Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van den Brande heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik heet Kuifje welkom in het Vlaams Parlement. Mijnheer de minister-president, ik heb immers begrepen dat u het gevoel had Kuifje te zijn. De titel van het album luidde natuurlijk 'Kuifje in Tibet' en niet 'Kuifje in China'. Vermits u met mevrouw Moerman op schok bent gegaan, moet ik misschien vragen of u ook 'Het geheim van de blauwe lotus' hebt kunnen ontraadselen. (Gelach)
Een dergelijke zending is buitengewoon nuttig. Ik ben blij dat u opnieuw hebt aangeknoopt bij een reeks initiatieven die in de periode 1993-1999 werden genomen. In de periode 1999-2004 had men er beter aan gedaan om ook meer aandacht te besteden aan dergelijke zendingen. Natuurlijk is de correlatie niet altijd onmiddellijk merkbaar, maar zonder inspanning zal er zeker weinig resultaat zijn.
Het verheugt me dus dat u dit initiatief hebt genomen. Bij een zending kunnen natuurlijk veel bedenkingen worden gemaakt. Een zending moet immers goed voorbereid zijn en indien mogelijk moeten afspraken worden gemaakt met bedrijfsleiders en andere actoren. We hebben reeds een aantal verslagen gelezen en gehoord, maar toch heb ik nog enkele vragen.
Welke handicaps hebt u op het terrein ervaren, Vlaamse en federale? Bij een dergelijke begeesterende benadering moeten de zaken natuurlijk positief worden voorgesteld en moeten opportuniteiten worden aangereikt, maar het is nuttig om daarbij op het terrein aan te voelen welke handicaps er zijn.
Het was een economische zending en dat is nuttig, maar volgens mij moet er ook een politieke dimensie zijn. Het verdient aanbeveling om bij dergelijke zendingen niet alleen aan te tonen hoe goed onze economische en logistieke troeven zijn, maar om er ook een aantal culturele en andere activiteiten aan te koppelen. We kunnen wel zeggen dat we hier de beste tandwielen kunnen maken en dat we de beste toegang hebben tot havens, maar we moeten ook een algemeen beeld schetsen. Werd er op dit vlak initiatief genomen?
Ondanks de enorme mogelijkheden die China biedt, kan bij een economische zending niet worden voorbijgegaan aan het probleem van de mensenrechten. In welke mate kwam dit punt aan bod in uw gesprekken?
Het is positief dat een actieplan met zes punten werd ontwikkeld voor Azië in het algemeen en voor China in het bijzonder. Het is natuurlijk belangrijk om een plan voor te stellen, maar het is even belangrijk om de implementatie ervan tot stand te brengen. Een one-shot is uiteraard belangrijk, maar kan niet volstaan om vertrouwen te wekken.
Aan de hand van deze actuele vraag heb ik willen zeggen dat we achter dergelijke initiatieven staan, dat het belangrijk is om de zaak heel concreet op te volgen en dat op verschillende domeinen, niet alleen op het economische, moet worden gewerkt.
Ik wil u de suggestie voorleggen om een dergelijke zending voor te bereiden naar de VS. Onder meer ingevolge de expansiewetgeving van 1959 hebben hier enorm veel Amerikaanse bedrijven geïnvesteerd. Dat heeft zich geconsolideerd met de expansiewetten van 1970. We moeten twee zaken doen: consolideren wat we hebben, op een verstandige en accurate manier, en nieuwe initiatieven stimuleren. We moeten ons economisch draagvlak versterken en nieuwe jobs in het vooruitzicht stellen. De oude discussie over de keuze tussen endogene en exogene groei is compleet voorbijgestreefd. We moeten voor de twee gaan. Daarom heeft een dergelijke zending absoluut zin.
De balans kan natuurlijk nog niet worden opgemaakt, maar het interesseert ons om de eerste resultaten te horen. De ontdekking van Kuifje zal haar nut bewijzen voor onze werkgelegenheid.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van den Brande, ik heb zorgvuldig nota genomen van uw vraag. Ik zal ze proberen te beantwoorden.
Minister Moerman en ikzelf hebben een zending van negen dagen naar China en Singapore achter de rug. U hebt Singapore niet vernoemd, het lijkt me belangrijk er even naar te verwijzen. Uiteraard moeten wij er nog eens over slapen, we zijn pas sinds vanmorgen terug in het land, en de zaken laten bezinken. We moeten met de regering overleggen hoe we de kansen het best kunnen invullen. Ik stel voor om in de komende weken en maanden ook in de bevoegde commissie het debat aan te gaan. Ik hou me aanbevolen om deel te nemen aan de discussie over de strategie van Vlaanderen tegenover China.
We hebben een missie met een dubbele doelstelling achter de rug. Ze had inderdaad een zeer zware economische inslag wat ik zeer belangrijk vind, onder leiding en impuls van minister Moerman, daarin bijgestaan door mevrouw Joris, de nieuwe voorzitter van het FIT. Er zijn vooral twee aspecten aan bod gekomen. We hebben geprobeerd de inspanningen van Vlaamse bedrijven, niet het minst de KMO's, om op de Chinese markt aanwezig te zijn en om op de Aziatische markt door te breken, vanuit de overheid te ondersteunen. De missie was onder meer gericht op biotechnologie en milieu- en watertechnologie.
Daarnaast is er een soort roadshow gehouden van de investeringsmogelijkheden voor potentiële Chinese geïnteresseerden. Op vrijdagavond werd een voorstellingsfilm gedraaid over de investeringsmogelijkheden in Vlaanderen.
Ik heb geprobeerd een aantal concrete geschillendossiers van de afgelopen maanden onder de aandacht te brengen van voornamelijk de Chinese autoriteiten. Dat is vrij goed verlopen. Ik laat het aan de betrokken bedrijven over om daar al dan niet verder over te communiceren. Ze waren alleszins tevreden met het resultaat.
We hebben op hun vraag voor een aantal Vlaamse bedrijven contact gelegd met de Chinese autoriteiten. U zult gemerkt hebben dat ik bijzonder veel energie heb gestoken in het begeleiden en behartigen van de contacten die vooral de havens van Antwerpen en Zeebrugge willen, met de grootste scheepvaartlijnen die gericht zijn op Europa. Dat heeft ons toegelaten om op een tijdspanne van een week in contact te treden met drie tot vier van de tien grootste scheepvaartlijnen ter wereld. Dat is voor onze havens in elk geval nuttig. In dat verband zijn ook een aantal investeringsbeslissingen bevestigd, of althans uitgepraat.
In afspraak met minister Bourgeois en in voorbereiding van zijn bezoek in maart hielden we ons ook bezig met de mogelijkheden voor de ontwikkeling van toerisme naar Vlaanderen.
Naast de economische dimensie was er een wat bredere, algemeen politieke dimensie en ook een dimensie op het vlak van andere beleidsdomeinen. Uiteraard hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om te peilen naar de toekomstvisie van zowel het centrale Chinese gezag als van de autoriteiten van een aantal provincies en gebieden in China waar Vlaanderen reeds aanwezig is of dat in de toekomst zou kunnen zijn, via politieke of via economische weg. In het kader van de 37 gesprekken die in 9 dagen tijd zijn gevoerd, is minstens op twee momenten de problematiek van de mensenrechten aan de orde gesteld, onder meer tijdens het gesprek met de vice-voorzitter van wat wij het parlement zouden noemen.
In het kader van die brede dimensie hebben we ook culturele uitwisselingsmogelijkheden besproken, bijvoorbeeld de organisatie van twee tentoonstellingen, een in Sjanghai en een in Singapore en een eventuele uitbreiding naar Hongkong. We zijn overeengekomen dat in 2007-2008 de tentoonstelling Rubens tot Ensor ofwel een specifieke tentoonstelling over de Vlaamse meesters in deze steden zal worden gehouden. De bedoeling is visibiliteit te creëren voor Vlaanderen.
Ook de noodzakelijke aanzwengeling van ons aanbod van universitair en hogeschoolonderwijs is zeer uitdrukkelijk aan de orde geweest. Zowel in Singapore als in Sjanghai had men het gevoel dat er op dat vlak nog een extra inspanning moet gebeuren. Het is de bedoeling tijdens de komende maanden en in samenspraak met de rectoren na te gaan wat terzake mogelijk is.
Persoonlijk trof me op menselijk vlak het meest het bezoek aan de kleuterschool van Shenyang waar gehandicapte kinderen die het niet altijd makkelijk hebben in de Chinese samenleving, geïntegreerd onderwijs krijgen, met steun en financiering van Vlaanderen.
U hebt ook verwezen naar de noodzaak van een zeer grondige voorbereiding. Sinds mei van dit jaar werd deze zending zeer grondig voorbereid. Wat het economische aspect betreft, gebeurde dit door minister Moerman, in samenspraak met het FIT. Wat mij betreft, gebeurde dat op initiatief van de bevoegde administratie onder leiding van mevrouw Verstraeten. We hebben twee belangrijke werkvergaderingen gehad met de nieuwe Chinese ambassadeur voor België, mevrouw Zhang. We hebben ook een aantal gesprekken gehad met Vlaamse bedrijven die reeds actief zijn in China. We hebben vooraf ook een en ander grondig doorgenomen met de verantwoordelijken van de havens van Antwerpen en Zeebrugge.
Er zijn concrete resultaten geboekt en er zijn contracten afgesloten. Het is echter vooral de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van de betrokken actoren om daar zelf over te communiceren. Ik vind het niet vanzelfsprekend om als politicus op bezoek te gaan in een land en dan te doen alsof alleen door dat bezoek een aantal resultaten wordt geboekt. Er zijn effectief afspraken gemaakt, er zijn contracten getekend, er zijn culturele afspraken gemaakt over de organisatie van een tentoonstelling en er zijn ook economische resultaten geboekt, onder meer voor onze havens.
Een aantal verantwoordelijken voor de havens hebben intussen mededelingen gedaan over een aantal concrete beslissingen in het kader van de missie. Het grootste deel van de zes à acht concrete geschillendossiers tussen Vlaamse bedrijven en de Chinese autoriteiten is opgelost. Ik laat het initiatief echter aan de bedrijven om daar al dan niet over te communiceren.
Uiteraard wordt ook de organisatie van missies in andere landen overwogen. Die moeten echter vooraf grondig worden voorbereid.
Ik ben zeer verheugd dat alles wat we hadden gepland in China en Singapore zeer efficiënt is verlopen.
Elk contact dat we hadden gepland, heeft ook plaatsgehad. Ook inhoudelijk is alles verlopen zoals we wilden. Wat de economische aspecten betreft, denk ik dat de bedrijven zeer tevreden waren. U kunt dat ook zelf aan de bedrijven vragen. Uiteraard hangt het boeken van een commercieel succes in de eerste plaats af van de economische actoren. Wij kunnen enkel de randvoorwaarden creëren, mogelijkheden scheppen. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid echter bij de bedrijven zelf.
Mijnheer de voorzitter, de heer Van den Brande had het in zijn vraag ook over het nut van dergelijke zendingen. Uiteraard zitten Azië, China en andere economische machten in wording niet te wachten op Vlaanderen. Dat zou ons echter juist kunnen motiveren om er nog nadrukkelijker actief te zijn. Mijnheer Van den Brande, u hebt het zelf gehad over de endogene groei enerzijds en exogene groei anderzijds. Dat debat is natuurlijk volledig achterhaald. We hebben een open economie, die vooral een exportgerichte groei kent. Ze is zeer competitief en biedt heel wat mogelijkheden.
Tijdens het afgelopen anderhalf jaar heb ik zeer frequent bedrijven, ook Vlaamse KMO's, bezocht. Het valt me daarbij telkens op dat heel wat Vlaamse bedrijven, bijvoorbeeld door reconversie, zeer gespecialiseerde activiteiten hebben ontplooid. Binnen die specialisatie hebben ze nu reeds de potentie om mee te draaien op wereldvlak.
Binnen de nieuwe geglobaliseerde economie nemen we de plaats in van een zeer open economie. Heel wat bedrijven willen zich inschakelen in de globale wereldeconomie. Ze hebben daar ook de troeven voor. Ze moeten absoluut geen schrik hebben om bijvoorbeeld zeer actief te zijn op de Aziatische markt. Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het transitieprobleem van de Aziatische economieën. De concurrentie moet op een faire manier gebeuren. Ik denk daarbij aan de loon- en arbeidsvoorwaarden, de milieuvoorwaarden, en dies meer. Er is echter geen alternatief. Europa en Vlaanderen moeten de mogelijkheden grijpen die zich in Azië aandienen.
De afgelopen weken heb ik in de Belgische pers een aantal zeer genuanceerde zaken gelezen over de bedrijven en werknemers die zich bedreigd voelen door de Chinese groei. Ik wil echter op een paar zaken wijzen. Toen in de achttiende en negentiende eeuw de mechanisatie op gang kwam, reageerden de Luddieten. John Ludd wou de machines stuk slaan. Toch is die mechanisatie er gekomen. Het was verkeerd om te trachten de voortgang van de economie tegen te houden.
Toen onder impuls van de Amerikaanse autoriteiten de Amerikaanse bedrijven onmiddellijk na de tweede wereldoorlog vrij massaal begonnen te investeren in ons land en in West-Europa, had men daar in de VSA ook kritiek op. Men vreesde voor de tewerkstelling op het Amerikaanse continent. Uiteindelijk bleek dat niet alleen de Europese, maar ook de Amerikaanse economie beter is geworden van de globale groei.
Elke vergelijking loopt natuurlijk voor een deel mank. We moeten er echter voor zorgen dat we de nieuwe mogelijkheden in Azië met beide handen grijpen. We moeten realistisch te werk gaan en zorgen voor goede, evenwichtige concurrentievoorwaarden. We moeten er ook voor zorgen dat onze bedrijven de uitdagingen kunnen aangaan.
Mijnheer de voorzitter, ik zal afronden met een ietwat provocerende bemerking. Toen ik al een 3 à 4 dagen in Azië was, vroeg een journalist van een radiozender me of we elkaar ginder niet voor de voeten liepen. Premier Verhofstadt en een aantal collega's verbleven daar immers ook. We moeten de zaak in een juist perspectief plaatsen. Qua aantal inwoners en - binnenkort - qua economische macht is Azië vier à vijf keer zo groot als Europa. In oppervlakte is Azië drie tot vier keer zo groot. Hoe kan men dan zeggen dat we elkaar voor de voeten lopen!
Ook voor Vlaanderen is er geen andere keuze dan in te zetten op onze logistieke mogelijkheden en gebruik te maken van onze geografische situatie. We moeten ook onze talenten ontwikkelen en er voor zorgen dat iedereen mee kan in de economie.
Ten derde, we moeten ons inzetten voor een zo sterk mogelijke vernieuwing van de processen en de producten van onze economie. Deze drie pijlers van het economisch beleid moeten ervoor zorgen dat Vlaanderen zijn kansen op wereldvlak, onder meer in Azië, in de toekomst zal kunnen grijpen. Minister Moerman heeft in China een strategisch document voorgesteld. Aan de implementatie van dit document is ondertussen trouwens al een timing verbonden. De Vlaamse Regering wil de kaap van de toekomst resoluut nemen. We willen in Azië actief zijn. We moeten hierbij zin voor realiteit aan de dag leggen en de kansen voor onze ondernemingen en voor onze werknemers vastberaden grijpen of beveiligen. (Applaus bij CD&V)
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. Hij verwijst terecht naar het initiatief dat minister Moerman heeft genomen. Ik wil nog een drietal aanvullende bemerkingen maken.
Azië is blijkbaar groot genoeg om er een premier en een minister-president gelijktijdig in te laten rondwaren. Dat is ook steeds mijn aanvoelen geweest. Ik vraag me enkel af of de gelijktijdigheid van de bezoeken op voorhand is afgesproken.
Een paar actiepunten van minister Moerman schuiven de idee naar voren om ook hier bedrijvencentra tot stand te brengen. Ik neem aan dat de minister-president het bedrijvencentrum van Shanghai heeft bezocht. Een aantal Vlaamse bedrijven hebben het initiatief genomen om de markt te verkennen zonder volledig op eigen benen te moeten staan.
We krijgen vaak de kritiek dat Europese bedrijven en regeringen voor interesse voor de zogenaamde coastal zone tonen. We concentreren ons vooral op steden als Beijing, Sjanghai, Guandong of Hong Kong. Is dit onderwerp ditmaal weer ter sprake gekomen? Hebben de Chinese autoriteiten er weer op aangedrongen om ook dieper in het binnenland initiatieven te nemen? Dit is uiteraard van de private actoren ter plaatse afhankelijk. Ik herinner me dat dit acht jaar geleden ter sprake is gekomen. Misschien bestaat die bekommernis ginds nog steeds.
Minister Moerman zal zeker nog een aanvullend antwoord met betrekking tot de bedrijvencentra in het algemeen en de bedrijvencentra van Sjanghai in het bijzonder geven.
De premier en ik hebben Azië gelijktijdig bezocht. We wisten dit uiteraard van elkaar. We hebben hierover overleg gepleegd. De notionele interest is een vrij belangrijke maatregel om de aantrekkelijkheid van ons land voor investeerders te verbeteren. Ik vind het maar normaal dat we trachten deze maatregel door het organiseren van een soort roadshow aan de man te brengen. In feite is Singapore het enige land dat we allebei hebben aangedaan. Voor de premier van Singapore vormde het alleszins geen enkel probleem om op korte tijd verschillende Belgische en Vlaamse politici te ontmoeten. Ten gevolge van de inspanningen die onze voorgangers hebben geleverd, zijn België en Vlaanderen in Singapore vrij bekend.
De Chinese ambassadeur heeft de tegenstelling tussen de coastal zone, in hoofdzaak de streek tussen Beijing en Sjanghai, en het binnenland de afgelopen maanden nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. Ik heb haar toegezegd om ook Shenyang, een provinciestad in het binnenland, te bezoeken. Dit is natuurlijk een provinciestad naar Chinese maatstaven. We hebben ginds afspraken over de betrokkenheid van de Chinese provincies gemaakt. De aanwezigheid op de Accentabeurs volgend jaar moet Shenyang in het gezichtsveld van de Vlaamse economie plaatsen. De bekommernis blijft alleszins bestaan. De ontwikkeling van de kust moet tot een globale ontwikkeling van heel China leiden.
Er wordt in de pers vaak gesproken over de complexiteit van onze instellingen waarbij wordt gewezen op de tegenstellingen tussen Vlaanderen en België. Iedereen kiest zijn niveau, ook in de journalistiek. Ik heb daar alle respect voor, maar ik heb er wel een mening over. In heel wat gesprekken was het noch voor mij noch voor de Chinese gesprekspartners evident om duidelijk te maken waar de precieze beslissingsmacht in China ligt: bij het centrale gezag, bij de partij, bij de provincie, bij het district, bij de municipality of bij speciaal opgerichte overheden. Er is dus zeker ook in China complexiteit op het vlak van de bevoegdheidsverdeling.
Mijnheer Van den Brande, we hebben dat bedrijvencentrum in Shanghai reeds vorig jaar bezocht en het zat vol. Een element van de Chinastrategie is precies om ervoor te zorgen dat het daar niet bij blijft. Ik weet dat u dat acht jaar geleden hebt geopend, en het is tot dusver bij dat ene initiatief gebleven. Het is de bedoeling van de strategie om ook elders dergelijke centra op te richten voor Vlaamse bedrijven. Er zijn in China ongeveer 200 kleinere provinciesteden met meer dan een miljoen inwoners. Er is volgens mij plaats om ook in andere gebieden, buiten de platgetreden paden van Peking en Shanghai, over te gaan tot de oprichting van dergelijke centra. Die gebieden zijn hier minder bekend, maar hebben een jaarlijkse groei tot 18 percent. Soms heeft er zich zelf s al een enkele eenzame Vlaamse vogel gevestigd. In het kielzog daarvan kunnen er waarschijnlijk goede zaken worden gedaan.
We moeten voor Chinese bedrijven die in Europa willen investeren - en geloof me dat dit er veel zullen zijn binnen afzienbare tijd - ook een bedrijvencentrum in Vlaanderen oprichten. Er is plaats op enkele bedrijvencentra en we hebben de uitvoering voor 2006 gepland. Trouwens, voor elke actie uit de Chinastrategie is zowel in een tijdsbepaling als begroting voorzien.
Mevrouw de minister, ik kan u enkel feliciteren met het feit dat u doet wat er gedaan moet worden. U zegde daarnet dat het destijds bij dat ene centrum is gebleven. Ik betreur het dat men tussen 1999 en 2004 niet op die lijn is doorgegaan. U bewandelt de juiste weg om de banden in de twee richtingen te versterken.
Het incident is gesloten.