Verslag plenaire vergadering
Verslag
ONTWERPEN VAN DECREET
Strategische adviesraden
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het ontwerp van decreet tot regeling van strategische adviesraden.
De algemene bespreking is geopend.
, verslaggever : Dit ontwerp van kaderdecreet moet worden gesitueerd in een drieluik van decreten die betrekking hebben op een beter bestuurlijk beleid, namelijk het ontwerp van kaderdecreet Bestuurlijk Beleid, het decreet op de strategische adviesraden en het comptabiliteitsdecreet.
Alles begon met de conclusies van het Uitgebreid Bureau in 1997 over advisering en adviesraden, waarbij de volgende aandachtspunten naar voren werden geschoven : de toegang van het parlement tot advisering, de rationalisering van de adviesorganen, de scheiding van advisering en overleg en de onverenigbaarheid van de functie van parlementslid met een lidmaatschap van de adviesraden.
De Vlaamse regering stelde in een visienota de volgende uitgangspunten voorop : het primaat van de politiek, de professionaliteit van de leden van adviesraden, een transparant en doelmatig adviesstelsel inzake beleidsaangelegenheden, een duidelijke link tussen administratie en adviesorganen en een scheiding tussen advies en overleg. Het aantal strategische adviesraden zou worden beperkt tot één per homogeen beleidsdomein. Ze zouden rechtspersoonlijkheid hebben en worden opgericht in afzonderlijke decreten.
De commissie voor Institutionele Hervorming besprak de visienota op 6 november 2001. Er werd besloten toch een verplichte adviesaanvraag voor de voorontwerpen van decreet en de mogelijkheid van een gemengde samenstelling van de adviesraden in te schrijven. Na de commissiebespreking organiseerde de regering een ruime consultatieronde, waaruit trouwens de Staten-Generaal van het Middenveld is ontstaan.
De commissie voor Institutionele Hervorming organiseerde hoorzittingen met de SERV, de MiNa-Raad, het Vlaams Welzijnsverbond, de Staten-Generaal van het Middenveld, de Vlaamse Jeugdraad en de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur. De sprekers brachten de volgende knelpunten onder de aandacht : het dwingende karakter van dit pseudo-kaderdecreet, de homogeniteit van de beleidsdomeinen, de horizontale bevoegdheden van bestaande metaraden en het ogenblik van advisering in het geheel van de beleidscyclus. Ze hielden een pleidooi voor de erkenning van de specifieke opdracht en waarde van het georganiseerde representatieve middenveld.
Door de grote luisterbereidheid van alle commissieleden werden aan het ontwerp van decreet belangrijke wijzigingen aangebracht. De opdrachten van de strategische adviesraden werden aangevuld met adviezen over ontwerpen van belangrijke federale en supranationale samenwerkingsakkoorden. De verplichte advisering werd uitgebreid tot de strategische uitvoeringsbesluiten. De regering heeft een motiveringsplicht bij het niet volgen van een advies en alle adviezen zullen openbaar zijn.
Wat de samenstelling betreft, werd de representativiteit van de vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld onderstreept. De tweederderegel bij de samenstelling van de raden werd ingeschreven, de rol van de administratie verduidelijkt en de regels over de onverenigbaarheden werden verfijnd. De toegang tot informatie werd scherper gesteld en de minimumtermijn aangepast. Het aldus geamendeerde ontwerp werd aangenomen met acht stemmen bij vijf onthoudingen.
Ik uit nog enkele persoonlijke bemerkingen. Wat het dwingende karakter van dit pseudo-kaderdecreet betreft, heeft de decreetgever enkel een verbintenis aangegaan. Wij betreuren dat de mogelijkheid om toch te komen tot een reëel kaderdecreet niet werd onderzocht.
Een ander probleem is de homogeniteit van de beleidsdomeinen. Om bij de opmaak van adviezen rekening te kunnen houden met de kennis van de betrokkenen, zal soms moeten worden overgegaan tot de delegatie van adviesbevoegdheid aan deelraden of tot de oprichting van autonome deelraden. De regering heeft gekozen voor de eerste oplossing, ik blijf voorstander van de tweede.
De waarde van horizontale metaraden als de Vlaamse Jeugdraad en de SERV moet gegarandeerd blijven in de decreten die hun werking regelen.
Verschillende woordvoerders benadrukten dat een vraag tot advies aan het einde van de beleidscyclus het honoreren van de in het advies gemaakte opmerkingen hypothekeert. Een goede communicatie met de adviesraden moet ervoor zorgen dat zij desgewenst in een vroeg stadium al een advies kunnen uitbrengen.
Omgaan met het middenveld ten slotte is niet zozeer een kwestie van rechtsregels, als wel van attitude. We moeten geloven in de noodzaak van een dynamisch partnerschap en in de interactieve beleidsvorming. Sociologen wijzen op de gemeenschapsvorming als dam tegen individualisme, cocooning, vereenzaming, onverschilligheid en onverdraagzaamheid. Inspanningen werden al geleverd om de participatie van mensen aan verschillende activiteiten te stimuleren.
In het ontwerp wordt de noodzaak van participatie door het representatieve en georganiseerde middenveld erkend. Dat doet geen afbreuk aan het primaat van de politiek : de beslissingbevoegdheid en de verantwoordelijkheid blijft bij de politici.
Het middenveld mee verantwoordelijk maken voor het beleid, doet hen het individuele belang overstijgen. Een grotere maatschappelijke steun voor en het verhogen van de kwaliteit van rechtsregels zijn het resultaat.
Omdat er nog enkele belangrijke euvels zijn en omdat er te weinig zicht is op het uiteindelijke resultaat, zal mijn fractie dit ontwerp niet goedkeuren. Omwille van de belangrijke stappen voor de participatieve democratie zullen we dit ontwerp niet afkeuren, maar ons onthouden bij de stemming. (Applaus bij CD&V)
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag. Er is afgesproken dat ik de bespreking van het volgende ontwerp van decreet zal toelichten.
De bijdrage van de Vlaamse administratie aan het regeerakkoord vormde de start van het project beter bestuurlijk beleid met als doel de optimalisering van de werking van de Vlaamse overheid. Daartoe worden best ook de advies- en overlegstructuren geherstructureerd.
Door dit ontwerp worden zowel experts als het maatschappelijk middenveld geraadpleegd. Momenteel zijn er ongeveer 140 adviesorganen actief. Sommige leveren al beleidsadviezen, andere fungeren alleen als technische commissies. Enkele adviesraden combineren beide opdrachten. De bestaande adviesraden vertonen een grote diversiteit. Er is geen duidelijke verband tussen de adviesraden en de administratieve organisatie. De reorganisatie sluit daarom aan bij de reorganisatie van de departementen volgens het ontwerp van kaderdecreet Bestuurlijk Beleid.
In het ontwerp wordt een kader geboden voor de oprichting van strategische adviesraden en wordt het adviesstelsel versoberd. De bindende advisering worden afgeschaft. Dat is immers een contradictio in terminis en strijdig met het politieke primaat.
Het ontwerp stoelt op vier uitgangspunten : de primaat van de politiek; erkenning en inbreng van het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke deskundigen; geen mengvorm tussen advies en overleg; oordeelkundige organisatie van het adviesstelsel.
De bijdrage van de experts kan worden gecombineerd met de inbreng van het middenveld, dat niet alleen deskundig is maar ook voeling heeft met wat leeft in de maatschappelijke geledingen. De voorkeur van het parlement gaat duidelijk uit naar gemengde en maatschappelijke adviesraden. Advies en overleg worden best niet vermengd, omdat ze vanuit functioneel oogpunt duidelijk verschillen van elkaar.
Het Vlaams Parlement zal erop toezien dat de algemene principes van dit ontwerp gerespecteerd worden in de oprichtingsdecreten. Van belang daarbij is een goed evenwicht tussen de strategische adviesraden en het parlement. Een te grote rol van de adviesraden zou ook de efficiëntie van het regeringswerk in het gedrang kunnen brengen.
Voorts zijn van belang : de mogelijkheid om advies te verlenen over voorstellen van decreet en samenwerkingsakkoorden van strategisch belang; de motiveringsplicht van de Vlaamse regering bij afwijking van verplichte adviezen; en de twee mogelijke samenstellingen van de adviesraden. De Vlaamse regering dient bovendien uit eigen beweging of op verzoek alle noodzakelijke informatie ter beschikking te stellen van de adviesraden.
Het comptabiliteitsdecreet kan om louter technische redenen niet gelijktijdig goedgekeurd worden. Het is echter belangrijk dat er wel gestemd wordt over de ontwerpen over de adviesraden en bestuurlijk beleid. Alle betrokkenen hebben immers het recht te weten welke positie zij innemen in de nieuwe structuur.
Ik roep iedereen op om ze eensgezind mogelijk samen te werken aan deze omvattende vernieuwingsoperatie. De VLD zal dit ontwerp goedkeuren. (Applaus bij de VLD)
Hoewel de twee ontwerpen van kaderdecreet van groot belang zijn, zijn de invullende ontwerpen minstens even belangrijk. Vlaanderen heeft een goede bestuurscultuur nodig met als wezenlijke onderdelen : inspraak, implementatie van de resultaten van de participatie en de communicatie daarover. Wij zijn van oordeel dat het ontwerp niet geheel verzoenbaar is met de principes van behoorlijk en deugdelijk bestuur.
We storen ons aan de onzorgvuldigheid waarmee dit ontwerp de beleidscyclus reduceert tot beleidsvoorbereiding en -uitvoering. De afwezigheid van beleidsevaluatie is een spijtige verarming. Enkele van de strategische adviesraden zouden in overleg met de Vlaamse regering de effecten van het beleid kunnen evalueren en de beleidsprocessen doorlichten.
Strategische adviesraden nemen niet deel aan de uitvoering van het beleid. Dat dient echter een representatieve weerspiegeling te zijn van het primaat van de politiek en de gehonoreerde adviezen van de strategische adviesraden. Uitvoering vereist in de regel een bijsturing na de eerste cyclus. Interactief partnerschap van de Vlaamse regering, de overheid en de strategische adviesraden betekent dat de evaluatie geen lege doos blijft
Het Vlaams Blok vraagt dan ook om evaluatie, advies en overleg duidelijk te definiëren. Het is immers niet goed dat de verhouding tussen advies en overleg niet aan bod komt. Het is onvoldoende om de intrinsieke overlegfunctie enkel in bedekte termen op te nemen.
Concreet wenst het Vlaams Blok dat de strategische adviesraad die over de bestuurlijke organisatie van Vlaanderen adviseert, een overlegrol op zich neemt. De SERV zou die functie kunnen vervullen.
Anderzijds lijkt het billijk om deze strategische adviesraden niet langer samen te stellen uit afgevaardigden van belangenorganisaties. Deze bijzondere adviesraden zouden kunnen samengesteld worden uit onafhankelijke deskundigen die, als ervaringsdeskundigen, in eigen naam spreken. Voor de overige strategische adviesraden opteert het Vlaams Blok voor gemengde adviesraden. Onafhankelijk van de overheid, maar wel in naam van de middenveldorganisaties, kunnen afgevaardigden zich daar uitspreken.
In ieder geval mogen strategische adviesraden zeker niet alleen uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties samengesteld worden. Onafhankelijke deskundigen moeten steeds vertegenwoordigd zijn in de adviesraden. De representativiteit van de samenstelling van de raden is een ander aspect waar dit ontwerp van decreet duidelijk tekortschiet. Volgens het Vlaams Blok betekent het primaat van de politiek immers evengoed dat de Vlaamse regering waakt over de representativiteit van de strategische adviesraden.
De precieze afbakening van de dertien homogene bevoegdheidspakketten is nog steeds niet voltooid. Ook de relatie tussen een strategische adviesraad en een homogeen beleidsdomein krijgt in dit ontwerp van decreet onvoldoende haar beslag. Deze aangelegenheid is nochtans van het grootste belang.
Het Vlaams Blok wil dat de Vlaamse regering de verantwoordelijkheid op zich neemt om de representatieve band tussen de beleidsdomeinen enerzijds en de afgevaardigden en deskundigen in de adviesraden anderzijds te waarborgen. Bovendien is het Vlaams Blok voorstander van een herschrijving van alle decreten die de activiteiten van specifieke strategische adviesraden regelen.
Het ontwerp van decreet maakt een onderscheid tussen verplicht advies dat de Vlaamse regering aan de strategische adviesraden moet vragen en advies dat de strategische adviesraden op eigen initiatief geven. De beleidsvoering is echter een terrein dat de organisaties van het middenveld beter niet betreden en moet in het teken staan van het primaat van de politiek.
In navolging van het onderscheid tussen advies en overleg wenst het Vlaams Blok dat er ook specifieke opdrachten kunnen toegekend worden aan adviesraden met een overlegfunctie. Alle adviesraden moeten te allen tijde en op eigen initiatief of op verzoek een advies kunnen uitbrengen over uitvoeringsbesluiten en beleidsnota's. Zij moeten verplicht betrokken worden bij voorontwerpen van decreet.
Het Vlaams Blok wil ook dat de Vlaamse regering, meer nog dan vroeger, haar verantwoordelijkheid neemt. Dat kan ze doen door alle beleidsdocumenten die een strategische adviesraad nodig heeft om op eigen initiatief, op verzoek of verplicht een advies te kunnen uitbrengen, ter beschikking te stellen. De strategische visie van de Vlaamse regering, de uitvoeringsmodaliteiten en de technische toelichting moeten beschikbaar zijn. Het betekent tevens dat de regering moet verduidelijken op welke manier decreten onderling samenhangen. Verder moet ook de strategie die de geleidelijke invoering van nieuwe decreten stuurt, zichtbaar moet zijn voor het Vlaams Parlement en de middenveldorganisaties.
Het is duidelijk dat dit ontwerp van decreet wil aansluiten bij de legitieme vraag vanuit de samenleving om meer inspraak in de besluitvorming. Deze uitdaging kan echter geen succesvolle invulling krijgen als het ontwerp nauwelijks gewag maakt van de openbaarheid van bestuur. Het Vlaams Blok zal zich daarom onthouden. (Applaus bij het VB)
Ik wil hier niet ten gronde op alle kritiek ingaan. Dit ontwerp van decreet op de strategische adviesraden weerspiegelt de manier waarop wij hier in Vlaanderen keuzes maken om de parlementaire democratie in te vullen, het middenveld aan bod te laten komen en de verhouding met de uitvoerende macht zien.
Door overleg, adviesraden en expertise te gebruiken zegt dit ontwerp ook veel over de manier waarop het gezag in hedendaagse Vlaanderen wordt ingevuld. Dit is dan ook heel belangrijk ontwerp. We aanvaarden immers de rol van het middenveld en de burger ten volle. De burger organiseert zich ten opzichte van de uitvoerende macht en verwerft op die manier inspraak. De democratie wordt dus ingevuld.
Dit ontwerp van decreet is ook een bewijs van openheid en voortdurende reflectie vanuit het algemeen belang.
De uitvoerende macht kan zich maar manifesteren door te luisteren naar de adviesraden. Het parlement heeft echter steeds het laatste woord en kan zijn rol dus ten volle spelen. Zodoende behoudt de parlementaire democratie zijn kracht. Elk decreet kan immers op elk ogenblik ter discussie komen te staan.
Met dit ontwerp wordt de participatieve democratie verwezenlijkt zonder dat de parlementaire democratie in het gedrang komt.
Ten slotte wil ik iedereen bedanken voor de manier waarop er over deze zaak gedebatteerd werd. Dit ontwerp van decreet mag als het resultaat van deze samenwerking gezien worden. (Applaus)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
Artikel 1 wordt zonder opmerkingen aangenomen.
De stemmingen over de amendementen op artikel 2 en over artikel 2 worden aangehouden.
Artikel 3 wordt zonder opmerkingen aangenomen.
De stemmingen over de amendementen op artikel 4 en 5 en over artikel 4 en 5 worden aangehouden.
De artikelen 6 tot en met 15 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De stemming over de amendementen op artikel 16 en over artikel 16 worden aangehouden.
De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De stemming over de amendementen op artikel 20 en over artikel 20 worden aangehouden.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet aanhouden.