Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, deze middag heeft de heer Johan Deckmyn bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van de heren Johan Deckmyn, Jan Penris, Pieter Huybrechts en Frank Creyelman en de dames Agnes Bruyninckx en Marleen Van den Eynde betreffende het inlassen van een integriteitsclausule en een clausule rond concurrentiebeding voor hogere ambtenaren in de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het Agentschap Wegen en Verkeer.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik heb bij het begin van deze zitting al aangegeven dat we in de commissie voor Openbare Werken tot een akkoord waren gekomen om, gezien de problematiek van de beheersovereenkomst en de korte termijn van de bespreking ervan, dit hier voor te leggen. Dat is ook conform een beslissing van het Bureau van het Vlaams Parlement van 6 oktober 2006.
Ik zal mijn argument hier niet herhalen. Ik vraag de spoedbehandeling van mijn voorstel van resolutie.
De heer Caluwé heeft het woord.
Ik denk dat er een misverstand is over de vraag. Ik ontken niet dat er een beslissing van het Bureau is, maar ik had begrepen dat de commissie tijdig had gevraagd om dit in de commissie te bespreken.
De heer Penris heeft het woord.
We hadden conform de beslissing van het Bureau afgesproken dat we dit hier bij hoogdringendheid zouden agenderen. We waren het daar kamerbreed over eens. Het zal niet lang duren, er worden maar twee puntjes voorgelegd. We hebben ons geëngageerd dat we van deze aangelegenheid geen misbruik zouden maken om andere overeenkomsten te bespreken.
De heer van den Abeelen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het document werd rondgestuurd aan alle leden. Er is geen enkele reactie op gekomen. Daar kunnen we weinig aan doen. De dertig dagen zijn voorbij, en er is afgesproken om het voorstel van resolutie in de plenaire vergadering te agenderen.
Is het parlement het eens met het voorstel tot spoedbehandeling? (Instemming)
Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie.
De bespreking is geopend.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, over de problematiek van het integriteitsbeleid bij het Agentschap Wegen en Verkeer diende ik niet zo lang geleden een interpellatieverzoek in. Net in de periode dat dit in de commissie werd behandeld, werd de beheersovereenkomst met AWV aan de parlementsleden verzonden.
De beheersovereenkomst werd op 26 oktober goedgekeurd door de Vlaamse Regering en is een gevolg van de omvorming van de voormalige Administratie Wegen en Verkeer tot het IVA Wegen en Verkeer. In het kaderdecreet Beter Bestuurlijk Beleid wordt immers bepaald dat zo'n IVA een beheersovereenkomst moet afsluiten met de Vlaamse Regering en dat dit wordt meegedeeld aan het Vlaams Parlement.
Het Bureau van het Vlaams Parlement heeft hieromtrent op 6 oktober van vorig jaar beslist dat, indien parlementsleden van oordeel zijn dat wijzigingen aan de beheersovereenkomst noodzakelijk zijn, zij een desbetreffend voorstel van resolutie kunnen indienen, dat eventueel via spoedbehandeling rechtstreeks in de plenaire vergadering kan worden behandeld. Dit is de reden waarom ik deze spoedbehandeling heb gevraagd. Ik dank de vergadering dat ze dit heeft toegestaan. Deze beheersovereenkomst mist op bepaalde vlakken essentiële clausules.
De beheersovereenkomst tussen AWV en de Vlaamse Regering bevat een aantal engagementen die onder andere worden vertaald in de organisatiedoelstellingen op het vlak van openbare werken en op het vlak van interne werking. Wat ik in het bijzonder mis, is een specifieke organisatiedoelstelling op het vlak van integriteit. Er wordt uiteraard aandacht geschonken aan integriteit in deze beheersovereenkomst, maar dit focust vooral op controle, opvolging en evaluatie.
De interne audit van begin 2005 bij AWV Oost-Vlaanderen, alsook het Rekenhof hebben concrete problemen aangeklaagd. Een strikte deontologische code is ter zake noodzakelijk. In de beheersovereenkomst staan wel een aantal goede voornemens, zoals het uitwerken van een uitgeschreven en gedocumenteerd systeem van interne controle, maar dan wel tegen 2009. Dat is een voorbeeld van een engagement voor de toekomst, dat niet vertaald wordt in een doelstelling met bijhorende indicatoren.
De integriteitsbewaking wordt mijns inziens in deze beheersovereenkomst dan ook veeleer summier en vrijblijvend voor de toekomst geformuleerd, hoewel integriteit in de beleidsnota 2004-2009 'Bouwen aan vertrouwen' wordt omgeschreven als 'sluitstuk voor een beter beleid'. Wil de Vlaamse Regering dat sluitstuk realiseren, dan zal ze die integriteit ook moeten nastreven binnen haar IVA's. Dat doet men niet via vrijblijvende, op de toekomst gerichte formuleringen, maar via duidelijk omschreven organisatiedoelstellingen. Daarom pleit ik ervoor om dat in deze beheersovereenkomst te vertalen in een duidelijke integriteitsdoelstelling met bijbehorende indicatoren.
Een tweede zaak die ik hier wil aankaarten is het ontbreken van een concurrentiebedingprincipe in de beheersovereenkomst. Nochtans zou dat hier geen overbodige luxe zijn. Op 18 juli 2007 ontving ik, net zoals wellicht ook een aantal leden van de commissie voor Openbare Werken, een brief van het hoofd van de afdeling Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen, waarin hij stelt dat hij zijn loopbaan een nieuwe wending wil geven door vanaf 16 augustus te gaan werken bij een bedrijf dat de voorbije maanden heel negatief in het nieuws is gekomen. Dat zorgde bij veel ambtenaren van AWV Oost-Vlaanderen, maar ook bij verschillende burgers die niet tot AWV behoren, voor heel wat wenkbrauwengefrons.
Ik wil benadrukken dat het niet mijn bedoeling is om de persoon in kwestie in diskrediet te brengen. Mijn punt is dat een dergelijke overstap op zijn minst zorgt voor speculaties over mogelijke belangenvermenging of erger. De minister van Openbare Werken heeft daar blijkbaar geen probleem mee. Zij liet via haar woordvoerster weten "dat er ook niets mis is met de recente overstap van het hoofd van de afdeling Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen, een topfunctie binnen de administratie, naar het bedrijf Janssens Wegsignalisatie."
Naar aanleiding van mijn interpellatie bevestigde de minister ook dat het Vlaamse personeelsstatuut geen uitdrukkelijk verbod bevat voor personeelsleden om over te stappen naar werkgevers die contracteren met de Vlaamse overheid. Het kan ontslagnemende ambtenaren dus niet verboden worden, aldus de minister, om over te stappen naar aannemers die contracten afsluiten met de administratie waarmee zij voordien werkten.
Dat is de reden waarom ik in voorliggend voorstel van resolutie bepleit om in de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het agentschap Wegen en Verkeer de opdracht te geven een bijzondere regeling uit te werken om bij het in dienst nemen van hogere ambtenaren een concurrentiebeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst. Het concurrentiebeding is immers een extra manier om ervoor te zorgen dat ambtenaren niet zomaar de Vlaamse overheid kunnen verlaten naar contracterende aannemers.
In de privéwereld is het een courante aangelegenheid om bij het in dienst nemen van hoofdzakelijk hogere bedienden een concurrentiebeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst. Op de webstek van een van de vele vacaturesites vond ik bij een eenvoudige zoekopdracht terug dat men een werknemer kan verbieden om gedurende een periode van twaalf maanden na de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst soortgelijke activiteiten uit te oefenen, hetzij als zelfstandige, hetzij voor een andere werkgever. In ruil kan de werkgever echter wel een vergoeding betalen van zes maanden brutoloon.
Dus, indien een werknemer zou beslissen om zijn arbeidsovereenkomst te beëindigen, bijvoorbeeld omdat hij een aanlokkelijk aanbod kreeg van de concurrentie, dan zal hij minder snel geneigd zijn om hierop in te gaan wanneer in zijn arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding wordt opgenomen.
Het voorliggende voorstel van resolutie heeft als doel een oplossing te vinden voor de twee zaken die ik net heb aangekaart. Ik vraag u dan ook dit voorstel goed te keuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.