Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van mevrouw Michiels tot de heer Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de sociale onrust in het onderwijsveld naar aanleiding van besparingsmaatregelen.
De sociale onrust in het onderwijs neemt toe. Dat was te verwachten. Toen de minister besparingsmaatregelen aankondigde, was er al commotie. Die is toen vrij snel geluwd omdat er gedurende een jaar geen rekening zou worden gehouden met een vermoedelijke tijdelijke opwaartse beweging. Intussen blijkt uit de telling dat er 7000 leerlingen meer zijn dan vorig jaar. Volgens de vakbonden zouden er meer dan 14.000 tot zelfs 34.000 minder uren worden ingericht dan vorig jaar. Dat gaat om 640 tot 1500 ambten. Voor het ondersteunend personeel circuleren cijfers van 260 tot 340 ambten. Heeft de minister al overleg gepleegd met de vakbonden?
Toen de bevriezing van het aantal lesuren werd aangekondigd, vreesde het onderwijsveld dat dit zou leiden tot grotere klassen en dus tot een verhoging van de planlast. Heeft de minister al concrete maatregelen genomen om de planlast te verlagen?
De maatregelen die werden aangekondigd naar aanleiding van het opstellen van de begroting 2005 werden van meet af aan voorgesteld als structurele maatregelen die vanaf 2006 de nodige beleidsruimte zouden scheppen voor nieuwe initiatieven in het onderwijsveld.
Gedurende een jaar wordt geen rekening gehouden met de stijging van het aantal leerlingen. Met een eventuele stijging in het volgende jaar wordt wel rekening gehouden, maar de eerste besparing wordt niet teniet gedaan. Het is dus een maatregel met een eenmalig karakter, maar met een blijvend effect.
Er worden geen jobs geschrapt in de onderwijsomkadering. Een mogelijke toename van de jobs zal echter niet doorgaan en bij de ondersteunende omkadering is er ook een zekere inkrimping. De Vlaamse begroting moest nu eenmaal op het goede spoor worden gezet. Uiteindelijk leverde het onderwijs slechts een tiende van de besparingsinspanning.
In de onderwijs-CAO werd afgesproken dat ook leerkrachten die minder dan tien dagen afwezig zijn, wegens ziekte of wegens nascholing tijdens de dag, zullen worden vervangen. Deze maatregel zal geleidelijk worden ingevoerd.
In het basisonderwijs wordt 8 miljoen euro uitgetrokken om kleuteronderwijzers, leerkrachten lichamelijke opvoeding en kinderverzorgsters aan te werven, wat de werkdruk zal verminderen. Dat zou kunnen leiden tot de aanwerving van 215 tot 230 voltijdse equivalenten. De werkgroep rond administratieve planlast moet tegen 1 september oplossingen aandragen.
De acties van het contractuele personeel van het gemeenschapsonderwijs gaan over outsourcing. Dat behoort tot de bevoegdheid van de scholengroep. Ik moet er alleen over waken dat de normale sociale overlegprocedures worden gerespecteerd. Deze acties hebben dus niets te maken met de maatregelen die werden afgesproken bij de begrotingsopmaak, al dragen ze bij tot een beeldvorming van onrust.
Ik vermoed dat dit antwoord al heel wat onrust bij het onderwijzend personeel zal wegnemen.
Het incident is gesloten.