Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, vorige week konden we lezen dat de regionale televisies van Vlaanderen, verenigd in Nortv, de niet openbare regionale televisie, aan de minister van Inburgering voorstelden een bijdrage te leveren tot de integratie van allochtone gemeenschappen in Vlaanderen. Ze staken daarmee de hand uit als privé-actoren, uitgaande van het feit dat ze als regionale zenders dicht bij de burgers staan en daardoor een positieve bijdrage kunnen leveren.
Dat is ook waar. WTV, de zender in mijn regio, heeft aan het einde van de jaren negentig een prijs gekregen van de Koning Boudewijnstichting voor de bevordering van een positieve beeldvorming van allochtonen in West-Vlaanderen. Ze kunnen inderdaad door middel van diverse programma's positief bijdragen tot inburgering. Zo kunnen ze ondersteunend werken op het vlak van taallessen, inburgeringscursussen, enzovoort.
Misschien vinden we het te verregaand dat de regionale televisie dat doet. Ze zijn zelf echter geen vragende partij, en hebben alleen een aanbod gedaan. Dat is een buitengewone situatie. Moeten we ons terughoudend opstellen als de regionale televisie de overheid voorstelt een overeenkomst te maken met een mediagroep? In zekere zin wel, maar anderzijds zijn er vroeger ook al afspraken gemaakt met de commerciële en de openbare omroep, bijvoorbeeld op het vlak van sport en ondernemen. Daarbij zijn ook contracten en betaalde overeenkomsten gesloten om bepaalde ideeën en vormen voor te stellen aan de samenleving.
Hetzelfde gebeurt nu inzake inburgering. Het aanbod van de regionale televisie is interessant. Het is jammer dat uw kabinet er zich gemakkelijk vanaf heeft gemaakt met als uitleg dat er geen geld is om op het aanbod in te gaan. Ik wil u toch vragen om de aangereikte hand aan te nemen. Ik vraag u om minstens eens met die mensen te praten en om naar hun voorstellen te luisteren, want volgens mij kunnen ze een bijdrage leveren. Ze hebben een diversiteit aan programma's in hun hoofd en bovendien bedekken ze het hele Vlaamse grondgebied.
Mijnheer de minister, wilt u het idee overwegen, bijvoorbeeld gelet op de noodzaak aan een informatiecampagne om niet-EU-burgers en burgers van nieuwe lidstaten aan te zetten tot registratie voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar? Dat zou trouwens erg goed aansluiten bij wat minister Bourgeois doet op het vlak van de overheidscommunicatie en de contracten. Bent u bereid te onderzoeken in welke mate de regionale zenders een bijdrage kunnen leveren?
Minister Keulen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Caron, de koepel van regionale tv's is twee keer op mijn kabinet langs geweest, namelijk op 7 september en op 25 november. Twee keer werd een heel interessant gesprek gevoerd met mijn medewerkers. Uit die gesprekken bleek heel duidelijk dat er mogelijkheden zijn om de inburgeringsdoelstellingen te helpen realiseren via de regionale tv. Bijvoorbeeld voor het managen van de diversiteit kan het kanaal worden gebruikt.
We hebben erop gewezen dat we pas concrete zaken kunnen doen - om het mercantiel uit te drukken - als ze een uitgewerkt dossier voorleggen. Ik moet u als gewezen kabinetchef de procedure niet uitleggen. Momenteel wachten we op een concreet dossier.
Voor 2005 waren er geen budgettaire mogelijkheden. Voor 2006 zijn die er wel, natuurlijk op voorwaarde dat dit parlement de begroting goedkeurt.
Ik ben heel erg benieuwd naar de concreet uitgewerkte voorstellen van de koepel van de regionale tv's. Ik sta zeker en vast open voor een samenwerking op het vlak van inburgering. Ze kunnen voor ons een instrument of een kanaal zijn om onze doelstellingen te halen.
Over de communicatie inzake de registratie als kiezer voor de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006, werd in de schoot van de Vlaamse Regering heel duidelijk afgesproken dat de verantwoordelijkheid bij de gemeenten wordt gelegd. De gemeenten moeten zorgen voor de sensibilisatie. De potentiële kiezers moeten door de gemeenten worden geïnformeerd. Dat zal gebeuren op de wijze die de gemeenten het meest opportuun achten om de mensen te wijzen op hun rechten en mogelijkheden: het gemeentelijke infoblad, een persoonlijke brief, en zo meer. Vlaanderen zal geen eigen campagne voeren.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. De toon is heel anders dan die van het krantenartikel. Ik ben blij dat u op een positieve manier wilt samenwerken. Ik hoop dat er een effectieve bijdrage wordt geleverd aan het wederzijdse begrip, aan inburgering en aan kennis over elkaar.
Het zou fijn zijn geweest als ook op Vlaams niveau de infocampagne werd ondersteund.
Het incident is gesloten.