Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Helsen tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, over een evaluatie van het Tarievenbeleid van De Lijn.
In de commissie Openbare Werken gaf de nieuwe directeur-generaal van De Lijn, mevrouw Lieten, gisteren haar visie over de nieuwe beheersovereenkomst. De Lijn is in feite het slachtoffer geworden van haar eigen succes. Ten gevolge van een aantal gunstige abonnementsregelingen steeg het aantal reizigers immers spectaculair. De Buzzy-pas-abonnementen stimuleren de jongeren bijvoorbeeld om meer en meer een beroep te doen op het openbaar vervoer.
Het aantal reizigers stijgt weliswaar, maar de inkomsten dalen ten gevolge van de lage abonnementsprijzen. Zou het geen goede zaak zijn om zaken zoals de Buzzy-pas en, meer in het algemeen, het tarievenbeleid van De Lijn eens te evalueren?
De VVM heeft een groeiend succes. Ten opzichte van 10 jaar geleden steeg het aantal reizigers spectaculair. Voor de eerste maal in de geschiedenis werd de trend omgebogen van daling naar stijging. Het aantal reizigers dat gebruik maakt van het openbaar vervoer is bovendien voor de eerste keer sneller gestegen dan het aantal autogebruikers.
Ik heb steeds voorgehouden dat het gebruik dat de vijfenzestigplussers maken van het openbaar vervoer, geen capaciteitsproblemen met zich mee zou brengen. Deze mensen laten zich immers voornamelijk vervoeren gedurende de daluren. Dit is een goede zaak want op deze manier wordt veel, tevoren ongebruikte, capaciteit nu wel benut.
De Buzzy-pas is een succesverhaal. Een aangenaam probleem is dat de jongeren dit abonnement zowel in de dal- als in de spitsuren gebruiken. We worden dus geconfronteerd met een capaciteitsprobleem. Dit capaciteitsprobleem zal over afzienbare tijd nog toenemen want op 1 juli voeren we ook de overdraagbare woon-, werk- en winkelkaart 3W+ in.
Het capaciteitsprobleem kan in de eerste plaats opgelost worden door gebruik te maken van grotere trams en bussen. Dit is tevens de goedkoopste oplossing.
Het decreet Basismobiliteit verplicht me tot de verhoging van de frequenties. De Buzzy Pazz en het abonnement 3W+ moeten ervoor zorgen dat die extra bussen ook passagiers vervoeren.
Ik hoef bij de budgetcontrole geen extra middelen te vragen voor de VVM, want die is financieel gezond. De ontvangsten van de klanten zijn met slechts 5,7 procent gedaald. Deze daling is veel kleiner dan de extra inkomsten die het gevolg zijn van het systeem van de derde betaler. Als het beleid verandert, kunnen er natuurlijk wel financiële problemen ontstaan. Daarom pleit ik ervoor dat het beleid niet te wijzigen. Zolang ik minister ben, zullen er in elk geval veel bussen rijden.
Het systeem van de Buzzy Pazz is goed en de toename van het aantal gebruikers van het openbaar vervoer betekent een trendbreuk. Ik vraag me echter af of het nieuwe tarievensysteem dat vanaf 1 juli 2002 wordt ingevoerd, niet tot een kwaliteitsdaling zal leiden. Om de kritiek op de nieuwe formules te weerleggen, moet men vooraf duidelijke prognoses maken. Het streven naar de minimalisering van de personeelskosten en naar grotere voertuigen is positief, maar men moet ook oog hebben voor de evolutie van de inkomsten van de VVM.
Dit onderwerp zal ongetwijfeld nog aan bod komen in de commissie.
De Vlaamse regering wil dat de inkomsten van de VVM op peil blijven. Onafhankelijke externen worden ingeschakeld voor kwaliteitsmetingen. Daaruit blijkt dat de klant nog nooit zo tevreden is geweest over de VVM als nu. Eén van de verklaringen voor deze evolutie is de verhoging van de frequentie, want daardoor worden de wachttijden korter.
Het incident is gesloten.