Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vanackere heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, we leven in een papieren wereld en we staan er niet bij stil dat er in Vlaanderen ongeveer 120.000 mensen met een leeshandicap zijn. Ongeveer 2 percent van de bevolking is niet in staat of heeft moeite om geschreven informatie in zich op te nemen. Het gaat niet alleen om mensen die blind zijn, maar ook om degenen die geen boeken kunnen vasthouden door spierproblemen, of om de groeiende groep bejaarden die het moeilijker hebben om te lezen.
Gelukkig bestaan daarvoor oplossingen. Enerzijds is er het brailleschrift en anderzijds zijn er de luisterboeken. Ik neem aan dat elk van ons tracht een engagement op te nemen. Een van de zaken die ik in mijn spaarzame vrije tijd doe, is het inlezen van boeken. Mijnheer de minister, uw vader doet dat blijkbaar ook.
Het inlezen van boeken gebeurt in heel Europa. In Vlaanderen zijn er drie verschillende initiatieven. Er is een Vlaamse Klank- en Braillebibliotheek in Varsenare, er is de Vlaamse Luister- en Braillebibliotheek in Laken, en het initiatief dat zorgt voor de productie van dat soort boeken, het Helen Kellerinitiatief.
Mijnheer de minister, stuk voor stuk zijn dat initiatieven die voor een belangrijk deel gebaseerd zijn op het engagement van mensen. Uiteraard wordt ook een beroep gedaan op u en op de Vlaamse Regering om het initiatief levend te houden.
Voor de klanten van deze service is het feit dat er drie initiatieven zijn, niet zo evident. Dat is niet zo klantvriendelijk. Voor de brailleboeken en de inleesboeken gelden dan nog eens verscheidene procedures. Voor een blinde is het dan ook niet ongebruikelijk dat hij boeken langs drie verschillende kanalen moet verwerven.
Door de versnippering van de initiatieven gebeurt de verdeling van de subsidies wat minder efficiënt. Sinds het begin van de legislatuur was mijn houding dan ook dat men moest trachten de samenwerking tussen de initiatieven te bevorderen. Dat geldt in het bijzonder voor het uitlenen van boeken. Op zich is het geen probleem dat er op verschillende plaatsen in Vlaanderen dergelijke boeken worden geproduceerd. Wel moet er iets worden gedaan aan het uitlenen.
Mijnheer de minister, in vergelijking met andere landen geeft Vlaanderen niet zo bijzonder veel uit. Ik zal enkele voorbeelden geven. In Zweden wordt 10 keer meer uitgegeven dan in Vlaanderen. In Zweden gaat het om 12 miljoen euro en bij ons om 1,2 miljoen euro voor de drie verschillende initiatieven samen. In Zweden leven ongeveer 9 miljoen mensen. Het mag dan ook geen verbazing wekken dat 40 percent van de doelgroep - ongeveer 2 percent van de bevolking - in Zweden wordt bereikt. Jammer genoeg bereiken wij van onze doelgroep amper 6,6 percent. Nederland is een ander voorbeeld. Daar zijn 16 miljoen inwoners. Er wordt 9 miljoen uitgegeven voor deze opdracht.
Mijnheer de minister, hoe staat het met de initiatieven voor samenwerking? In de wandelgangen heb ik vernomen dat u stappen zet. Ik steun u daarin. Het doet me genoegen vast te stellen dat u ingaat op de vraag om samenwerking tussen de initiatieven te organiseren.
Ik wil daarbij aankaarten dat dit geen sanering of een winstoperatie moet zijn voor de Vlaamse begroting. Men moet tegelijkertijd toch eens nadenken of wij onze inspanningen wel op een voldoende hoog niveau brengen, in vergelijking met andere landen. Ik vraag u, mijnheer de minister, hoever u staat met de initiatieven om de mensen op het terrein te doen samenwerken. Doet u dat op een manier dat elk van die initiatieven, die zoals gezegd sterk op privaat engagement en vrijwilligerswerk gebaseerd zijn, wordt gerespecteerd in zijn eigenheid, waarbij u dus niet vanuit de overheid decreteert maar samenwerkt met de mensen? Dat vraag ik u ook met veel aandrang. En kunt u, mijnheer de minister, bevestigen dat u deze functie belangrijk genoeg vindt om er ook de noodzakelijke budgettaire conclusies uit te trekken en ervoor te zorgen dat de groeiende groep van mensen met een leeshandicap toegang krijgt tot deze cultuurparticipatie in de vorm van het lezen, of beter gezegd het beluisteren van boeken? De successen in Zweden en straks ook in Nederland zijn in grote mate gebaseerd op een goede samenwerking met de openbare bibliotheken.
We hebben nu veel over Nederland gesproken - in het kader van de Heel-Nederlandse gedachte zou je je de vraag kunnen stellen hoe het komt dat men boeken in het Nederlands en in het Nederlands van België inleest. Ik zeg met opzet niet 'het Vlaams' want wij spreken, zoals u weet, ook Nederlands. In het kader van de Taalunie zouden er initiatieven moeten worden genomen om ook daar de krachten te bundelen.
Minister Anciaux heeft het woord.
Mijnheer Vanackere, u hebt niet alleen de juiste vragen gesteld, u hebt ook de voorzet gegeven om tot de oplossing te komen. Er zijn drie spelers op het terrein, waarbij de Vlaamse Klank- en Braillebibliotheek en de Vlaamse Luister- en Braillebibliotheek de twee belangrijkste zijn. De VLBB heeft in hoofdzaak een bibliotheekfunctie en de VKBB is ook in belangrijke mate een productiecentrum. Wij moeten inderdaad komen tot de bundeling, de fusie van die twee. De werking als bibliotheek zal in hoofdzaak in Laken gevestigd zijn, terwijl de productiecentra vanuit de huidige werking van de VKBB zullen moeten voortwerken. Het gaat om een krachtenbundeling, niet om een saneringsoperatie. De derde partner speelt niet alleen op het terrein van Cultuur maar ook op het terrein van Onderwijs een rol. We zullen er een samenwerkingsverband mee moeten kunnen aangaan.
Ik ben het er volledig mee eens dat we hier in een groeiscenario zitten. De hoegrootheid van de noodzakelijke middelen zal ook afhangen van het actieplan dat men gezamenlijk zal opstellen. De laatste jaren zijn daar nogal wat gesprekken over geweest. In 2006 zijn er heel veel gesprekken geweest tussen de partners onderling. Wij verwachten voor de paasvakantie nog - dat is dus heel kort dag - een concreet stappenplan, en wij verwachten dat er zeer snel wordt gewerkt aan een actieplan.
Mijnheer Vanackere, u hebt gelijk: wij bereiken op dit ogenblik ongeveer tienduizend blinden, die gebruik maken van zowel de faciliteiten van de bibliotheek in Laken als van de productiecentra. U zegt 6,6 percent, laat ons zeggen een kleine 10 percent van de beoogde doelgroep. Dat betekent inderdaad dat we de krachten moeten bundelen en dat we op basis van dat zeer ambitieuze actieplan een haalbaar financieel kader moeten creëren.
Het zal dit jaar echt wel vooruitgaan. We gaan dit jaar naar de operationalisering van alle getroffen voorbereidingen. Een laatste essentieel onderdeel daarin is de samenwerking met zowel het Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken als met alle grote, belangrijke bibliotheken. Eigenlijk zou je moeten zeggen: met het hele netwerk van bibliotheken. Maar laten we het houden bij de belangrijkste bibliotheken. Daar zouden mogelijk ook de provincies een rol in kunnen spelen. Ook dat samenwerkingsverband moeten we in 2007 kunnen realiseren.
Het is een ambitieus en noodzakelijk actieplan dat moet worden opgesteld.
Ik verwacht veel van de twee partners op het terrein. Ik verwacht ook in het Vlaams Parlement een grote consensus te kunnen vinden om er middelen voor vrij te maken.
Mijnheer Vanackere, ik neem de suggestie in verband met de Taalunie heel graag mee. Ik zal het in het Comité van Ministers bespreken.
Wat uw laatste opmerking betreft. Ik heb zelf twee boekjes die ingelezen zijn, maar niet door mezelf. Men moet daar een goede stem en uitspraak voor hebben en dat is niet aan iedereen besteed. Ik vraag aan de heer Vanackere en enkele anderen in het halfrond om hiermee verder te gaan, maar dat moet niet noodzakelijk iedereen doen.
Mijnheer de minister, u bent nog niet ingegaan op mijn suggestie in verband met Nederland. Ik weet ook wel dat het Vlaamse en Hollandse oor niet zomaar de klank van de andere aanvaardt, maar we zijn wel echt broedergemeenschappen. Ik blijf dus denken dat, als we onze krachten bundelen, we nog sterker voor de dag kunnen komen voor de hele cultuurgemeenschap die het Nederlands gebruikt. Op die manier komen we dichter in de buurt van een soortgelijk gewicht dat een beetje vergelijkbaar is met Zweden, waar de leescultuur inderdaad nog veel sterker is ontwikkeld. Dat moet op het niveau van de Taalunie minstens worden besproken. Wanneer men auteurs uit de andere taalgemeenschap leest, dan verschilt de klank van de taal ook al gewoon door die te lezen. Dat is geen hinderpaal om kennis te nemen van mekaars rijkdom.
Aan alle politici die hier zetelen en soms boekjes schrijven, wil ik zeggen dat ze dit als een punt van eer moeten beschouwen. Ik nodig ze uit om mee te komen naar de opnamestudio in Laken en vraag hun om enkele namiddagen vrij te maken om hun boek in te lezen. Het is een kleine moeite om ervoor te zorgen dat de boeken ook toegankelijk worden gemaakt voor diegenen die niet kunnen lezen. Kom gerust maar eens mee naar Laken. Het is een heel gezellige opnamestudio waar de mensen bijzonder hartelijk zijn. (Applaus bij CD&V)
Het incident is gesloten.