Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, uit cijfers van het agentschap Opgroeien blijkt dat minder dan een op de drie kinderen die in de Vlaamse Rand wordt geboren, nog opgroeit in een Nederlandstalig gezin. Dat is 29 procent om precies te zijn. In de faciliteitengemeenten is de situatie nog dramatischer. Amper een op de vijftien kinderen groeit nog op in een Nederlandstalig gezin.
De oorzaken zijn natuurlijk bekend. Uit cijfers van minister Verlinden blijkt dat het afgelopen jaar een nieuw record van meer dan 16.000 zogenaamde Brusselaars zich in de Vlaamse Rand hebben gevestigd. Het gaat daarbij al lang niet meer om gefortuneerde Franstalige bourgeois. Het gaat voornamelijk om migranten van niet-Europese origine.
Maar ook daar stopt het niet, want er is natuurlijk nog de buitenlandse inwijking. Zo verhuisden er afgelopen jaar zevenduizend immigranten rechtstreeks vanuit het buitenland naar de Vlaamse Rand. Als we daar ook nog eens de influx vanuit Wallonië bijtellen, dan komen we op een totaal van 25.000 anderstalige inwijkelingen op één jaar tijd, alleen al in de negentien gemeenten van de Vlaamse Rand.
Sinds 2010 vestigden zich al een kwart miljoen anderstalige inwijkelingen in onze streek. Op een bevolking van 450.000 mensen is dat gewoon een totale demografische revolutie. Ja, inderdaad, een omvolking zonder voorgaande. Het resultaat is dat de Vlaamse Gemeenschap in het kerngebied van Vlaanderen gewoon wordt herleid tot een minderheid. Dat is trouwens geen mening maar een wiskundige vaststelling. De taalcijfers van het Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum (BRIO) bewijzen dat ook.
Minister, mijn vraag aan u is dan ook kristalhelder: zult u deze dramatische cijfers aangrijpen, niet om een beleid te voeren dat er niet langer op gericht is om de anderstalige inwijkelingen te verwelkomen en te onthalen in uw warme bad, maar wel een beleid dat immigratie en ontnederlandsing een halt toeroept? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ben natuurlijk ook een kind van de streek, van de Vlaamse Rand, geboren en getogen. Het is niet eenvoudig om tegen zo’n sociologisch fenomeen op te treden: de vervreemding van onze Vlaamse Rand door een toenemende migratiedruk. Enerzijds heb je door de toename van de grond- en woonprijzen een migratie van autochtone jongeren en jonge gezinnen weg van de Vlaamse Rand omdat ze het niet kunnen betalen om te blijven wonen in eigen streek. Anderzijds heb je de hoge immigratiedruk, vooral de stadsvlucht die vanuit Brussel wordt georganiseerd met mensen die op zoek zijn naar een betere toekomst, een betere omgeving dan in Brussel. En dan komt men in eerste instantie in de Vlaamse Rand terecht.
Niemand kan een muur bouwen rond die stad. Dat is ook niet onze bedoeling. Maar ik ben wel bezorgd om het sociaal weefsel in onze Vlaamse Rand en vooral om het bindmiddel dat lokaal nog altijd bestaat, het Nederlands. Daarvoor moet afdoende aandacht bestaan.
Gelukkig kan ik zeggen dat we eindelijk een Vlaamse Rand-beleid hebben die naam waardig. U zult het nog altijd te weinig vinden. We hebben gezorgd voor een budget. In de vorige regeerperiode was het budget voor de Vlaamse Rand 200.000 euro, nu is het 26 miljoen euro voor de volledige regeerperiode. Daarmee kunnen we wel iets betekenen. We zorgen ervoor dat de extra onderwijsnoden worden gelenigd met die middelen. We kunnen ook, voor wat betreft het onderwijs, ingrijpen met een eigen Inschrijvingsdecreet, op maat van de Vlaamse Rand. Dat maakt het mogelijk om voorrang te geven aan kinderen die wonen in de eigen gemeente. Ten derde wordt hopelijk hier volgende week het WIES-decreet goedgekeurd, zodat we met Wonen In Eigen Streek een instrumentarium hebben om op te treden op de private markt.
De instrumenten zijn beperkt, maar wat we wel doen is ervoor zorgen dat de beperkte middelen en het beperkte instrumentarium dat we voorhanden hebben samen met mensen worden ingezet om ervoor te zorgen dat het kostbare sociaal weefsel zo maximaal mogelijk in stand wordt gehouden in de Vlaamse Rand.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, de initiatieven en de budgetten die u noemt, zijn ons zeer bekend. Maar de resultaten zijn dat natuurlijk veel minder. Dat blijkt trouwens een constante in uw beleid. 80 procent van de middelen van het Randfonds wordt gewoon doorgeschoven naar andere entiteiten. Ik zeg dat niet, het rekeningenrapport van het Rekenhof zegt dat. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Los daarvan stellen wij vast dat u blijft uitgaan van een naïeve, achterhaalde inclusiviteitsvisie, die nu al dertig jaar, sinds 1994, wordt toegepast. Het resultaat is dat de Vlamingen in de Rand tot een minderheid worden gedegradeerd. Dat zijn de feiten, dat is de realiteit. Dat zeg ik niet alleen, ook professor Elchardus zei onlangs op een studiedag dat wat zich vandaag in de Vlaamse Rand afspeelt in feite, collega’s, een sociologisch experiment is dat tegen de wil van de plaatselijke bevolking wordt gevoerd. Een sociologisch experiment! De conclusie van BRIO, u welbekend, is nog veel frappanter. Zij zeggen botweg dat de Brusselse realiteit morgen ook de realiteit zal zijn in de Vlaamse Rand als het roer niet wordt omgegooid. Dat is het toekomstbeeld dat ons wordt voorgeschoteld: dat onze dorpen de duplicaten worden van Anderlecht en Schaarbeek.
Mijn bijkomende vraag is dan ook heel concreet: welke betekenisvolle stappen zult u ondernemen om de totale bevolkingsvervanging in de Vlaamse Rand tegen te gaan? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tiebout heeft het woord.
Collega’s, mijnheer Slootmans, ik was even niet aan het opletten, toevallig, en ik leefde mee in uw betoog. Maar het was mij niet meteen duidelijk, de beschrijving waar u juist woonde. Het was een plek waar niemand Nederlands sprak, waar alleen maar mensen met een migratieachtergrond woonden, er was niks van groen – toch op omgevingsvlak dan – terug te vinden, de levenskwaliteit was ontoereikend, kortom: een absolute horrorplaats. En niet één keer, niet eenmaal, maar eigenlijk elke keer als u tussenkomt, schetst u dat beeld over de Rand. Dat u daar nog wilt wonen, is eigenlijk heldhaftig. Het is standbeeldmateriaal. Dat is het minste wat we kunnen zeggen. Ik woon daar ook en ik zou dat persoonlijk nooit durven te stellen over de inwoners die daar nu wonen: dat ze geen Nederlands kennen, geen toegang hebben tot groene gebieden, dat ze allemaal een migratieachtergrond hebben en allemaal in armoede leven, alles wat u kortweg opsomt.
Wat ik wel zie, is een regio met uitdagingen. Dat is zeker zo. En dat is niet eenvoudig, maar we pakken die wel aan. Zoals steeds worden ze volgens u niet of te weinig aangepakt, maar dat is niet meteen wat ik vaststel. Ik zie heel wat gemeentebesturen die de handschoen opnemen – niet om te vechten, maar wel om de strijd aan te gaan om deze mensen onze Rand eigen te maken. Ze doen dat samen met het Randfonds en vzw ‘de Rand’, want het is niet omdat iemand geen Nederlandstalige moeder heeft dat ze geen Nederlands kunnen leren. (Applaus bij de N-VA)
De heer De Gucht heeft het woord.
In het verlengde van de vorige spreker moet ik u zeggen dat het inderdaad heel opvallend is, het beeld dat hier geschetst wordt. Ik had ook wel een vraag voor de heer Slootmans. Die mensen die zo massaal naar de Vlaamse Rand gaan, maar ook daarbuiten, die gronden waar die huizen staan en die huizen, nemen ze die gewoon in of kopen ze die? Bij de redenering die u voorhoudt, is de vraag ten eerste hoe je het überhaupt zou kunnen doen, maar dat u het wilt doen, daar ben ik al van overtuigd. Maar het klopt dus niet wat u naar voren haalt.
Ten tweede zijn het uitdagingen, maar dat is waarvoor men in de politiek is. Niet om te zeggen hoe iets verkeerd loopt, maar om ervoor te zorgen dat elkeen die zich in deze samenleving wil inschrijven, daar de kansen toe krijgt. Door onderwijs, door ervoor te zorgen dat er een veilige omgeving is, door groen. Dat is wat het lokale, het Vlaamse en het federale beleid moet doen. Wat u doet, is een beeld schetsen dat gewoon niet klopt. Dat is hoe een maatschappij evolueert. Ik weet dat u een soort rubensiaans idee hebt over wat Vlaanderen moet zijn, maar dat is niet zo. Vlaanderen evolueert, de wereld evolueert, en die gronden hebben die mensen gekocht, ze hebben ze niet ingenomen. (Applaus bij Open Vld en van Stijn Bex en Freya Van den Bossche)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Collega Slootmans, ik las daarnet uw vraag – ik lees ze voor – ‘over de daling van het aantal geboortes in Nederlandstalige gezinnen in de Vlaamse Rand’. Ik was zeer benieuwd naar uw persoonlijke oplossing voor deze problematiek, maar ook dit keer heb ik van u jammer genoeg geen enkel antwoord mogen horen. Waar we in dit parlement natuurlijk wel iets aan kunnen en moeten doen, dat zijn de gevolgen van de verstedelijking, inzetten op de kennis van het Nederlands, inzetten op integratie, inzetten op scholenbouw, op het aanpakken van die vermaledijde files op onze ring.
Er is het Vlaamse Randfonds, maar we zijn het er in de commissie over eens geweest, want ik heb het zelf voorgesteld, dat die middelen goed zijn, positief zijn, maar niet genoeg. Wij zouden graag willen gaan naar de erkenning van de regio als centrumregio in het Gemeentefonds. Als commissie, en jullie zijn ons daarin gevolgd, hebben we voorgesteld – of heb ik voorgesteld – om het mee te nemen in de herijking van het Gemeentefonds, om ook de centrumregio voor Halle-Vilvoorde te kunnen opnemen. Ik denk dat dat de kar is waar we wel aan kunnen duwen. (Applaus van Brecht Warnez)
Mevrouw Segers heeft het woord.
De uitdagingen in de Vlaamse Rand zijn immens, veel groter dan in de rest van Vlaanderen. Helaas, wat de taal van het Vlaams Belang over de Vlaams Rand doet, is alleen maar het vuur opstoken en het samenleven moeilijker maken. Dus neen, jullie stellen niets voor. We gaan geen muur bouwen rond Brussel.
Minister, uw Randfonds, u weet wat wij daarover denken. De resultaten daarvan na vijf jaar zijn bijzonder mager. Uw Randbeleid is geen succes te noemen. Vanuit Vooruit zien wij minstens drie werven. De eerste is betaalbaar wonen. Uw decreet is niet het belangrijkste; maak écht werk van sociale woningen en betaalbare woningen in de Rand. De tweede is onderwijs. Investeer structureel, en niet alleen met kleine projectjes, in het verwerven van het Nederlands in ons onderwijs, dat is wat we nodig hebben. En drie: maak ten slotte eens – aansluitend bij wat cd&v voorstelt – werk van het erkennen van Halle-Vilvoorde als centrumregio, zodat de brede Vlaamse Rand alle uitdagingen kan aanpakken zoals het moet. Wat gaat u daartoe ondernemen? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Er worden minder Nederlandstaligen geboren en er zijn meer migranten. Dat kan een oneliner zijn in een paniekbericht, maar de werkelijkheid is dat de Brusselse, Vlaamse en Waalse Rand altijd communicerende vaten zijn geweest. Mijn grootouders zijn als jong gezin van het Pajottenland naar Brussel gegaan. Op het moment dat ze op hun pootjes terechtkwamen, zijn ze weer verhuisd. Zij woonden aan het einde van de Ninovense Steenweg, wat de Brusselse Steenweg aan de andere kant was.
Brussel stelt daar zijn deuren open en het Universitair Ziekenhuis Brussel (UZ Brussel) verwelkomt nog altijd, in meerderheid zelfs, mensen die uit de Vlaamse Rand komen. Je ziet dat de universiteitsstudenten zeer vaak uit de Vlaamse Rand komen. Mensen bouwen hun gezin op en eigenlijk is dat menselijk kapitaal dat wordt meegenomen naar de Rand. Dat is een rijkdom. En ze trouwen inderdaad steeds vaker meertalig. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De vele expats van Europa. Dat zijn deze kinderen ook. De migranten uit Nederland. U roept dat u denkt dat onze voorzitter met de omvolking bezig is. Wij van Groen vinden dat geen enkel probleem, maar zelfs vanuit Vlaams-Nationalistische hoek, minister, denk ik dat er hier een kans ligt voor u.
Uw vraag alsjeblieft.
Traditioneel hebt u altijd gekozen voor sterke instituties in Brussel, om kleine Vlamingen te maken. Gaat u die instituties versterken? Want jonge moeder stellen de geboorte uit, omdat er geen kinderbegeleiders en kinderopvang zijn, en omdat kinderen op school in de studie zitten. (Opmerkingen bij de N-VA en het Vlaams Belang)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb begrepen dat ik kindjes moet maken, maar de heer Slootmans ook. Ik heb al mijn duit in het zakje gedaan. Of omgekeerd. (Gelach)
Ik heb begrepen dat de maatregelen niet betekenisvol zijn. Dat het initiatief dat we daar nemen, waardoor we ingrijpen in de private markt en private kavels exclusief voorbestemd kunnen zijn voor mensen die een band hebben met de streek, niets betekent. Ik lees dan de reacties van onder andere DéFI en andere Franstaligen die dit ‘anti-francophone’ vinden en mij afschilderen als de Orbán van België, ongetwijfeld vanwege de fysieke gelijkenissen. Daar zegt men dan toch iets anders.
Mevrouw Segers, wat betreft het onderwijs, als ik vergelijk met wat er nu, inzake onderwijscapaciteit en onderwijsinfrastructuur, extra bij komt in de Vlaamse Rand, dan is dat zowat de opstelsom van de regeerperiodes met socialistische ministers. Er is nog nooit zoveel geïnvesteerd in extra infrastructuur en capaciteit voor de Vlaamse Rand. Maak u dus op dat vlak geen zorgen. We halen alles uit de kast.
Mijnheer Slootmans, ja, ons Vlaamse Rand-beleid berust op inclusiviteit. Wij geloven dat je Vlaming kunt worden. Ik wil ervoor zorgen dat mensen die migreren – we kunnen geen muren bouwen – zich aanpassen, integreren, Nederlands leren en onze Vlaamse gemeenschap en cultuur omarmen. Want op dat vlak verschillen we duidelijk. Als partij hebt u twee gezichten. Enerzijds zegt u ‘aanpassen of oprotten’ en anderzijds zegt u dat je je niet kunt aanpassen, dat je geen Vlaming kunt worden, dat dat niet gaat. Dat is het verschil tussen een civiel nationalisme, dat gericht is op inclusie en zegt dat je Vlaming kunt worden met de Vlamingen als je onze taal en waarden en normen deelt. En dan is er het etnisch nationalisme dat zegt dat je enkel Vlaming kunt worden op grond van de geboorte. Ook op dat vlak maken we verschillende keuzes.
Als het gaat over de relatie tot Brussel, dat is waar. Als het regent in Brussel, druppelt het in de Vlaamse Rand. Net daarom is het grootste plezier dat Brussel ons kan doen een goed beleid. Want heel veel gezinnen die aankomen in de Vlaamse Rand, autochtonen of allochtonen, het maakt niet uit, zijn op zoek naar een beter beleid, een betere toekomst voor zichzelf en hun kinderen en naar betere voorzieningen die ze niet hebben in Brussel.
Veel van de mensen verhuizen naar het hart van Brussel als ze jong en studentikoos zijn, om vervolgens, eenmaal ze een gezin hebben, terug te keren. Ik ken geen enkele hoofdstad in onze buurlanden die er zo vakkundig in slaagt de middenklasse de poorten en de muren van de stad uit te jagen, richting het ommeland. (Opmerkingen bij Groen en Vooruit)
Nergens ken ik een hoofdstad waar in het centrum niet iedereen wil wonen, alleen in Brussel zie ik dat. Het zou fantastisch zijn, we zouden er in de Vlaamse Rand mee gediend zijn indien er in Brussel een goed beleid gevoerd zou worden. Ik denk dat we daar allemaal enige verantwoordelijkheid hebben en initiatief kunnen nemen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik vraag het woord bij motie van orde, voorzitter. Ik vraag me af of de woorden van de minister van Onderwijs wel degelijk namens de Vlaamse Regering worden uitgesproken. Op basis van de lichaamstaal van collega Rutten denk ik dat dit niet het geval is. Minister, uw uithaal naar Brussel, het beleid in Brussel en het feit dat er mensen uit de poorten worden weggejaagd, is die namens de Vlaamse Regering? Want hier staat u als minister namens de Vlaamse Regering.
Ik maak deel uit van de Vlaamse Regering en vertolk in dezen de bezorgdheid als minister voor de Vlaamse Rand op basis van de vaststelling dat we in de Vlaamse Rand gediend zouden zijn met een beter beleid in Brussel. (Opmerkingen van Björn Rzoska. Applaus van Nadia Sminate)
De heer Slootmans heeft het woord.
De antwoorden van de minister geven altijd een zeer hoog ‘Planckaertsgevoel’: ‘Wij zijn goed bezig, ook als zeggen ze van niet.’ Het enige wat wij zien, zijn de resultaten op het terrein, de resultaten van dat fantastische positieve inclusiviteitsbeleid, en die zijn na twintig jaar N-VA in de regering dat de helft van de bevolking in de Vlaamse Rand een vreemde herkomst heeft en dat een minderheid van de mensen nog Nederlands spreekt. Kijk naar de laatste taalbarometer. Onze dorpen vervreemden en islamiseren, en door die vervreemding keldert het onderwijsniveau. Dat zijn de feiten, dat is de erfenis die jullie achterlaten.
Ik hoor jullie dan zeggen dat we geen oplossingen bieden, mijnheer van Rompuy. We hebben er het afgelopen weekend 35 gegeven. Ik geef er u een paar: maximaliseer het voorkooprecht en voer een absoluut voorrangsbeleid in voor onze mensen op de woonmarkt; verstreng de inburgeringsvoorwaarden en koppel ze aan de verblijfswetgeving; laat anderstaligen voelen dat ze zich moeten aanpassen in streek door een rigoureuze toepassing van het Septemberdecreet; leg, naar het voorbeeld van Zwitserland, de verkoop van het onroerend goed aan buitenlanders aan banden. Dat zijn maatregelen die een impact hebben, dat zijn maatregelen die ervoor zorgen dat we als Vlamingen geen minderheid worden, minister, in onze eigen streek. We verwachten dan ook actie, minister, en geen struisvogelpolitiek. Anders is het ‘game over’ voor de Vlamingen in de Rand. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.