Verslag plenaire vergadering
Motie tot uitoefening van het recht van onderzoek naar het gunningsdossier met betrekking tot een consultancyopdracht voor beleidsstrategisch advies bij het kabinet-Moerman
Motie tot uitoefening van het recht van onderzoek naar de werking van de Vlaamse kabinetten in het algemeen en de gunning van consultancyopdrachten en het aanstellen van experts in het bijzonder
Verslag
Debat en besprekingen (Voortzetting)
De heer Caluwé heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, leden van de regering, collega's, ik zal kort zijn. Gisterenavond hebben wij, na lezing van het rapport van de ombudsman, kennis genomen van de beslissing van minister Moerman om haar ontslag in te dienen.
Wij hebben respect voor de afwegingen die mevrouw Moerman daarbij heeft gemaakt, voor het feit dat zij geen verontschuldigingen heeft gezocht, ook al waren die er misschien. Zij is niet terechtgekomen in de sorrycultuur, zoals dat in het verleden wel eens het geval was, maar heeft haar politieke verantwoordelijkheid opgenomen. Wij voelen op dit moment geen behoefte om daar verder commentaar bij te geven.
Ik wil me wel uitdrukkelijk aansluiten bij de waardering die de minister-president naar voren heeft gebracht ten aanzien van het werk dat mevrouw Moerman de voorbije drie jaar hier heeft gepresteerd. Zij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de succesvolheid van deze regering en het werk dat gepresteerd wordt tijdens deze legislatuur. Ik wil haar daar uitdrukkelijk voor danken. Ik wil ook haar opvolgster ertoe aanzetten en succes wensen bij het voortzetten van dat werk. Ik ben er ook zeker van dat zij dat op een uitstekende manier zal doen. Ik wil ook mijn waardering uiten voor de goede samenwerking die we de voorbije drie jaar hadden.
Wij hebben ook kennis genomen van de aanbevelingen die de ombudsman naar voren heeft geschoven in zijn rapport. Ik denk dat we ze onrecht aandoen als we die aanbevelingen hier nu in dit debat holderdebolder gaan bespreken. Ik denk dat we ze rustig moeten bestuderen. Ik denk trouwens ook dat de meeste collega's nog niet de gelegenheid hebben gehad om grondig kennis te nemen van het rapport. Ik denk dat we daar de gelegenheid voor moeten hebben.
We verheugen ons er ten zeerste over dat ook de regering hier uitdrukkelijk heeft aangekondigd dat zij de aanbevelingen niet zomaar in de schuif wil laten terechtkomen, maar ze zelf grondig wil bespreken, er conclusies uit wil trekken en met een rapport over deze aanbevelingen naar het parlement wil komen. We zullen ons grondig voorbereiden om de discussie in de commissie te voeren en er vervolgens de nodige conclusies uit te trekken. We denken niet dat het nodig of noodzakelijk is om andere stappen op dat vlak te zetten. Laten we eerst het rapport bekijken. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Gatz heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, ook wij hebben kennis genomen van de beslissing van Fientje Moerman. Ik wens hier namens onze fractie uitdrukkelijk te onderstrepen dat we deze beslissing respecteren en respect hebben voor de politieke verantwoordelijkheid die zij snel en als eigen beslissing genomen heeft.
Ik wil vanuit onze fractie ook duidelijk stellen dat wij onverkort achter de persoonlijke integriteit van mevrouw Moerman blijven staan. Dat is belangrijk. Er is een verschil, zoals de meeste collega's in dit parlement weten, tussen politieke verantwoordelijkheid en persoonlijke integriteit.
Ik wil ook duidelijk zeggen dat wij minister Moerman een goed minister vonden. Ik wil enkele van haar voornaamste beleidsdaden toch nog even in herinnering brengen. Ik denk onder meer aan het innovatieprogramma Flanders' DRIVE voor de automobielsector, dat toch mee de basis gelegd heeft voor een blijvende concurrentiepositie van onze automobielsector met de rest van de wereld. Ik denk aan het Odysseus-programma, waarbij de gewezen minister zeventien toponderzoekers terug naar Vlaanderen heeft gehaald en aan het Baekeland-programma, waardoor substantieel meer middelen naar onderzoek in het onderwijs gegaan zijn.
We wensen uiteraard ook mevrouw Ceysens als nieuwe minister te feliciteren en hopen dat zij er de komende dagen stevig zal invliegen.
Wat nu met de discussies die voor ons liggen? Uiteraard is het rapport van de ombudsman een belangrijk rapport met belangrijke aanbevelingen. Mijnheer Dewinter, tot daar de gelijklopendheid van onze analyse. Wij menen dat het nu aan het parlement is om deze aanbevelingen in de daartoe geëigende commissie, niet in een parlementaire onderzoekscommissie, te onderzoeken.
Ik deel volledig de mening van de heer Caluwé, want ik zou wel eens de collega's willen zien die het rapport al volledig hebben gelezen. Dat is ook niet mogelijk, want we hebben het pas gisteren ontvangen. We moeten ons daar even de tijd voor geven - dat is ook een vorm van zelfrespect, meen ik - om dan de discussie aan te gaan, samen met de regering, waarvan we natuurlijk ook een positionering verwachten ten aanzien van deze aanbevelingen. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren van de nieuw samengestelde regering, collega's, op alle politieke niveaus kunnen dingen fout lopen, dus ook bij ons in Vlaanderen. Af en toe loopt er ook eens wat fout. Namens sp.a-spirit wil ik uitdrukkelijk zeggen dat dit ernstig incident de minister haar verantwoordelijkheid heeft gegeven. Ze heeft die ook genomen. We willen haar daarvoor feliciteren, omdat het opnemen van verantwoordelijkheid een politicus en a fortiori een minister siert.
Het rapport van de Vlaamse ombudsman dat we al hebben kunnen doornemen - het is niet zo lijvig, maar wel duidelijk en met concrete aanbevelingen - zegt dat het incident op het kabinet van de vice-minister-president geen voorbeeld is van goed bestuur. Als sp.a-spirit vinden we het ontzettend belangrijk dat er transparantie is inzake consultancy en expertenopdrachten, ook op onze eigen kabinetten. We vinden dat een minister te allen tijde klare wijn moet schenken.
Alle zeven aanbevelingen van de Vlaamse ombudsman zijn absoluut waardevol. Sp.a-spirit is er voorstander van om ze alle zeven scrupuleus te volgen. Consultancy is een verantwoordelijkheid van het departement en moet op langere termijn niet worden uitgevoerd via de kabinetten. We willen ook de controle en de toepassing van de wet op de overheidsopdrachten versterken. We willen de Interne Audit van de Vlaamse administratie die de minister-president gisteren heeft voorgesteld in de commissie, toepasbaar maken op de kabinetten, zoals de ombudsman voorstelt.
We hebben een aantal concrete voorstellen proberen uit te werken die de algemene aanbevelingen van de ombudsman een beetje gewicht moeten geven. Vandaag zijn overheidsopdrachten, ook consultancyopdrachten, slechts voorafgaandelijk aan controle van de Inspectie van Financiën onderworpen als er een geraamde budgettaire kost is van minstens 65.000 euro. We denken dat het goed is om die grens naar beneden te oriënteren. De gunningen die door ministeriële kabinetten gebeuren, kunnen bijvoorbeeld al vanaf 5.500 euro worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Voor de gunningen via het departement, op termijn dus alle gunningen, is het zinvol om de grens te verlagen van 65.000 euro naar bijvoorbeeld 31.000 euro.
Een tweede aanbeveling van de ombudsman zegt dat het zinvol is om, naar analogie van het federale niveau - we kunnen daar inderdaad af en toe iets zinvols van leren - niet alleen de voorafgaandelijke controle door de Inspectie van Financiën en de aposterioricontrole door het Rekenhof te laten organiseren, maar ook een controle en cours de route te laten doen gedurende de overheidsopdracht, en zo een bijkomende buffer, controle en transparantie in te bouwen bij het gunnen van de overheidsopdrachten.
We willen de discussie uiteraard verder voeren in de commissie die daarvoor bedoeld is. Het is zinvol om met het rapport van de ombudsman verder aan de slag te gaan om ook in de toekomst grote of kleine incidenten van dien aard te vermijden.
We wensen de nieuwe regering en ook onze goede collega-fractieleider, nu minister, Ceysens veel succes toe. We hopen dat er in de toekomst opnieuw eens een vrouw op de eerste rij van de banken van de Vlaamse Regering zal zitten. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, ik voel me bedrogen. Ik voel me in de eerste plaats bedrogen door de mensen van Open Vld. Toen we in 1999 mee de paars-groene regering gestalte gaven, was er een dik hoofdstuk dat handelde over depolitisering en responsabilisering van de ambtenarij en over het uitbouwen van een transparante overheid, die overtollige structuren zou weren.
Collega's, dit was het hoofdstuk bij uitstek dat de toenmalige VLD-fractie wou toevoegen. Na jaren van oppositie zou de VLD komaf maken met de oude politieke cultuur en de 21e eeuw ingaan met de nieuwe politieke cultuur, zoals die trouwens omstandig beschreven stond in een van de burgermanifesten van de stadsgenoot van mevrouw Moerman.
We zijn vandaag amper acht jaar later. We maken nu de trieste apotheose mee van een verhaal waarbij schaamteloos al die principes uit het toenmalige burgermanifest aan de laars worden gelapt. Dit is de apotheose in een verhaal van normvervaging. Blijkbaar is het burgermanifest onder een dikke laag stof terecht gekomen. Het is alvast niet de bijbel voor die andere Gentse VLD-politica, mevrouw Moerman.
Mevrouw Vogels, zegt u nu dat er de afgelopen negen jaar helemaal niets is gebeurd in de Vlaamse Regering om het overheidsapparaat performanter te maken, om te zorgen voor een grotere transparantie? Bent u, net zoals de heer Dewinter, de mening toegedaan dat we terug naar af zijn gegaan?
Absoluut.
U leidt dat af uit de aanbevelingen van het rapport van de ombudsman?
Ik leid dat af uit de praktijken waarmee ik de afgelopen maanden en jaren werd geconfronteerd. Ik wilde net een aantal voorbeelden geven die de stelling staven dat we terug op het beginpunt zijn aanbeland. Ik vind dat heel erg.
Ik leid dat helemaal niet af uit dat rapport. Ik denk niet dat we de tekst op dezelfde manier hebben gelezen.
Mijnheer Gatz, ik heb het hier over de apotheose in een verhaal van normvervaging, waarbij alle principes uit het regeerakkoord van 1999 over het geven van verantwoordelijkheid aan ambtenaren, het transparanter maken van de Vlaamse overheid, het schrappen van overbodige structuren op de helling worden gezet.
Mevrouw Vogels, ik hoop dat u, in tegenstelling tot uw oppositiegenoten, wel in staat bent dat te bewijzen. Anders brouwt u wel een heel raar sausje van deze zaak.
Laat me mijn verhaal maken. Ik zal geen bewijzen, wel een aantal voorbeelden aanhalen, te beginnen met het benoemen en ontslaan van topambtenaren, waarbij men zich niet veel aantrekt van mandaatcontracten en evaluatieprocedures. Mevrouw Moerman zette blijkbaar ook zonder veel schroom de regeltjes over doorzichtig bestuur en het vermijden van overbodige overheidsstructuren aan de kant. Tegen het advies in van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid, tegen het advies in van het Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie richtte ze het nieuwe vehikel Hercules op.
Strikt genomen heeft ze daarmee de wet niet overtreden. Strikt genomen is daar niets mis mee. Het staat echter wel haaks op de geest van de nieuwe politieke cultuur. Een stichting met een loodzware top vol met politieke benoemingen oprichten die 15 miljoen euro moet verdelen, valt niet onder de nieuwe politieke cultuur.
Ik snap ook niet dat een minister niet inziet dat de mensen vragen hebben bij de aanstelling van haar eigen echtgenoot, hoe bekwaam hij ook is, bij het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap. Dat zijn allemaal voorbeelden van een vorm van normvervaging.
Waar het dan echt ging over het overtreden van regels, met name bij Public Business Services, heeft minister Moerman uiteindelijk haar conclusies getrokken, als gevolg van het rapport van de ombudsman.
Ik hoor de collega's hier zeggen dat ze het rapport pas gisteren gekregen hebben en dat ze nog geen tijd gehad hebben om het te lezen. Twee weken geleden, beste collega's, hadden we hier een debat over het ontslag van de heer Rudy Aernoudt. 's Morgens hadden we daarover een vuistdik rapport gekregen, waarvan wij verondersteld werden het 's middags in het debat te gebruiken. Ik heb dat rapport toen niet gelezen, want het was een auditrapport dat voor de regering bestemd was.
Dit rapport heb ik wél gelezen. Ik kan twintig pagina's lezen op een halve dag tijd, zeker wanneer die twintig pagina's geschreven zijn door de ombudsman, die heel duidelijke taal spreekt. Je moet geen vijf diploma's hebben om dit rapport te kunnen begrijpen. Collega's, ik hoop dat jullie iets verder zullen gaan dan 'het bestuderen van de eventuele conclusies van de ombudsman.' Die conclusies zijn duidelijk, voer ze dan ook uit.
Minister Moerman heeft haar conclusies getrokken, maar ze blijft beweren dat ze eigenlijk niets verkeerds gedaan heeft. Ik heb daar problemen mee. Eigenlijk heeft ze geen politieke conclusies getrokken, maar persoonlijke conclusies. Ze moet durven toegeven dat ze fouten gemaakt heeft. Politieke conclusies neem je wanneer je administratie een fout maakt. Wanneer je zelf over de schreef gaat, is dat een persoonlijke verantwoordelijkheid.
De schade blijft niet beperkt tot minister Moerman. Mijnheer de minister-president, twee weken geleden bent u hier nog komen vertellen dat de voltallige Vlaamse Regering achter minister Moerman stond. De voltallige regering heeft met andere woorden goedgekeurd dat er een constructie als Hercules opgericht is en dat de heer Aernoudt op zeer dubieuze gronden ontslagen is, en dat allemaal op een moment dat men wist dat er een rapport was bij de ombudsman.
Mevrouw Vogels, u gooit hier voor de zoveelste keer alles op een hoopje. Bij het ontslag van de heer Aernoudt heb ik al tekst en uitleg gegeven. Ik heb de argumenten uiteengezet waarop wij onze beslissing voor het ontslag gebaseerd hebben. De heer Aernoudt is nu naar de arbeidsrechtbank getrokken. Wij zullen de uitspraak van de arbeidsrechtbank afwachten.
Ik wil nogmaals onderstrepen dan in het Uitgebreid Bureau van dit parlement beslist is om in de plenaire vergadering een discussie te houden over het ontslag en dat minister Moerman in de commissie, op vraag van het Bureau, zou antwoorden op alle andere vragen. Ik heb mij gehouden aan die afspraak die in het Uitgebreid Bureau gemaakt is.
Ik heb die afspraak nooit betwist. Ik zie alleen dat de normvervaging in deze regering de laatste maanden mee gedragen is door alle ministers. Mijnheer de minister-president, uw regering, die als waarmerk 'goed bestuur' heeft, heeft een probleem. Leg maar eens uit aan de bevolking dat de oprichting van een vehikel als Hercules om 15 miljoen euro te verdelen, goed bestuur is. Leg maar eens uit aan de bevolking dat het 'goed bestuur' heet, wanneer expertenopdrachten op een wel erg dubieuze manier toebedeeld worden. Leg maar eens aan de Vlaamse bevolking uit dat je eigen echtgenoot benoemen in een politieke functie, goed bestuur is.
Wat mij betreft zijn dergelijke praktijken precies het tegenovergestelde van goed bestuur. En dus, mijnheer de minister-president, zit niet alleen u, maar ook heel uw regering met een probleem van geloofwaardigheid.
Ik wil mij aansluiten bij wat mevrouw Vogels zegt. Dit is inderdaad een structureel probleem dat niet beperkt blijft tot één malversatie op het kabinet-Moerman. De vraag is heel simpel: hoe worden de experten aangesteld op de verschillende kabinetten van de excellenties van de Vlaamse Regering? Gebeurt dat op basis van de wet op de overheidsopdrachten of niet?
Natuurlijk moest minister-president Peeters minister Moerman politiek dekken toen ze letterlijk zei dat voor het afsluiten van een contract met PBS de wetgeving op de overheidsopdrachten niet is toegepast omdat het om een expertenopdracht ging. Hij deed dat omdat in alle andere kabinetten hetzelfde gebeurt: experten worden niet aangesteld volgens de wet op de overheidsopdrachten. De wet is nochtans bijzonder duidelijk. Ik citeer nogmaals uit de bijlage: "Het geven van consultancy via de terbeschikkingstelling van een expert of een expertise in welke vorm ook betekent dat men zich ondergeschikt dient te maken aan de wet op de overheidsopdrachten." Dat schrijven de artikelen 4 en 5 van de wet voor.
Mijn vraag is dus eenvoudig. Hoe worden de experts aangesteld? Gebeurt dat op basis van de wet op de overheidsopdrachten, of is dat niet het geval? Als u op die vraag antwoordt, dan verklaart u in één beweging alles wat de afgelopen weken door mevrouw Moerman en uzelf aan theater is opgevoerd.
Het heeft allemaal weinig met theater te maken. De zevende aanbeveling van de ombudsman gaat over artikel 8. Hij zegt dat er vandaag een grijze zone bestaat, en dat dit tot onduidelijkheden kan leiden. Ik herhaal dat we ook die aanbeveling ernstig nemen en zullen onderzoeken hoe we deze grijze zone kunnen wegwerken.
U bent toch jurist? Een ministerieel besluit is toch altijd ondergeschikt aan een federale wet of een decreet? Ik ben geen jurist, maar na twintig jaar een parlementair mandaat te hebben uitgeoefend, heb ik dat toch begrepen. Ik begrijp niet dat deze regering jarenlang experts aanstelt en daarvoor een beroep doet op artikel 8 van een ministerieel besluit om zo de wet op de overheidsopdrachten te omzeilen. Die wet is nochtans bijzonder duidelijk. Dat kan niet.
Het gaat hier niet over het maken van een politieke fout. U overtreedt gewoon de wet. U stelt zich bloot aan strafrechtelijke vervolging als u de wet overtreedt. Zo eenvoudig is dat. U moet goed beseffen dat hier een jarenlange praktijk in de ministeriële kabinetten aan de orde is die onwettelijk is. Die praktijk is een overtreding van de artikelen 4 en 5 van de wet op de overheidsopdrachten. Dat is de essentie van deze discussie, en daar moet u dringend iets aan doen.
Ik was niet van plan me in het debat te mengen. Toch wil ik dat kort doen, want de heer Dewinter betrekt de hele regering en alle ministers bij de discussie. Hij maakt er echt een potje van. Sta me toe dat te verduidelijken. Een expert aanwerven met een arbeidscontract mag. Ik denk dat de ombudsman heeft willen zeggen dat er onduidelijkheid is over de vraag wanneer men iemand op het expertenbudget kan aanwerven en wanneer dat op de personeelsformatie van het kabinet moet gebeuren. Ik denk dat hij daar een punt heeft. Experts worden ingezet voor specifieke opdrachten die goed zijn afgebakend of tijdelijk zijn. Hij vindt dat dit onduidelijk is, en ik vind dat hij gelijk heeft.
Het is evenwel een andere vraag wat er moet gebeuren als men niet werkt met een arbeidscontract, maar op zoek gaat naar een dienstverlening waarvoor moet worden gefactureerd. Om het voor de publieke opinie duidelijk te maken: wat is het onderscheid tussen een arbeidscontract en een dienstverlening waarbij een factuur hoort? Een dienstverlening waarbij een factuur hoort, is onderworpen aan de wet op de overheidsopdrachten. Die wet schrijft procedures voor die ervoor moeten zorgen dat het spel eerlijk en correct wordt gespeeld - correct tegenover de belastingbetalers, en correct tegenover de potentiële dienstverleners.
De heer Dewinter zegt hier dat de indienstneming van experts met een arbeidscontract een inbreuk op de wet op de overheidsopdrachten betekent. Dat is compleet fout. Dat is complete onzin.
De vraag is: als we een dienstverlening zoeken waarvoor we een factuur zullen krijgen, respecteren we dan de wet op de overheidsopdrachten? Het ombudsrapport stelt vast dat dit niet is gebeurd. Daar zijn alle conclusies uit getrokken. Ik kan u echter wat mij betreft zeggen - maar ik denk dat ik kan spreken voor al mijn collega's - dat we de wet op de overheidsopdrachten toepassen wanneer er een consultancyopdracht of iets anders als vorm van dienstverlening wordt gegund. Bovendien is het zo dat, als we op het niveau van de kabinetsmedewerkers tot de conclusie komen dat het nuttig is om een te factureren dienstverlening te zoeken en dus niet met een arbeidscontract te werken, we het departement in kwestie belasten met het organiseren van die gunning. In mijn geval is dat het departement Onderwijs of Werk. We oordelen dat dit dan hun werk is, dat we dat niet doen op het kabinet. Dat gebeurt alleszins bij mij en ik denk ook bij andere collega's. Dat is nu niet verplicht, maar nu beveelt de ombudsman aan het te verplichten. Hij stelt vandaag dat we dat altijd zo zouden moeten doen. Ik denk overigens dat het meestal zo gebeurt. Maar inderdaad, we zouden dat vandaag ook gewoon in het kabinet kunnen organiseren. Dat is het punt.
U zaait hier dus totale verwarring. U mag dat nog een aantal malen herhalen. Het feit dat we binnen het budget dat we kunnen gebruiken voor experts, mensen met een arbeidscontract aanwerven, is perfect legaal. Dat heeft niets te maken met diensten die worden gefactureerd en waarvoor een gunningsprocedure moet worden gevolgd.
De ombudsman zegt twee dingen waarvan ik persoonlijk meen dat we ze onverkort kunnen overnemen en toepassen. Ten eerste zegt hij dat we moeten proberen te verduidelijken wanneer we iemand binnen het expertenbudget aannemen met een arbeidscontract of in de personeelsformatie. Het lijkt me dat dit perfect kan. Ten tweede zegt hij dat, indien er sprake is van een te factureren dienstverlening, we aan ons departement moeten vragen dat te organiseren, als een soort afstandelijkheidsgarantie ten opzichte van dat kabinet. Dat is geen enkel probleem. Wij doen dat zo al.
Ik wil het nog een derde maal uitleggen, maar ik neem aan dat u het hebt begrepen.
Mijnheer de minister, ik weet perfect wat u bedoelt. We weten ook allemaal dat het bewuste contract facturen aan de betrokken firma betrof, en geen arbeidscontract. Dat viel al zeker niet onder de bepalingen die u hier zo retorisch komt mee te delen. Met datgene wat u nu zegt, wist u perfect dat de betrokken minister zich moest schikken naar de wet op de overheidsopdrachten, en zich daar niet aan kon onttrekken. Toch hebt u de verklaringen die minister Moerman heeft afgelegd hier aangehoord en ermee ingestemd, en bent u haar zelfs nog weken lang blijven steunen.
Ik blijf erbij dat de wet op de overheidsopdrachten misschien enige interpretatiemogelijkheid biedt, maar toch zeer weinig. De bijlage bij de wet, met de lijst van diensten waarover u spreekt, is duidelijk. Het gaat zowel over diensten van bedrijfsadvisering als over diensten van personeelsverschaffing, dus, met andere woorden, zowel het geven van consultancy als het ter beschikking stellen van een expert of expertise, in welke vorm dan ook. De discussie die kan worden gevoerd gaat over het ter beschikking stellen van een expert via een expertisebureau, met een facturering, of het aanwerven van een expert via een arbeidscontract. Daarover zullen we misschien nog een technische discussie moeten voeren. Andere instanties zullen ons advies moeten geven over de juiste interpretatie ter zake.
Ik probeer af te ronden na deze ongemeen boeiende technische interpretatie.
Ik denk dat er heel concreet een probleem van normoverschrijding is. Dat blijkt ook uit de tekst van de ombudsman. Alle technische betogen ten spijt, blijf ik bij mijn conclusie dat deze regering een politiek probleem heeft. Om daar nu eens dieper op in te gaan, mijnheer de minister, wat is de oorsprong van die expertise- en consultancyopdrachten? Die zijn destijds ingevoerd in ruil voor het afslanken van de kabinetten. De overheid wou met minder kabinetsleden werken en wou meer met de administratie werken. Wel zou het soms kunnen dat een minister met betrekking tot een bepaald domein waarop hij actief wou zijn, expertise zou inhuren. Daarom heeft elke minister een expertisebudget gekregen.
Het resultaat is dat de kabinetten vergroot in plaats van verkleind zijn en dat de expertisebudgetten zijn gebleven. De expertisebudgetten worden steeds meer aangewend voor doeleinden waarvoor ze oorspronkelijk niet waren bedoeld.
Ik blijf bij mijn conclusie: de Vlaamse Regering zit met een politiek geloofwaardigheidprobleem. Het zal niet makkelijk zijn om dit in de publieke opinie recht te trekken.
Minister Van Mechelen heeft het woord.
Mevrouw Vogels, ik ben, al dan niet jammer genoeg, sinds 1999 een ervaringsdeskundige. Aangezien u het hier over geloofwaardigheid hebt, wil ik u ook een vraag stellen. Normaal gezien stel ik dergelijke vragen nooit, en het was ook niet mijn bedoeling dit vandaag te doen.
Welke partij heeft in 1999 voor bijkomend personeel gepleit, en welke functies zou dit personeel moeten vervullen? (Applaus bij Open Vld en CD&V)
Mijnheer de minister, ik weet niet over welke partij u het hebt.
Mevrouw Vogels, het is een partij waar u nu nog deel van uitmaakt.
Mijnheer de minister, ik weet niet wat u bedoelt. Wat ik wel in allerlei nota's kan terugvinden, is de intentie om de kabinetten te verkleinen. In ruil daarvoor zou in de mogelijkheid worden voorzien om expertiseopdrachten te verlenen.
Tot slot wil ik minister Ceysens met haar nieuw mandaat feliciteren. Misschien kan ze nagaan of het niet beter is de Herculesstichting op te heffen. Dit zou de transparantie van de besluitvorming in het beleidsdomein Economie ten goede komen. (Applaus bij Groen!)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, gisteren hebben we in de commissie een gedachtewisseling gehouden met de minister-president over het ontwerp van beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie voor de periode 2008-2010. Dit onderhoud met de minister-president heeft ongeveer een half uur geduurd. Een aantal mensen, waaronder de heer Van Rompuy, hebben vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. De heer Dewinter heeft daarnet een aantal relevante punten naar voren gebracht. Zijn partij is gisteren evenwel niet tussenbeide gekomen. (Opmerkingen van de heer Felix Strackx)
Het is belangrijk dat de Vlaamse Ombudsman zijn onderzoek in alle onafhankelijkheid heeft kunnen voeren. De minister-president heeft er daarnet al naar verwezen. Aangezien het om een van onze eigen paraparlementaire instellingen gaat, vind ik dit zeer belangrijk.
Het rapport van de Vlaamse Ombudsman omvat zeven aanbevelingen. De Vlaamse Regering heeft er alle belang bij die aanbevelingen in de praktijk te brengen. De aanbevelingen van de Vlaamse Ombudsman wekken overigens weinig verwondering, maar het grote voordeel van dit rapport is dat een aantal zaken nog eens duidelijk worden verwoord.
Ik neem vooral punt 4.6 heel ernstig. Deze aanbeveling stelt dat de Vlaamse overheid de nodige maatregelen moet treffen om de Interne Audit van de Vlaamse Gemeenschap de mogelijkheid te bieden om eventuele onregelmatigheden in de werking van de Vlaamse kabinetten te onderzoeken. Aangezien de ontslagen secretaris-generaal Aernoudt in interviews heeft verklaard dat deze kwestie slechts het topje van de ijsberg vertegenwoordigt, moeten we deze aanbeveling zeer ernstig nemen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, er is gisteren gevraagd of de Interne Audit van de Vlaamse Administratie uitgebreid kan worden naar de kabinetten. Dit staat ook in de aanbevelingen van de ombudsman.
De voorzitter van het auditcomité heeft daarop het volgende geantwoord: "Het standpunt van het auditcomité in deze is dat het niet aangewezen is om de kabinetten in het werkterrein van de Interne Audit van de Vlaamse Administratie op te nemen. De essentiële overweging van dit standpunt is dat de Interne Audit van de Vlaamse Administratie een instrument is, opgericht door en ten behoeve van de Vlaamse Regering en de ministers zijnde het uitvoerend politiek niveau voor de uitvoering van audits en administratieve onderzoeken binnen de Vlaamse administratie, mede vanuit de optiek dat de Vlaamse administratie vertegenwoordiging verschuldigd is aan het uitvoerend politiek niveau".
Ik wil dit alleen maar even meegeven. Het auditcomité komt tot deze stelling. We zullen daarover verder van gedachten moeten wisselen op basis van de argumentatie die hier gegeven is.
Mevrouw de voorzitter, ik denk inderdaad dat de Interne Audit die functie niet kan hebben.
Mijnheer Peumans, u weet beter dan wie ook dat het controleorganisme van dit Vlaams Parlement het Rekenhof is. We zouden bijvoorbeeld wel kunnen afspreken dat we namens de kabinetten jaarlijks een verslag indienen bij het Rekenhof waarvan de conclusies worden ingediend in dit parlement. En dan is het het enige, juiste en onafhankelijke toezichtsorgaan, namelijk dat van uzelf, dat dit toezicht uitoefent inzonderheid het wettigheidstoezicht.
Dit mag echter niet worden omgedraaid naar een opportuniteitstoezicht, want dat is bij mijn weten nog altijd de verantwoordelijkheid van de uitvoerende macht.
Dank u, heren ministers, maar daar wilde ik net toe komen, naar aanleiding van die aanbevelingen en de uiteenzetting van gisteren. Maar u was mij voor.
Ik denk dat als een ex-topambtenaar op televisie zomaar kan verklaren dat dit het topje van de ijsberg is, deze regeringspartijen er alle belang bij hebben om dat soort misverstanden en dat soort beschuldigingen zo snel mogelijk uit de wereld te helpen. Met insinuaties kan men vanalles aantonen.
Ik wil het debat opentrekken tot een aantal instanties die wat dit betreft ook een belangrijke rol te vervullen hebben. Ik denk aan het Rekenhof, aan de Inspectie van Financiën, aan de Interne Audit van de Vlaamse Administratie die trouwens een zeer uitgebreid jaarverslag over 2006 hebben ingediend. Ik denk dat het parlement in deze zijn eigen verantwoordelijkheid moet opnemen en dat de regering heel consequent de aanbevelingen van onder meer het Rekenhof maar ook van de Interne Audit moet opvolgen, om alle misverstanden te vermijden.
Het is heel belangrijk dat de ombudsman dit dossier in volledige onafhankelijkheid heeft kunnen behandelen. Ook voor het statuut van de klokkenluider is dit zeer belangrijk. We hebben daarover een zeer duidelijk decreet aangenomen. Ik meen ook dat er volledige openheid moet zijn over de audits die hier gemaakt worden. En ik zie de minister-president al lachen, maar als men anderhalf jaar moet klagen en zagen om een intern auditrapport te mogen inzien, is dat geen goede zaak voor de openbaarheid van bestuur.
Ik ben drie jaar lid geweest van de commissie voor Economie met mevrouw Moerman als minister. Ik heb gezien met welke verbetenheid ze haar dossiers verdedigde. Ik druk mijn waardering uit voor de manier waarop ze als minister binnen de Vlaamse Regering gewerkt heeft. Ik druk ook mijn waardering uit voor de consequente manier waarop ze haar beslissing genomen heeft om haar ambt als minister neer te leggen.
Mevrouw Ceysens, uiteraard wensen wij u alle succes toe. Ik denk dat ik u als fractieleidster in het Uitgebreid Bureau af en toe een beetje zal missen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, de waarheid heeft haar rechten. In tegenstelling tot wat de minister-president zegt, gaat het niet over vage verdachtmakingen of over een zeldzame vergissing. De zaak-Moerman gaat verder dan het verslag van de ombudsman. PBS is maar een onderdeel.
Beter Bestuurlijk Beleid betekent voor de Vlaamse Regering eigenlijk meer administratie, meer overheidsinstellingen, meer regelneverij en vooral meer ambtenaren om aan de besmettelijke Belgische ziekte te voldoen. Tussen 1996 en 2005 is het aantal ambtenaren met 28 percent gestegen. De hofhouding van onze ministers is onder het motto "wat we zelf doen, doen we beter" gegroeid van 372 kabinetsmedewerkers in 2000 tot 510 in 2007.
Als er te weinig overheidsinstellingen en bevoegdheden zijn om te voldoen aan de vraag naar politieke benoemingen, dan wordt er schaamteloos bijgecreëerd. De zelfstandige agentschappen bijvoorbeeld rijzen als paddenstoelen uit de grond. Elke paddenstoel wordt vorstelijk gesubsidieerd en bemand met partijgebonden boskabouters. Het is zo erg geworden dat men op het kabinet-Moerman overwoog om een subsidiedatabank te laten oprichten door huisvriend Guy Serraes. Een subsidiedatabank alstublieft! Die zou dienen om de verkwistingsdrift te kunnen bijhouden. Dat is bewijsstuk nummer 1. Dat staat in dit document. Ik heb bewijsstukken meegebracht, blijkbaar is dat nodig.
Met vijf partijen in de regering van de zakelijkheid worden de postjes netjes en evenredig verdeeld, of het nu over het Flanders District of Creativity gaat, over het VLAO of het Vleva, het laatste geesteskind van onze sinterklaasregering. Bij het VLAO kon de heer Leterme zonder openbare oproep zijn kabinetschef Jan Callens kwijt. Bij Flanders DC werd Lorin Parys gekazerneerd, gewezen woordvoerder van mevrouw Ceysens toen ze de vorige keer minister van Economie was. Haar kabinetschef, Johan Hanssens, huidig politiek directeur van Open Vld, kreeg een zitje in de raad van bestuur naast Marc Eyskens en Fons Leroy. Mevrouw Ceysens, u bent nu minister, u kunt uw gewezen medewerkers terughalen als u dat wilt. De benoemingsdrift heeft de schaamtegrens overschreden. Voormalig minister Moerman stuurde haar kabinetschef Gwendolyn Rutten en zelfs haar man Willem Vanden Broucke naar de raad van bestuur van het Vleva. Ook de N-VA blijkt geraakt te zijn door het virus van de postjes. Frieda Brepoels zit er naast Luc Van den Brande en Luc Van den Bossche. Ook s.pa'er Leo Victor die vroeger nog gediend heeft onder Luc Van den Bossche in het GIS, kreeg in het Vleva een uitloopbaantje als directeur. 'Donnant donnant' heet dat in het vakjargon. Zelfs de moeder van Freya Van den Bossche, filologe Lieve Bracke, expert in internettechnologie, krijgt een zitpenning van 625 euro per keer dat ze naar de raad van bestuur gaat van het Interdisciplinair Instituut voor Breedbandtechnologie. Dat is een cadeautje van huisvriendin Moerman, twee dagen voor de verkiezingen van 10 juni. Iedereen was lief voor elkaar.
De Herculesstichting is een schoolvoorbeeld van wat men in Wallonië, zeker in Charleroi, de PS-cultuur noemt. Hercules werd door minister Moerman boven de doopvont gehouden om die zware apparatuur voor wetenschappelijke doeleinden te subsidiëren. Het is een klassiek programma dat gemakkelijk door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek of het IWT beheerd kan worden. Die afsplitsing beantwoordde aan geen enkele economische of wetenschappelijke nood. Dat was allemaal toeval.
FOCUS Research, een universitaire vereniging van professoren en onderzoekers heeft dit onlangs nog bevestigd. Alle adviezen waren vernietigend, zoals u ondertussen al weet. Voormalig minister Moerman legde volgens de mooie politieke cultuur alle adviezen naast zich neer, want de Herculesstichting beantwoordt als nutteloze overbodige constructie aan de noodzaak om aan cliëntelisme te doen en om aan open sollicitatieprocedures en assessments te ontsnappen.
Voor aanstellingen van niveau N is blijkbaar alleen een politieke lange arm nodig en geen assessment. Voor functies van niveau N1 waarvoor er nog geen vacatures zijn, werden zopas 800 kandidaten gescreend bij De Witte & Morel voor de som van 1,5 miljoen euro. Goed bestuur betekent dus eigenlijk 'eigen volk eerst'. Op die manier kon gebuisd Open Vld-politicus Fons Borginon worden aangeduid als regeringscommissaris, gewezen kabinetschef van Yves Leterme, Bart De Moor, als voorzitter van de raad van bestuur en Marc Luwel als algemeen directeur. Marc Luwel, de gewezen adjunct-kabinetschef van parlementsvoorzitter Marleen Vanderpoorten, die werd doorgestuurd omdat hij de onderwijsambtenaren incompetente slaapkoppen noemde. Hij was zo weer thuis met een wedde van gewoon hoogleraar, na een ommetje in Den Haag waar hij aan de slag was bij de NVAO, een organisatie die de kwaliteit van Nederlandse en Vlaamse universiteiten bewaakt. Alle regeringspartijen waren tevreden, want het postje in Den Haag kon dan blijvend worden bezet door sp.a'er Jos Terwecoren van de Gentse Hogeschool waar minister Moerman ook in de raad van bestuur zat.
De Herculesstichting is een van die zogenaamde normale creaties van goed bestuur, ware het niet dat minister Moerman het Vlaams Parlement flagrant heeft voorgelogen over de ontstaansgeschiedenis van haar geesteskind. Het Herculesproject is opgezet door en voor Marc Luwel, en door hem uitgewerkt terwijl hij in Den Haag werd betaald om zijn terugkeer voor te bereiden.
Rudy Aernoudt kaartte dit aan en plaatste op die manier meteen een potentiële handtekening onder zijn ontslagbrief. Intussen liggen de bewijzen van die leugens op tafel. Tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement van 9 mei werd de minister geïnterpelleerd door de heer Dedecker over de nutteloosheid van de Herculesstichting en de postjespakkerij voor de politieke vriendjes, in het bijzonder de aanstelling van Marc Luwel tot operationeel directeur zonder de minste aanwervingsprocedure.
Minister Moerman, bij monde van minister Keulen, antwoordde letterlijk: "dat de heer Luwel nooit verbonden is geweest aan het kabinet-Moerman en dat er op dat vlak geen enkele link was naar de persoon in kwestie." Dit is een flagrante leugen, want er bestaan minstens vijf e-mails van Marc Luwel zelf aan het kabinet-Moerman waarin hij de uitwerking van het Herculesproject aankaart. De eerste dateert al van 22 december 2005, een tweede van 31 december 2005. Daarin verklaart hij zelf om op 13 januari 2006 op het kabinet aanwezig te zullen zijn om het dossier te bespreken zodat het op 15 januari op circuit kan.
Op 5 maart stuurde Marc Luwel opnieuw een mailtje met de volgende gevleugelde woorden: "Ik heb mijn belofte aan Fientje gehouden. Francis en ik hebben de twee addenda aan de overeenkomst afgemaakt." Verder staat er nog: "Kijk eens goed of wat er staat voor Hercules en de interne samenwerking niet rommelt. Ik ben morgen op het kabinet." Hier is gezegd dat er totaal geen link zou zijn. Voor alle duidelijkheid, Francis Charlier is ook een bevriend consulent.
De heer Luwel maakte zelf de ontwerpaddenda bij de overeenkomst met het FWO Vlaanderen. Op 21 augustus bevestigde hij per mail dat ook het voorontwerp van het besluit van de Vlaamse Regering voor de organisatie van de Herculesstichting van zijn hand komt.
En dan beweert minister Moerman op 9 mei 2007 koudweg in het Vlaams Parlement dat Marc Luwel nooit verbonden is geweest aan haar kabinet en dat er geen enkele link is naar de persoon in kwestie. Dit zijn flagrante leugens en een minachting voor het Vlaams Parlement.
En dan heb ik hier ook nog de mail van Marc Luwel van 11 mei 2006 aan het kabinet-Moerman voor de stafvergadering waarin hij instructies geeft om Hercules op de ministerraad te bespreken zonder het advies van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid te vragen. Die vrees voor dat advies bleek terecht, want enkele maanden later waren alle adviezen vernietigend, zowel dat van het IWT als dat van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie. BBB betekent aan het Martelaarsplein 'betere bediening van bekenden'.
Minister Moerman loog over het bestaan van consultancycontracten toen het Vlaams Parlement op 22 november 2006 vroeg of ze consultancyopdrachten had afgesloten tussen 2 juli 2004 en 15 november 2005.
Goed bestuur is blijven liggen in dit huis. Ze ontkende, maar in werkelijkheid had ze op 25 januari op een schimmige wijze een opdracht toegekend aan PBS van mevrouw Marleen Malfait en mevrouw Janiene Palmyre Vermeulen. Erger nog is het feit dat de Vlaamse Ombudsdienst geen inzage kreeg in de gunningsdossiers van dit contract toen de ombudsman zich op 8 maart aanmeldde op het kabinet-Moerman.
Niets is toevallig, echt totaal niets: de datum van het contract, de inhoud, de datum van de oprichting van de firma, de lichtheid van de inhoud of de grootte van het bedrag. Het is niet toevallig dat PBS amper een paar maanden na de installatie van de Vlaamse Regering een opdracht van 65.340 euro op jaarbasis in de wacht sleepte. PBS is een strobedrijfje van Ernst & Young-consultant Guy Serraes. Zijn moeder, Janiene P. Vermeulen bezit immers 90 percent van de aandelen - hoe toevallig. De andere 10 percent behoort toe aan Marleen Malfait, gewezen kabinetssecretaris van Guy Serraes, toen die laatste nog schepen van Personeelszaken in Gent was. Fientje Moerman was toen schepen van Onderwijs.
Sommige VLD'ers laten elkaar niet in de steek als er te schrapen valt. Van Gent naar Brussel is het maar een kleine stap. Het trio kende elkaar al langer. Malfait en Serraes hebben in de jaren negentig nog de verkiezingscampagne van Moerman verzorgd met hun bvba Victory onder het motto 'winnen is een beroep en politiek is geen zeep'. Politiek is geen zeep, maar men moet ervoor zorgen dat men er niet op uitglijdt. Mevrouw Moerman had te veel zeep onder haar voeten en is uitgegleden. Mevrouw Ceysens, ik hoop dat u beter kunt schaatsen of dat u antislipzooltjes aan hebt.
Had de ombudsman enkele personen ondervraagd die op het kabinet van Moerman werkten toen ze nog federaal minister van Economie was, dan had hij kunnen weten dat in juni 2004 een contract in de maak was voor consultant Serraes voor 2000 euro per dag. De stoelendans van de federale naar de Vlaamse Regering gooide wat roet in het eten, maar alles werd vlug rechtgezet door op 8 augustus PBS op te richten en het lucratieve contract binnen te rijven. Dat dit contract meer stinkt dan de Gentse Leie, is een eufemisme. (Opmerkingen)
De Schelde ruikt geweldig, maar de Leie stinkt in dit verhaal.
Het bedrag werd net onder 67.000 euro gehouden zodat men de procedure kon volgen van gunning zonder voorafgaande bekendmaking. Toen Aernoudt niet meer wilde meewerken aan de dubieuze gunningsconstructie, werd hij vervangen door Jan en Francis. Francis was de medewerker van de man van Fientje Moerman op het Europees Parlement, maar door budgetproblemen kon hij er een jaar niet aan de slag. Hij werd dus tijdelijk geparkeerd op het kabinet tot hij weer in het Europees Parlement aan de slag kon. Jan is Jan Kerremans, die het na minder dan een jaar als politiek kabinetschef bij Moerman voor bekeken hield en terugkeerde naar Patrick Dewael. De heer Serraes is naast verdoken eigenaar van PBS eveneens consultant van Ernst & Young en eveneens verantwoordelijk voor - hoe toevallig - contacten en contracten met de publieke sector. We zouden de vraag kunnen stellen hoeveel contracten deze tak van de 'big 4' heeft afgesloten met de Vlaamse Regering.
De beïnvloeding van de heer Serraes blijkt duidelijk uit zijn mails aan toenmalig kabinetschef Aernoudt. Het gaat onder andere over mails van 30 augustus en 10 september 2004. Ik zal ze niet voorlezen, maar de ombudsman bevestigt ze. De heer Serraes heeft stafvergaderingen van het kabinet bijgewoond en mailde zelfs op 20 december met het aanbod om te helpen bij de opmaak van een bestek. Nochtans bepaalt - dat werd hier al gezegd - de overheidsopdrachtenwet in artikel 11 dat in elk geval de kandidaat-inschrijvers en derden geen toegang mogen hebben tot documenten betreffende de gunningsprocedure van opdrachten zolang de aanbestedende overheid geen beslissing heeft genomen. De inhoud, de prestaties die door PBS geleverd werden, waren veeleer bezigheidstherapie dan consultingwerk. Volgens de Vlaamse Ombudsman waren er in het dossier onvoldoende bewijzen van een correcte en voldoende uitvoering en waren de prestaties in strijd met de opdrachtomschrijvingen in het bestek.
Algemeen strategisch advies is noch tijdelijk noch specifiek, en een stilzwijgende verlenging is reglementair verboden. De verlenging met twee jaar betekent tevens dat het niet gaat om een in de tijd beperkte expertenopdracht. Die valt onder artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering tot de organisatie van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering. De stilzwijgende verlenging stond zelfs gestipuleerd in het bestek 2004.001. Mevrouw Moerman heeft hier zeer duidelijk en ontegensprekelijk de wet overtreden.
Mevrouw de voorzitter, we vragen eveneens een parlementaire onderzoekscommissie om het reilen en zeilen op het kabinet-Moerman tot op het bot uit te spitten. Zo is er ook nog de exuberante vraag van minister Moerman naar 10.000 euro persoonlijke representatiekosten en 15.000 euro onvoorziene uitgaven voor een uitstapje naar Brainport Flanders begin november 2006 in de Verenigde Staten. Door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie werd dit in het verslag van 23 januari 2007 als substantieel buiten proportie bestempeld bovenop een bedrag van 51.204,01 euro, een erg ruime schatting van de te maken of te verwachten kosten gedurende een zending van enkele dagen. Dat staat in dit document.
Er is nog meer. Mevrouw Moerman was niet te beroerd om 35.000 euro te vragen om aan een moderator te geven om vijf debatjes te leiden voor Hersentoer. Ik herhaal: vijf debatjes aan 7000 euro per stuk voor een halve dag. Dat zijn Woestijnvisprijzen! (Gelach)
En dan doen we hier alsof er niets aan de hand is. Het gaat dan nog enkel maar om het kabinet-Moerman. Mijnheer de minister-president, als u dit allemaal hebt gehoord en misschien nog eens wilt nalezen - wat ik zou kunnen begrijpen - durft u dan nog uw hand in het vuur te steken dat dit enkel en alleen kon en kan gebeuren op het kabinet-Moerman? Zult u mij nu zeggen dat het om een uitzonderlijk geval gaat? Durft u uw hand daarvoor in het vuur te steken?
We vragen al een maand een onderzoekscommissie om het hele kabinet door te lichten. Dat is duidelijk. Ik laat de details nog achterwege. We vragen ook de terugstorting van 200.000 euro overheidsgeld dat door minister Moerman als goede daad op duistere wijze aan haar politieke vrienden werd geschonken. Wij vinden dat dit geld terug moet vloeien naar de Vlaamse belastingbetaler. We vragen een interne audit van alle kabinetten om het vertrouwen te herstellen en elke zweem van bedenkelijke praktijken weg te halen, zowel voor de publieke opinie als voor iedereen in dit huis. We vragen eveneens een afbouw, zoals beloofd, van de ministeriële kabinetten. We zouden graag eens in detail willen zien hoeveel en welke externe experts voor welke euro's werken op welke kabinetten.
De waarheid heeft haar rechten, mijnheer de minister-president. Die ligt hier. Zoveel toevalligheden, zoveel feiten, zoveel details zwart op wit: dat is geen slippertje. Dit is georganiseerd en een smet op deze regering en dit huis. De burger krijgt het gevoel dat het allemaal dezelfden zijn, dat ze allemaal hun zakken vullen en dat ze het allemaal voor zichzelf doen. Ik zou graag hebben dat die smet wordt weggenomen. Ik zetel hier ook, en ik ben niet van plan om ook dat te moeten aanhoren vanwege het feit dat Fientje Moerman een dergelijke praktijk tot uitvoering heeft gebracht. Dat is de politiek onwaardig. (Applaus bij mevrouw Monique Moens)
Mevrouw de voorzitter, ik wil nog eens onderstrepen dat we de zeven aanbevelingen van de ombudsman zeer ter harte nemen en de nodige initiatieven zullen nemen. We zullen het parlement daarover verder informeren, mocht het daar zelf geen vragen over stellen.
Ik betreur dat de oppositie een aantal zaken op een hoopje gooit. Ik zal er alles aan doen, samen met mijn collega's, om de perceptie te bevechten die hier zelf wordt gecreëerd, namelijk dat er op de kabinetten niet hard, correct en zeer efficiënt wordt gewerkt, volgens de regels van de kunst en volgens de regels van de openbare overheidsopdrachten. Dat beeld zal ik met alle energie, samen met mijn collega's, bevechten en corrigeren en daar de volgende dagen en weken de nodige initiatieven en maatregelen toe nemen.
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, wij trekken onze eerdere motie, waarin we een onderzoek door het Rekenhof vragen naar het gunningsdossier met betrekking tot een consultancyopdracht voor beleidsstrategisch advies bij het kabinet-Moerman in. Na het rapport van de ombudsman is die motie immers zonder gevolg.
We handhaven uiteraard de motie die we vandaag bij hoogdringendheid hebben ingediend.
Het debat en de besprekingen zijn gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de moties houden.