Verslag plenaire vergadering
Verslag
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, wij beleven een tijd die alle politieke verantwoordelijken en alle geledingen van de samenleving voor bijzonder belangrijke uitdagingen en verantwoordelijkheden plaatst. De almaar versnellende verandering is zowat de enige zekerheid. De globalisering bedreigt onze economische en sociale verworvenheden. De toenemende vergrijzing vergt dat we nu de nodige hervormingen doorvoeren. De noodzakelijke sociale en ecologische duurzaamheid zijn verre van bereikt.
De Vlaamse Regering wil niet besturen met de rug naar de toekomst, maar integendeel - zeker bij tegenwind - resoluut de leiding nemen en de juiste richting aangeven. De gedrevenheid, de moed en de werkkracht van zovelen hebben ons gebracht waar wij nu staan, in een welvarend Vlaanderen. Collega's, die kracht en moed hebben wij nu meer dan ooit opnieuw nodig.
De Vlaamse Regering heeft een samenhangend project en een duidelijke en ambitieuze beleidslijn uitgetekend voor de komende 4 jaar. Er is bovendien werk gemaakt van een nauwkeurige cijfermatige en budgettaire onderbouw van het regeerprogramma voor de volledige regeerperiode. Deze algemene beleidsverklaring is dus niet zomaar een opsomming van intenties, maar een gemotiveerd onderbouwd programma met een verzekerde financiering.
Collega's, onze gezamenlijke werkzaamheid bepaalt de haalbaarheid van onze maatschappelijke ambities. Het zal inderdaad in belangrijke mate van onze economische prestaties afhangen of wij vertrouwen in de toekomst kunnen hebben. De Vlaamse Regering wil daarom prioritair, bij voorrang, de economische slagkracht van Vlaanderen versterken.
Gegeven onze huidige bevoegdheden wensen wij maatregelen te nemen en resultaten te boeken op vijf duidelijk afgebakende domeinen die op een beslissende wijze de toekomstige economische slagkracht van Vlaanderen bepalen. Ten eerste willen we het ondernemerschap en de bedrijfsinvesteringen bevorderen. Ten tweede willen we onze economie diepgaander en sneller vernieuwen. Ten derde willen we de logistieke troeven, die samengaan met onze geografische ligging, beter uitbuiten. Ten vierde willen we meer en betere kansen geven aan alle talenten. Ten vijfde willen we de werkzaamheid in Vlaanderen verhogen door een betere werking van de arbeidsmarkt.
Collega's, de Vlaamse Regering wil actief het ondernemerschap bevorderen en de bedrijfsinvesteringen stimuleren. De contacten van de Vlaamse overheid met starters, ondernemers en investeerders worden daarom vanaf 1 januari aanstaande gestroomlijnd via het Vlaams Agentschap Ondernemen, dat - ontplooid over heel Vlaanderen - via een eenloketsysteem en accountmanagement voor complexe dossiers het uniek aanspreekpunt voor bedrijven wordt. Daarnaast maken we werk van concrete vereenvoudigingen, zoals de integratie van de bouw- en milieuvergunning en de integrale milieuvoorwaarden.
Voor startende bedrijven komt er een goede omkadering en voorwaarden die hen toelaten te groeien. Om de toegang tot financiering te vergemakkelijken, werd een hele waaier van instrumenten uitgewerkt. De ARKimedes-regeling, die door de markt zeer goed onthaald werd, en de vernieuwde waarborgregeling zijn al operationeel. In de komende maanden wordt verder uitvoering gegeven aan de Vriendenlening, het Innovatiefonds, het NRC-fonds en het Fonds Vlaanderen Internationaal.
Met de ondernemerschapsportefeuille zullen wij het aanbod van steunmaatregelen eenvoudiger en transparanter maken. Deze portefeuille is gebaseerd op een evaluatie van de relevante cheque-instrumenten. Dit sluit aan bij de initiatieven inzake bedrijfsfinanciering, bevorderen van ondernemerschap en stimulering van innovatie.
Wij willen er inderdaad meer KMO´s toe brengen hun bedrijfsvoering te professionaliseren door de inkoop van ondernemerschapsbevorderende diensten te stimuleren. Hierover wordt verder overleg gepleegd.
De industrie is vandaag en ook morgen essentieel voor onze welvaart en tewerkstelling. Een eigentijds industrieel beleid impliceert dat de Vlaamse Regering bij het uitstippelen van haar flankerend beleid meer systematisch aandacht heeft voor de specifieke positie van de industrie. Wij moeten, mede in overleg met de federale regering, de bestaande industriële basis versterken, actief nieuwe toekomstgerichte activiteiten stimuleren en gericht zoeken naar buitenlandse investeerders. Enige tijd geleden hebben wij samen met de federale regering een rondetafelconferentie georganiseerd over de noden in de automobielsector. Deze succesvolle sectorgerichte aanpak zal ook voor een aantal andere sectoren zoals de chemie worden toegepast.
De toeristische sector is een vaak onderschatte factor van werk en welvaart. Wij moeten het draagvlak voor het toerisme in Vlaanderen verbreden en verankeren. Wij zullen onder meer de troeven van onze Vlaamse kunststeden uitspelen en proactief optreden bij de verkenning van nieuwe markten.
Het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, het Flanders Investment and Trade moet alle vormen van internationaal ondernemen ondersteunen. De task force Buitenlandse Investeringen zal coherente voorstellen doen aan de kandidaat-investeerder, zorgen voor overleg en co?rdinatie binnen de overheid zelf en knelpunten bij het aantrekken van investeringen opsporen en aanpakken.
Vanuit de Vlaamse Regering zelf wordt actief de dialoog met belangrijke internationale ondernemingen opgevolgd. Met het oog op een meer bedrijfsvriendelijke fiscaliteit start de Vlaamse Regering in de loop van 2006 met de besprekingen over een globaal fiscaal pact met de gemeenten en de provincies.
De vernieuwing van onze economie is essentieel voor het behoud van onze welvaart. We moeten weten dat de wereld noch Europa op ons zitten te wachten. Ons concurrentievermogen hangt? - naast elementen die tot de bevoegdheid van de federale regering behoren - in belangrijke mate af van de innovatie van onze producten en processen. Wij hebben superieure en nieuwe producten en diensten met een hoge toegevoegde waarde nodig. Ook de zogenaamde lageloonlanden zetten, meer en sneller dan we voor mogelijk hielden, in op technologische ontwikkeling. Wij zullen daarom in overeenstemming met het innovatiepact, de inspanningen voor onderzoek en ontwikkeling sterk verhogen zodat deze tegen 2009 in jaarlijkse begrotingsmiddelen 200 miljoen euro hoger zijn dan nu.
Daarbovenop komen de extra middelen die binnen de Vlaamse Participatiemaatschappij worden vrijgemaakt in een Innovatiefonds met 150 miljoen euro werkkapitaal. Wij zullen bovendien onze inspanningen terzake systematisch en continu opvolgen.
Onderzoek en ontwikkeling hangen uiteraard ook af van het menselijke potentieel. Het Odysseusprogramma zal uitstekende Vlaamse en buitenlandse onderzoekers die momenteel in het buitenland werken, toelaten aan een Vlaamse universiteit een onderzoeksgroep uit te bouwen. Het Methusalemprogramma zal een langetermijnprogrammafinanciering bieden aan internationaal erkende Vlaamse onderzoekers.
Er wordt voorzien in een coherent beleidskader en in steun aan Competentiepolen en Strategische Onderzoekscentra. Wij hebben nood aan ?vraaggedreven kennissokkels´ voor belangrijke bedrijfssectoren. Het concept open innovatie staat hierbij centraal, met samenwerking en dialoog tussen bedrijven en kennisinstellingen. Het project Flanders´ Future moet alle, ook de niet-technologische, aspecten van innovatie begeleiden en tevens sensibiliseren voor technologie en wetenschap, innovatie, creativiteit en design, ondernemerschap en internationaal ondernemen.
Vlaanderen is als toegangspoort voor de Europese Unie uniek gelegen, en heeft daardoor een uitgesproken logistieke roeping. De versterking van onze logistieke troeven is daarom essentieel. Een duurzame ontwikkeling van onze infrastructuur veronderstelt investeringen in zee-, lucht- en binnenhavens, waterwegen, spoorwegen, multimodale platformen, wegen en het vervoer van personen en goederen. Wij blijven in de komende jaren dan ook verder investeren in het Masterplan Mobiliteit Antwerpen, in de ontsluiting van de havens van Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende met meer en bijzondere aandacht voor een goede spreiding van het voor- en natransport over de verschillende vervoersmodi.
De met de federale regering afgesproken spoorinvesteringen zijn hierbij van belang. Maar er wordt ook voorzien in bijkomende maatregelen voor de estuaire vaart en de binnenvaart, onder meer op het Albertkanaal, het Zeekanaal en de Leie. In het kader van het Limburgplan wordt werk gemaakt van de Noord-Zuidwegverbinding. De infrastructuurinvesteringen waarin we hebben voorzien, belopen meer dan 1 miljard euro per jaar. Het wegennet in Vlaanderen telt 24 missing links. Via publiek-private samenwerking willen we tijdens deze legislatuur minstens een derde van deze ontbrekende schakels realiseren.
De terechte zorg voor een aanvaardbaar evenwicht tussen de expansie en de leefomgeving mag de duurzame ontwikkeling van de internationale luchthaven van Zaventem, de tweede belangrijke Vlaamse economische poort, niet verhinderen. Daarom hebben we een aanvang genomen met het Start-programma. Dit programma is opgebouwd rond vier krachtlijnen, namelijk een betere ontsluiting van de luchthaven en de regionale mobiliteit, de sanering van vervuilde bedrijfsgronden, het creëren van ruimte voor nieuwe activiteiten en het nemen van specifieke maatregelen inzake de regionale arbeidsmarkt. Daarnaast willen we komen tot een stabiel en rechtszeker kader voor de luchthavenuitbating en tot een strategische visie op de ontwikkeling van de luchthaven en van de regio. Vlaanderen zal als een constructieve partner verder voor een billijke en evenwichtige spreiding van de lasten ijveren. Nog voor het eind van dit jaar wordt de Vlaamse luchthavencommissie operationeel. Tegen het einde van dit jaar wordt een strategische visie op de regionale luchthavens ontwikkeld.
Het verhogen van onze economische slagkracht en het verbeteren van de tewerkstellingskansen van de Vlamingen is stellig ook afhankelijk van een krachtig beleid inzake onderwijs, vorming, opleiding en levenslang leren. We moeten alle talenten meer en betere kansen geven. De kwaliteit van ons onderwijs is in grote mate te danken aan hen die hiervoor dag in dag uit in het getouw zijn en die daarvoor ons respect verdienen. Goed onderwijs begint bij de lesgevers.
Ondanks deze kwaliteit baren de ongelijke prestaties ons zorgen. De verschillen tussen de besten en de zwakkeren zijn te groot. We hebben veel hooggeschoolden, maar ook te veel laaggeschoolden. De ongekwalificeerde uitstroom in het leerplichtonderwijs is te hoog. De participatie van jongeren aan het hoger onderwijs is te ongelijk verdeeld. Kinderen van hooggeschoolde ouders vinden voor 80 percent de weg naar het hoger onderwijs, kinderen van laaggeschoolde ouders vinden die weg maar voor 25 percent. Minder dan 10 percent van onze 15- tot 64-jarigen neemt deel aan het levenslang leren. Voor oudkomers met schoolgaande kinderen wordt een specifiek inburgeringstraject uitgewerkt. We zullen initiatieven nemen om de participatie aan het kleuteronderwijs te verhogen.
Het financieringssysteem van het leerplichtonderwijs zal worden gewijzigd en versterkt, met als uitgangspunt de noden van en de zorg voor elk kind. In de meerjarenbegroting is hiervoor in 200 miljoen euro voorzien. De versterking van het technisch en het beroepsonderwijs wordt doorgezet. Voor de verbetering van de basisinfrastructuur wordt voor 10 miljoen euro in bijkomende middelen voorzien.
We zullen op vrij korte termijn een ontwerp van decreet over de financiering van de hogescholen en de universiteiten indienen. Er komt een nieuw systeem dat de hogescholen en de universiteiten in eenzelfde financieringskader plaatst en rekening houdt met de flexibilisering van de studietrajecten. Tegelijkertijd is dit systeem op de rationalisatie van het aanbod en op de bevordering van de gelijke kansen gericht. Als er garanties voor een beter geordend aanbod zijn, komt er een eenmalige injectie voor de hogescholen van 25 miljoen euro, waarvan 12,5 miljoen euro in 2006.
De Vlaamse Regering zal het dossier van de lerarenopleiding op korte termijn aan het Vlaams Parlement voorleggen. We streven naar een verdere kwaliteitsverbetering van de verschillende lerarenopleidingen en naar meer samenwerking tussen de verschillende aanbieders.
Voor het volwassenenonderwijs komt er een ontwerp van decreet om de sector in het perspectief van het levenslang leren te moderniseren en budgettair te responsabiliseren. Via regionale samenwerkingsverbanden zullen de centra, die binnen de eigenheid van elk net blijven werken, hun programmatie op de regionale behoeften afstemmen.
Talenkennis is een economische troef die we moeten blijven uitspelen. Vooreerst blijft het meegeven van een goede kennis van het Nederlands een van de belangrijkste opdrachten van ons onderwijs.
De taal verschaft toegang tot onze cultuur en vergroot de kansen op de arbeidsmarkt. Talenkennis is trouwens ook de eerste voorwaarde voor inburgering.
Het bevorderen van meertaligheid speelt in op de uitdagingen van de kennismaatschappij. Vlaanderen scoort reeds hoog en heeft een uitstekende reputatie in talenonderricht, maar dit mag absoluut niet leiden tot zelfgenoegzaamheid. De geleverde inspanningen moeten op peil worden gehouden, worden versterkt en worden uitgebreid. Daarvoor is een grondige bezinning en overleg met het veld nodig.
Een betere werking van de arbeidsmarkt is absoluut noodzakelijk om onze werkzaamheidsgraad te verhogen. Er is de gekende paradox: terwijl de werkloosheid al te hoog blijft, blijven er in Vlaanderen veel vacatures openstaan. De vaardigheden die het onderwijs aanleert, moeten veel beter aansluiten op de vragen van de arbeidsmarkt. Ook via de maatregelen voor knelpuntberoepen geven we een antwoord bij deze paradox.
De toeleiding van werklozen naar een arbeidsplaats moet beter. Werkzoekenden worden op hun verantwoordelijkheid aangesproken en krijgen ook echte kansen via een traject dat naar arbeid en arbeidsmobiliteit leidt. Dit principe van de sluitende aanpak wordt in de praktijk systematisch verder uitgebouwd voor alle werkzoekenden.
De vergrijzing zal zich in Vlaanderen eerder dan in de andere gewesten doen voelen. Langer wachten is geen optie. Binnen onze bevoegdheden moeten wij alle instrumenten benutten om deze uitdaging het hoofd te bieden. Bijkomende initiatieven zullen worden genomen in overleg met de sociale partners en zullen vanaf 2006 van start gaan.
Willen we onze arbeidsmarkt dynamisch houden, dan moeten we meer kansen geven aan jongeren om in te treden, aan ouderen om aan de slag te blijven en aan allochtonen om een eerlijke kans te krijgen. Werklozen moeten we verder begeleiden op zoek naar jobs waarop de arbeidsmarkt wacht. Voor de uitvoering van het werkgelegenheidsakkoord maken we ook in 2006 24 miljoen euro vrij.
Onze arbeidsmarkt moet ook anticiperen op de vergrijzing. Dit vraagt op korte termijn fundamentele ingrepen. Ouderen moeten langer aan het werk kunnen blijven. Daarvoor werden instrumenten ontwikkeld die de overstap van werk naar werk, bijvoorbeeld bij herstructurering, vergemakkelijken. Er komt een groeipad voor de bemiddeling en begeleiding van oudere werkzoekenden: op hun maat, rekening houdend met hun verworven competenties en vooral met voldoende aandacht voor de toegankelijkheid van de vacaturemarkt. Dit alles mag de aandacht voor jongeren, allochtonen en personen met een handicap niet verdringen.
Wij zullen voor jongeren, boven op de inspanningen die we doen inzake de sluitende aanpak, bijkomende initiatieven ontwikkelen in partnerschap met steden en gemeenten die geconfronteerd worden met een hoge en hardnekkige jeugdwerkloosheid. Er komt ook een extra inspanning inzake de sociale economie: extra jobs voor jongeren en ouderen als opstap naar de arbeidsmarkt via jobcreatie in de invoegeconomie en/of in de lokale diensteneconomie. Daarvoor wordt in een specifiek decretaal kader voorzien.
Er is ook nog een enorm arbeidspotentieel bij allochtonen. Sommigen vinden de weg niet naar de arbeidsmarkt door taalachterstand of door een te lage scholing, maar in veel gevallen krijgen ze op de arbeidsmarkt ook niet de kansen die hun toekomen. Daarom moeten we investeren in opleiding en vorming op maat. Het inburgeringsbeleid moet nieuwkomers op korte termijn naar arbeidsmarktbegeleiding en verdere scholing kunnen leiden. De overheid moet in haar eigen personeelsbeleid een voorbeeldfunctie opnemen inzake gelijke kansen. Ook de sociale partners in de privé-sector hebben hierbij een opdracht.
De tewerkstellingsmogelijkheden voor personen met een arbeidshandicap worden verder uitgebreid. De toets naar hun evenredige vertegenwoordiging wordt systematischer ingebouwd. In nauw overleg met de betrokken actoren streven we naar een inclusief werkgelegenheidsbeleid.
Wij zoeken een antwoord op de moeilijke economische situatie van de beschutte werkplaatsen en hun structurele beheersproblemen. Wij bereiden een eenheidsdecreet voor, waarin we trachten te komen tot één sector van aangepaste tewerkstelling.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, te vaak blijkt een werkloosheidsuitkering financieel aantrekkelijker dan werk. Ons fiscaal systeem bevat door de verschillende behandeling van arbeids- en vervangingsinkomens een werkloosheidsval. Door de voorziene lastenverlaging zullen in 2007 Vlamingen wier activiteitsinkomen een maximumdrempel niet overschrijdt, 125 euro belastingsvermindering genieten. Het gaat over 1 miljoen beroepsactieve Vlamingen. Deze verlaging wordt in 2008 opgetrokken tot 150 euro en wordt vanaf 2009 uitgebreid voor alle werkende Vlamingen tot 200 euro. Het ontwerp van decreet in die zin wordt in de loop van dit jaar ingediend bij het Vlaams Parlement.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, uit het voorgaande blijkt de visie en de aanpak die we voorstaan om Vlaanderen sociaal-economisch beter te wapenen voor de uitdagingen en de kansen van vandaag en morgen. Inzetten op ondernemerschap en werkkracht, op innovatie en creativiteit, op onze logistieke troeven als toegangspoort tot de Europese Unie, op meer kansen voor alle talenten en op een betere werking van de arbeidsmarkt. Dit is de prioriteit.
Deze toekomstgerichte actie vergt de mobilisatie en bevrijding van alle opbouwende krachten en een aanscherping van onze identiteit als werk-, ondernemings- en investeringsland. In samenspraak met dit parlement en de sociale partners, en ondersteund door het project Flanders' Future, zal de Vlaamse Regering een actie voorbereiden die op het interne vlak alle krachten wenst te bundelen, en op het externe vlak een nieuwe impuls moet geven aan onze uitstraling binnen de wereldeconomie.
Deze regering wil ook op een meer doeltreffende manier de duurzaamheid van onze economische ontwikkeling verzekeren op het vlak van leefmilieu, energie en mobiliteit. Spaarzaam en verantwoord omspringen met natuurlijke bronnen en open ruimte, natuur en bos behouden en uitbreiden, veronderstellen doeltreffende maatregelen.
De hervorming van de watersector is ingezet. Deze hervorming zal mee leiden tot een versnelling in de uitbreiding van het rioleringsnet. Doelstelling blijft het sneller wegwerken van de achterstand in het zuiveren van het afvalwater. Een eerste uitvoeringsbesluit bij het decreet Integraal Waterbeleid werd definitief goedgekeurd zodat de overlegstructuren kunnen opstarten. Dit is een bijzonder belangrijke stap in de opmaak van de waterbeheerplannen. Hiermee is de basis gelegd voor de aanpak van wateroverlast, verdroging en waterverontreiniging. De reorganisatie van de watersector verloopt aan de hand van een geïntegreerd wateractieplan.
In het kader van de bodemsanering trekken we de beschikbare begrotingsmiddelen jaarlijks met 10 miljoen euro extra voor het bodemsaneringsfonds op. Een kaderdecreet voor sectorfondsen zal worden ingediend.
We zijn ten opzichte van de komende generaties verantwoordelijk voor de sanering van sterk vervuilde industriële sites. Deze brownfields zijn bovendien meestal goed gelegen en ontsloten. Om in permanente ruimte om te ondernemen te voorzien, zullen we naast het zorgvuldig aansnijden van nieuwe bedrijventerreinen, bestaande al dan niet vervuilde sites herontwikkelen. Hiervoor wordt een nieuw decretaal kader uitgewerkt.
Mede door het recente arrest neemt de Vlaamse Regering alle noodzakelijke maatregelen om de Europese nitraatrichtlijn integraal toe te passen. De op 22 juli goedgekeurde visienota 'Naar een nieuw mestbeleid in Vlaanderen' is de basis voor het vernieuwde Mestdecreet dat erop gericht zal zijn om de verontreiniging door nitraten te verhelpen en te voorkomen. Dit nieuwe Mestdecreet moet meer resultaatgericht, transparanter en eenvoudiger zijn. Daarbij wordt uitgegaan van een nieuw concept met flexibele zones. De komende weken zullen uitwijzen of dit nieuwe concept door de Europese Commissie wordt aanvaard.
Eind 2005 komt er een voorontwerp van handhavingsdecreet. Dit zal het milieuhandhavingsbeleid organiseren en het sanctieapparaat harmoniseren. Strafrecht en administratieve sancties zullen op gepaste wijze worden ingezet. Dit is het sluitstuk van de omzetting van de Europese richtlijn over de aansprakelijkheid van bedrijven.
De schaarsheid, het hoge prijsniveau en het volume van het huidige verbruik van energie nopen tot een versterking van de investeringen in rationeel energiegebruik, warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energiebronnen. We moeten ook meer inspanningen leveren voor de verwezenlijking van de Kyoto-norm inzake CO2-uitstoot. Die noodzakelijke inspanningen moeten worden gedragen door alle partijen: gezinnen, ondernemingen en overheid.
Het verbeteren van de energie-efficiëntie is daarbij prioritair. Per 1 januari aanstaande treedt het Energieprestatiedecreet voor gebouwen in werking. Naast het al bestaande benchmarkingconvenant zal voor de middelgrote energie-intensieve bedrijven het auditconvenant worden opgestart. Bedrijven die toetreden verbinden er zich toe om verder te gaan dan de wettelijke verplichtingen. Dit is een proactieve aanpak.
We bereiden ondertussen het volgende toewijzingsplan voor verhandelbare emissierechten voor 2008 tot 2012 voor. Dit gebeurt in overleg met de bedrijven en met het oog op verdere economische groei.
In het kader van het op te stellen actieplan 'reductie fijn stof' zal onder meer worden nagegaan in welke mate het gebruik en/of de aanschaf van minder milieubelastende wagens binnen een budgettair neutraal kader kan worden bevorderd en hoe snelheidsregimes en doorstroming tot de reductie van milieuvervuiling kunnen bijdragen.
De investeringssteun in land- en tuinbouw en in visserij zal worden gebonden aan eisen inzake duurzaam energiegebruik. In afwachting van de uitvaardiging van federale fiscale maatregelen wordt een geheel van maatregelen genomen om de productie en het gebruik van biobrandstoffen te bevorderen.
Voor de zomer ging de Vlaamse Klimaatconferentie van start, als aanloop naar het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012, dat dit najaar wordt opgestart. Zo bouwen we aan een ruim draagvlak. Er komt een actieplan voor rationeel energiegebruik in alle overheidsgebouwen. Door een versnelde vernieuwing van het gebouwenpatrimonium van de Vlaamse overheid of door de Vlaamse overheid gesubsidieerd zullen eveneens belangrijke energiebesparingen worden gerealiseerd.
De overheid moet zich inzake energiebeleid concentreren op haar hoofdopdracht: de goede uitbouw van de transport- en distributienetwerken verzekeren en aldus een ruime toegang van de priv-concurrentie tot de productie en de verkoop creren. De opwekking van hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling wordt ondersteund door vooral te zorgen voor een stabiele regelgeving en de hangende juridische betwistingen op te lossen, om zo rechtszekerheid te bieden aan genteresseerde investeerders. Onze ruimtelijke ordening moet proactief streven naar een duurzame en rechtszekere benutting van de ruimte. Prioritair is het doorzetten en afronden van de lopende afbakeningsprocessen in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
Onze regelgeving inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw is in de voorbije jaren meermaals gewijzigd en bijgestuurd. De decreetteksten zijn daardoor onoverzichtelijk geworden. We zullen daarom de bestaande decreten integreren in n enkel leesbaar, beter toegankelijk en afdwingbaar geheel.
Leefbaarheid hangt ook samen met mobiliteit. Op veel plaatsen is de toenemende verkeerscongestie een echte rem op de economische activiteiten en de goede werking van bedrijven. De Vlaamse Regering stelt nog dit jaar een plan woon-werkverkeer voor, gesteund op 3 pijlers: n aanspreekpunt voor bedrijven voor de woon-werkproblematiek, het opzetten van concrete pilootprojecten en het meer vraaggericht inzetten van het openbaar vervoer voor een betere ontsluiting van de bedrijfsterreinen.
Gebrek aan mobiliteit is vaak een belemmering voor volwaardige deelname aan het maatschappelijke leven. Het openbaar vervoer en een veilig fiets- en voetgangersbeleid moeten het verschil maken. In de meerjarenbegroting werd een jaarlijkse inspanning voorzien van meer dan 60 miljoen euro voor voet- en fietspaden. Inzake de systematische aanpak van zogenaamde zwarte punten op gewestwegen wordt de inspanning doorgetrokken a rato van 100 miljoen euro per jaar.
Tussen 2000 en 2005 is het percentage Vlamingen dat een minimumaanbod openbaar vervoer ter beschikking heeft, verhoogd van 50 naar 80 percent. In 2006 willen we dit optrekken tot 90 percent. In alle grote investeringsprojecten geven wij het openbaar vervoer een belangrijke plaats, zoals in het Masterplan Antwerpen. Bijkomend aanbod kan maar succes hebben als het openbaar vervoer betrouwbaar is. Een vlotte doorstroming is cruciaal. Vanaf volgend jaar gaan we de doorstromingsknelpunten structureel aanpakken. Daarvoor is vanaf
Er komt een actieplan voor verkeersslachtoffers. Verkeersveiligheid is essentieel voor een duurzaam mobiliteitsbeleid, en Vlaanderen kent nog altijd te veel verkeersslachtoffers. Permanente verkeers- en mobiliteitseducatie draagt bij tot veilig weggedrag. Specifieke bijscholings- en opleidingsmogelijkheden zijn wenselijk voor iedereen. Er komen verschillende initiatieven voor bijscholing en opleiding, waaronder de oprichting van een verkeerseducatief centrum in Limburg.
Voor het gebruik van de gewestwegen zullen wij het principe hanteren van de gebruiker betaalt. Zo betaalt de buitenlandse automobilist mee voor het gebruik van onze wegen. Het in te voeren wegenvignet zal voor de Vlamingen geen belastingverhoging met zich meebrengen.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, de Vlaamse Regering kiest er resoluut voor een investeringsregering te zijn. Goed en duurzaam beleid is financieel verantwoord beleid. Onze financile doelstellingen werden neergeschreven in de meerjarenbegroting. Naast belangrijke investeringen in de infrastructuur gefinancierd vanuit begrotingsmiddelen zullen wij op een realistische maar meer doorgedreven wijze gebruik maken van publiek-private samenwerking en andere vormen van alternatieve financiering. Wij doen dit zonder de toekomst bijkomend te bezwaren aangezien wij tegelijkertijd verder de schuld afbouwen. In zijn geheel voorzien wij een budgettaire impuls van meer dan 2 miljard euro.
Daartoe wordt in de schoot van de Participatiemaatschappij Vlaanderen een Infrastructuurfonds opgericht met een werkkapitaal van 150 miljoen euro. Dit Fonds zal een hefboomeffect hebben op onze investeringen in grote infrastructuren maar ook op andere domeinen.
De investeringsnoden voor scholenbouw overschrijden momenteel 1 miljard euro. We willen ze aanpakken via zowel reguliere als via alternatieve financiering. Er komt daartoe een extra inspanning in de begroting, die in 2009 75 miljoen euro per jaar zal bedragen. Wij besteden hierbij, zoals gezegd, bijzondere aandacht aan een rationeel energiegebruik.
Ook de zorgsector kampt met dringende infrastructuurnoden. De uitbreiding en de kwalitatieve verbetering van de infrastructuur worden afgeremd door de zeer omvangrijke wachtlijsten bij het VIPA. Die worden vanaf 2006 weggewerkt via alternatieve financiering. Dat is trouwens ook zo voor de ziekenhuissector.
De inspanningen op het vlak van de socialewoningbouw zijn nooit zo hoog geweest als nu. We zijn de grootste bouwheer van Vlaanderen. Toch zijn, gelet op de vraag, ook hier extra inspanningen nodig. Daarom wordt voorzien in 18,5 miljoen euro extra voor PPS, en wordt de huidige wachtlijst van bouwdossiers via alternatieve financiering versneld weggewerkt.
Ook op het vlak van het openbaar vervoer, de culturele en de toeristische infrastructuur zullen alternatieve financieringstechnieken toelaten om belangrijke projecten te realiseren.
Elke mens telt. Elke mens heeft recht op welzijn en gezondheid. Noodzakelijke economische hervormingen moeten hand in hand gaan met de versterking van ons sociaal beleid. Een samenleving gaat vooruit in de mate dat zij levenskwaliteit waarborgt voor zo veel mogelijk - voor alle - mensen.
Het antwoord op de groeiende behoeften aan zorg en welzijn creëert volwaardige economische activiteit en werkgelegenheid. Anderzijds zal de noodzakelijke toename van de activiteitsgraad de vraag naar professionele zorg verder doen toenemen. Wie zorg nodig heeft, moet kunnen rekenen op onze gemeenschapsvoorzieningen. Tekorten in het aanbod moeten worden weggewerkt; wachtlijsten voor investeringen opgelost. Zorgverstrekkers moeten hun taak kunnen vervullen onder goede voorwaarden en zonder onwerkbare werkdruk.
Binnen een duidelijk kader moet er ook ruimte zijn voor marktwerking. Uiteraard moet ook het netwerk van mantelzorgers en vrijwilligers voluit zijn rol kunnen spelen.
Voor de personen met een handicap werken wij verder aan een ruimere en betere dienstverlening. Hun tewerkstellingsmogelijkheden worden uitgebreid. We breiden het aantal plaatsen in de residentiële, semi-residentiële en ambulante sector uit, en kennen aan enkele honderden personen meer een persoonlijk assistentiebudget toe.
Kwantitatieve groei is nodig, maar we willen ook de kwaliteit van het aanbod verfijnen en beter afstemmen op de diversiteit van de noden. De zorgregistratie wordt geoptimaliseerd. Met het project zorggradatie differentiëren we daarom de hulpverlening voor personen met een handicap in functie van hun noden.
Meer dan 150.000 mensen genieten vandaag van een tegemoetkoming van de zorgverzekering. De Vlaamse regering zal de betaalbaarheid ervan verzekeren. Op korte termijn is via de regularisatieoperatie de reservevorming van 25 miljoen euro gegarandeerd.
Het Vlaams akkoord voor de social-profit- en de non-profitsector besteedt aandacht aan de uitbreiding van het aanbod, aan de arbeidsvoorwaarden van de werknemers van de sector en aan de vragen vanuit het management. Het creëert over de looptijd van het akkoord bijkomend werk voor ongeveer 4200 mensen. De uitvoering van dat akkoord is een belangrijk agendapunt voor de komende periode.
Het gezin verdient als basiscel van de samenleving ondersteuning. De impact op het gezin moet een permanent aandachtspunt zijn bij het nemen van maatregelen. Om gezin en werk beter te combineren, moeten we het aanbod van ondersteunende diensten voor gezinnen verruimen. Zo bouwen we bijvoorbeeld de flexibele en occasionele kinderopvang beter en ruimer uit, ook buiten de collectieve voorzieningen. De ministers van Gezin en Sociale Economie zullen terzake een actieprogramma uitwerken.
Wij moeten ook tegemoetkomen aan de behoefte aan opvoedingsondersteuning. Daar waar de draagkracht van gezinnen aangetast is, dient er ingegrepen te worden om problematische situaties te voorkomen.
Het decreet interlandelijke adoptie wordt aangevuld met een nieuwe regelgeving voor de binnenlandse adoptiediensten. Wie overweegt om adoptieouder te worden, verdient immers niet alleen waardering maar ook een professionele ondersteuning.
Ook in de bijzondere jeugdzorg stijgen de noden. Wij breiden de capaciteit uit, met specifieke aandacht voor extreem moeilijke jongeren en niet-begeleide minderjarigen. Als het federaal jeugdrecht gewijzigd is, zullen wij ons opvangbeleid aanpassen. Daarbij zal het herstelgericht werken vooropstaan.
Armoede is een kanker die de sociale samenhang aanvreet. De preventie moet worden versterkt, met nog meer aandacht voor de versterking van de weerbaarheid van mensen. Het actieplan tegen armoede tekent de lijnen uit voor een adequate, algemene aanpak en strategie.
We willen meer gelijke kansen in de samenleving. We streven naar een juridische verankering van het principe van gelijke kansen, door een algemeen kaderdecreet inzake antidiscriminatie en een aanpassing van het decreet inzake de evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen. Via de open coördinatiemethode neemt elke minister zijn verantwoordelijkheid op. Een Vlaams Ministerieel Comité voor Gelijke Kansen zal de strategische doelstellingen en actieplannen bekrachtigen. In de aanloop van de lokale verkiezingen zullen specifieke acties worden ontwikkeld om een betere vertegenwoordiging van diverse kansengroepen mogelijk te maken. Daarnaast zal in het gelijkekansenbeleid bijzondere aandacht gaan naar maatregelen die het zogenaamde glazen plafond en de loonkloof tussen mannen en vrouwen kunnen doorbreken.
Wonen is een grondrecht. Iedereen heeft recht op een betaalbare, kwalitatieve woning. Vandaag is 74 percent van de Vlamingen eigenaar van zijn woning. We willen dit hoge cijfer behouden en zelfs verhogen door een aangepast, daarop gericht woonbeleid. Sociale huurders krijgen de kans om na verloop van tijd hun woning te kopen en we blijven sociale koopwoningen op de markt brengen. De grote inspanning inzake het bouwen van sociale woningen wordt voortgezet. Daarbovenop wordt via alternatieve wegen gezorgd voor een extra aanbod. Aan het Vlaams Woningfonds wordt een bijkomende leningsmachtiging van 100 miljoen euro toegekend, om gezinnen met een modaal inkomen toch in staat te stellen hun gezinswoning in eigendom te verwerven.
Wijzigingen aan de Vlaamse Wooncode en een vernieuwd sociaal huurbesluit zullen meer evenwicht brengen in de rechten en plichten van de sociale huurder en meer autonomie geven aan de lokale spelers. Er zullen maatregelen worden genomen om de doorlooptijd voor nieuwe sociale woningen drastisch te verkorten. Door een grondige herziening van het financieringsstelsel zullen de socialehuisvestingsmaatschappijen opnieuw meer zuurstof krijgen om te investeren in nieuwe projecten en in de leefbaarheid van de sociale woonwijken. In het kader van de vergrijzing geven we ook aanmoedigingen aan nieuwe woonvormen. Om de kwaliteit van de privé-huurwoningen te verbeteren, zal de strijd tegen huisjesmelkerij worden opgevoerd.
De Vlaamse Regering beschikt in 2006 over haar tweede Vlaamse jeugdbeleidsplan. Dit is gebaseerd op vertrouwen in de handelingsbekwaamheid van jonge mensen, respect voor hun rechten én voor hun verantwoordelijkheden. Dit plan formuleert doelstellingen voor een concrete beleidsvoering, waaronder een nieuw en krachtig jeugdinformatiebeleid. Ook via het cultuurbeleid moeten we de Vlamingen aanzetten tot participatie en ook tot durf, creativiteit en risico. Wij werken rond vier aandachtspunten: de cultuurparticipatie verder verbreden en verdiepen, meer etnisch-culturele diversiteit, meer en betere internationale cultuuraanwezigheid en een snelle vermindering van de administratieve lasten voor de lokale besturen. Het Kunstendecreet reorganiseert en optimaliseert het aanbod van gezelschappen en kunstenaars. Met de cultuurindustrie creëren we weldra een nieuw beleidsinstrument. In de loop van deze regeerperiode wordt er bovendien een forse investering gedaan ten belope van 100 miljoen euro in de infrastructuur voor kunsten, sociaal-cultureel werk en erfgoed. De nodige beslissingen worden ook genomen voor de oprichting van een Vlaams Holocaustmuseum.
Door de gestage uitbreiding van bevoegdheden bestaat de regelgeving inzake de Vlaamse Monumenten en Landschappen uit een amalgaam van wetten, decreten en besluiten. Wij zullen dit geheel van teksten omvormen tot één omvattend onroerend-erfgoeddecreet. Het verenigingsleven is van groot belang voor onze samenleving. Het maakt mensen sterker en versterkt daardoor de samenleving. Daarom investeren we verder in het brede en diverse sociaal-culturele weefsel. Samen met de gemeentebesturen geven we het lokale cultuurbeleid nog meer slagkracht, middelen en impact. We ontwikkelen meer mogelijkheden voor de amateurkunstenaars om ten volle hun kwaliteiten zichtbaar te maken. Het actieplan inzake cultuurparticipatie moet nieuwe methoden aanreiken om zo veel mogelijk drempels te slechten.
De sportbeoefening is een belangrijke factor in de gezondheid en het welzijn van de mensen en is bovendien gemeenschapsvormend. Om dat sportklimaat te optimaliseren, worden in de komende jaren beduidend meer middelen gereserveerd: 2,5 miljoen euro extra in 2006, 4 miljoen euro extra in 2007 en bijna 8 miljoen euro extra in 2008. Daardoor kunnen federaties en topatleten beter worden omkaderd en begeleid. De aandacht voor sport voor allen wordt in 2006 geconcretiseerd in een nieuw decreet voor het lokale en regionale sportbeleid.
Een laagdrempelige toegang tot de media is een motor van kennisspreiding. We willen daarom in de toekomst de digitalisering van de media in Vlaanderen alle kansen geven.
Een volwaardige regulator zal toezien op de naleving van de mediawetgeving. Aan de VRT werd gevraagd om werk te maken van verrijkte inhoud, interactiviteit en het aanbieden van een teletheek. Een geactualiseerd regelgevend kader en de nieuwe beheersovereenkomst moeten leiden tot een gewaarborgd sterke en kwalitatieve openbare omroep in een snel evoluerende en convergerende omgeving, mee vormgegeven door de Europese Unie.
De diversiteit in onze steden en gemeenten stelt de sociale samenhang op de proef, maar biedt ook kansen. Dat vergt een actief optreden van de Vlaamse overheid en van de lokale besturen. Samenlevingsproblemen moeten worden blootgelegd en aangepakt. Daarom maken we middelen vrij voor lokale initiatieven ter ondersteuning van inburgering. De doelstelling is steeds de actieve participatie van eenieder aan een samenleving met een voldoende sociale samenhang. Dat kan alleen op een gemeenschappelijke basis van waarden en normen.
Een grondige herziening van het inburgeringsdecreet zal aan het parlement worden voorgelegd. Centraal daarin staat de uitbreiding van de inburgeringsplicht naar vrijwel alle nieuwkomers die zich permanent in Vlaanderen komen vestigen en niet op de arbeidsmarkt actief zijn. Door een systeem van administratieve sancties moet de inburgeringsplicht ook effectief afdwingbaar worden. De meerjarenbegroting voorziet in een verdubbeling van de middelen voor inburgering tegen het einde van de legislatuur.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, we zijn vastbesloten om de slogan uit het regeerakkoord uit te voeren. We moeten vasthouden en loslaten: 'vertrouwen geven, verantwoordelijkheid nemen'. Wie initiatief neemt, wordt al te vaak geremd door al te star overheidsoptreden. We moeten daarom resoluut kiezen voor partnerschap, dat initiatiefnemers bevrijdt van lasten, maar hen verzekert van een ondersteunende overheid, die vasthoudt waar het moet en ook loslaat waar het kan.
Naast de vele troeven en mogelijkheden van Vlaanderen, bepaalt de kwaliteit en de kostprijs van het overheidsoptreden in toenemende mate ons concurrentievermogen. We moeten de randvoorwaarden scheppen en afdwingen: minder rechtstreekse speler zijn, maar meer organisator, begeleider en bewaker. We willen deze rol ernstig nemen: doelstellingen bepalen en de realisatie ervan afdwingen. Soms bereikt men zijn doelstellingen sneller via overeenkomst dan via regels. Convenants, met ook door het parlement te beoordelen objectieve prestatiemeting, werken vaak beter dan dwang.
De Vlaamse Regering zal ook intern met haar administratie, binnen een vernieuwde organisatiestructuur, met beheersovereenkomsten werken. In 2006 gaat het project Beter Bestuurlijk Beleid definitief van start. Daartoe zijn 13 nieuwe beleidsdomeinen gedefinieerd en zijn de nodige besluiten genomen om de overgang van het personeel en de topambtenaren te regelen. Het sluitstuk van de hervorming, het raamstatuut dat de departementen en de agentschappen zal overkoepelen, zit in de eindfase.
Eenvoud werkt meestal beter. Eenvoudige, kwaliteitsvolle regelgeving is gemakkelijker toepasbaar en leidt tot meer rechtszekerheid en betere handhaving. We zetten het proefproject inzake de reguleringsimpactanalyse en de compensatieregel voor administratieve lasten voort met de ambitie bij de Europese koplopers van het reguleringsmanagement te behoren. In de toekomst zullen we meer investeren in concrete vereenvoudiging, zoals in de toeristische sector of de eenmalige perceelsregistratie in de landbouw, de harmonisering van de rechten van voorkoop, het op elkaar afstemmen van de bouw- en de milieuvergunning, zodat de vereenvoudiging voelbaar wordt op het terrein.
Wij willen e-government inzetten voor administratieve vereenvoudiging en lastenverlaging. De eenmalige gegevensopvraging ten aanzien van de burger is een prioritaire doelstelling. De informatica-infrastructuur zal hiervoor worden uitgebouwd. Rond concrete projecten wordt er met de Coördinatiecel Vlaams E-government gewerkt aan standaarden en richtlijnen voor een optimaal gebruik van deze infrastructuur.
Voor de lokale besturen wordt de modernisering van het juridisch kader verder afgewerkt. De gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 2006 zijn de eerste die de Vlaamse overheid organiseert. Het nieuw Gemeentedecreet is reeds een feit. Het Provinciedecreet en een decreet met wijzigingen aan de kieswetgeving kunnen nog in 2005 door het parlement worden behandeld. In 2006 volgt dan het OCMW-decreet. Autonomie en lokaal maatwerk, deregulering en professionele lokale besturen zijn ons doel.
In 2006 zal het ingezette project planlastenvermindering leiden tot reële resultaten voor de lokale besturen. Daarnaast zal worden gewerkt aan het samenbrengen van diverse administratieve handelingen en het verkorten van de termijnen.
Er zullen bovendien ook het komende jaar geen bijkomende verplichtingen worden opgelegd aan de gemeentebesturen zonder correcte financiering. Door voor de rest van de legislatuur de indexering van het Gemeentefonds vast te leggen op 3,5 percent hebben wij gezorgd voor een stabiele financiële omgeving. Voor 2006 zit er 1,7 miljard euro in het Gemeentefonds. Nooit ging er meer Vlaams geld naar de lokale besturen. In de meerjarenbegroting zijn in de tweede helft van de legislatuur middelen uitgetrokken voor een fiscaal pact met de gemeenten, met het oog op een meer bedrijfsvriendelijke fiscaliteit.
Wij zullen steden steunen die inzetten op een inclusieve aanpak over verschillende beleidsdomeinen, om de leefbaarheid van een buurt, een wijk, de stad te verhogen.
Voor de Brusselse Vlamingen zullen de eerste bijkomende middelen in de volstorting van het Vlaams Brusselfonds geconcentreerd worden ingezet. De Nederlandstalige gezondheidszorg in Brussel wordt versterkt, onder meer door een gezondheidsmanager en door het project 'Zorg.Net'. Er wordt een Vlaams Communicatiehuis voor en over Brussel uitgebouwd om de beeldvorming en uitstraling van het netwerk van de Vlaamse instellingen, organisaties en voorzieningen in de hoofdstad te verbeteren en te optimaliseren.
In 2006 wordt het tienjarige engagement van de Vlaamse Gemeenschap in het onderhoud van de gemeenschapsinfrastructuur in Brussel verlengd. Dit gaat samen met een evaluatie van het globale infrastructuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
In het kader van de Europese samenwerking heeft de Vlaamse Regering principieel beslist tot de oprichting van een Vlaams-Europees verbindingsagentschap. Dat zal bijdragen tot de versterking van de Vlaamse aanwezigheid in Europa en onze impact op de Europese besluitvorming verhogen. Volgend jaar zal dit agentschap operationeel worden.
Op 1 januari 2006 wordt het Agentschap Internationale Samenwerking officieel opgestart. Het kaderdecreet voor de Vlaamse Ontwikkelingssamenwerking zal dit jaar bij het Parlement worden ingediend.
Meer dan ooit vragen de maatschappelijke en economische vraagstukken een coherente en gecoördineerde aanpak. Binnen een complexe federale staatsstructuur zoals de onze, vergt dit bijzondere inspanningen en vaak een zeer complexe besluitvorming.
Enkele maanden geleden hebben wij met de federale overheid concrete afspraken gemaakt, die het ons mogelijk maken ons beleid doelmatig en efficiënt uit te voeren: de fiscale behandeling van de Vlaamse wedertewerkstellingspremie, de doorberekening van de Vlaamse lastenverlaging in de bedrijfsvoorheffing, de sociale Maribel, de intrekking van de eenzijdige maatregel inzake het vakantiegeld en een regeling voor het gebruik van bio-brandstoffen. Er werden toen ook concrete afspraken gemaakt over de begrotingsdoelstellingen van de deelstaten. Daarnaast werden de eerste hervormingen doorgevoerd tot verbetering van de overlegmechanismen in ons land. Dit gebeurde in het kader van de uitvoering van de beleidsverklaring van 18 mei jongstleden. Deze verklaring is uitgevoerd of in uitvoering. Een nieuwe omzendbrief ter verduidelijking van de omzendbrieven-Peeters werd verstuurd, en de voorwaarde van taalkennis voor uitvoerende mandaten werd in het goedgekeurde gemeentedecreet opgenomen. Binnen de meerjarenbegroting werd een concreet pad uitgetekend voor de voorziene financiële injecties in onderwijs, werk, ruimtelijke ordening en economie en in de vzw De Rand.
Er is beslist tot de hervorming van Vlabinvest en de bijkomende financiële injectie. Deze beslissing treedt in haar uitvoerende fase, de MUG Halle moet vorm krijgen. Een gemengde groep van zeven Nederlandstalige en Franstalige academici werd opgericht ter validatie van de Abafim-studie over de interregionale transfers. Daarnaast aanvaardde de Vlaamse regering vorige vrijdag de krachtlijnen van een akkoord met de Franse Gemeenschap, waarmee de overdracht van de Plantentuin van Meise eindelijk kan worden gerealiseerd.
Naar aanleiding van 25 jaar federalisme pleit de Vlaamse Regering voor het concept van het verantwoordelijk federalisme. Het pragmatisch gegroeide Belgisch samenwerkingsmodel kan slechts behoorlijk werken als dat binnen een coherent kader gebeurt, waarin iedereen elkaars bevoegdheden respecteert, met federale loyauteit.
De Vlaamse Regering heeft recent kennis genomen van de vragen die de andere regionale regeringen aan de federale regering hebben gesteld ter versterking van hun economisch beleid. Vlaanderen en Wallonië hebben echter eigen, specifieke problemen die om verschillende maatregelen vragen. Voor een echt krachtig beleid moeten wij werk maken van een verdere regionalisering en homogenisering van bevoegdheden, op het vlak van werkgelegenheid, arbeidsmarkt, wetenschap en innovatie en diverse economische instrumenten. Een kwaliteitsvol en efficiënt gezondheids- en gezinsbeleid veronderstelt evenzeer voldoende instrumenten, aangepast aan de eigen noden.
De versterking van de fiscale en financiële autonomie is een centrale hefboom voor zo'n eigen sociaal-economisch beleid. Financiële autonomie en verantwoordelijkheid slaan niet enkel op de uitgaven.
Ook aan de inkomenszijde moeten de deelstaten een grotere autonomie krijgen. Gezien beleidsbeslissingen van de deelstaten de kostprijs van de solidariteit beslissend beïnvloeden, is het evident dat zij daarvoor ook financiële verantwoordelijkheid moeten dragen. Wie goed presteert, moet daarvoor beloond worden. Dat is de kern van een verantwoordelijk federalisme en vormt de logische tegenhanger van het solidariteitssysteem in een federaal land. Deelstaten die inspanningen leveren om meer mensen aan het werk te helpen of de kosten in de gezondheidszorg te beheersen, moeten hiervoor van een inschakelingsbonus of een terugverdieneffect kunnen genieten. Wij willen hierover een concrete dialoog met de federale overheid.
Collega's, de Vlaamse Regering zal ook in het volgende jaar dit concept verder invullen binnen de huidige bevoegdheidsstructuur, maar blijft daarnaast uiteraard vragende partij voor nieuwe en noodzakelijke stappen in de staatshervorming. Het gaat dan om de uitvoering van de resoluties van het Vlaams Parlement van 3 maart 1999 en om de concretisering daarvan zoals in het regeerakkoord is bepaald.
Mijnheer de voorzitter, ik nodig het Vlaams Parlement hierbij uit om de krachtlijnen van een verantwoordelijk federalisme en de eigen grondrechten, bestuurlijke en financiële autonomie verder vorm te geven in de vooropgestelde commissie tot redactie van een eigen Vlaamse Grondwet.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, 22 jaar geleden, bij de start van Flanders Technology International, stelde de eerste Vlaamse minister-president Gaston Geens: 'Wij zullen moeten bewijzen dat wij wat we zelf doen, beter doen.' Collega's, deze uitspraak wordt al te vaak zelfgenoegzaam verkeerdelijk in verkorte vorm gebruikt. Ze geldt vandaag meer dan ooit.
Ik zei het bij de aanvang van deze regeringsverklaring: de uitdagingen van dit tijdsgewricht zijn groot en ze zijn bedreigend. Er is bovendien geen tijd te verliezen, want de toekomst wacht niet. Het is onze overtuiging dat wij de kracht hebben in Vlaanderen om de juiste en doeltreffende antwoorden te geven.
Ik heb u de krachtlijnen van ons beleid toegelicht. Het project van deze Vlaamse Regering wil bij voorrang door volgehouden langetermijnkeuzes de sociaal-economische slagkracht van Vlaanderen versterken. Daartoe willen wij op de eerste plaats een investeringsregering zijn, die investeert in ondernemerschap en werkzaamheid, in innovatie, in onderwijs, opleiding en vorming, in logistiek, mobiliteit en infrastructuur en in een beter werkende arbeidsmarkt. Enkel op die manier zullen we vandaag en in de toekomst kunnen waarborgen dat elkeen de zorg, de leefkwaliteit en de ontplooiingskansen krijgt waarop hij recht heeft.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, Vlaanderen en de Vlamingen hebben altijd al enorme mogelijkheden en krachten getoond om initiatief te nemen en op een gedreven manier een betere toekomst te bewerken.
Laten wij vanaf vandaag, vanuit de regering en het parlement Vlaanderen en de Vlamingen daartoe de juiste stimulansen en mogelijkheden geven. Vlaanderen op zijn best is wereldklasse. Laten we die ambitie opnieuw koesteren en waarmaken. Voor het beleid daartoe vraag ik u het vertrouwen. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)