Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorontwerp van gemeentedecreet
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer De Smet tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de opmerkingen van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten betreffende het voorontwerp van gemeentedecreet.
Het voorontwerp van gemeentedecreet heeft al heel wat stof doen opwaaien. Het wordt niet gedragen door de lokale mandatarissen en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) heeft het initiatief genomen om amendementen te schrijven. Die werden goedgekeurd op de algemene vergadering van de vereniging op 24 februari 2003. De minister verklaarde toen dat bepaalde delen van het voorontwerp bespreekbaar zijn en dat hij bereid is om met de VVSG de dialoog aan te gaan over de amendementen. In hoeverre is het voorontwerp bespreekbaar? Is de regering bereid om te streven naar een zo groot mogelijke consensus? Wenst de minister een open parlementair debat?
Van het begin af hebben we met de VVSG overleg gepleegd over het voorontwerp. De vereniging heeft meegedeeld dat ze voor 80 procent eens is met de grote lijnen ervan. Ze is het wel niet eens met de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester maar aangezien dit punt in het Vlaamse regeerakkoord staat, begrijpt ze de houding van de regering terzake. Ik heb er geen probleem mee dat de VVSG daarover een ander standpunt heeft.
Vervolgens kan de VVSG moeilijk aanvaarden dat er een gesplitste situatie van de ontvanger ontstaat, met name het feit dat de verantwoordelijkheid voor het financiële beheer in de eerste lijn naar het college van burgemeester en schepenen gaat en die voor de auditor naar de gemeenteraad. De vereniging heeft ondertussen laten weten dat ze zich kan vinden in die dubbele situatie.
Ik wacht nog op het advies van de Raad van State, dat ik eind maart of begin april zal krijgen. De parlementaire discussie zal op geen enkele manier aan banden worden gelegd. Het voorontwerp zal uitvoerig worden besproken, maar het is duidelijk dat het niet de volledige inzichten van alle 308 leden van de VVSG bevat. Verder wijs ik erop dat ik niet aanwezig was op de algemene vergadering van de VVSG. Ik blijf wel achter het standpunt van mijn vertegenwoordiger staan. Ten slotte zal CD&V niet uit de discussie worden geweerd. Dat zal moeilijk zijn aangezien de partij sterk vertegenwoordigd is in de directie van de VVSG.
De minister bevestigt dat de VVSG nuttig werk levert. Het voorontwerp wordt evenwel niet gedragen door de lokale mandatarissen en zal toch door het parlement worden goedgekeurd.
Ik onderstreep dat er regelmatig contact is geweest met de VVSG. De openheid blijft bestaan.
Het incident is gesloten.