Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde zijn de motie van de heer Stassen en mevrouw Vogels, en de motie van de dames Dillen en Van Steenberge en de heer Van Hauthem betreffende een belangenconflict.
De bespreking is geopend.
Ik roep de meerderheid op hun gezond verstand te gebruiken. Ik richt mij eerst tot sp·a-Spirit. Mevrouw Claes, die de behandeling van het wetsontwerp jeugdrecht volgt, reduceert het conflict tussen de federale en de Vlaamse Regering tot een onenigheid over wie baas mag spelen: Vlaams minister Vervotte of federaal minister Onkelinx. Zo vernedert ze iedereen die in Vlaanderen opkomt voor een nieuw jeugdrecht.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan de jongeren die uit handen gegeven worden niet altijd tot de harde kern behoren. Eén op vijf wordt al uit handen gegeven na één als misdaad omschreven feit. Meer dan de helft krijgt maar een voorwaardelijke straf, terwijl het de bedoeling is hen strenger aan te pakken. Jongeren die toch worden gestraft plegen achteraf sneller en zwaardere feiten dan jongeren die in het jeugdrecht blijven.
Federaal minister Onkelinx wil dat voorkomen door uithandengeving te koppelen aan aparte federale gesloten centra. Omdat het jeugdrecht niet volstaat verschijnen die jongeren voor een volwassenenrechtbank waarna ze toch in een jeugdinstelling terechtkomen. De heer Caron wees er gisteren terecht op dat de Franse Gemeenschap geen ideologisch maar een financieel debat voert. De aparte gesloten centra worden gefinancierd door de federale overheid. Wallonië zal nog meer en sneller doorverwijzen naar een gewone rechtbank. Het wordt helemaal pervers als die jongeren terechtkomen in een federaal gesloten centrum. De bijzondere jeugdzorg wordt opnieuw gefederaliseerd.
Sp·a-Spirit heeft meermaals gezegd dat de verouderde wet van 1965 waardig vervangen moet worden rekening houdend met het Kinderrechtenverdrag. Minister Onkelinx probeert het beschermingsmodel te bewaren, maar voegt daar allerhande aan toe opdat het enigszins in overeenstemming zou zijn met het Kinderrechtenverdrag. Op die manier krijgen we een gedrocht van een wet waarop nu al 70 amendementen zijn ingediend.
Deze ingewikkelde wet zal tot discussies leiden over de verdeling van de bevoegdheid over de bijzondere jeugdzorg. Vooral de jeugdbescherming zal daaronder leiden. Dat moeten we vermijden.
Ik begrijp evenmin waarom de VLD aanvaardt dat het vorige wetsontwerp, ingediend door minister Verwilghen, wordt gedumpt. Het huidige ontwerp van decreet zadelt Vlaanderen met extra kosten op. Ik vind het grof dat de meerderheid het voorstel van de oppositie afkeurt om de behandeling even stop te zetten om te overleggen met Vlaanderen.
CD&V heeft zijn nek ver uitgestoken in dit dossier. Na de BHV-crisis verklaarde minister-president Leterme bovendien dat Vlaanderen ernstig genomen wou worden op het federale niveau. Hij zegde uitdrukkelijk dat Vlaanderen betrokken bij worden bij de hervorming van het jeugdsanctierecht. Minister Onkelinx lacht daarmee. Zij wil maar praten als er een akkoord is in de Kamercommissie.
Ik snap mevrouw Merckx-Van Goey niet. Ook zij wil wachten tot er een definitief akkoord is. Dit is volgens mij het aangewezen moment om te praten. De Vlaamse Regering moet mee beslissen welke amendementen goedgekeurd worden. Ook mevrouw Stevens vindt het veel te vroeg. Volgens mij is het stilaan te laat.
Als we deze motie goedkeuren kunnen de Vlaamse en de federale regering toch pas overleggen nadat het wetsontwerp is goedgekeurd door de Kamercommissie. Vlaamse en federale regering gaan in ieder geval al akkoord om te overleggen na de goedkeuring door de Kamercommissie. Het resultaat is hetzelfde.
Ik wist niet dat daarover een akkoord bestond. Federaal minister Onkelinx wil maar praten na de goedkeuring. Een belangenconflict legt de bespreking niet stil, maar het is een duidelijk signaal dat we niet akkoord gaan. Misschien keuren de Vlaamse federale meerderheidspartijen dan wel het voorstel goed om de behandeling te schorsen en met de gemeenschappen te overleggen over de amendementen.
Mevrouw Merckx-Van Goey beweert dat een goedkeuring door de Kamercommissie niet betekent dat alles gerealiseerd is. Ik begrijp die opmerking niet.
Hoe komt het dat er geen formeel overleg is gepleegd met de Vlaamse regering? De Bijzondere Wet schrijft dat nochtans voor.
Ik heb uitgebreid en lang overlegd met federaal minister Verwilghen. Uiteindelijk zijn we op een njet van de PS gebotst.
Na 2003 is er niet meer overlegd. Op dat ogenblik was mevrouw Byttebier de bevoegde Vlaamse minister.
Dat klopt. Naar verluidt heeft de minister-president een brief geschreven zonder medeweten van de Vlaamse Regering. Of dat waar is, moet aan de VLD gevraagd worden.
Minister Byttebier moest voor 29 mei 2004 haar mening aan de federale regering te kennen geven, maar dat is niet gebeurd.
Dat was dan een fout, maar dat is een formalistisch argument. De federale regering kent het standpunt van de Vlaamse Regering al vijf jaar. Politiek fatsoen en legale ernst eisen grondig overleg vooraleer zo een belangrijk ontwerp, tegen de wil van alle Vlaamse partijen, dit parlement en het werkveld in, door de Kamer geduwd wordt. De toekomst van de jeugdbescherming staat op het spel.
Om alle misverstanden te vermijden wil ik erop wijzen dat het niet innemen van een standpunt tegen de vooropgestelde datum van 29 mei 2004 geen vergetelheid was. Dit punt werd op 28 mei door de vorige Vlaamse Regering geagendeerd, maar die regering besliste het punt tot na wederinschrijving te verdagen.
Het standpunt van het Vlaams Parlement was altijd duidelijk. De gemeenschappen nu horen, zou getuigen van een goed federaal bestuur.
Wij vervallen in een discussie over wie wat waar fout deed: dat heeft geen zin. De meerderheid van dit parlement deelt uw bekommernis: er ligt een slecht wetsontwerp voor. Laten we proberen het Vlaamse standpunt gezamenlijk uit te dragen.
Ik weet dat er in ieder geval overleg gepland is tussen het Vlaamse en het federale niveau; als daar geen resultaten geboekt worden; hebben we daarna nog altijd de mogelijkheid een belangenconflict in te roepen.
Inhoudelijk hebt u gelijk, maar laten we het overleg een kans geven.
Mevrouw Vogels treedt nu op als woordvoerder van alle Vlaamse partijen in de Kamer. Dat gaat mij te ver: ik dring erop aan dat zij enkel voor haar eigen fractie spreekt. We moeten hier niet het debat voeren dat in de Kamer thuishoort.
Ik spreek namens mijn fractie, maar ik mag de andere partijen wel aanspreken op wat ze doen. Voor de VLD spreken zou ik zelfs niet willen.
Het gaat hier om een wetsontwerp dat door de hele Vlaamse gemeenschap zal moeten uitgevoerd en gefinancierd worden. Als dit ontwerp wet wordt, zal het een grote meerkost betekenen. Het is dus normaal dat gemeenschappen en de federale overheid daarover overleggen voor de stemming in de Kamer. Ik geloof niet dat we nog veel kunnen doen na de goedkeuring, temeer daar twee partijen uit de Vlaamse meerderheid, sp·a en spirit, het mee zullen goedgekeurd hebben.
Het wetsontwerp dat in de Kamercommissie ter bespreking voorligt, is zeer slecht. Het kwam tot stand zonder voorafgaand overleg met de Vlaamse Regering, en houdt geen rekening met onze wensen en verzuchtingen. Toch heeft het verregaande consequenties voor Vlaanderen. Het evenredigheidsbeginsel wordt erdoor geschonden en het heeft verregaande financiële gevolgen, waardoor onze financiële autonomie en verantwoordelijkheid in het gedrang komen. Bovendien komt het niet tegemoet aan de overdracht van het volledige jeugdsanctierecht, zoals vastgelegd is in het Vlaamse regeerakkoord. Daarin wordt niet alleen gepleit voor een jeugdrecht dat niet alleen een herstellende, maar ook een bestraffende finaliteit heeft.
Minister Vervotte pleitte voor een overheveling van alle bevoegdheden inzake jeugdrecht: dat was een terechte en duidelijke reactie op een arrogant wetsvoorstel van een aantal Franstaligen, waarin een aantal Vlaamse bevoegdheden weer federaal zouden worden.
Op 24 december 2004 heeft de Vlaamse Regering een standpunt ingenomen: dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Maar de minister van Justitie weigert er rekening mee te houden. In februari keurde dit parlement unaniem een motie goed waarin de Vlaamse Regering gevraagd werd overleg te plegen met het federale niveau.
Op 18 mei stelde de minister-president tijdens een aanvullende regeringsverklaring dat Vlaanderen nauw betrokken wenste te worden bij dit wetsontwerp en dat het overleg snel zou opgestart worden. Maar minister Onkelinx weigert elk overleg vooraleer het wetsontwerp goedgekeurd is. Er zullen dan zeker geen fundamentele aanpassingen meer mogelijk zijn. Het is een bewuste strategie die voor Vlaanderen ernstige risico's inhoudt.
Het is niet omdat een wetsontwerp goedgekeurd is, dat het ook integraal zal uitgevoerd worden. Vlaams protest kan nog heel wat veranderen. Kijk maar naar het vakantiegeld.
In dit parlement hebben alle fracties unaniem een duidelijk standpunt ingenomen. De bal ligt in het Vlaamse kamp. Er is immers een enorme dubbelzinnigheid bij de Vlaamse meerderheidspartijen die in de federale regering vertegenwoordigd zijn: zij weigeren de Vlaamse standpunten in de Kamercommissie voor Justitie te verdedigen. Dat is niet minder dan woordbreuk.
Na overleg in de Kamercommissie heeft de sp·a-spiritfractie tal van amendementen ingediend die in grote mate tegemoetkomen aan wat het Vlaams regeerakkoord bevat. Er is dus geen sprake van een manifeste tegenstrijdigheid. Het Vlaamse standpunt wordt maximaal nagestreefd.
Er komt in ieder geval een overlegmoment: laten we dat afwachten. Tenslotte zitten in het wetsontwerp ook positieve elementen, die door een belangenconflict teniet zouden kunnen gedaan worden.
De amendementen van sp·a in de Kamercommissie pleiten niet tegen de uithandengeving. Mits een en ander aangepast wordt, verdedigt mevrouw Claes het zelfs. De federale VLD'ers verdedigen evenmin wat hun ministers van de Vlaamse Regering goedgekeurd hebben.
Ik roep vooral CD&V op om kordaat en slagvaardig te zijn, zelfs tegen de coalitiepartners in, die moeilijkheden op het federale niveau vrezen. Steun dit belangenconflict om overleg op korte termijn mogelijk te maken. (Applaus bij VB)
De uithandengeving is niet onze keuze. We worden helaas geconfronteerd met twee regeerakkoorden met tegenstrijdige bepalingen. We hebben geprobeerd om de uithandengeving zo te regelen dat ze maximale rechtswaarborgen inhoudt. Ik wijs voorts op de mogelijkheid van bemiddeling.
Een partij moet consequent zijn en haar standpunt steeds blijven verdedigen, hier en in het federale parlement.
De artikelen en de amendementen over de uithandengeving moeten nog in de Kamercommissie besproken worden. We zullen daarbij ijveren om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan het standpunt van de Vlaamse Regering.
Dit parlement is het erover eens dat een keuze tussen strafrecht en bescherming niet de juiste keuze is en dat aangepaste jeugdsanctiemaatregelen nodig zijn. Cijfers bewijzen trouwens dat uithandengeving vaak tot seponering leidt. Er zijn ook budgettaire en bevoegdheidsproblemen. De bezwaren zijn opgenomen in de motie van de meerderheid.
We vragen aan de Vlaamse Regering om na de goedkeuring van het ontwerp in de Kamercommissie te onderhandelen met de federale regering over eventuele aanpassingen. Nadien kan beoordeeld worden of een belangenconflict nodig is. Het ontwerp moet trouwens volwaardig in Kamer en Senaat goedgekeurd worden, er zijn dus nog tal van aanpassingen mogelijk.
We zullen de moties betreffende een belangenconflict niet steunen, maar de meerderheid doet in haar met redenen omklede motie een positieve oproep. We vragen de regering om op de geplande interministeriële conferentie aanpassingen te vragen. Die aanpassingen moeten gebaseerd zijn op de Vlaamse consensusvoorstellen van 24 december 2004 en de principes van het internationale Kinderrechtenverdrag. De budgettaire evenredigheid en de bevoegdheidsverdeling moeten gerespecteerd worden.
Het komt er nu op aan het uiteindelijke resultaat af te wachten. Het zou niet de eerste keer zijn dat een ontwerp, na goedkeuring door de Kamercommissie, nog grondig gewijzigd wordt. Ik ben er trouwens van overtuigd dat een slagvaardig Vlaanderen het verschil kan maken.
Een belangenconflict schort de behandeling op maar verandert niets aan het uiteindelijke resultaat. Het komt erop aan om overal de Vlaamse mening te blijven uitdragen.
De bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over de moties houden.