Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005
Verslag
Aan de orde is de voortzetting van de algemene bespreking van het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005, het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005.
Het eerste debat in de eerste begrotingsbespreking van deze regering werd op het scherp van de snee gevoerd. De onderscheiden standpunten van alle fracties kwamen duidelijk naar voren.
Ik dank de commissieverslaggevers en de diensten van het Vlaams Parlement. Het verslag van de heer Matthijs, verslaggever van de commissie Financiën en Begroting, werd een waar naslagwerk. Ook dank aan de 52 sprekers die hier het woord voerden, in het bijzonder aan hen die hun maidenspeech hielden. De heer Dewinter heeft zich vergist: er was geen zwijgende meerderheid. Ook de meerderheidspartijen waren kritisch en maakte dit debat boeiend. Boeiend was het ook dankzij de ministers die de vele vragen à la carte maar uitgebreid beantwoordden.
Deze dubbele begrotingsronde leek zeer lastig te zullen worden. De begrotingsopmaak was inderdaad moeilijk, maar niet onmogelijk. De tweede budgetcontrole 2004 moest zowel de middelen als de uitgaven scherp stellen, terwijl de begroting 2005 de aanzet is voor de uitvoering van een ambitieus, creatief middellangetermijnproject.
In de begroting 2005 werden de meer dan 600 actiepunten van het Vlaams regeerakkoord opgenomen. De aanpak is zakelijk en sober, maar de doelstellingen zijn ambitieus. De ministers zijn geen boekhouders, maar blijven beleidsmakers. Toch mag en moet iedere minister een beetje bedrijfsrevisor zijn.
Wij komen uit een periode van 3 opeenvolgende zwakke economische jaren. Daarbij komt dat een volatiele ruilvoetcoëfficiënt tussen BNP en BNI de begroting 2001 bemoeilijkte. De impliciete schuld hebben we gecontroleerd laten stijgen tot 1,8 miljard euro, om hem bij de eerste economische hoogconjunctuur weer af te bouwen. Dit gebeurt met de budgetcontrole 2004 en de begroting 2005.
Tijdens de regeringsonderhandelingen bespraken we hoe we deze opdracht tot een goed einde zouden brengen. We konden rekening houden met zeer goede ontvangsten dankzij de federale dotatie en de gewestelijke belastingen. Daarnaast werden een aantal eenmalige ontvangsten en een aantal eenmalige besparingen gerealiseerd. Bovendien zijn we gestart met een pakket van structurele besparingen waarvan het effect zich in 2005 ten volle voelbaar zal zijn. Met deze ingrepen wilde de Vlaamse regering zorgen voor duurzame begrotingsfundamenten voor de hele regeerperiode. Vooral wilden we de genomen beleidsmaatregelen volledig honoreren volgens de afgesproken groeipaden. Tevens namen we de beslissing om niet de hele beleidsbegrotingsruimte om te zetten in nieuwe beleidsuitgaven. Een deel van de inkomsten worden tegengeboekt in een conjunctuurprovisie. Toch is deze begroting geen consolidatie-oefening. We wilden een solide basis creëren voor de rest van de regeerperiode, een versterking van de betaalkredieten mogelijk maken, de engagementen uit het verleden correct honoreren, nieuwe initiatieven opstarten en minder prioritaire uitgaven afremmen of afbouwen.
Deze begroting voldoet aan alle verwachtingen. Zij bereikt niet alleen een financieel maar ook een maatschappelijk evenwicht.
Het begrotingswerk 2005 had zes concrete uitgangspunten: een volgehouden respect voor budgettaire orthodoxie, een consequent invullen van de maatschappelijk noden, het creëren van ruimte voor investeringen, het verderzetten van de schuldafbouw, het aanleggen van reserveringen voor de toekomst en het veiligstellen en behouden van lastenverlagingen voor burgers en bedrijven.
Het positieve begrotingssaldo, de voorzichtige inschatting van de middelen , het beantwoorden aan de strengste HRF-norm, een uitstekende rating en de gezonde kasevolutie getuigen van de budgettaire orthodoxie.
Met deze begroting leveren wij een belangrijke inspanning voor duurzaam herstel. De budgetcontrole levert een begrotingssaldo van 586 miljoen euro op; in 2005 zal het 582 miljoen euro bedragen. De voorzichtige inschatting van de middelen zorgde voor een conjunctuurprovisie van 167 miljoen euro. Wij beantwoorden aan de strengste HRF-norm en doen dit beter dan ooit tevoren. Vlaanderen heeft in de periode 1999- 2003 gecumuleerde overschotten van 285 miljard euro opgebouwd, waardoor de schulden konden afgebouwd worden en meer beleidsruimte gecreëerd werd.
De Hoge Raad van Financiën lanceerde een uitdaging in haar zomerrapport met betrekking tot de periodes tot 2005 en 2006-2011. Daarin wordt een bijkomende inspanning van 95,6 miljoen euro in het begrotingsjaar 2005 gevraagd. Wij hebben dit ten aanzien van de federale regering aan drie voorwaarden gekoppeld: alle andere entiteiten moeten met deze verstrenging meedoen, er moet een automatisch wederkerig correctiemechanisme worden in gesteld, en er moet een positieve oplossing komen voor de discussie rond de parameters voor 2004.
Op 17 december hebben we op een interministeriële conferentie een eerste reeks afspraken gemaakt. De Vlaamse begroting is structureel gezond. Onafhankelijke instellingen, zoals de HRF, onderstrepen dat ook. Verder hebben we vandaag een gezonde kasevolutie met normale seizoensfluctuaties. Het huidige kassaldo bedraagt 700 miljoen euro en daardoor kunnen we eind dit jaar de Vlaamse overheidsfinanciën met een positief kassaldo afsluiten.
Het andere uitgangspunt bij de opmaak van de begroting was het invullen van de maatschappelijke noden. Daarover is heel wat discussie geweest, maar het opstellen van een begroting is en blijft keuzes maken. De maatschappelijke noden zijn immers steeds groter dan de beschikbare middelen zodat er altijd prioriteiten moeten worden gesteld. Het uitblijven van grote nieuwe verbintenissen impliceert evenwel geen standstill. Alle gemaakte loon- en programmatieafspraken worden correct nagekomen en volgens het uitgetekende groeipad gehonoreerd. Ik geef een aantal voorbeelden uit de welzijnssector. De middelen van het VFSIPH bedroegen in 2000 792 miljoen euro en zullen in het jaar 2005 1,99 miljard euro bedragen. Dat is een stijging met 38 procent. Voor de uitvoering van het VIA-akkoord is er een stijging van 204 miljoen euro waarvan de laatste opstap gebeurt in de begroting 2005. De dotatie voor het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand is met 38 procent gestegen enzovoort.
In de sector Onderwijs zijn er inderdaad besparingen gebeurd, maar die zijn hoofdzakelijk terug te vinden in het secundair onderwijs, dat de laatste jaren een heel extreme groei kende. Alle akkoorden uit het verleden werden gehonoreerd, zoals bijvoorbeeld het Polder-Tivoli-akkoord en de uitvoering van de CAO 6 en 7. Ook in de begroting 2005 stijgen de kredieten met 159 miljoen euro ten opzichte van de tweede budgetcontrole 2004. Dat is geen stapje achteruit zetten, maar eerder een adempauze nemen.
Ook in andere maatschappelijke departementen leveren we substantiële inspanningen, bijvoorbeeld voor inburgering, die toelaten een nieuw beleid te voeren dat door de hele ploeg wordt gedragen. Verder hebben we een duidelijke afspraak gemaakt ten aanzien van de lokale overheden. De decretale groeivoet voor het Gemeente- en Stedenfonds zal niet meer fluctueren, maar wordt verankerd op 3,5 procent per jaar. Daardoor kunnen we voorzien in een stabiele toename van het budget voor de steden en gemeenten. In 2005 zal het Vlaams Gemeentefonds toenemen met 56 miljoen euro en dat is goed voor 1, 650 miljard euro transfers naar de Vlaamse gemeenten.
Vlaanderen heeft ook een aantal beleidsbeslissingen gemaakt die vertaald zijn in deze begroting. In tegenstelling tot wat er wordt gesuggereerd, voorziet deze Vlaamse regering uitdrukkelijk in de samenwerking tussen de minister van Openbare Werken en die van Mobiliteit. Ze wil nadrukkelijk een tweesporeninvesteringsbeleid voeren. Alleen op die manier kan een duurzaam antwoord worden geboden op de schijnbare paradox dat, als Vlaanderen zou worden uitgebouwd als logistieke draaischijf, de ecologische kost enorm hoog zou zijn. Juist in de logistieke sector wordt de uitgelezen mogelijkheid geboden voor de creatie van nieuwe jobs.
Dat kan alleen als de Vlaamse Regering resoluut voor een doordacht flankerend beleid kiest waarbij structurele diepte-investeringen in de haveninfrastructuur worden gecombineerd ook investeringen voor het ontsluiten en verzekeren van een duurzame mobiliteit in het hinterland. Daarom willen we investeren in multimodaal transport, namelijk een performant water-, spoor- en wegennetwerk en een performant openbaar vervoer. Daarom wil deze regering verder investeren in basismobiliteit en stellen we daarvoor substantieel meer middelen ter beschikking. Ook voor de investeringen in de diepte blijven we op dezelfde snelheid.
Wat betreft het Financieringsfonds werden inmiddels voor ongeveer 867 miljoen euro projecten toegekend. Minister Peeters krijgt de mogelijkheid om samen met minister Van Brempt het beleid over de aanpak van zwarte punten voort te zetten. Voor een aantal van deze middelen bedroegen de vastleggingen slechts 23 procent en daardoor werd het mogelijk 55 miljoen euro te heroriënteren naar baggerwerken. Die keuze beantwoordt aan een enorme economische noodzaak om Vlaanderen meer ruimte te geven.
Met deze begroting willen we ook investeren in de sociaal-economische toekomst van Vlaanderen. Er worden heel wat extra middelen uitgetrokken voor de zogenaamde gemeenschapsmateries, maar het is belangrijk dat we ook in nieuwe middelen hebben voorzien om te investeren in socio-economische uitdagingen. Vlaanderen heeft zich ingeschreven in de Europese doelstelling om zich te ontwikkelen tot de meest concurrentiële regio ter wereld. Daarom willen we de middelen voor fundamenteel en toegepast onderzoek verstevigen. Voor de concrete uitvoering van het Innovatiepact werd 55 miljoen euro extra krediet ingeschreven en daarnaast zal de nieuwe Innovatiemaatschappij zorgen voor een systeem van participaties in innovatieve bedrijven. Er werden eveneens nieuwe middelen ingeschreven voor een Vlaams werkgelegenheidsakkoord, waarvoor een extra budget van 24 miljoen euro werd uitgetrokken. Daarnaast besliste de Vlaamse Regering om de lastenverlaging voor de bedrijven voort te zetten. Er werd ook een nieuwe provisie ingeschreven voor de verdere uitvoering van de doelstellingen van de ondernemingsconferentie ten belope van 42 miljoen euro. Vlaanderen moet een innovatief en creatief beleid voeren en zijn troeven meer kenbaar maken.
Vlaanderen moet zijn plaats innemen in Europa en in de wereld. Ons land heeft binnen Europa een gunstige ligging en de Vlaamse export is een grote troef. De tussenkomst van de minister-president in de Europese Visserijraad toont aan dat we ook op het Europese forum ons mannetje zullen staan.
De heer Sannen en mevrouw Gennez hebben gisteren gezegd dat Vlaanderen moet doorgaan met slimme belastingverlagingen. Dergelijke maatregelen kunnen leiden tot win-winsituaties waarbij de burger minder betaalt, de overheid meer inkomsten heeft, ondernemingen meer groei kennen en waarbij er vooral een maatschappelijke bonus wordt opgebouwd.
Een vierde uitgangspunt van de Vlaamse begroting was de verdere schuldafbouw die nu wordt aangevochten, niet door uiterst links zoals in het verleden, maar door uiterst rechts. Indien we op de ingeslagen weg verdergaan, als er dus geen nieuwe leningen worden aangegaan en als er geen herfinanciering gebeurt van de leningen op de vervaldatum, dan zal de Vlaamse overheid tegen 2009 vrij zijn van schulden. Ieder miljard schuld dat we afbouwen leidt tot een recurrente beleidsmarge van 56 miljoen euro. De schuldafbouw maakt ons ook onkwetsbaar voor eventuele rentesneeuwballen.
Ik ben het er wel mee eens dat we een politiek debat moeten voeren over de manier waarop we met deze nieuwe situatie willen omgaan. Een eerste mogelijkheid is het versterken van bestaande fondsen zoals het Zorgfonds of het kapitaliseren van nieuwe fondsen, zoals een conjunctuurfonds. Zo bouwen we een reserve op die Vlaanderen een sterke positie zal bezorgen bij de discussie over een nieuwe staatshervorming. We moeten ook discussiëren over nieuwe financieringstechnieken voor de bouw van scholen, rusthuizen, ziekenhuizen en sociale woningen en voor de sanering van brownfields. Daarvan willen we in 2005 werk maken. Onze schuldpositie laat dit toe.
In dit debat werd veel aandacht besteed aan de uitdagingen in de welzijnssector. Hiervoor moeten we consequent geld blijven reserveren. Het Zorgfonds bevat vandaag 460 miljoen euro. Ook het eigen Vlaams pensioenfonds schermt ons af tegen uitdagingen die worden opgelegd door de federale regering. Vlaanderen zal in elk geval waakzaam moeten zijn in de discussie over de responsabiliseringsbijdrage.
In deze regeerperiode willen we doorgaan met de lastenverlagingen voor ondernemers en burgers. We hebben het gewestelijk aandeel in de onroerende voorheffing op nul kunnen brengen voor onze bedrijven. We gaan verder met de maatregelen inzake registratierechten, onder meer de versoepeling van de voorwaarden van het abattement en de meeneembaarheid. Op dit ogenblik is 74 procent van de Vlamingen eigenaar van de eigen woning. Tegen 2010 willen we naar 80 procent evolueren. Voor de resterende 20 procent willen we een versterkt beleid voeren.
Deze Vlaamse Regering heeft haar verantwoordelijkheid genomen om te komen tot een gezond financieel beleid. De overheidsschuld verdwijnt, maatschappelijke problemen worden aangepakt, lastenverlagingen worden doorgevoerd. We durven dan ook resoluut uw steun vragen voor de budgetcontrole voor 2004 en voor de begroting voor 2005. (Applaus bij CD&V, VLD, sp·a-Spirit en N-VA).
Minister Van Mechelen heeft in zijn tussenkomst al heel wat gedachten ontwikkeld die ik hier wilde formuleren. Dat is een duidelijk bewijs van de eendrachtige opstelling van de Vlaamse Regering.
Ik bedank alle sprekers voor hun inbreng. Ik bedank ook minister Van Mechelen voor zijn begrip voor de beperktheid van de budgettaire mogelijkheden.
Na dit uitvoerige debat wil ik de krachtlijnen van het beleid duidelijk schetsen. Deze krachtlijnen vinden we terug in het regeerakkoord waarover werd onderhandeld op basis van een bredere maatschappelijke context.
Een eerste element van die maatschappelijke context is de plaats van Vlaanderen in een bredere wereldsamenleving. 2004 was het jaar waarin een aantal landen die vroeger tot het vijandbeeld behoorden, geruisloos zijn toegetreden tot de Europese Unie. Dat is een belangrijke evolutie voor het behoud van de vrede in ons continent, maar ook een belangrijke uitdaging, ook voor de Vlaamse Regering. De uitbreiding van de Europese Unie leidt immers ook tot bijkomende druk op de concurrentiekracht van onze economie en van onze samenleving. Ongeveer een jaar geleden was er in het Vlaams Parlement een debat over het rapport van De Backer en Sleuwagen. De laatste weken heb ik er ook het rapport-Kok, het tussentijds rapport over de invulling van de Lissabondoelstellingen, op nageslagen. Deze twee documenten bieden bijkomende motivering voor het project waarvoor de Vlaamse Regering de komende maanden en jaren moet gaan. Voor het versterken van de Vlaamse economie moeten er nieuwe recepten worden gevonden. In de begroting zijn reeds een aantal accenten gelegd.
Een tweede element van de maatschappelijke context is de druk die uitgaat van een aantal evoluties in de samenleving. Denken we maar aan de vergrijzing, de nood aan een beleid van sociale samenhang, de armoede, de verslavingsproblematiek, de vereenzaming en het moeizame samenleven van mensen van diverse origine.
Een derde element is de absolute noodzaak om op een verstandige manier de duurzaamheidsdoelstellingen gestalte te geven. De speelruimte voor het Vlaams beleid is vaak te klein. Het is de gemeenschappelijke ambitie van alle fracties om in de toekomst over bijkomende beleidshefbomen te beschikken.
Een laatste element is de begrotingstoestand. Door afspraken in het kader van de Financieringswet kunnen we enerzijds onvoldoende vaak en niet snel genoeg inspelen op een aantal maatschappelijke behoeften. Anderzijds hebben we daardoor een ruim begrotingsoverschot en halen we de financiële doelstellingen.
Wat de budgettaire context betreft, is het absoluut noodzakelijk om de overheidsfinanciën voort te saneren. Gezonde overheidsfinanciën zijn belangrijk zoniet komt de beleidsruimte in het gedrang. Die prijs voor verkeerde keuzes van onze voorgangers betalen we nu. Ook schuldafbouw is belangrijk. Het is daarenboven een fantastische uitgangspositie bij onderhandelingen dat Vlaanderen bevoegdheidsoverdrachten zonder de volledige overdracht van de bijhorende middelen aankan.
De verkoop van overheidsgebouwen is inderdaad een niet zo elegante manier om een gezonde begroting voor te leggen, maar is te verkiezen boven het langer wachten met het lenigen van een aantal dringende behoeften. Het federale niveau financiert investeringen met leningen. Vlaanderen daarentegen betaalt, door de afspraken over de financiering, belangrijke investeringen contant.
Voorts zal ik een aantal beleidsprioriteiten van de voorbije twintig weken toelichten. De lijst is niet volledig en ik verontschuldig mij daarvoor. Vooreerst willen we door goed beleid het ondernemen en het tewerkstellingscheppend karakter van de economie versterken. Dat vergt moedige keuzes en continuïteit. We hebben dus gekozen om de afspraken over de Lissabon-doelstellingen en Barcelona-norm over innovatie en wetenschappelijk onderzoek na te komen. Dat kan niet van alle overheden in dit land gezegd worden. Niet alleen komen er 55 miljoen euro reguliere middelen maar ook een fonds voor kapitaalsparticipaties in innovatieve en creatieve economische projecten. Een belangrijke keuze is ook investeren op lange termijn. In 2005 zal er meer dan 800 miljoen euro geïnvesteerd worden in innovatie en wetenschapsbeleid. Het Vlaams Parlement steunt die keuze.
Op termijn willen we de investeringen in infrastructuur verhogen, wellicht ook met alternatieve financieringsmethodes. De middelenverdeling in deze begroting maakt al duidelijk dat het de Vlaamse Regering wil investeren in een versterking van de economische infrastructuur in Vlaanderen.
Ook arbeidsmarktbeleid en de sociale economie zijn belangrijk. Het nieuw Vlaams werkgelegenheidsakkoord zal zich vooral richten op het leiden naar en het verhinderen van een te vroege uitstroom uit de arbeidsmarkt. Ook de sluitende aanpak van de VDAB past in een activeringsbeleid. De zinvolle projecten van de ondernemingsconferentie zullen voortgezet worden.
De Vlaamse Regering wil de toekomst voorbereiden. Dat blijkt ook uit het startplan voor Vlaams-Brabant, dat gebaseerd is op de conclusies van het parlementaire debat over DHL. Het blijft niet bij plannen, er komen ook beslissingen om Vlaams-Brabant als onze tweede internationale poort bijkomende economische kansen te geven.
Aandacht voor zorg, sociaal beleid en welzijn maken de samenleving zorgzaam. Vandaar zijn er bijkomende middelen voor de zorg en zullen er door het decreet over de thuiszorg bijkomende uren thuis- en gezinszorg komen. Er komen bijkomende PAB-plaatsen en er zijn meer middelen voor de sociale huisvesting en inburgering.
We trachten een aantal aanslepende problemen, onder meer over de waterhuishouding, op te lossen. Ook de invloed van een constante groeivoet van het Gemeentefonds is niet te onderschatten.
De Vlaamse Regering wil een samenwerkingsfederalisme. Maar de beste manier om bijvoorbeeld het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde en de bevoegdheidsoverdracht te regelen en om conflicten daarover te vermijden is: afspraken na te komen.
Onze bestuursstijl is beslissingen nemen zodat de doelstellingen gehaald worden. We willen vertrouwen geven door onze verantwoordelijkheid te nemen. De Vlaamse Regering zal beslissingen nooit baseren op opiniepeilingen maar de samenleving dienen om de toekomst te vrijwaren. De regering is klaar voor 2005. Met uw steun en uw inbreng kunnen we op dat elan doorgaan. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Ik wil de voorzitter danken omdat hij tijdens de begrotingsbesprekingen 15 uur lang onophoudelijk de vergadering heeft geleid. De eerste ondervoorzitter, Marijke Dillen, stond nochtans klaar om hem op moeilijke momenten te vervangen.
Bij de actuele vragen hebben we al van gedachte kunnen wisselen over de prioriteiten en de strategie van Vlaanderen voor een staatshervorming. Toen had ik het interview met premier Verhofstadt in Knack van vandaag, dat de minister-president uit zijn droom zal halen, nog niet gelezen. Daarin verklaart premier Verhofstadt dat hij zijn oplossingen voor het communautaire vraagstuk in september aan de coalitiepartners heeft voorgelegd en dat zij liever wilden dat de tekst een breder draagvlak kreeg door hem ook te laten onderschrijven door de partijen die niet in de federale regering zitten. De premier stelt daarom voor om binnen de interministeriële conferentie een consensus na te streven over de taalwetgeving, het minderhedenverdrag, de taalfaciliteiten en Brussel-Halle-Vilvoorde. Hij hoopt op een oplossing in de eerste maanden van 2005. Het belangrijkste is dat alle partijen en dus ook de partijen die in een van de regionale parlementen regeringsverantwoordelijkheid dragen, hierover in een interministeriële conferentie praten en de confrontatie in het parlement niet voortzetten. De premier stelt dat België werkt met een evenwicht tussen de gemeenschappen en dat instemming van beide gemeenschappen dus nodig is om de staat te veranderen.
De informatie die de minister-president ons vanmiddag in verband met het tijdspad, de inhoud en de agenda niet wou geven, bezorgt premier Verhofstadt ons met dit interview dus wel. Het is nu duidelijk wat de bedoeling is. Ik herhaal daarom mijn oproep van deze namiddag: ga niet naar die interministeriële conferentie. Die heeft enkel de bedoeling om CD&V, samen met N-VA, op de knieën te dwingen.
Het debat dat hier de afgelopen 15 uren gevoerd werd, was bij tijd en wijle zeer technisch. De schaars opgekomen media merkten op dat alle partijen hun ongenoegen uitten over CD&V en dat sp·a-spirit niet tevreden is over minister Vervotte. Dat was ook mijn conclusie.
Er worden nu al volop afrekeningen gemaakt. Langs de ene kant is er het kartel van CD&V en N-VA. Dat beweert dat men de door Groen! gemaakte rekeningen moet betalen. De heer Caluwé noemde de vorige regeerperiode zelfs een 'legislatuur van de perceptie'. Hij ontwaart met de nieuwe regering een echte trendbreuk. Mevrouw Ceysens beweert dan weer dat deze regering het beleid van de vorige paars-groene coalitie voortzet. Ik treed mevrouw Ceysens bij.
De interne verdeeldheid wordt nu al ostentatief geëtaleerd, hier en in de media. Federaal minister Vande Lanotte en Vlaams minister Van Brempt kantten zich al tegen het door minister Peeters gevoerde beleid en mevrouw Genez verklaarde ontgoocheld te zijn in het beleid van minister Vervotte.
Deze coalitie is enkel een verstandshuwelijk op zijn Antwerps. Ze heeft geen gemeenschappelijk project of toekomstbeeld, enkel een gemeenschappelijk vijandbeeld.
Ik mis bezieling. Er is geen sprake van een trendbreuk. Ik zie ze niet, de meerderheid ziet ze niet en het ergste van al: de Vlaming ziet noch voelt ze. De minister-president is de curator van paars-groen. Aangezien het Vlaams Belang meer geloof hecht aan het CD&V-project dan aan het paars-groene project, roep ik de minister-president om zijn eigen project tot uitvoering te brengen, een ommekeer te realiseren en zich niet te laten verdrinken in het paars-groene bad. Met VLD en sp·a aan uw zijde, rijdt u de afgrond in.
Om al deze redenen zal het Vlaams Belang met veel enthousiasme deze begroting niet goedkeuren. (Applaus bij VB)
Uit het debat bleek dat de meerderheid geen echt gemeenschappelijk project bezit. Men heeft weliswaar de wil om een begrotingsevenwicht te bereiken en gezamenlijk veel beslissingen te nemen. Men weet echter niet in welke richting men zich moet begeven.
Het gaat zelfs zover dat de heer Van den Heuvel bij minister Van Mechelen een bijna fysieke verandering heeft vastgesteld. Was minister Van Mechelen tot vorig jaar een getormenteerd man omdat hij, onder invloed van Groen!, het geld moest verbrassen, dan is hij nu getransformeerd tot de gids die een streng financieel beleid voer, de enige in wie alle meerderheidspartijen geloven.
Benadrukte de ene spreker de breuk met het verleden, dan wees de andere op de continuïteit van het beleid. Het is moeilijk om hier een beleidslijn in te ontdekken.
Ik ontwaar wel een aantal gevaarlijke tendensen. Zo is er de wervings- en vervangingsstop voor ambtenaren, terwijl aantal medewerkers van ministeriële kabinetten toeneemt.
Verder probeert men Vlaanderen te promoten als een distributieland. Mevrouw De Ridder slaagt er hierbij echter in om ecologie tot een randvoorwaarde van mobiliteit re reduceren. Ze moet dringend het MiRa-T-rapport lezen over de kosten van mobiliteit.
In de welzijnssector verschuift de klemtoon van de zorgbehoevenden naar de instellingen.
In 2005 stijgt het budget voor individuele materiële bijstand in vergelijking met de eerste budgetcontrole met 112,7 procent. Het PAB-budget stijgt met 19,25 procent. Het budget voor de ambulante sector stijgt met 8,18 procent. Het budget voor de instellingen met amper 5,35 procent. (Applaus bij CD&V)
Uit de beleidsnota blijken andere klemtonen.
Iedereen staat achter participatie in het onderwijs, behalve als er centen voor nodig zijn. De Vlaamse regering bepaalt wanneer een goedgekeurd decreet wordt uitgevoerd. De CD&V-verkiezingsbeloften over het basisonderwijs zijn evenmin ingelost.
De Vlaamse regering twijfelt aan het Kyoto-akkoord. De klemtoon komt op de korte termijn en de individuele economische belangen te liggen in plaats van op het algemene belang.
Deze begroting is budgettair in evenwicht, maar veroorzaakt tegelijk maatschappelijke onevenwichten en houdt gevaarlijke tendensen in. Groen! zal deze begroting niet goedkeuren. (Applaus bij Groen!)
Ik begrip de heer Dewinter niet meer. Gisteren klaagde hij over het akkoord onder de meerderheid dat het debat onmogelijk maakt. Zopas merkte hij op dat er meningsverschillen waren onder de meerderheidspartijen. Het is duidelijk dat elke partij haar accenten mag leggen. Dat belet niet dat we tot een begroting zijn gekomen waar iedereen achter staat.
Er is wel degelijk een verschil tussen het huidige en het vorige beleid. In De Tijd staat bijvoorbeeld dat er een zuiniger beleid wordt gevoerd. De heer Dewinter vindt niet dat Vlaanderen een sober beleid moet voeren om zijn toekomst voor te bereiden. Het Vlaams Blok was wel voorstander van een zuinig beleid. Het Vlaams Belang niet. Er is een verschil, maar het is geen verbetering.
De Groen!-fractie bestaat overduidelijk uit ex-ministers. Ze betreuren dat hun opvolgers in een half jaar er niet in geslaagd zijn te realiseren wat zij in vijf jaar evenmin konden. Ik kan hen verzekeren dat wij wel zullen uitvoeren wat op stapel staat.
Sp·a wil dat de Welzijnsmiddelen nog sterker stijgen. Wij steunen dat en vragen de regering dat te realiseren tijdens de begrotingscontrole.
Het antwoord van minister Van Mechelen en minister-president Leterme sterkt ons in onze overtuiging: dit is een goede begroting. Wij zullen ze enthousiast goedkeuren. (Applaus bij CVV, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
De VLD zal deze begroting overtuigd goedkeuren omdat ze continuïteit garandeert, zuinig, voorzichtig en vooruitziend is en bewijst dat lastenverlaging werkt.
Wanneer minister-president Leterme zijn project toelicht, krijgen wij de indruk dat hij niet kan kiezen. Wij gaan akkoord met de uitgangspunten: het rapport Sleuwagen-De Backer en de Lissabon-doelstellingen. Maar wanneer het Bolkestein-dossier op tafel komt verdwijnen beide uitgangspunten. Nochtans is dit dossier een voorwaarde om in de echte overheidssectoren tot innovatie en ondernemen te komen. Het rapport Sleuwagen-De Backer en de Lissabon-doelstellingen kunnen we niet selectief lezen.
De VLD kiest wel resoluut voor innovatie en ondernemen omdat ze Vlaanderen een mooie toekomst zullen bezorgen. In het dossier-Bolkestein handelt deze regering te defensief.
De VLD zal blijven ijveren voor innovatie en ondernemen. Heel de regering moet doordrongen zijn van dat idee.
Deze regering is geslaagd, maar niet cum laude. We zijn ingenomen met de belofte van de regering om een meerjarenbegroting op te stellen tijdens de budgetcontrole. Na het antwoord van de minister-president zijn we bereid deze regering het nodige krediet te geven. We beoordelen deze begroting met een kritisch oog, maar dat hoort zo.
De heer Dewinter had het gisteren alleen over het zogenaamde zwijgakkoord. Op inhoudelijke opmerkingen van het Vlaams Belang hoefde de regering niet te antwoorden. Het Vlaams Belang heeft er geen gemaakt. Vandaag merkt de heer Dewinter op dat de verschillende fracties het niet altijd eens waren. Volgens mij is dat niet meer dan logisch.
Ik wil afsluiten met een positieve noot. De antwoorden van de ministers overtuigden, en wij zijn blij met de nadruk op het belang van de lokale besturen. Wij hopen dat de regering Leterme I politieke keuzes zal maken waarin de mensen en niet de structuren centraal staan. Wij zullen deze begroting goedkeuren. (Applaus bij sp·a-spirit)
Uit de debatten van de twee voorbije dagen blijkt dat het zogenaamde zwijgakkoord geen zwijg- maar een samenwerkingsakkoord is.
Meerdere malen werd gevraagd of met deze begroting al dan niet een breuk gepaard gaat. Alleen al het feit dat mensen nu anders zullen stemmen dan vorige keer toont aan dat van een breuk sprake is.
Na de verkiezingen werden de onderhandelingen voor de vorming van een regering een tijdlang stilgelegd om een analyse te maken van de financiële situatie. Toen al bleek dat de budgettaire mogelijkheden beperkt waren. Het is onze opdracht daaraan te werken. We wisten dat het moeilijk zou zijn en maakten keuzes. Het moge duidelijk zijn dat een volledige trendbreuk niet op korte termijn gerealiseerd kan worden: veel geld ligt vast in de vorm van CAO's, wedden en lonen. Dat geldt in de eerste plaats voor het onderwijs.
Toch worden in het regeerakkoord een aantal punten extra in de verf gezet en wordt een aanzet tot verandering te geven. Zo bleef het onderwijs gespaard van besparingen en werden duidelijke klemtonen gelegd op het vlak van de inburgering. De begroting 2005 is een eerste stap om de volgende jaren succesvol door te komen.
N-VA zal de begroting goedkeuren.