Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
De algemene bespreking is geopend.
De heer Callens, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik dank de regering dat ze in de commissie een amendement op dit ontwerp van decreet heeft ingediend om ervoor te zorgen dat het mestverwerkingspercentage niet opnieuw zal stijgen op 1 januari. Dat percentage in het mestdecreet is sowieso te hoog, zoals hier al meermaals is gezegd en zoals iedereen weet.
We zullen daar met de landbouwsector het debat over moeten aangaan in het licht van het nieuwe decreet. Op dit moment is het inderdaad te moeilijk om dat debat te voeren. Ik ben dan ook blij dat de regering rekening heeft gehouden met onze actualiteitsmotie, waarin we om een oplossing vroegen voor een aantal belangrijke knelpunten. Het bevriezen van het mestverwerkingspercentage op het niveau van 2004 is alvast een kleine stap in de goede richting.
Een ander heel belangrijk aspect is het feit dat de substitutie van pluimveemest behouden blijft. Met mestverwerking proberen we zo veel mogelijk nutriënten uit Vlaanderen te krijgen. De verwerking van kippenmest is nu eenmaal het eenvoudigst. Het zou dan ook onredelijk zijn daar niet maximaal gebruik van te maken.
In de toelichting bij het amendement heeft de regering zich echter enigszins vergist. Er staat dat de derogatie gebiedsgericht zal worden ingevuld. Als dat betekent dat bij de derogatie rekening zal worden gehouden met grote landbouwstreken, zoals zand- en leemstreken en polders, dan kan ik nog volgen. Elke andere vorm van gebiedsgerichte derogatie gaat echter in tegen de filosofie van de nitraatrichtlijn en van de derogatie zelf. Een derogatie wordt namelijk toegekend op een bepaalde teelt of teeltcombinatie die een hogere stikstofbemesting nodig hebben dan de basisnorm uit de nitraatrichtlijn.
Onze huidige derogatie, die sterk wetenschappelijk onderbouwd is, maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat er op grasland en voor de teelt van maïs voorafgegaan door gras, van wintertarwe met een groenbemester, van suiker- en voederbieten en van spruitkool een iets hogere bemesting wordt toegepast. Dat is ook logisch, want deze teelten gedijen optimaal in onze streken, waarschijnlijk met de beste opbrengsten ter wereld, dankzij ons unieke klimaat met gemiddelde temperaturen en voldoende neerslag.
Omwille van deze goede klimaat- en groeiomstandigheden moeten deze teelten een hogere bemesting krijgen. Dat heeft helemaal niets te maken met het gebied waarin ze groeien, tenzij bedoeld wordt dat er in polders een nog hogere bemestingsnorm kan gelden aangezien de teeltomstandigheden daar nog beter zijn.
De heer Martens heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik wil even reageren op de woorden van mevrouw Rombouts. Volgens mij heeft de regering zich niet vergist in de memorie van toelichting - de regering vergist zich trouwens zelden. Het is wel degelijk de bedoeling de derogatie gebiedsgericht in te vullen. Het is logisch dat alleen daar afwijkingen van de strikte bemestingsbeperkingen van de nitraatrichtlijn worden toegestaan, waar blijkt dat de milieukwaliteitsnormen in oppervlaktewater en grondwater effectief worden gehaald.
Door de derogatie gebiedsgericht in te vullen, voeren we een stimulerend beleid ten aanzien van de landbouwers waarmee we effectief resultaat kunnen boeken. Aanvankelijk wilden we het stimulerend beleid via flexibele kaarten voeren, maar op deze manier kan het toch behouden blijven. Boeren die het goed doen in een bepaalde regio of gebied en kunnen bewijzen dat ze de doelstellingen halen, krijgen het recht op een derogatie waardoor ze meer mest kunnen uitrijden op hun land. Die mest zal door de gewassen worden opgenomen en niet verloren gaan in het milieu.
Ik sta dus volledig achter de verantwoording van de regering. Volgens mij heeft de regering zich niet vergist.
Mijnheer de voorzitter, ik kan me aansluiten bij de woorden van de heer Martens dat de regering zich zelden vergist. Dat was ook in deze kwestie niet het geval. We onderhandelen met Europa over de invulling van de derogaties. Mevrouw Rombouts heeft gelijk dat de derogaties gericht moeten zijn op de teelten en de soorten grond, maar nu reeds zijn er kwetsbare zones natuur en water. Ik zal rekening houden met de zorgen van beide sprekers.
Mijnheer de minister, ik dank u dat u rekening wilt houden met onze zorgen, maar ik wil onderlijnen dat de derogaties gebeuren op basis van wat wordt verbruikt door de teeltgewassen en niet afhankelijk mogen zijn van wat er in de gebieden gebeurt. De filosofie achter de derogatie is dat er moet worden afgestemd op wat de teelt nodig heeft. Derogatie is dus teeltafhankelijk, en niet zozeer gebiedsafhankelijk.
Mijnheer de minister, ook ik dank u voor uw antwoord. De gebiedsafhankelijkheid heeft te maken met wat gewassen effectief kunnen opnemen en met wat in het grondwater doorsijpelt. Die zaken zijn afhankelijk van de bodemtextuur, de bodemgesteldheid, het denitrificatieniveau van een bodem, de capaciteit van een bodem om nitraten om te zetten in onschuldige stikstof. We pleiten ervoor om de derogaties te koppelen aan het halen van de milieudoelstellingen.
Ik hoor mevrouw Rombouts graag zeggen dat de huidige derogaties heel wetenschappelijk onderbouwd zijn, maar in delen van West-Vlaanderen merken we dat de derogatienormen aanleiding geven tot de overschrijding van milieunormen in 67 percent van de meetpunten. Ofwel zijn ze niet wetenschappelijk onderbouwd, ofwel worden de derogatienormen niet toegepast. In beide gevallen moeten we beleidsstappen zetten om de milieukwaliteitsnormen te halen.
Mijnheer Martens, ik heb duidelijk aangehaald dat rekening moet worden gehouden met de bodemstructuur en dat er een verschil kan zijn tussen polders en andere grote landbouwstreken. Daarmee heb ik gezegd dat enerzijds met de bodemstructuur rekening wordt gehouden, maar anderzijds moet de derogatie ook afhankelijk worden gesteld van wat de teelten kunnen opnemen. Ik heb beide aspecten vernoemd.
Mijnheer de voorzitter, het debat over het nieuwe mestdecreet aan de hand van de derogatie-elementen die Europa ons zal toestaan, zal interessant zijn.
De algemene bespreking is gesloten.
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2005-2006, nr. 605/3)
De artikelen 1 tot en met 11 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.