Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
De heer Vrancken, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dateert van kort na de Tweede Wereldoorlog. Het werd in 1950 aangenomen en in 1953 van kracht. Het vormt ongetwijfeld de belangrijkste realisatie van de Raad van Europa. Het verdrag trad, wat België betreft, in werking in 1955.
De verdragsluitende staten zijn verplicht de in het EVRM voorziene rechten en vrijheden te garanderen voor eenieder die onder hun rechtsmacht valt. De rechten en vrijheden in kwestie omvatten onder andere het recht op leven, op bescherming tegen foltering en onmenselijke behandeling, op vrijheid en veiligheid, op een eerlijk proces, op privacy en respect voor het gezinsleven en correspondentie, op vrijheid van meningsuiting met inbegrip van persvrijheid, gedachte, geweten en godsdienst.
Via een aantal protocollen werd het EVRM ondertussen gewijzigd en aangevuld. Het vandaag voorliggende ontwerp van instemmingsdecreet beoogt meer bepaald de parlementaire goedkeuring van het zevende protocol bij het EVRM. En binnenkort zal de Vlaamse minister bevoegd voor het gelijkekansenbeleid de instemming van het Vlaams Parlement vragen bij protocol nummer 12 bij het EVRM.
Soms werden via deze protocollen ook geheel nieuwe rechten aan het verdrag toegevoegd, zoals de afschaffing van de doodstraf, zoals omschreven in het zesde en het dertiende protocol bij het EVRM. Opmerkenswaard is dat - behoudens Andorra, dat het protocol nummer 7 pas dit jaar ondertekende - België de laatste ondertekenaar is. De permanente vertegenwoordiger van België bij de Raad van Europa plaatste zijn handtekening immers maar op 11 mei 2005 onder dit protocol.
Achteraf, en ten gevolge van door de Raad van State geformuleerde opmerkingen, werd vastgesteld dat dit protocol in de interne Belgische rechtsorde een gemengd karakter heeft. Nadat de Werkgroep Gemengde Verdragen en de Interministeriële Conferentie Buitenlands Beleid dit gemengd karakter hadden bevestigd, werd de ondertekeningsformule aangepast.
Deze laattijdige ondertekening betekent overigens niet dat België de enige achterblijver zou zijn. Ook Duitsland, Nederland, Spanje en Turkije hebben hun instemmingsprocedure bij het protocol nummer 7 immers nog niet afgerond. Het Verenigd Koninkrijk heeft, als enige lidstaat van de Raad van Europa, het protocol nummer 7 zelfs niet ondertekend.
De minister geeft daarna de essentie weer van het voorliggende protocol. Inhoudelijk vult protocol nummer 7 het EVRM aan met vijf nieuwe fundamentele rechten, die hun oorsprong vinden in het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO). Het gaat daarbij meer bepaald om het recht van elke vreemdeling die wettig op het grondgebied van een staat verblijft, op minimale procedurele waarborgen bij uitzetting; het recht op hoger beroep in strafzaken; het recht op schadeloosstelling ingeval van gerechtelijke dwaling; het recht om niet tweemaal berecht of bestraft te worden in een strafrechtelijke procedure binnen de rechtsmacht van dezelfde staat voor een feit waarvoor de betrokkene al onherroepelijk is vrijgesproken of veroordeeld overeenkomstig de wet en het strafprocesrecht van die staat - waarmee in wezen dus het 'non bis in idem'-beginsel ook nog eens wordt verankerd in het EVRM - ; en tenslotte het algemene beginsel dat echtgenoten gelijke rechten en verantwoordelijkheden van civielrechtelijke aard hebben, zowel onderling als in relatie tot hun kinderen.
De minister komt dan tot de reden waarom ook Vlaanderen in deze zaak bevoegd is. De grondslag voor deze bevoegdheid is gelegen in het 'non bis in idem'-principe, dat vervat ligt in artikel 4 van het protocol. Dat is de voornaamste reden waarom de Raad van State oordeelde dat protocol nummer 7 binnen de Belgische rechtsorde een gemengd karakter heeft en waarom het daaropvolgend ook gemengd werd verklaard.
De minister herhaalt dat het frappant is hoe laat België tot ondertekening van dit protocol is overgegaan. Dat gebeurde immers pas op 11 mei 2005. Dit is overigens des te meer bevreemdend als men weet dat via het protocol nummer 11 bij het EVRM een aantal technische wijzigingen werd aangebracht in protocol nummer 7 - vervanging van opschriften, artikelnummering en -verwijzing enzovoort - en dat dit protocol nummer 11 door België al op 11 mei 1994 werd ondertekend en op 10 januari 1997 werd bekrachtigd.
Dat is overigens de reden waarom dit protocol nummer 11 eveneens vermeld wordt in het bekrachtigingsformulier van het instemmingsdecreet.
De heer De Meulemeester verklaart dat de Open Vld-fractie vanzelfsprekend volledig achter het voorliggende protocol nummer 7 staat. Wel betreurt hij dat er sinds de openstelling van het protocol voor ondertekening reeds 23 jaar verstreken is. Mevrouw Poleyn verklaart dat ook de CD&V-fractie ten volle achter het voorliggende ontwerp van decreet staat.
De heer Van Overmeire, commissievoorzitter en lid van het Vlaams Belang, treedt de minister bij waar die stelt dat er geen repercussies zijn in het interne recht. De vrees van de federale overheid voor de potentiële impact van protocol nummer 7 op haar vreemdelingenbeleid lijkt geheel onterecht, aangezien het protocol overduidelijk slechts betrekking heeft op een aantal minimale procedurele waarborgen ten aanzien van de uitzetting van vreemdelingen die legaal in België verblijven. De problematiek van de illegale immigratie is derhalve helemaal niet gevat onder de termen van dit akkoord.
Tot zover het verslag, mevrouw de voorzitter. Ik wil nog meegeven dat het Vlaams Belang dit voorstel natuurlijk zal steunen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2007-08, nr. 1370/1).
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.