Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de omzetting van het verdrag van Malta betreffende de bescherming van het archeologisch patrimonium in Vlaamse regelgeving
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Hermans en de heer Caron tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de omzetting van het verdrag van Malta betreffende de bescherming van het archeologisch patrimonium in Vlaamse regelgeving.
Deze vraag is eigenlijk al grotendeels beantwoord naar aanleiding van een vraag over de verdieping van de Westerschelde. Ondertussen blijkt uit persberichten dat het Forum Vlaamse Archeologie onze bekommernissen deelt. Het Forum vindt dat Vlaanderen nonchalant omspringt met zijn erfgoed. Het Forum betreurt eveneens dat Vlaanderen het verdrag van Malta nog niet heeft geïmplementeerd.
Zijn er ondertussen al stappen gezet om het verdrag van Malta te implementeren? Hoe ver staat men met de centrale archeologische inventaris?
Op de persconferentie van het Forum voor Archeologie is duidelijk gebleken dat het heel slecht gaat met de Vlaamse archeologie. Het verdrag van Malta dateert van 1992. Het werd in 2001 door de Vlaamse Regering goedgekeurd en in 2002 door de federale regering bevestigd, maar het is nog niet omgezet in Vlaamse decreetgeving.
Drie artikels uit het verdrag van Malta zijn belangrijk, met name de artikels die ervoor pleiten om zoveel mogelijk archeologisch erfgoed in situ te bewaren en om archeologen nauw bij de ruimtelijke planning te betrekken en het artikel dat stelt dat er veel meer financile en materile middelen nodig zijn voor archeologisch onderzoek.
Er wordt vooral verwezen naar het veroorzakersprincipe. Diegene die de werken uitvoert, moet de kosten voor het wetenschappelijke vooronderzoek helpen dragen. Vlaanderen is al 150.000 jaar lang dicht bevolkt, maar per
Vlaanderen heeft op 12 oktober 2001 ingestemd met het verdrag van Malta en de federale regering heeft dat ondertekend op 30 januari 2002. Ik stel vast dat Vlaanderen heeft inderdaad geaarzeld om het verdrag te implementeren in Vlaamse regelgeving, maar we zijn ermee bezig. Ik deel de bezorgdheid om het onroerend erfgoed ondergronds.
Het is heel belangrijk dat men proactief werkt. Daarin is decretaal voorzien. Ik verwijs naar het Belgisch Staatsblad van 3 februari 2003 waarin voor het eerst is opgenomen dat er bij het opstellen van de plan-MER rekening moet worden gehouden met de archeologische waarden en dat alle omschrijvingen, voorbereidingen en effecten binnen het plan-MER in kaart moeten worden gebracht.
Het budgettaire aspect moet nog worden geregeld. Tijdens de vorige regeerperiode is het budget voor Archeologie voor het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed met 55 procent gestegen tot een bedrag van 5,4 miljoen euro. Als men het verdrag van Malta in de praktijk wil omzetten, moet men nagaan of er bijkomende financiering nodig is. In de beleidsnota wordt melding van gemaakt van de mogelijkheid om de drie decreten met betrekking tot Monumenten, Landschappen en Archeologie te bundelen en daarin de mechanismen te schrijven met betrekking tot de implementatie van het verdrag van Malta.
We zijn met het probleem bezig en volgen met argusogen of er in de planologische processen aandacht wordt besteed aan het archeologische patrimonium.
Het Forum zal hierdoor zeker gerustgesteld zijn. Ik ben blij dat de minister de bekommernis om het archeologische erfgoed deelt.
Het Instituut voor Archeologisch Patrimonium heeft de voorbije jaren een aantal groeiziekten gekend. De omvorming van de administratie naar het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed is mee de oorzaak geweest van een aantal vertragingen in de beleidsontwikkeling. De voorbije jaren hebben we ook financiële zorgen gekend. Ik ga ervan uit dat we straks kunnen samenwerken aan de vernieuwde regelgeving.
Het incident is gesloten.