Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Vanackere.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, mijnheer de minister, mijn vraag is geïnspireerd door een rapport dat het Rekenhof in december gepubliceerd heeft. Het valt niet onder uw bevoegdheden, maar u hebt er ongetwijfeld kennis van genomen.
Er wordt een tweevoudige kritiek geuit. Het eerste punt van kritiek betreft de verdeelcriteria voor de politiezones, die heel veel inspanningen leveren op het gebied van de verkeersveiligheid. Het tweede punt van kritiek betreft de 'oneigenlijke afname' van de FOD Justitie en Binnenlandse Zaken die in de periode 2004-2007 ongeveer 12 miljoen euro te veel ontvangen heeft volgens criteria die in het verkeersveiligheidsfonds werden vooropgesteld.
De heer Penris, de heer Peeters en ik hebben het regelmatig, en een beetje in navolging van het regeerakkoord, over de splitsing van het Verkeersveiligheidsfonds. U weet dat 78 percent van de boetes in Vlaanderen wordt geïnd, maar dat wij veel minder terugkrijgen achteraf. Dat werkt niet motiverend voor de politiezones, want de mensen ontvangen minder middelen. Verkeersveiligheid is nochtans een prioriteit.
In Vlaanderen hebben we in het licht van het samenwerkingsakkoord vijf dingen vooropgesteld: dynamische signalisatie in schoolomgevingen, financiering van infrastructuurwerken in het licht van verkeersveiligheid, naar aanleiding van de staten-generaal ook een zorgzame integrale en efficiënte ondersteuning van verkeersslachtoffers, de weekendongevallen en de bromfietsers en motorrijders.
Zowel in de, weliswaar niet afgeronde, regeringsonderhandelingen van oranje-blauw als door de voorlopige regering werd gezegd dat men het Verkeersveiligheidsfonds wenst te reorganiseren en er een soort zevende functie aan wil geven voor alles wat te maken heeft met - heel simpel uitgedrukt - de verkeerspolitie.
Mijnheer de minister, de klassieke vraag luidt of u kennis hebt genomen van de resultaten van het rapport van het Rekenhof. Ik wil vooral vernemen welk standpunt de Vlaamse Regering, mede met het oog op de Octopusonderhandelingen, denkt in te nemen in deze materie.
Minister Van Brempt heeft er ook al herhaalde malen op gewezen dat het tijd werd - als er een nieuwe regering zou komen - om met de federale minister van Binnenlandse Zaken te onderhandelen. Welke standpunten zal de Vlaamse Regering innemen ten voordele van de inspanningen van de lokale politiezones inzake verkeersveiligheid?
Minister Vanackere heeft het woord.
Mijnheer Peumans, ik kan u in elk geval melden dat we op 8 juli 2005 een eerste keer een standpunt hebben ingenomen. U bent ongetwijfeld op de hoogte van ons negatieve advies aan de toenmalige federale regering over een voorontwerp van wet en een voorontwerp van besluit inzake het Verkeersveiligheidsfonds.
Ik zal er enkele kernpunten uit citeren. Ik kan u ook bevestigen dat de opinie van de Vlaamse Regering geenszins gewijzigd is. Ik citeer uit de beslissing van de Vlaamse Regering van 2005 die uiteraard is overgemaakt aan de federale regering in het kader van de betrokkenheidsprocedure: "De Vlaamse Regering stelt vast dat de verdeelsleutel niet in verhouding staat tot het gevoerde verkeersveiligheidsbeleid in de politiezones. De Vlaamse Regering stelt voor om de tekst aan te passen en te voorzien dat de gewesten begunstiger zouden zijn voor de uitbouw van de controlestructuur zodat de gewesten hun bestaande structuur verder kunnen uitbouwen, en ook te voorzien dat de gewesten de bevoegdheid krijgen over de verdeling van de middelen tussen de politiezones."
Ik veronderstel dat u weet hoe de federale overheid van ons standpunt op de hoogte werd gebracht in 2005. Inmiddels, met het nieuwe element van het Rekenhof, kan ik namens de minister-president ook melden dat het voor ons overduidelijk is dat er een hervorming nodig is, en dat die hervorming volgens ons overeenkomstig het regeerakkoord en de hoger geciteerde regeringsbeslissing moet gebeuren via een bevoegdheidsoverdracht. Ik kan u dus ook positief antwoorden op uw precieze vraag: gaat de Vlaamse Regering dit element van regionalisering op de tafel van het Octopusoverleg leggen? Het antwoord luidt: ja, met veel plezier.
Mijnheer de minister, ik ben onthutst over uw antwoord - nee, dat is slechts een grapje.
Het probleem werd hier al vaker aangekaart door de heren Penris en Peeters. Het is goed dat we regelmatig op die nagel kloppen ter stimulering van de lokale politiezones en van onze Vlaamse Regering. Ik ben blij dat men verder gaat op de ingeslagen weg.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Mijnheer de minister, heel wat lokale mandatarissen en vooral burgemeesters worden niet dagelijks, maar toch wekelijks met het Verkeersveiligheidfonds geconfronteerd.
Ik zie twee knelpunten. De middelen zijn vrij beperkt. We moeten jaar na jaar zoeken hoe we bijkomende investeringen kunnen verrichten. Verder is de procedure van de federale overheid zeer log. We moeten een complex dossier samenstellen en het duurt maanden voor we het fiat krijgen om de investeringen die zijn ingeschreven in het Verkeersveiligheidsfonds te realiseren.
Ik heb daar geen commentaar op.
Mijnheer Verfaillie, ik denk dat het de bedoeling is om de zevende basisfunctie van de lokale politiezones te integreren. De vraag is in hoeverre de relevante aandachtspunten die Vlaanderen heeft ingebracht, gehandhaafd zullen worden. Bij volledig geïntegreerde lokale politiezones zijn de centen verdwenen natuurlijk. Ik hoop dat ze op een goede manier besteed zullen worden.
Het incident is gesloten.