Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vorige week heeft Camille Paulus, gouverneur van Antwerpen, merkwaardige uitspraken gedaan over de economische toestand van zijn provincie. De uitspraken gaven aanleiding tot een heel aantal persartikelen. Een ervan kreeg de titel mee: "De gouverneur luidt de stormklok over Antwerpen en de Antwerpse haven in het bijzonder." Mocht ik de klok luiden, zou men zeggen dat het maar om de klokkenluider van de Notre Dame gaat, de vertegenwoordiger van een verzuurd partijtje met verzuurde mensen. Als de gouverneur dat zegt, een politiek benoemde topambtenaar en graag geziene gast in de salons van Vlaanderen en België, dan gaat het niet om een klokje van de Notre Dame maar om de Orida van de Onze-Lieve-Vrouwetoren die de storm luidt.
De gouverneur zegt dat hij vaststelt dat de provincie economisch achteruitgaat. Vroeger vertegenwoordigde Antwerpen 33 percent van het totaal van het economische vermogen van Vlaanderen, nu is dat nog maar 32 percent. In zijn provincie bedraagt de werkloosheidsgraad 9 percent, terwijl het in de rest van Vlaanderen om 7,5 percent gaat. Hij ziet weinig of geen vooruitgang in belangrijke dossiers.
Zo ziet hij geen vooruitgang in het dossier van de Scheldeverdieping. Mevrouw de voorzitter, een van de volgende weken zullen we het in de plenaire vergadering over de Scheldeverdragen hebben, maar de gouverneur heeft gelijk. Het dossier schiet niet op. Hij ziet evenmin vooruitgang in het dossier van de Ijzeren Rijn. Er is nochtans een arbitrageuitspraak gevallen, maar de Nederlanders zijn in staat om die uitspraak naast zich neer te leggen.
Hij ziet geen vooruitgang in andere voor Antwerpen wezenlijke dossiers, zoals het dossier van een tweede ontsluiting van de Waaslandhaven. Noch ziet hij enige vooruitgang in een tweede spoorontsluiting op de rechteroever. Er is evenmin vooruitgang in het dossier van de luchthaven van Deurne. Hij ziet geen vooruitgang in dossiers zoals het terbeschikkingstellen van voldoende bedrijfsterreinen. Zo is er een kandidaat-investeerder geweest die een distributiecentrum in Vlaanderen wilde openen, waarin duizend mensen zouden tewerkgesteld worden. Antwerpen was een van de plaatsen die is bezocht, maar de gouverneur moest de firma met lege handen naar huis sturen want in het Antwerpse is niet voldoende ruimte voor bedrijventerreinen aanwezig. En last but not least raken de wegontsluitingen niet rond.
Het dossier van de Oosterweelverbinding dat we in de bevoegde commissie zeer nauwgezet opvolgen, is daarvan het beste voorbeeld. Ook dat dossier schiet niet op. Het enige wat we vernemen, is dat het kostenplaatje van maand tot maand blijft stijgen. Als we de laatste schattingen zullen horen - ik laat die eer aan de heer Peumans - zullen we nog van onze stoel vallen. Het dossier van de ontsluiting van de E17 op de Liefkenshoekwegtunnel schiet ook niet op. De gouverneur had dus redenen genoeg om aan de alarmbel te trekken.
Het merkwaardige is dat de gouverneur een partijgenoot is van de minister en dat hij klachten heeft over een aantal dossiers die exclusief tot uw bevoegdheid behoren. Als een belangrijk man als de gouverneur uw regering zo'n slecht rapport geeft, dan is er meer aan de hand dan gewoon de frustratie van iemand die fin de carrière is. Dan is hij de vertolker van een groep mensen die hun klachten aan hem hebben overgemaakt.
Ik wil weten of u de analyse van de gouverneur deelt. Wat denkt u eraan te kunnen doen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Van Mechelen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil eerst zeggen dat de relatie tussen de gouverneur van Antwerpen en de Vlaamse Regering tot op heden uitstekend is, tot spijt van wie het benijdt. Bovendien vind ik het een goede zaak dat gouverneurs de pleitbezorgers en tolken zijn van dingen die leven in hun provincie.
Antwerpen heeft op dit moment ongeveer 32,5 percent van het bruto binnenlands product. Tussen 2001 en 2005 bleef dat nagenoeg constant. Zelfs al zou het iets minder zijn, dan nog is het een goede zaak voor Vlaanderen, want dat betekent dat provincies die het economisch wat moeilijker gehad hebben, erop vooruitgaan en niet dat wij achteruitgaan.
Er is een nieuw justitiepaleis in Antwerpen, de Ring is gerenoveerd, de eerste fase van de hernieuwing van de Leien is voorbij, het Deurganckdok is gebouwd en het grootste bedrijventerrein van Vlaanderen van de voorbije vijf jaar, namelijk bijna 350 hectare, is gerealiseerd. Het zeer ambitieuze masterplan, goedgekeurd en opgestart in 1999-2000, is in een finale fase. De Oosterweelverbinding wordt gebouwd. Maar ik wil zeer duidelijk zijn: wat mij betreft zullen we het masterplan volledig uitvoeren of niet uitvoeren, dus geen of-ofverhaal maar een en-enverhaal. We zullen dus gelijkwaardig en gelijktijdig investeren in de Oosterweelverbinding, in de uitbouw van het openbaar vervoer en in het verbeteren van de faciliteiten met betrekking tot het transport over het water. Dat betekent dat we voor het financiële plan, naar aanleiding van het afsluiten van een nieuwe beheersovereenkomst tussen de BAM en de Vlaamse Regering, heel duidelijke engagementen willen opnemen. Minister Peeters, minister Van Brempt en ikzelf hebben intussen een nota voorbereid die we te gelegener tijd aan de regering zullen voorleggen en waarin we erover willen waken dat het volledige masterplan kan worden uitgevoerd voor de ontsluiting van de Antwerpse economie, die nog altijd de motor blijft van de Vlaamse economie. Dat betekent dat we een aantal inspanningen zullen moeten doen om BAM kredietwaardig te maken en te houden. Dat betekent dat we het huidig kapitaal van BAM - momenteel ongeveer 700 miljoen euro, die tot 2011 jaarlijks met ongeveer 41 miljoen euro worden vermeerderd - bijkomend zullen optrekken met de opbrengst uit de verkoop van GIMV-aandelen voor ongeveer 129 miljoen euro.
Er is daarbij een dubbel voordeel. De solvabiliteitsratio van BAM verhoogt daardoor onmiddellijk en dat laat toe dat BAM minder snel vreemd vermogen moet opnemen, waardoor de financiële constructie veel sterker is.
Minister Van Brempt werkt, samen met de andere collega's en mezelf als minister van Begroting, aan een concept waarbij we ook het volledige pakket werken voor het openbaar vervoer kunnen garanderen. Samen met minister Peeters bekijken we ook welke werken met betrekking tot de waterwegeninfrastructuur we op welke termijn moeten realiseren.
Deze nota zal uiteindelijk het financiële draagvlak uitmaken van de beheersovereenkomst die wij in de loop van de volgende weken zullen sluiten met BAM. Deze nota zal toelaten dat we heel het Masterplan Antwerpen onverkort kunnen uitvoeren, zonder dat we, op het moment dat we in 2009 onze verantwoordelijkheid neerleggen, een erfenis nalaten die ik niet op mijn geweten wil hebben.
Over bedrijventerreinen wordt in Antwerpen altijd een debat gevoerd. Als we praten over bedrijventerreinen hebben we het over de provincie Antwerpen. Binnen de provincie zijn we op dit ogenblik in overleg met het college van burgemeester en schepenen van Antwerpen om, binnen de context van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Antwerpen en binnen het proces van de afbakening van het stedelijk gebied Antwerpen, een aantal bijkomende bedrijventerreinen, zowel brownfields als greenfields, aan te leggen.
De brownfields zijn best gekend als Petroleum Zuid, waar we met EFRO-subsidiëring de problematiek van de Krugerbrug versneld zullen aanpakken. Het gaat over een schitterend gelegen terrein, twee tot drie kilometer van de kathedraal van Antwerpen, waar we tussen de 75 en 85 hectare kunnen ontwikkelen.
In het kader van het Economisch Netwerk Albertkanaal tekenen we op dit ogenblik systematisch bedrijventerrein na bedrijventerrein uit. Het meest recente project dat werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering is bedrijventerrein Beverdonk in Grobbendonk, goed voor 61 hectare.
We zijn op dit ogenblik, samen met de provincie, bezig om een aantal provinciale bedrijventerreinen te plannen in het kader van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, die dan kaderen in de afbakening van de kleinstedelijke gebieden. Er zijn bedrijventerreinen in Lier, Hoogstraten, Mol en Puurs.
Mijnheer Penris, het bedrijf waar u op alludeert, kreeg een bedrijventerrein aangeboden in de provincie Antwerpen, maar heeft uiteindelijk de keuze tussen de provincie Antwerpen en een bedrijventerrein langs de A12 in de provincie Vlaams-Brabant. Het komt vanzelfsprekend het bedrijf toe om een keuze te maken. Op dit ogenblik vind ik het belangrijk dat we alles inzetten om het bedrijf in Vlaanderen te houden en dat zal sowieso niet gemakkelijk zijn.
Mijnheer Penris, wij zijn op dit ogenblik in de provincie Antwerpen bezig met de afbakening en aanduiding van bijna 900 hectare bedrijventerreinen, waarvan de processen tussen nu en anderhalf tot twee jaar afgesloten zullen worden. Ik hoop tot eer en glorie van mijn gouverneur. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer de minister, u bent een optimist. Dat is typisch Antwerps. Men denkt soms dat wij een klaagcultuur hebben, maar in feite zijn we mensen die graag hard werken. De bijnaam van onze stad is 'hardwerkers'. Wij werken graag hard, maar men moet ons in staat stellen om hard te kunnen werken.
Ik denk dat onze ondernemers, via hun gouverneur, vorige week een belangrijk signaal hebben gegeven: laat ons werken op de manier zoals we in het verleden hebben mogen en kunnen werken. In het verleden had de Antwerpse regio de steun van Vlaanderen en van de hogere overheden. Vandaag is er, wat de steun betreft, een beetje bezorgdheid. Deze regering doet een aantal beloften, maar als het erop aankomt om de beloften hard te maken, laat de regering soms steken vallen. Ik heb een aantal dossiers genoemd, die ook door de gouverneur naar voren zijn geschoven, waarin deze regering beloften heeft gedaan, maar tot op heden nog geen concrete resultaten kan voorleggen.
Voor bedrijventerreinen zijn er veel goede intenties.
Mijnheer de minister, ik steun die intenties. Ik zal in de Antwerpse gemeenteraad de ambities ter zake mee helpen verdedigen. Daar zijn we vandaag echter niets mee. Ik hoor u graag zeggen dat u 129 miljoen extra gaat vrijmaken voor het BAM-project. Ik steun ook dat, maar ik vrees dat u zich weer door uw optimisme laat meeslepen. Met die 129 miljoen zullen we er niet geraken. De meerkosten van alleen het kunstwerk zijn al een veelvoud van 129 miljoen.
U kent toch het verschil tussen eigen vermogen en investering?
Daar kom ik onmiddellijk op.
Er zijn een aantal toezeggingen gedaan. De BAM zal meer verantwoordelijkheden moeten opnemen, zegt minister Peeters. De heraanleg van de Kattendijksluis bijvoorbeeld wordt een BAM-opdracht. Omtrent de vernieuwing van de Van Cauwelaertsluis zijn al een aantal budgettaire toezeggingen gedaan. Ik neem aan dat we ook de Royerssluis niet links zullen laten liggen en dat we op Linkeroever een tweede sluisinfrastructuur krijgen als het even kan. Ook daar hebt u optimistische signalen over uitgestuurd. Alle respect voor uw optimisme, maar met 129 miljoen euro krijgen we dat niet gefinancierd.
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik kan in Limburg niet naar ATV kijken. Ik dacht dat alleen Limburgers cultuurpessimisten waren. Op 28 februari is er de zesde voortgangsrapportage. In artikels over uitspraken die de gouverneur indertijd heeft gedaan, zegt hij dat er in Antwerpen een zogenaamd breed maatschappelijk draagvlak was. Als u leest op welke manier dat werd geformuleerd hoe snel dat allemaal zou gaan, moeten we achteraf toegeven dat dat niet zo gebeurde.
Mijnheer de minister, ik val van de ene verbazing in de andere als ik de cijfers hoor over het voorstel voor de Oosterweelverbinding. Ik hoor dat gelukkig alle werken zullen worden uitgevoerd, maar ze zullen heel waarschijnlijk niet gefinancierd kunnen worden binnen de enveloppe van 3,5 miljard euro. Dat is de realiteit. Door het feit dat ik geen inzage heb in alle stukken, ken ik niet alle cijfers. Ik ben echter verontrust over de kostprijs. Men is gestart met 1,2 miljard. Vervolgens werden er allerlei aanpassingen gedaan en nu bedraagt de kostprijs voor het uitvoeren van alle werken meer dan 3,5 miljard. Ik wacht echter tot de zesde voortgangsrapportage op 28 februari om daar duidelijkheid over te krijgen.
Voor de Oosterweelverbinding volgen we een transparant parcours waarbij we aan de BAM een aantal opdrachten hebben gegeven en waarover we geregeld rapporteren. We hebben gewerkt met een kwaliteitskamer die haar volle verantwoordelijkheid heeft genomen. We hebben heel duidelijk gesteld dat dit kunstwerk van een hoger niveau moet zijn dan wat men redelijkerwijze mag verwachten. Daar zal een prijskaartje aan hangen waarover nu de onderhandelingen met de laatst overgebleven bieder opgestart zijn.
Belangrijk daarin is dat deze werken worden gefinancierd met tolopbrengsten, niet met belastinggeld. Wij zorgen ervoor dat de BAM over een eigen vermogen beschikt dat haar in staat stelt om het totale pakket van de werken uit te voeren. Ik vertaal dat naar een bedrijf: een bedrijf dat een eigen vermogen heeft van 20, kan een investering van 100 tot 120 gemakkelijk aan omdat dan de solvabiliteitsratio voldoende is om op de kapitaalmarkt geld te lenen. Het geleende geld zal worden terugbetaald via de tolgelden. Met de herziening van de financieringen willen we weg van een P50-scenario, waarbij P staat voor 'probability' of waarschijnlijkheid. De verkeerstrafiek werd berekend door een internationaal gerenommeerd bedrijf. We schroeven het P50-scenario, waarbij er een tolopbrengst wordt gegenereerd van 262 miljoen euro per jaar, terug naar het scenario dat de banken gebruiken. De banken zijn natuurlijk zeer conservatief in het beschikbaar stellen van geld en het afrekenen van de solvabiliteit. De banken gaan uit van P90. Daardoor dalen de tolopbrengsten ingevolge een veel voorzichtiger raming van de toltarieven.
Het verschil tussen P90 en P50 is een verschil tussen 232 en 262 miljoen euro, dus 30 miljoen euro. Mijn bedoeling, en dat is ook het voorstel dat ik heb ingediend, is dat we, zeker in de eerste fase, tot ongeveer 2015, tot de normale verkeersstromen hun normale snelheid bereiken, het financiële plan van de BAM herberekenen naar het P90-scenario dat de banken vooropstellen, in plaats van naar het P50-scenario waarmee de BAM rekening houdt. Zo creëren we een extra marge die, op het ogenblik dat de stromen toch werkelijkheid zouden worden, in 2012, 2013, 2014, ons de mogelijkheid zou geven om zeker met betrekking tot het interne havenverkeer een aantal maatregelen te nemen.
Door die herberekening wijzigen we eigenlijk niets aan het aanvankelijke schema. We verhogen alleen de waarschijnlijkheidsgraad. Door het kapitaal te verhogen, vergroten we de solvabiliteit, zodat we de firma zeer gezond laten opstarten en werken. Zo kan die firma niet in liquiditeitsproblemen verzeilen en in moeilijkheden geraken, zoals dat ooit is gebeurd in een ander dossier. Precies wat dat betreft, neemt de Vlaamse Regering ten volle haar verantwoordelijkheid.
Mijnheer Penris, tot spijt van wie het benijdt, bevinden we ons in de andere dossiers op kruissnelheid. We wachten nu op het MER. Normaliter zou dat op het einde van deze maand afgerond moeten zijn. We hebben een procedure van replieken afgesproken. Volgens het schema - en ik verwijs hierbij naar minister Peeters - zou dat MER eind maart conform kunnen worden verklaard. Op dat ogenblik kan met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden begonnen, zodat we op schema liggen.
Wat de verdieping van de Schelde betreft, meen ik dat minister Peeters meer dan voldoende toelichting geeft in dit parlement. Met betrekking tot de spoorverbinding door de Liefkenshoektunnel heb ik maandelijks contact met Infrabel. Wij zijn nu klaar om, nu het MER conform is verklaard, de plenaire vergadering voor het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bijeen te roepen in de eerste helft van februari. Ook wat dat betreft, liggen we dus op schema, in samenspraak met de heer Vansteenkiste van Infrabel. Ook dit kunstwerk kan dus worden verwezenlijkt binnen het vooropgestelde tijdsschema. Ik vrees dat Antwerpen er - gelukkig - in 2012 inderdaad anders zal uitzien.
Ik hoop dat samen met u, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.