Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over een evaluatie van de diversiteitsplannen voor de tewerkstelling van kansengroepen
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister, de kat komt weer. De firma Feryn staat opnieuw in de actualiteit. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding heeft het immers nodig gevonden een klacht tegen de firma Feryn in te dienen.
We kennen het verhaal. Een jaar geleden heeft zich een incident voorgedaan. De firma Feryn is er toen van beschuldigd geen allochtonen in dienst te willen nemen. Hierop heeft het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding met een klacht gedreigd. Er is toen afgesproken dat de firma Feryn alle werknemers één dag en alle kaderleden twee dagen naar een diversiteitscursus zou sturen. Deze firma oefent echter economische activiteiten uit. Die activiteiten zijn wellicht belangrijker dan het volgen van een indoctrinatiecursus. Daarom heeft de firma Feryn besloten dit te beperken en enkel tien kaderleden gedurende één dag naar een diversiteitscursus te sturen. Blijkbaar volstaat dit niet voor het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, dat nu naar het wapen van de klacht grijpt.
Het zij zo. Blijkbaar is het overtuigen op basis van argumenten, het stimuleren en het enthousiasmeren van bedrijven door de overheid, dus ook door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, niet langer aan de orde. Vanaf nu wordt ten aanzien van bedrijven het wapen van de intimidatie en van de chantage gehanteerd. Er is geen sprake meer van een overlegmodel. Er wordt niet meer met de bedrijven overlegd over het voeren van een diversiteitsbeleid. Er is nu sprake van een confrontatiemodel.
Ik kan dit gedeeltelijk begrijpen. Het multiculturele model is mislukt. Het diversiteitsbeleid werkt niet in de praktijk. De bedrijven zeggen neen. Zelfs de vakbonden zeggen neen. Daarover zwijgen de minister en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding natuurlijk in alle talen. Bijgevolg wordt naar een hogere versnelling geschakeld en wordt de druk opgevoerd. Er wordt voor klachten, procedures en rechtbanken gekozen. Zo gaat dat in een inquisitie en in een systeem dat niet langer in staat is bedrijven en mensen op basis van rede en van argumenten te overtuigen.
Mijnheer de minister, de hele situatie loopt uit de hand en u bent de eerste om dit te beseffen. De gevoerde confrontatiestrategie maakt het u natuurlijk onmogelijk nog iemand te overtuigen. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en uzelf zullen het omgekeerde bereiken van wat jullie eigenlijk willen realiseren. Nu zeggen de bedrijven helemaal njet. De verontwaardiging bij de bedrijven is zeer groot. Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen en Unizo beamen dat.
Minister Peeters is hier aanwezig. Het verwondert me dat ik zijn stem nog niet heb gehoord. Ik heb enkel de woorden van een socialistische minister gehoord. Ik dacht dat hij, als oud-voorzitter van Unizo, op zijn minst de belangen van de zelfstandigen zou willen verdedigen.
Niks daarvan. 'La fonction crée l'homme', zegt men wel eens, en dat is in uw geval zeker zo.
Mijnheer de minister, ik heb gisteren toevallig de voorzitter ontvangen van een belangrijke Zuid-Afrikaanse blanke cultuurorganisatie. Hij vertelde mij hoe het in Zuid-Afrika werkt. Ik hoop dat het bij ons nooit zover komt, maar we zijn goed op weg. In Zuid-Afrika zijn er quota in het onderwijs en in sportploegen en ten aanzien van bedrijven doet de multiculturele regering-Mandela twee zaken. Ten eerste moet ieder bedrijf een meerderheid aan zwartmensen hebben in de aandeelhoudersstructuur. Men hoeft niet te betalen voor de aandelen, men krijgt ze, maar er moet een meerderheid aan zwartmensen zijn. Ten tweede past men, om het aantal werknemers van zwarte, Indische of gekleurde origine omhoog te krikken, een puntensysteem toe. Een bedrijf krijgt van de overheid 5 punten voor het tewerkstellen van een zwarte vrouw, 4 punten voor een zwarte man, 3 punten voor een gekleurde of Indische vrouw, 2 punten voor een gekleurde of Indische man, 1 punt voor een blanke vrouw en 0 punten - u hebt het goed gehoord - voor het tewerkstellen van een blanke man.
Mijnheer de minister, luister goed, want binnen 10, 15 of 20 jaar gaat u dat proberen toe te passen in Vlaanderen: op basis van dat puntensysteem worden overheidscontracten aan bedrijven uitgedeeld. Dat is de toekomst die ons wacht in het multiculturele België, het multiculturele Vlaanderen. Alle gekheid op een stokje: we zijn nog niet zover gevorderd als Zuid-Afrika, maar het gaat in die richting.
Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding is steeds meer een centrum van bezigheidstherapie voor politiek benoemde creaturen, waar geen enkele politieke diversiteit aan de orde is. Dat is geen uitspraak van mij, maar van de voorzitter van Unizo.
Het gaat te ver. Ik hoop dat er een einde komt aan de heksenjacht op bedrijven. Bedrijven bieden een economische meerwaarde voor Vlaanderen. Ze verzekeren tewerkstelling in Vlaanderen. Dat is hun eerste en belangrijkste taak. Mijnheer de minister, ik denk dat u als minister van Werk vooral dat gegeven in ogenschouw moet nemen. De escalatie die nu aan de gang is, zal niemand ten goede komen, niet de diversiteit, niet de tewerkstelling en ook niet de economische meerwaarde die bedrijven moeten leveren.
Mijnheer de minister, handhaaft u uw steun aan de klacht die werd ingediend door het centrum? Bent u van mening dat u misschien wat genuanceerder zou moeten zijn en op zijn minst moet streven naar overleg in plaats van te streven naar confrontatie?
Mijnheer de minister, de enige criteria op basis waarvan bedrijven mensen mogen en moeten aanwerven, moeten bekwaamheid en competentie blijven. Aanwerving mag niet gebeuren op basis van origine, huidskleur of afkomst. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Stassen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, collega's, ik wil het niet hebben over Zuid-Afrika of over de toekomst binnen 10 of 15 jaar. Ik wil het hebben over de cijfers van vandaag.
De cijfers over de werkloosheidsgraad bij allochtonen zijn ontstellend hoog en de evolutie gaat verder in de meest slechte richting. Alle cijfers die daaromtrent verschijnen, gaan in dezelfde richting. Er is een ontzettend groot verschil tussen het aantal mensen van allochtone oorsprong dat werkloos is en het aantal mensen van autochtone oorsprong dat werkloos is.
Dat verschil valt niet te verklaren door de kennis van het Nederlands. Onder andere de VDAB heeft hiernaar gepeild en komt tot het besluit dat onvoldoende kennis van het Nederlands geen afdoende verklaring is voor het grote verschil.
Ook de opleidingsgraad is geen afdoende verklaring om dat verschil uit te leggen, want er is ook een ontzettend groot verschil tussen de werkzaamheidsgraad bij allochtonen met een hogere opleiding en autochtonen met een hogere opleiding: het verschil in werkloosheid is veel te groot in het nadeel van allochtonen met een hoge opleiding. De kennis van het Nederlands noch de opleidingsachterstand zijn dus voldoende verklaringen om dat grote verschil uit te leggen.
Er blijft nog een verklaring over en dat is, of u het graag hoort of niet, discriminatie. Ik laat in het midden of het bewuste of onbewuste discriminatie is, maar in elk geval blijft naast een reeks objectieve factoren nog die verklaring over.
Het geval-Feryn is een symptoom van een groter probleem. Ik wil het proces van Feryn niet maken. Ik heb begrepen uit de pers dat daar een rechtszaak van komt en politici moeten zich daar niet in moeien. Ik vind het wel tekenend dat de werkgeversorganisaties pal achter Feryn zijn gaan staan, terwijl ze tot nu toe altijd hebben gezegd dat ze het probleem begrijpen en er stimulerend aan willen werken. Als echter wordt vastgesteld dat een bedrijf een probleem heeft met discriminatie, al dan niet bewust, er een proces in gang wordt gezet van afspraken die niet worden uitgevoerd, en als men daar dan tegen in gaat, merk ik dat Unizo en het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen daar tegen zijn. Ik vind het tekenend voor dergelijke organisaties dat ze niet meegaan met het beleid dat wil werken aan het tegengaan van discriminatie van allochtone werkzoekenden.
Het beleid dat tot nu toe is gevoerd, is er een van stimulering en ondersteuning en van organisaties die discriminaties op de werkvloer willen wegwerken. We blijven vaststellen dat de pure, naakte cijfers harder en harder worden. De discriminatie, het verschil in werkzaamheidsgraad tussen allochtonen en autochtonen, neemt alleen maar toe in het nadeel van allochtonen. Vandaag is nog een studie bekend gemaakt in een krant. Ook de IAO heeft daarover een studie gemaakt.
Mijnheer de minister, ik vraag u niet of u tegen Feryn gaat optreden want er is een rechtszaak aan de gang en dat geval zal wel uitgevochten worden voor de rechtbank. Ik vraag wel wat u nu gaat doen, gegeven de situatie waarbij het verschil alleen maar groter wordt. De regering, de sociale partners en alle democratische fracties van het Vlaams Parlement hebben zich geschaard achter de doelstellingen van het Pact van Vilvoorde, namelijk de kansen op de arbeidsmarkt vergroten voor vrouwen, jongeren en allochtonen. De vraag is hoe u daaraan verder wil werken. U pleit voor stimulerende ondersteunende maatregelen en diversiteitsplannen. Ik blijf de vraag, die ik enkele maanden geleden heb gesteld en die ook wordt gesteund door de vakbonden, herhalen. Mijnheer Dewinter, u citeert de vakbonden verkeerd: het ACV heeft lang gepleit voor opgelegde diversiteitsplannen. Ik blijf die vraag ondersteunen. Mijnheer de minister, gaat u daar nu werk van maken, nu het probleem alleen maar erger wordt en bedrijven en belangenorganisaties eigenlijk niets doen? (Applaus bij sp.a-spirit en Groen!)
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de zaak-Feryn heeft helemaal niets te maken met Zuid-Afrikaanse toestanden. Het gaat om een zeer simpele kwestie als u het mij vraagt, namelijk het gegeven woord. De leiding van het bedrijf heeft zich geëngageerd ten aanzien van het Centrum om een aantal afspraken na te komen, onder meer dat vacatures worden gesignaleerd aan de VDAB. Dat zou gewoonweg goed zijn. We zijn dus helemaal niet bezig met Zuid-Afrika, we zijn bezig met de vraag of iemand zijn woord houdt. De firma heeft dat niet gedaan. Ik heb daarop gezegd dat ik begrip heb voor het feit dat het Centrum herneemt wat het oorspronkelijk zinnens was te doen, namelijk een klacht indienen.
Voor het overige ben ik het helemaal eens met de stelling van de heer Stassen dat het noch aan u, noch aan mij, noch aan hem is om zich hier uit te spreken over de juridische grond, het dossier en wat de rechter daar eventueel van zal maken. Het enige dat ik heb gezegd en dat ik herhaal is dat er een bemiddelingsprocedure was met afspraken. Ik heb er dan ook begrip voor dat, als iemand zijn afspraken niet nakomt, de instantie die wou bemiddelen terugkeert naar de eerste stap en dan toch maar de klacht indient die ze wou indienen. Het is niet onbelangrijk dat te onderstrepen. Het was erg goed dat het centrum hier op een positieve, niet-confronterende en niet-juridische wijze wou bemiddelen. Ik denk immers dat we dat nodig hebben. Iedereen in dit land zal immers zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen als het gaat over de aanwezigheid van allochtonen op onze arbeidsmarkt.
De vaststelling is er: allochtonen vinden te moeilijk de weg naar werk. De oorzaken ervan zijn verscheiden. Het heeft te maken met problemen in het onderwijs, heeft ongetwijfeld te maken met de houding, maar heeft ook te maken met weerstand bij aanwerving. Eigenlijk is dit één grote vicieuze cirkel. Iedereen moet dus zijn verantwoordelijkheid opnemen: zowel mensen in het onderwijs als mensen in het bedrijfsleven als de allochtonen zelf. Willen we echter samen verantwoordelijkheid opnemen, op een niet-confronterende wijze, dan moeten we natuurlijk ook wel samen afspraken kunnen maken over hoe we dat doen. Het centrum heeft vastgesteld dat de afspraken niet werden nageleefd. Ik neem aan dat dit klopt, want niemand ontkent het. Ik begrijp dus dat het centrum terugkeert naar de oorspronkelijke, juridische stap. Het is jammer dat het een dergelijke juridische stap moet zetten.
Ik kan niet genoeg beklemtonen dat er in deze kwestie geen eenvoudige waarheden zijn. Het is niet zo dat de zwakke positie van allochtonen op onze arbeidsmarkt louter een kwestie van discriminatie is. Het is echter al evenmin zo dat discriminatie daarin geen rol speelt. Het is zowel een probleem van succes en motivatie in het onderwijs als een probleem van weerstand. Het is een vicieuze cirkel, en we zijn allemaal verantwoordelijk voor het doorbreken daarvan. We moeten bewijzen dat we terzake successen kunnen boeken. Heel regelmatig krijg ik informatie van en heb ik contacten met bedrijven die zeer veel allochtonen tewerkstellen. Dat gaat, met succes. Er zouden meer succeservaringen moeten zijn. Het is dus jammer dat de poging die is ondernomen om het oorspronkelijke probleem met het bedrijf Feryn om te buigen tot een succes, door bemiddeling, mislukt is. Ik denk echter dat hier een verantwoordelijkheid ligt bij het bedrijf.
Mijnheer de minister, u doet me een beetje denken aan de gewezen Oost-Duitse staatsleider Honecker. Toen hij politieke dissidenten liet vervolgen, waste ook hij altijd zijn handen in onschuld en verklaarde hij dat het de rechtbank en Ana Pauker, de procureur-generaal van Oost-Duitsland, zouden zijn die uiteindelijk zou beslissen.
We zijn aan het evolueren naar een soortgelijk systeem. Dit systeem begint zeer totalitaire trekjes te vertonen. Het is de politieke overheid die dit alles in scène zet, manipuleert en organiseert. Dan heb ik het ook over het centrum: laat ons wel wezen. Het centrum stuurt, financiert en organiseert, van A tot Z. U wast nu uw handen in onschuld en wijst naar het centrum en de rechtbank. U zegt dat we wel zullen zien en dat het niet uw verantwoordelijkheid is. Laten we een einde maken aan deze hypocrisie. De politici en de regering moeten terzake hun verantwoordelijkheid durven nemen.
U moet maar durven, natuurlijk. In uw eigen regering, op nauwelijks een meter afstand van u, zit de gewezen voorzitter van UNIZO, de heer Peeters. Vandaag ziet hij hoe zijn eigen organisatie zich keert tegen de regering waarvan hij deel uitmaakt. Hij moet zwijgen en u spreekt. Hij mag niets zeggen en u steunt het centrum. Ik heb het in ieder geval wel begrepen, mijnheer Peeters, en ik denk dat vele zelfstandigen het samen met mij hebben begrepen.
Mijnheer de minister, het gaat hier niet om geïsoleerde incidenten. De precedentwaarde van deze aangelegenheid is bijzonder groot. Het gaat er blijkbaar om een voorbeeld te stellen. Het lukt immers niet meer met argumenteren, begeleiden en overtuigen, en dus wordt maar overgeschakeld op repressie en procedures voor rechtbanken. Zo gaat het nu eenmaal in een totalitair regime. (Rumoer)
U zet het betrokken bedrijf het mes op de keel. Het kan geen kant meer uit, want u weet dat vele andere bedrijven met argusogen en een heel klein hart uitkijken naar het lot van de firma Feryn. U kiest heel duidelijk voor polarisatie in plaats van overleg.
Waar ik nog geen woord over heb gehoord, is het probleem waar het hier eigenlijk om gaat. Die man heeft moed getoond in de gegeven omstandigheden. Als zelfstandig ondernemer investeert hij zijn eigen geld in zijn bedrijf, niet dat van de overheid. Hij heeft jarenlang gewerkt, zoals zijn ouders voor hem, en nu zijn kinderen. Hij is durven ingaan tegen uw politiek correcte dictatuur.
Mijnheer Dewinter, blijf bij de werkelijkheid en overdrijf niet. (Applaus bij de meerderheid en Groen!)
Is het geen probleem van de attitude van allochtone migranten? Is het geen kwestie van taalachterstand bij de sollicitanten? Is het geen kwestie van onbekwaamheid voor de job? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Stassen heeft het woord. (Rumoer/Opmerkingen van de heer Filip Dewinter))
Mijnheer Dewinter, laat ons er geen dictatuur van maken, en de andere partij ook het woord geven. (Applaus bij de meerderheid en Groen!)
De heer Stassen heeft het woord. (Rumoer/Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Mijnheer Dewinter, wilt u echt niet luisteren? We weten dat de televisie momenteel opnames maakt, en dat u probeert er een circus van te maken. (Rumoer)
Ik probeer voor de derde keer de heer Stassen het woord te geven. Als uw fractie het toelaat, kan hij misschien spreken.
Mijnheer Dewinter, blijkbaar geldt voor het Vlaams Belang de toepassing van de wetgeving voor iedereen, en vooral voor de allochtonen, maar zeker niet voor werkgevers. U schijnt nog nooit gehoord te hebben van het decreet op de evenredige vertegenwoordiging of de wet op het racisme, de wetgeving die volgens de berichten in de pers in de zaak Feryn van toepassing is. De rechtbank zal verder moeten oordelen, en alle analyses die u maakt, zijn voor uw rekening.
Er kan een reeks objectieve factoren worden aangehaald om het verschil in tewerkstelling tussen allochtonen en autochtonen te verklaren. Zo kan het liggen aan de kennis van het Nederlands, eventueel de attitude, de opleidingsachterstand enzovoort. Het verschil is echter veel te groot om aan die factoren alleen toe te schrijven. Er is gewoon een pertinent racisme. (Rumoer)
Blijkbaar steunt het Vlaams Belang werkgevers die niet willen meewerken, overigens uit eigenbelang, aan diversiteit onder hun arbeiders.
Mijnheer de minister, ik herhaal mijn vraag dat u nu, na uw vrijblijvend en onderhandelend optreden tot nu toe bij het opleggen van de diversiteitsplannen, verder zou gaan. Samen met het ACV blijven we pleiten voor dwingende of opgelegde diversiteitsplannen.
Mijnheer Stassen, we gaan niet op een vrijblijvende manier te werk. Bijvoorbeeld in de nieuwe reeks van diversiteitsplannen die we vandaag lanceren, aanvaarden we alleen maar dat een bedrijf ze onderschrijft als er ook een duidelijk streefcijfer is. Vroeger was dat niet het geval.
In de samenwerking die ik organiseer met VOKA, Unizo en de Vlaamse non-profitsector, werd het engagement aangegaan om 5000 vacatures in te vullen met mensen uit zwakkere groepen, waaronder allochtonen, maar ook oudere werklozen. Dat is helemaal niet vrijblijvend. We zijn ons beleid kordater en duidelijker aan het maken. Ik ben geen voorstander van quota, dat weet u, want ik denk dat die een averechts effect hebben. Ik ben trouwens niet de enige die dat denkt, maar dat betreft een ander debat over de manier waarop wordt gewerkt.
Als u dit echter vrijblijvend noemt, dan moet u toch eens het onderscheid maken tussen wat deze regering doet en wat de vorige regering deed. Ik denk, eerlijk gezegd, dat wat deze regering doet, veel minder vrijblijvend is dan wat de vorige deed. Ik lever hiermee echter niet noodzakelijk kritiek op de vorige regering, het is ook een kwestie van leren uit ervaring.
Mijnheer de voorzitter, de heer Dewinter heeft het bijzonder moeilijk om gewoon te dialogeren. Hij luistert zelfs niet, maar begint te roepen. (Rumoer bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Dewinter, ik heb u niet onderbroken. U roept dat ik niets zeg over 'attitude', maar ik gebruik zo geen ingewikkelde gallicismen. (Rumoer)
U luistert niet. Ik heb gezegd dat er ongetwijfeld problemen zijn met motivatie en houding, en 'houding' is het goede Nederlands voor 'attitude'. Die problemen zijn er, maar u luistert niet naar de uitleg want u bent niet geïnteresseerd in een ernstig debat, u wilt de ingewikkeldheid van het probleem niet inzien, u bent niet geïnteresseerd in oplossingen. Het enige wat u interesseert, is er lang over debatteren. Wat mij interesseert, is het aanbrengen van oplossingen, gegeven de ingewikkeldheid en de vele oorzaken van het probleem.
In uw repliek hebt u dingen gezegd die ik ook heb gezegd, maar u hebt enkel de behoefte om die dingen heel hard te roepen en daarmee komen we nergens. (Applaus bij CD&V en sp.a-spirit)
Mijnheer de minister, u bent geen minister van Economie of Tewerkstelling, maar van Diversiteit.
Ik hoor de fractie van de vrije ondernemers en van de hardwerkende Vlamingen, de VLD, niet in dit debat.
Voor u dit soort van regels oplegt aan het bedrijfsleven, dat eigen centen investeert, zou ik aan de andere fracties willen vragen waar bij hen de allochtonen zitten. Waar is de diversiteit in dit parlement? Ik zie ze niet! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Steekt u misschien eerst eens de hand in eigen boezem voor u dit soort van regels oplegt aan de ondernemingen. U stuurt immers handelsmissies uit, met ministers-presidenten op kop, naar communistische eenpartijstaten zoals China en Noord-Korea. In uw plaats zou ik iets minder hoog van de toren blazen als er wordt gepraat over politieke correctheid en de regels van de diversiteit in Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Dewinter, dit is een eigenaardige manier van werken. U weet heel goed dat ons Reglement niet toestaat dat bepaalde fracties antwoorden. U misbruikt het feit dat u het woord hebt voor een vraag, om mensen in dit halfrond aan te vallen die niet kunnen antwoorden.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik vraag het woord voor een persoonlijk feit en een rechtzetting: ik ben nog nooit in Noord-Korea geweest, in welke hoedanigheid ook.
Het incident is gesloten.