toekomst veilig te stellen. Er zijn eind vorig jaar twee nieuwe stookketels geplaatst, gefinancierd door de Vlaamse overheid. De opmaak van de het masterplan door de Vlaamse bouwmeester is aan de gang. Toerisme Vlaanderen is medefinancier van de ontwikkeling van een visie op de toeristische ontsluiting van de plantentuin. De werken voor de vernieuwing van de vijf daken van de bezoekersserres zijn in uitvoering.
Er blijven natuurlijk nog grote problemen bestaan: het niet-uitvoeren van een akkoord op het vlak van het personeel, de toepassing van het nieuwe statuut van het wetenschappelijke personeel, het ontbreken van een dienst arbeidsgeneeskunde als gevolg van een gebrek aan middelen en ook op het vlak van de gebouwen gaat het verval dagelijks gewoon verder. De federale dienst Regie der Gebouwen zorgt af en toe wel voor de financiering van een dossier, maar dat is een druppel op een hete plaat.
Er zijn vallende plafonds, zwamaantastingen, instabiele muren en vijverwanden met alle gevaren van dien voor de bezoekers. Er is een gebrek aan verluchting van het herbarium. Op het niveau van de collecties is er een probleem met de inventarisatie en digitalisatie van die collecties die na de overdracht in Vlaams bezit komen. Ik denk dan aan de collectie Van Heurck. Er zouden in een Vlaamse context ook heel wat mogelijkheden zijn met betrekking tot internationale samenwerking, maar die blijven nu onbenut. De plantentuin heeft die taak tot internationale samenwerking. Er kan trouwens met de Franstaligen worden samengewerkt. We zijn voor samenwerking met om het even welke regio of natie in Europa of elders in de wereld.
Ik kom even terug op 9 oktober 2007. Ik heb toen over hetzelfde onderwerp ongeveer dezelfde inleiding gegeven. U verklaarde toen: "Vorige week nog heeft mijn medewerker overlegd met het kabinet van mevrouw Arena en er de laatste punten bediscussieerd." Het ging dan over het personeelsstatuut van de anderstaligen en de inventaris van de bestaande herbaria. "Ik wens nog geen concrete verklaringen af te leggen voor het akkoord helemaal rond is. Ik ben optimistisch van aard en hoop dat we een doorbraak kunnen realiseren en dit al te lang aanslepende dossier de komende maanden kunnen afsluiten."
We zijn nu viereneenhalve maand later. Mijnheer de minister-president, hebt u ondertussen nog contact gehad met mevrouw Arena van de Franse Gemeenschap? Was uw optimisme - wat een goede kwaliteit is - in dit geval gerechtvaardigd? Hebt u een doorbraak kunnen realiseren? Ik kijk uit naar uw antwoord.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, in tussentijd is nog hard gewerkt aan dit dossier. Ik heb met mijn collega Arena daarover verschillende keren vergaderd. Mijn antwoord van toen blijft nog altijd hetzelfde. Ik ben nog altijd optimistisch en zal nog altijd geen verklaringen afleggen zolang het dossier niet helemaal klaar is. Ik hoop samen met u dat het niet lang meer duurt vooraleer ik deze verklaring kan afleggen. Ik begrijp uw gerechtvaardigde frustratie. U hebt een goede beschrijving gegeven van de situatie.
Er moet een akkoord worden bereikt. En zolang de tekst niet is ondertekend, is er geen akkoord. Ik wil u wel verzekeren dat ik er alles zal aan doen om dat dossier goed en zo snel mogelijk af te handelen. Ik wil het daarbij laten, want meer valt er niet over te zeggen.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor het antwoord. Het is een kort en bondig antwoord, maar het maakt me niet veel wijzer. U zegt dat we er bijna zijn, maar nog niet helemaal. We horen dat nu al jaren zeggen. Ik begrijp dat het een gevoelig dossier is. Bijkomend wil ik toch vragen welke de laatste hindernissen zijn die nog moeten worden opgeruimd? Waarover doet men moeilijk? Wat zijn de knelpunten?
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, dit zou als een hallucinant antwoord kunnen worden opgevat, maar het is het al lang niet meer. We horen dit antwoord steeds opnieuw, al jaren lang. Had de heer Demesmaeker een ander antwoord verwacht? Ik eerlijk gezegd niet. Het is een zaak om afspraken te maken, en nog een andere om ze ook uit te voeren. Dat is zeker zo als het gaat over afspraken met de Franse Gemeenschap. Dat blijkt onder meer uit dit dossier, maar ook uit het dossier over het faciliteitenonderwijs. Steeds opnieuw moeten we vaststellen dat mensen zoals mevrouw Arena hun woord niet houden. Uiteindelijk heerst er politieke onwil om afspraken te maken over dossiers die te maken hebben met de Vlaamse rand. Kijk maar naar de discussie over B-H-V: men wil de instellingen in Halle-Vilvoorde niet loslaten en daar een voet aan de grond houden. Dat is de reden waarom de Franse Gemeenschap en mevrouw Arena weigeren actie te ondernemen. Ik denk dat we naar andere oplossingen moeten zoeken.
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik ben in 1999 verkozen als volksvertegenwoordiger, en toen al was dit een heikel thema. Ondertussen zijn we bijna tien jaar verder, en we staan nog geen stap verder. Ik weet wel dat u nog niet zo lang aan dit dossier werkt. Toch is het belangrijk dat ik de zorg van mijn fractie hierover verwoord. Op een bepaald ogenblik benijdde de wereld ons de flora van de Plantentuin. Vandaag is dat daar een triestige zaak geworden. Er gaat zeer veel zaad verloren. De schimmel staat niet alleen op het gebouw, maar dringt ook het florareservoir binnen.
Ik begrijp dat u geen bom kunt leggen onder de onderhandelingen, maar toch wil ik weten of het nu nog eens tien jaar zal duren. Als dat zo is, dan kunnen we misschien beter de boel daar in brand steken en nog iets van de brandverzekering opstrijken. In elk geval is de huidige toestand erg triest.
Ik deel de zorgen van de heer Demesmaeker. Ik zal niet de hele uitleg overdoen. We hebben het al vaak over dit onderwerp gehad.
Ik heb vorige week overigens een schriftelijke vraag ingediend om te informeren naar de stand van zaken in dit dossier. U blijft duidelijk optimistisch, maar ik heb grote twijfels. U zegt bovendien dat u er nog maar een paar maanden mee bezig bent, maar wij vragen al jaren om een oplossing. Al in januari 2005 hebben we bij uw voorganger voor het eerst de kritieke toestand van de serres aangekaart. Intussen zijn we meer dan drie jaar verder en er verandert op dit ogenblik niets aan de samenwerking. U stelt dat u aan het onderhandelen bent, maar die onderhandelingen duren al verschillende jaren en ik zie nog altijd geen evolutie. Ik zou graag horen wat de evolutie in dit dossier is, want vandaag hebben we geen enkel concreet antwoord gekregen van u.
Ik heb deze vraag ingediend om de opvolging van dit dossier te kunnen verzekeren. U weet dat ik het, net als een aantal andere collega's, van zeer nabij volg. We zijn afkomstig uit de regio en kennen de betekenis en de waarde van dit domein voor de regio. Intussen wordt er promotie gemaakt voor de eerste editie van de Dag van de Brabantse Kouters. In het kader van de Dag van het Park zal die dag in onze regio plaatsvinden in de Nationale Plantentuin van Meise. Daarom is het mijns inziens zeer belangrijk - niet alleen voor de regio, maar voor heel Vlaanderen - dat we kunnen aantonen dat dit een succesverhaal is.
Collega's, ik kan u verzekeren dat ik met mevrouw Arena verschillende keren vergaderd heb en dat het optimisme gewettigd is. Ik ga ervan uit dat we het dossier zo snel mogelijk kunnen oplossen. Als de beslissing rond is, zal ik daarover kunnen communiceren. Ik ga hier niet zeggen welke problemen wij nog allemaal hebben. De meeste zijn oplosbaar. Ik doe in elk geval al het mogelijk om dit dossier zo snel mogelijk te finaliseren.
Als dat niet zou lukken, moeten we kijken welke andere beslissingen wij kunnen nemen. Ik voel echter aan dat het einde van dit dossier in zicht is. Ik hoop daarvoor binnenkort, samen met u, in dit parlement de felicitaties in ontvangst te mogen nemen. (Gelach)
Ik weet niet of ik daarmee moet lachen. Ik blijf dit een mysterieus antwoord vinden. Ik hoop samen met u dat uw optimisme gewettigd is.
Dit dossier wordt alsmaar hallucinanter. Dit zou een parel van de groene gordel kunnen zijn.
Ik weet dat maar al te goed. Maar er moet natuurlijk wel een oplossing gevonden worden.
Ik besef dat en feliciteer u met alle inspanningen die u doet. Als volksvertegenwoordigers hebben wij echter het recht om de vinger op de wonde te leggen en de nodige vragen te stellen. Ruim vier maanden geleden zei u al dat u optimistisch was en dat het dossier snel zou worden opgelost. Vandaag stel ik daar een vraag over, meer doe ik niet.
Mevrouw Hermans, ik zou de Plantentuin in Meise niet in brand steken, want de Franstalige Gemeenschap doet nu al alle moeite om de techniek van de verschroeide aarde toe te passen. Dit is echt België op zijn smalst. Gelukkig is er nog het personeel, dat met de aanwezige middelen en met de nodige inventiviteit probeert de plantentuin te laten overleven.
Mijnheer de minister-president, ik wil besluiten met de gevleugelde woorden van uw voorganger. Op 20 juni 2007 werd hij hier over hetzelfde onderwerp ondervraagd.
Yves Leterme zei toen het volgende: "Degenen die altijd hoog opgeven met 'la Belgique' en de federale loyaliteit hebben echter tot nu toe het initiatief niet genomen om een essentieel onderdeel van de federale loyaliteit, namelijk het uitvoeren van gemaakte afspraken qua bevoegdheidsverdeling, na te komen." Die conclusie blijft nog altijd actueler dan ooit.
Het incident is gesloten.