Verslag plenaire vergadering
Verslag
ACTUALITEITSDEBAT (Voortzetting)
Vlaams ondernemerschap
Aan de orde is de voortzetting van het actualiteitsdebat over Vlaams ondernemerschap ter voorbereiding van de Vlaamse ondernemerschapsconferentie.
regering aan dat ze werk wil maken van de versteviging van de Vlaamse economie. Daarvoor kan ze rekenen op de steun van onze partij.
Spirit wil zich resoluut inzetten voor het welzijn van de Vlamingen en wil daarom meewerken aan de economische groei in onze regio.
Economisch doemdenken is een veeg uit de pan aan alle Vlamingen die er samen voor zorgen dat Vlaanderen een van de meest welvarende regio's in Europa is. West-Europa maakt inderdaad een periode van economische contractie mee, maar uitgerekend in zulke periodes moeten we een nieuwe visie formuleren.
Vlaanderen moet het creatieve centrum van Europa worden want creativiteit - een zaak van de hele gemeenschap - is de motor van de economische groei. De creatieve economie rust op drie pijlers. De eerste pijler is een economische : nieuwe manier van ondernemen, produceren en organiseren. De tweede pijler is een technologische : onderzoek en ontwikkeling, onderwijs en opleiding. De derde pijler is een sociaal-culturele : creativiteit, openheid en diversiteit.
Dat laatste betekent dat de overheid niet alleen in het bedrijfsklimaat, maar ook in het menselijke klimaat moet investeren. Bedrijven zoeken dynamische en creatieve mensen. Creatieve en dynamische mensen zoeken locaties met een sterk sociaal-cultureel aanbod. Daarom dienen minister Ceysens en minister Landuyt verder te kijken dan het economische en technologische. Ze moeten ook aandacht opbrengen voor het menselijke klimaat. In die zin was het beter geweest een ondernemersconferentie te organiseren dan een ondernemingsconferentie.
Een effectief ondernemers- en innovatiebeleid vergt duidelijke beleidskeuzes. Vlaanderen kan er niet op alle vlakken uitspringen. Daarom mogen de beschikbare middelen niet breed uitgesmeerd worden over een groot aantal onderwerpen. Er moet uiteraard ruimte blijven voor vernieuwend onderzoek en ondernemerschap want vernieuwing komt vaak uit een onverwachte hoek.
Spirit pleit voor een beleid dat aansluit bij de realiteit van innovatie en bedrijvigheid. Innovatie is meer dan onderzoek en ontwikkeling : nieuwe ideeën omzetten in commerciële producten en diensten bepaalt het succes van innovatie waarbij niet-technische aspecten en kwaliteit de doorslag geven.
We ondernemen anders dan vroeger. Nieuwe bedrijvigheid is doorgaans gebaseerd op netwerken en losse samenwerkingsverbanden. Het beleid dient daar rekening mee te houden.
Spirit dringt aan op een gedifferentieerde visie op bedrijvigheid en innovatie. We mogen de economie niet in haar totaliteit benaderen. Omdat er niet één zaligmakend recept is, dienen elke sector en elke deelnemer op een individuele manier gestimuleerd te worden.
De Vlaamse overheid moet meer aandacht besteden aan de diensten in haar innovatie- en ondernemingsbeleid. De dienstensector breidt immers alsmaar uit. Omdat de overige Europese landen daar nauwelijks aandacht voor opbrengen, liggen de kansen hier voor het grijpen.
Ten slotte vraagt Spirit aan de overheid om deel te nemen aan de creatieve economie. De overheid kan de conjunctuur niet beïnvloeden, maar wel voor de juiste randvoorwaarden zorgen. Ze heeft bovendien een voorbeeldfunctie : door doelgerichte vernieuwing kan ze haar eigen werking optimaliseren.
Ik ben een kritisch lid van de meerderheid en zwaai zelden met het wierookvat. De ondernemersconferentie is echter een van de beste initiatieven van deze Vlaamse regering.
De heer Laurys doet alsof er geen rekening gehouden is met de opmerkingen van de SERV. In 2002 heeft de VLD-fractie in een persdossier geantwoord op de meeste opmerkingen. We stelden de Vlaamse regering maatregelen voor op financieel-economische vlak, op gebied van de ruimtelijke ordening en innovatie en administratieve vereenvoudiging. Aan de federale regering verzochten we een sociaal statuut voor zelfstandigen uit te werken.
Op vlak van ruimtelijke ordening is er een oplossing voor zonevreemdheid en zijn bijkomende industrieterreinen en de sanering van de brownfields operationeel. De financieel-economische maatregelen, de ARKimedesregeling en de waarborgregeling zijn in voorbereiding of in uitvoering. De administratieve vereenvoudiging wordt structureel aangepakt door de kenniscel. Dat is echter onvoldoende voor onze fractie.
In een conferentie met het middenveld wil de federale regering overleggen over een sociaal statuut voor de zelfstandigen. Daarenboven heeft de minister-president voorstellen aangekondigd om hun sociale en materiële onzekerheid op te lossen. De regering heeft dus niet stilgezeten en de ondernemingsconferentie betekent dat zij dit laatste jaar de problemen van starters geïntegreerd wil aanpakken.
Totnogtoe hebben ook wij te weinig belang gehecht aan de noodzakelijke mentaliteit voor het nieuw ondernemerschap. Ik ben opgegroeid in een West-Vlaamse familie van kleine zelfstandigen, waar het eigen baas zijn hoog in het vaandel stond. Op 18 jaar was ik inderdaad ondernemer, maar ik heb later gekozen voor een politieke loopbaan. Mijn mentaliteit is veranderd en ik heb mijn kinderen aangeraden om niet te kiezen voor de onzekerheid van een politieke loopbaan of een eigen bedrijf. Zij hebben allen een vaste job.
De SERV kwam tot dezelfde conclusies als de heer Sleuwaegen, onder meer dat te weinig geïnvesteerd werd in nieuwe producten. Minister Gabriels zei namens de minister-president dat hun conclusies achterhaald waren en dat er tekenen van herstel waren. Minister-president Dewael herhaalde die conclusies. Het gaat dus niet op om de regering nu, anderhalf jaar later, te bewonderen voor het opstarten van een ondernemersconferentie. (Applaus bij CD&V)
Van de beloofde 7000 hectare bedrijventerreinen is er nog geen m² beschikbaar. Slechts 10 procent is planologisch in orde. Ook het VEV vindt het hoog tijd om naast ecologisch waardevol ook economisch waardevol gebied af te bakenen. Zoniet wordt de economie vernietigd.
In het boek van de professoren Cabus en Vanhaverbeke, bekostigd door de Vlaamse regering, staat dat er 33.000 ruimtebehoevende jobs gemist zijn door een tekort aan terreinen. Dat staat in contrast met de uitlatingen van de heer Denys. Tegen het einde van de regeerperiode zal geen enkele nieuwe job gecreëerd zijn door een uitbreiding van de bedrijventerreinen. (Applaus bij CD&V)
Het decreet van 1999 zorgde voor de grootste rechtsonzekerheid voor zonevreemde bedrijven. De woorden van de heer Schuermans hebben mij diep ontgoocheld. De christen-democraten doen drie voorstellen over federale bevoegdheden. Aan de Vlaamse regering doen ze geen enkele aanbeveling. Ze vragen enkel een verdere staatshervorming.
In mijn slotwoord heb ik duidelijk gemaakt waarin de Vlaamse regering haar bevoegdheid niet gebruikt heeft. Dat wijst op onze dynamische visie. (Applaus bij CD&V)
Ik zei dus dat ik de mentaliteit van mijn ouders en grootouders verloochend heb. Een nieuwe mentaliteit begint bij onszelf, maar in de privé-sfeer. Daar moet de overheid de handen afhouden. Wel kan zij voorwaarden scheppen om de verloren mentaliteit opnieuw een kans te geven. Een belangrijke rol is weggelegd voor het onderwijs dat naast kennis en vaardigheden ook attitudes moet bijbrengen. Ondernemingszin komt te weinig aan bod.
Onze fractie doet drie aanbevelingen voor de Vlaamse ondernemingsconferentie. Dit structureel pakket van aanbevelingen situeert zich op het domein van onderwijs. Ten eerste is een aanvulling van de eindtermen nodig, zowel in het lager als het secundair onderwijs, waarbij de aandacht op de ontwikkeling van ondernemingsrelevante attitudes en vaardigheden wordt gevestigd. Ten tweede is een wijziging in de lerarenopleiding noodzakelijk. De Latijnse benadering, waarbij de leraar centraal staat, dient te worden vervangen door de Angelsaksische benadering, waarbij de leerling centraal staat. De leraar moet een coach of mentor worden die de leerling aanzet tot meer creativiteit en zin voor initiatief. Een derde aanbeveling is de oprichting van een Vlaams onderzoeksinstituut voor het ondernemerschap, wat een essentiële en zeer zinvolle belegging is voor de groei van de economie en voor het aanzwengelen van de werkgelegenheid.
Uw argumentatie over onderwijs kan ik volledig volgen. Er is echter een verschil tussen wat er aangekondigd wordt en wat er in de praktijk wordt uitgevoerd. Een recent voorbeeld daarvan is wat er zich heeft afgespeeld in de academische wereld, waarbij eerst door de minister van Onderwijs, Marleen Vanderpoorten, werd aangekondigd dat het budget werd verhoogd, maar nadien in de praktijk een deel van dat budget terug moest ingeleverd worden.
Het pleidooi van de heer Denys is weinig geloofwaardig. Eén: De waarheid is dat het vrij initiatief zich inhoudelijk en organisatorisch onder druk voelt. Dat is een algemene klacht van al diegenen die op het terrein staan. Twee: Het uitbreiden van de eindtermen past in een staatspedagogisch denken, dat de jongste jaren opgang maakt en waarbij de leraar een duizendpoot moet zijn, die op ieder maatschappelijk probleem een antwoord moet geven. Op het terrein zijn goede initiatieven , maar in de voorbije regeerperiode is er quasi niets gebeurd om deze te ondersteunen.
Er is geen aandacht besteed aan de zuurstof voor het ondernemerschap die aanwezig is in de scholen zelf. Het is zeer belangrijk dat hier ruimte voor wordt gegeven en dat heeft deze regering niet gedaan. De eindtermen dienen niet uitgebreid te worden, maar dienen herleid te worden tot de essentie. Het curriculum moet gehalveerd worden en er moet vertrouwen gesteld worden in de professionaliteit van de leraar zelf. De attitudes die door de heer Denys opgesomd werden, zijn vandaag al aanwezig in verschillende scholen, maar het beleid dat voorgesteld wordt, is betuttelend. Het pleidooi dat hier gehouden wordt, is voor mij dan ook niet geloofwaardig.
Het is een moeilijke opdracht om de zin voor ondernemerschap te revitaliseren. Van essentieel belang is dat er een mentaliteitswijziging dient te komen. Resultaten daarvan zijn echter zeer moeilijk meetbaar. Het onderwijs veranderen is moeilijk maar fundamenteel. Onze fractie wenst de minister deze aanbevelingen mee te geven voor de ondernemingsconferentie en wenst haar ook alle succes toe.
Er is de laatste maanden een crisisbesef ontstaan in de Vlaamse regering, wat onder andere blijkt uit de Septemberverklaring. De bedrijfsleiders van de grootste ondernemingen in Vlaanderen zijn hier ook tevreden mee. Een groot probleem is dat het ondernemerschap met een pejoratief imago kampt. De regering moet er dan ook voor zorgen dat het ondernemerschap een positief imago krijgt: ondernemen, winst maken en investeren zijn gezond. Wat de Vlaamse regering zeker voor ogen moet houden, is dat economische groei een voorwaarde is om meer jobs en meer welvaart te creëren.
Professor Daems wees er ook op dat de overheid, in de ons omringende landen, 4.5 procent in risicokapitaal investeert. In Vlaanderen loopt dit cijfer op tot 31.5 procent. Wat is hier de reden van? Het probleem berust bij de privé-sector. Op de fameuze werklunch verzekerden de aanwezige CEO's mij dat, indien er gunstige fiscale maatregelen komen voor investeringen in financieel risicovolle ondernemingen, deze 31.5 procent kan gehalveerd worden.
Ik vraag de Vlaamse regering ook om rekening te houden met de slinger van Foucault. Men mag immers niet van het ene extreem in het andere vervallen. Indien men ondernemen te makkelijk maakt, zal men een overvloed krijgen aan kandidaat- ondernemers en bijhorende faillissementen krijgen. De natuurlijke zeef moet dus behouden blijven. De overheid dient keuzes te maken en goed om te springen met de openbare middelen.
De Vlaamse ondernemingsconferentie moet binnen de Vlaamse bevoegdheden blijven. Wat kan Vlaanderen doen? Men moet er zich voor hoeden om de werkloosheid te laten dalen door meer ondernemers te creëren. Dit is goed maar ook voor een stuk gevaarlijk.
De Vlaamse regering moet ook werk maken van PMV. In juli 2001 lieten we de GIMV los op de beurs. De PMV werd gecreëerd als motor van overheidsinitiatief en -financiering. De PMV doet niet genoeg en moet de functie van de GIMV volledig overnemen.
Ten slotte kan men zich de vraag stellen of ook de non-profitsector een commerciële dimensie kan gegeven worden. (Applaus bij VU&ID)
De speeltijd is voorbij. We moeten weten waar we mee bezig zijn. Momenteel bevinden we ons immers op een scharniermoment. Vlaanderen heeft een schitterend verleden. Nu worden we echter met tal van problemen geconfronteerd.
Wat zal de toekomst ons brengen? Dit is de essentiële ondertoon van dit debat. De voorbije 50 jaren waren prachtig in sociaal-economisch opzicht. Gedurende deze periode werd gezorgd voor groei en werd het Rijnlandmodel omgezet in de verzorgingsstaat.
In totaal beschikt de minister-president nog over 7 maanden om de discussie voor te bereiden en ervoor te zorgen dat we er tegen de volgende regeerperiode staan.
Vorige week verklaarde professor Elchardus in een vraaggesprek met de krant De Morgen dat we er ons zullen moeten voor hoeden dat er de komende jaren niet meer mensen zullen leven en sterven als honden. Wat betekent dit?
We worden geconfronteerd met 5 uitdagingen.
Zijn we in staat en bereid om de doorgroei van de welvaartsstaat te blijven garanderen en tegelijkertijd de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat onder controle te houden?
Verder zijn er problemen met de betaalbaarheid van de vergrijzing. Tot voor een aantal jaren luisterde niemand uit de politieke wereld naar de waarschuwingen uit de academische wereld. Federaal minister Vandenbroucke was de eerste om toe te geven dat er een probleem bestond met de vergrijzing. De conjunctuur verkeert intussen in een crisis. Bedrijven worden gedelocaliseerd en de werkloosheid neemt toe. De betaalbaarheid van de verzorgingsstaat komt in het gedrang.
Een derde uitdaging wordt gevormd door de herschikking van de arbeidsmarkt. Gisteren verklaarde de heer Holderbeke van het Leuvense steunpunt WAV in een vrije tribune in de krant De Standaard dat de vijfenvijftig plussers momenteel slechts met mondjesmaat vervangen worden door twintigers. Tussen 2003 en 2004 zullen we echter volop herschikkingen krijgen van de arbeidsmarkt. Dit creëert kansen en biedt ons de mogelijkheid om de redenering van levenslang leren in de praktijk om te zetten. Dit levenslang leren geldt echter niet meer voor de generatie van de babyboomers. Het zijn de twintigers die een aantal bijzondere competenties moeten meekrijgen.
De federale overheid beweert dat er tegen 2007 tweehonderdduizend nieuwkomers zullen komen op de arbeidsmarkt. Dit is een natuurlijke demografische evolutie.
Het werkgelegenheidsdebat dat door de federale en de Vlaamse overheden werd georganiseerd is een lege doos. De voorzitter van de Union Wallon des Entreprises (UWE) deelt deze mening en beweert dat het niet de taak is van de overheid om jobs te creëren. In de jaren '80 heeft de federale overheid jobs gecreëerd, wat tot een enorme budgettaire ontsporing heeft geleid. In 1970 bestond de arbeidsmarkt uit 60 procent loontrekkenden, 20 procent ambtenaren en 20 procent zelfstandigen. De massale aanwerving van ambtenaren die door de heer Spitaels werd ingezet, bracht de huidige verdeling op 60 procent loontrekkenden, 25 procent ambtenaren en 20 procent zelfstandigen. De overheid heeft niet de taak als werkgever op te treden. Pas wanneer de economische groei groot genoeg is, kan men zorgen voor de uitbouw van een sociale economie.
Volgens het UWE moet de overheid niet zorgen voor directe tewerkstelling, maar wel een beleid voeren dat de ondernemingen steunt. Waarom zijn er zo weinig nieuwe bedrijven in Vlaanderen? Komt dit door het verouderen van de mentaliteit of door een noodzakelijke aanpassing van het onderwijs die uitblijft? Moet men de groene missionarissen het zwijgen opleggen of zorgen voor meer risicokapitaal?
De voorbije 50 jaar kende men een schitterende groei van de verzorgingsstaat. Indien men nu niet snel en efficiënt handelt, zal dit paradijs later onmogelijk worden. (Applaus bij CD&V, het VB en VU&ID)
Het is niet waar dat de Vlaamse regering te laat of helemaal niet zou gereageerd hebben op de economische evoluties van de laatste jaren. De regering heeft verschillende stappen ondernomen en staat op het punt verscheidene projecten af te werken.
Onlangs werd een ontwerp voor het ARKimedesplan ingediend bij het Vlaams Parlement. Het ontwerpbesluit dat vrijdag door de regering zal worden genomen, moet nog worden voorgelegd op Europees niveau. Wij doen dit voortijdig zodat het plan in werking kan treden van zodra het Vlaams Parlement zijn goedkeuring geeft.
Ook het waarborgfonds is bijna operationeel, zodat de overheid kan instaan voor de startersborg van ondernemingen.
Op 17 november zal de regering het callsysteem verder bekijken. Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) stemt er nu in toe een deel van het competitieve element te behouden. Wij zullen werken met een gesloten enveloppe om ontsporingen te vermijden zoals die voorkwamen toen de heer Van Rompuy een open enveloppe hanteerde. Het gebruik van een gesloten enveloppe betekent echter dat men een selectie zal moeten maken door competitie.
U moet bronnen correct citeren. Het VEV vraagt om financiële beheersbaarheid en verwerpt unaniem de wedstrijdformule.
De bepalingen voor oprichting van een agentschap voor internationaal ondernemen zijn aan de Raad van State overgemaakt. Verder werden het Huis van de Economie en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij behandeld.
Het rapport van professor Sleuwaegen, dat door de Vlaamse regering werd besteld, bepleit een opwaardering die in de nieuwe beleidsbrief werd opgenomen.De fondsen voor innovatie zullen verhoogd worden van 60 miljoen naar 90 miljoen euro.
De Vlaamse regering wil echter meer doen dan het strikt noodzakelijke, en nam het initiatief tot het organiseren van een ondernemingsconferentie.
De minister zegt dat de oppositie de indruk wil wekken dat er niets gebeurd is.
Daarom is ze begonnen met een opsomming van wat gerealiseerd is. Daar bovenop zouden nu extra maatregelen worden genomen.
Ik zal opsommen wat er werkelijk gebeurd is. Arkimedes werd niet gerealiseerd. Het moet nog naar Europa en wordt dus in deze zittingsperiode niet meer behandeld. Het waarborgfonds is ingediend, niet gerealiseerd. Over het call systeem kan gesproken worden, maar het is niet gerealiseerd. Het agentschap Internationaal Ondernemen moet nog naar het parlement. Voor de huizen van de Economie of voor de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen is er nog altijd geen decretale regeling.
In 2004 zullen er meer kredieten worden uitgetrokken voor innovatie. De minister geeft dus een overzicht van wat ze nog wil doen, maar wat ze helaas in veel gevallen niet meer zal kunnen doen.
De opsomming die ik heb gegeven betreft zaken die in een laatste fase zitten. Dit is een stand van zaken en een bewijs dat er in de voorbije periode aan heel deze korf van maatregelen gewerkt is. U hebt alleen twee federale oplossingen voorgesteld.
We hadden kunnen zeggen : the job is done. We doen echter meer. De Vlaamse regering heeft vier sporen getrokken : stimuleren, innoveren, flankeren en investeren. In de ondernemersconferentie zullen we voor deze vier sporen ongetwijfeld nog bijkomende maatregelen nemen.
Ik wil nog even stilstaan bij de ideeën die we hebben gelanceerd in het kader van de ondernemingsconferentie en die los staan van de maatregelen die in uitvoering zijn.
Een eerste voorstel betreffende de vriendenbank werd door CD&V toegejuicht. Ik begrijp echter niet waarom deze partij niets ziet in het voorstel inzake de starters.
In Vlaanderen heeft men aan een hele generatie verteld dat zekerheid het belangrijkste element was. Daarvoor betalen we nu de tol met het gebrek aan starters. Men zou kunnen beslissen die zekerheid weg te nemen, maar daarvoor is er geen draagvlak. Waarom mag men echter alleen zekerheid bieden aan werkzoekenden en werknemers en niet aan mensen die een bedrijf willen beginnen? Dit voorstel lijkt me het ei van Colombus om om te gaan met de hoge drang naar zekerheid die in Vlaanderen bestaat en met het tekort aan starters.
De heer Johan De Roo, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.Uiteraard moeten de starters goed begeleid worden. Daarom ben ik erg blij met de positieve reactie van UNIZO en VIZO die willen instaan voor het coachen van de beginnende ondernemers.
Ik zou willen weten wat het voorstel van de minister-president precies inhoudt. Een starter moet in zijn eerste jaar een inkomensgarantie krijgen van 800 euro per maand, heb ik begrepen. Krijgt hij dat bedrag dan onmiddellijk? Na drie maanden zou hij een businessplan moeten voorleggen aan de huizen van de Economie die trouwens nog niet bestaan. Die zullen dan nagaan of het bedrijf al dan niet levensvatbaar is. Het inkomen van een ondernemer kent men doorgaans echter pas na twee of drie jaar.
Wie na enkele maanden een inkomen van 800 euro kan genereren, kan niet langer van deze steun genieten. Een starter die het goed doet, valt dus buiten deze regeling.
Wie zal dat uitbetalen? Hoe zal dat minimuminkomen worden vastgelegd? Is dat een Vlaamse bevoegdheid? Wie zal dat controleren? Wat zal de impact zijn op de concurrenten? Talloze vragen blijven onbeantwoord en toch wordt dit voorstel zomaar gelanceerd.
Het gaat om tienduizenden mensen. Deze zaak zal dus ongeveer vier miljard frank kosten.
De regering heeft ter voorbereiding van de ondernemingsconferentie tientallen concrete voorstellen uitgewerkt op de vier domeinen die op de agenda van de conferentie staan. Deze voorstellen passen binnen een langetermijnvisie maar moeten ook maximaal realiseerbaar zijn binnen de korte termijn die deze regering nog gegund is.
We geloven in een eerlijke dialoog met het middenveld en we willen de betrokkenheid van vakbonden en werkgevers op de ondernemingsconferentie maximaal solliciteren. We hebben zeer constructieve reacties gekregen.
Ik geloof niet dat de enige goede ondernemer er één is die eerst maanden honger moet lijden alvorens zijn zaak draait. Ik verkies dat mensen met een gegarandeerd inkomen van dertigduizend frank proberen een zaak uit de grond te stampen dan dat ze gewoon wachten in de werkloosheid. Als dit voorstel tienduizenden bijkomende zelfstandigen per jaar oplevert, dan zal ik daar zeer trots op zijn.
We gaan dat bespreken met de sociale partners. Het meest zinvolle debat over de ondernemingsconferentie zal evenwel het debat zijn na afloop ervan, wanneer we met concrete voorstellen naar het parlement kunnen komen. We zijn hiervoor bevoegd omdat het niet gaat om werkloosheidsuitkeringen. We vullen onze bevoegdheden wel maximaal in.
Eén mogelijke piste is het versterken van de bouwsector. We hebben een collectieve inkomensgarantieverzekering aangeboden aan al wie een woning wil bouwen maar dat niet aandurfde uit angst zijn inkomen te verliezen.
We gaan het middenveld actief betrekken bij de concrete uitwerking van de ondersteuning. Wie erin slaagt om in het eerste jaar na de opstart van de onderneming een inkomen te verwerven van meer dan 800 euro per maand, heeft geen ondersteuning van de overheid nodig. Wie minder verdient, krijgt de garantie dat ze minstens dat minimumbedrag krijgen.
Hoe zal men dat uitmaken?
Daarvoor zijn er verschillende eenvoudige formules denkbaar. Unizo suggereerde dat de starters een beroep kunnen doen op die inkomensgarantie indien ze een businessplan voorleggen aan een revisor, gefinancierd door de overheid. Indien achteraf blijkt dat het inkomen, groter was, wordt de inkomensgarantie terugbetaald. Indien dat niet het geval is, heeft men dat geld definitief verworven.
Wie wil beginnen met een onderneming moet dus meteen een businessplan voorleggen. De regering wil trouwens starterscheques uitreiken om de opmaak van de businessplannen mogelijk te maken.
UNIZO en de andere ondernemersorganisaties verwerpen de inkomensgarantie voor starters niet omdat ze hopen dat ze zelf mee de begeleiding zullen kunnen doen.
De heer van Rompuy vindt het dus geen goede zaak dat er samenspel komt tussen het middenveld en de overheid om starters beter te begeleiden en om zo te voorkomen dat er minder faillissementen zijn.
Er zijn dertigduizend starters. Indien tienduizend starters in aanmerking komen voor de steun die tienduizend euro bedraagt, dan gaat het om een bedrag van honderd miljoen euro of vier miljard Belgische frank. Dit bedrag aan belastinggeld wil men gebruiken zonder dat er enige garantie is op succes.
De essentie van de markteconomie is dat men bepaalde risico's neemt. Als men alle risico's wil wegnemen, komt men bijna terecht in een verstaatste economie. De goede starters vallen buiten deze regeling. De heer Tobback heeft trouwens gezegd dat Vlaanderen hiervoor niet bevoegd is.
Nadat ik de heer Van Rompuys analyse van het liberalisme heb gehoord, stel ik voor dat hij zich bij de christen-democratie houdt. Wie zijn nek uitsteekt, verdient een inkomen. Uiteindelijk werken die mensen aan onze toekomst.
U bent minister-president en geen cafébaas ergens in Mechelen. (Samenspraken)
De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.Ik stel voor dat we het debat in alle rust voortzetten.
Veel starters mislukken omdat ze broodnodig advies van consultants, boekhouders, juristen, enzovoort niet kunnen betalen. Ik denk dat we moeten nadenken hoe we dergelijk advies betaalbaar moeten maken voor starters. Op die manier zullen we de angst om een zaak te starten wegnemen. Ik meen me te herinneren dat een CVP-minister ooit een vergelijkbaar pleidooi heeft gehouden.
Ik ben inderdaad niet zeker of wij wel bevoegd zijn. Dat is niet ongewoon en evenmin negatief. Ik vraag me ook af of een minimuminkomen de hoogste prioriteit is. Voor begeleiding of een sociaal vangnet zorgen zijn andere opties. Dat zijn enkele bijkomende voorstellen. Ik heb niet de bedoeling om het idee van minister-president Somers op voorhand af te wijzen.
Als minister-president Somers gelijk heeft en Vlaanderen inderdaad bevoegd is om een minimuminkomen toe te kennen, vraag ik me hardop af hoe hij dat zal betalen. Er wordt 75 miljoen euro vrijgemaakt, terwijl deze maatregel tot 100 miljoen euro kan kosten.
Wie geen bedrijf opstart, krijgt een leefloon. Wie dat wel doet, niet. Als we het er eens over raken, hoe immoreel dat wel is, hebben we vandaag een grote stap vooruit gezet. Dat CD&V het daar niet mee eens is, vind ik onvoorstelbaar.
De manier waarop de heer Van Rompuy over bakkers en beenhouwers denkt, is onvoorstelbaar. We moeten die mensen dankbaar zijn.
U vindt onze houding onverantwoord, maar stelt samen met minister-president Somers voor om alle starters een minimuminkomen te geven. Hoe gaat u dat controleren? We maken het absolute dieptepunt van het Vlaamse economische beleid mee. Nadat we 20 jaar lang werk gemaakt hebben van ernstige maatregelen, heb ik nu de indruk in een café beland te zijn.
Als we 20 jaar lang werk gemaakt hebben van ernstige maatregelen, hoe komt het dan dat er vandaag amper nog starters zijn? (Samenspraken)
De Ondernemingsconferentie wil op vier domeinen resultaten boeken, telkens binnen de Vlaamse bevoegdheden. Eén ervan is ondernemerschap steunen en daartoe volstaat één enkele maatregel niet. Samen met vakbonden en werkgevers gaan we alle voorstellen concretiseren. Volgens mij moet de overheid drie belangrijke hindernissen wegwerken. Zo zijn er enkele voorstellen om de papierwinkel tegen te gaan, en het uiteindelijke resultaat zal hier besproken worden.
Het vinden van voldoende risicokapitaal is een tweede hindernis. Er werden in het verleden initiatieven ontplooid. Het ARKimedesfonds, de vriendenbank zijn hier voorbeelden van. Verder kunnen ook de fiscale spelregels gewijzigd worden. Dit is echter nog steeds een federale bevoegdheid.
Een derde spoor is de creatie van een vangnet voor mensen die willen ondernemen. Vele mensen die niet afkomstig zijn uit een ondernemersmilieu zijn immers vaak bang dat ze geen gegarandeerd inkomen zullen hebben. Ook hier zullen we nieuwe initiatieven moeten ontplooien.
Dit alles vormt een eerste deel van de ondernemersconferentie. Op welke manier motiveren wij jonge Vlamingen om te ondernemen? Dit heeft niets met cafépraat te maken. Het is de essentie van de discussie.
Ik heb de discussie van het onderwijs gevolgd. Ook in het onderwijs zullen we extra inspanningen moeten leveren om een ondernemingsklimaat te creëren.
Ook het spoor voor de begeleiding en ondersteuning moet versterkt worden.
Binnen de 7 maanden moet zoveel mogelijk gerealiseerd worden. Hier mag men ons op afrekenen. Als wij op elk spoor iets weten te realiseren, hebben we goed werk geleverd. Dit is dan ook de ambitie van de ondernemingsconferentie.
Men kan aan een ondernemingsconferentie beginnen door een volledig pakket uitgewerkte sociale maatregelen aan te bieden. In dat geval zullen de sociale partners er echter over klagen dat hun inbreng tot niets herleid werd. We hebben dit dan ook bewust niet gedaan maar opteerden voor een open discussie met de verschillende interpellanten. De uitdaging is immers enorm. Op welke manier kunnen we de economische uitdagingen aangaan en het ondernemingsklimaat versterken? Op dit vlak kunnen we allemaal van elkaar leren.
Men mag van een reëel probleem geen karikatuur maken. Het gaat hier om jonge mensen die bang zijn voor hun inkomen. Hoe moeten we dit probleem ondervangen? Dit is de inzet van ondernemingsconferentie en mijn voorstellen in verband met de starters. (Applaus bij VLD)
Er is ook het voorstel van de talentenbank. Het voorstel van de Agalev-fractie in verband met de kennispoll en energiesectoren is het overwegen waard. Verder willen we ook de maximale energiefactuur in overweging nemen. Dit zijn echter allemaal zaken die we op korte termijn willen realiseren.
Op lange termijn willen we ook een aantal aanzetten geven. We zullen hierbij niet voor sectoren maar voor innovatie in sectoren opteren. Impliciet bevoordeelt de overheid natuurlijk wel een aantal sectoren. Dit gebeurt met de oprichting van een aantal excellentiepolen. Grosso modo moet men deze taak toch overlaten aan de privésector. Het opteren voor één bepaalde sector houdt immers ook een aantal risico's in.
Collega Van den Abeelen stelde zich terecht de vraag of men in Vlaanderen niet moet stoppen met het produceren van goederen. Het antwoord op deze vraag is negatief. We moeten wel komen tot een grotere integratie van industrie en diensten. Ondernemen zal immers altijd een integratie zijn van hoofd, hart en handen. Vlaanderen moet zijn fabricage dus kunnen blijven houden.
De heer Voorhamme heeft de opleiding terecht aangekaart. De opleiding van oudere werknemers zal gedurende de ondernemingsconferentie dan ook zeker ter sprake komen.
De opwaardering van de creatieve economie moet ook plaatsvinden. Conceptuele innovatie moet aan technologische innovatie toegevoegd worden. Dit geeft gestalte aan de nieuwe, creatieve economie van Vlaanderen.
De heer Denys heeft ten slotte gelijk als hij stelt dat de mentaliteit het hardnekkigste element zal zijn. Het debat bewijst op welke manier Vlaanderen omgaat met begrippen als inactiviteit en activiteit. We moeten hier nog een lange weg over afleggen. Ik ben er echter van overtuigd dat er op dit vlak voor onderwijs een belangrijke rol is weggelegd. De mentaliteit in het onderwijs, bij ouders en in de samenleving moet wijzigen ten opzichte ondernemen.
De heer Bogaert was trouwens de eerste die durfde toe te geven dat winst maken niet vies is en ondernemen moet kunnen. Het is de ambitie van deze regering om ervoor te zorgen dat iedereen in Vlaanderen kan ondernemen. Ik kan alleen maar hopen dat deze ambitie hier ook in dit halfrond op vele banken aanwezig is. (Applaus)
De bespreking is gesloten.