Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over scholen die examens schrappen wegens het lerarentekort
Actuele vraag over het stijgend aantal scholen dat examens moet schrappen of wijzigen wegens het lerarentekort
Actuele vraag over het schrappen van examens door het lerarentekort
Actuele vraag over het schrappen van examens door het lerarentekort
Verslag
De heer De Witte heeft het woord.
Collega's, minister, u zei enkele weken geleden nog in dit parlement dat de onderwijstanker aan het keren is. We zien vandaag echter dat vier op de tien scholen examens schrappen omdat hun leerlingen te weinig lessen hebben gehad. Vier op de tien scholen waar leerlingen op het einde van het jaar niet weten of ze de leerstof voldoende onder de knie hebben. Vier op de tien scholen waar leerkrachten zich in bochten wringen om, ondanks het groeiende lerarentekort, toch goed les te geven. Vier op de tien scholen waar de onderwijskwaliteit nog meer onder druk komt te staan.
Minister, de tanker is helemaal niet aan het keren, hij is verder aan het zinken. U bent nu vier jaar minister en er is nog altijd geen plan om het lerarentekort aan te pakken. Het enige wat u doet, zijn wat maatregelen hier, wat maatregelen daar en wat ballonnetjes oplaten in de pers. Als het dan nog goede ballonnetjes waren, zouden we nog stappen vooruit zetten, maar uw laatste ballonnetje, minister, om de ene leraar in de leraarskamer 250 euro meer te geven en de andere niet, is op een koude steen gevallen in de leraarskamer. Waarom? Omdat het natuurlijk niets oplost aan het lerarentekort. Ten eerste helpt het niet om nieuwe leraren aan te trekken, want die tijdelijke verhoging krijg je pas als je tien jaar anciënniteit hebt. Ten tweede ondersteunt het de beginnende leerkracht niet, want ze hebben uiteraard niet voldoende anciënniteit. Ten derde maakt het de job niet haalbaarder voor oudere leraren, die lijden onder de zware werkdruk in het onderwijs. Kortom, iedereen, behalve uzelf, is ertegen. Mijn vraag is om dat slechte idee te schrappen en eindelijk met een echt plan te komen om de tanker te keren. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, leerlingen in een richting moderne talen zagen al sinds januari geen leerkracht Frans voor de klas. Ze moeten heel wat leerstof zelf verwerken, en ze hebben geen examen. Talloze voorbeelden hebben we al gehoord. Ondertussen is elk vak in het secundair onderwijs een knelpuntvak geworden. Leerlingen en ouders maken zich terecht zorgen. Zijn ze wel voldoende voorbereid om de stap te zetten naar het hoger onderwijs? En is hun diploma nog wel iets waard?
Collega’s, minister, toen we onze mondmaskers in het onderwijs mochten weglaten, dachten we dat het ergste voorbij was. Maar toen wisten we nog niet wat de effecten zouden zijn op het onderwijs wat de schoolse vertraging betreft. We besloten hier, in het halfrond, om nooit, maar dan ook nooit, nog scholen te sluiten. Uit een onderzoek van professor Kristof De Witte weten we dat er een effect is. Als leerkrachten niet aanwezig zijn op school, liggen de resultaten van leerlingen lager. Van de inspectie horen we net hetzelfde. Het lerarentekort is een bedreiging voor de kwaliteit van ons onderwijs.
Minister, op de vragen hoeveel uren studie er worden gegeven of hoeveel leerlingen geen leerkracht voor de klas hebben, kregen we geen antwoord. Maar scholen zijn gelukkig creatief. Ze gaan op zoek, en ze hebben voorstellen, zoals we vandaag gehoord hebben, om bijvoorbeeld op woensdag geen les te geven. Maar eigenlijk hebben we geen zicht op hoe scholen het nu doen op het terrein.
Collega’s, straks zullen we weer verontwaardigd zijn als er toetsen zijn waarop scholen heel negatief of slecht scoren. Minister, het is crisis in het onderwijs. Wat zult u doen om scholen te ondersteunen om die opgelopen leerachterstand weg te werken? Maar vooral: wat zult u doen om het recht op goed onderwijs voor elk kind te kunnen garanderen? (Applaus bij cd&v)
De heer De Gucht heeft het woord.
Het voordeel, minister, als je derde bent, is dat er al heel veel gezegd is, en dat je het met korte zinnen kunt doen. Maar het nadeel is dat ik nooit goed geweest ben in korte zinnen.
Minister, het is problematisch. We staan hier om de zoveel weken vragen te stellen, opmerkingen te maken, over wat er nu met ons onderwijs moet gebeuren. Driehonderd schooldirecteuren hebben deelgenomen aan een bevraging, 221 uit het basisonderwijs, 47 uit het middelbaar. Vandaag weten we dat vier op de tien scholen hun examens moeten schrappen of aanpassen. Dat betekent met andere woorden dat er heel veel leerlingen zijn die geen examen zullen afleggen, om de eenvoudige reden dat ze de leerstof waarvoor ze examen zouden moeten afleggen gewoon niet of niet voldoende gekregen hebben.
Dan wordt het natuurlijk een vraag of men die leerling zal laten overgaan of niet. Je kunt moeilijk iemand laten zitten om de eenvoudige reden dat het onderwijs in Vlaanderen faalt. Dan wordt dat uitgesteld en gaat dat naar een volgend jaar. Dan komt die leerling in een volgend jaar en moet die leerkracht nieuwe leerstof geven die verder bouwt op de leerstof die de leerling niet gekregen heeft, en ga zo maar verder, en dan kom je natuurlijk met die internationale proeven, waardoor we de cijfers hebben die we vandaag hebben.
Brusselse scholen gaan van vijf naar vier dagen les om ervoor te zorgen dat er leerkrachten voor de klas staan. 37 procent van de mensen geeft vandaag aan dat ze nadenken of ze hun kinderen bijles zouden geven, om de eenvoudige reden dat ze niet geloven in het Vlaamse onderwijs, maar wel willen dat hun kinderen goed onderwijs krijgen. En dat is gewoon wat er de afgelopen 48 uur in de kranten gestaan heeft.
Dat is problematisch, echt waar. Zoals daarjuist gezegd is: dit gaat niet meer over een tanker keren, dit gaat gewoon om hem überhaupt niet te laten zinken. Het is problematisch. We moeten ervoor zorgen dat we echt een plan maken over de manier waarop we ervoor gaan zorgen dat leerkrachten aan leerlingen een mogelijke toekomst kunnen geven. Als je naar die cijfers kijkt, zorgt dit, wat we vandaag doen, ervoor dat onderwijs niet de kansenmachine is die ze moet zijn, integendeel. De democratisering die we in Vlaanderen gevoerd hebben, wordt volledig tenietgedaan. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, collega’s, inderdaad: vier op de tien middelbare scholen moeten door het lerarentekort hun examens aanpassen of volledig schrappen. En wat is uw reactie in de krant? U noemt dat een “spijtige uitzondering”, minister. Een spijtige uitzondering, minister! Vier op de tien scholen moeten examens schrappen of aanpassen. Dat is geen spijtige uitzondering, dat is minstens 40 procent van de leerlingen die te weinig leerstof heeft gezien om hen te kunnen evalueren. Dat is dramatisch, collega’s. Dat is absoluut geen spijtige uitzondering.
U bent dus stilaan de ‘minister van Belabberde Onderwijskwaliteit’ aan het worden, minister. Maar ook, naast minister van Belabberde Onderwijskwaliteit, de ‘minister van Onderwijsongelijkheid’, en dat vind ik minstens even erg. En ook de ‘minister van de Privatisering van het Onderwijs’, want we zien dat het aantal leerlingen dat bijles krijgt op één jaar tijd verdubbeld is. Het is verdubbeld collega’s. Dat blijkt uit de bevraging van de ouderkoepel van het vrij onderwijs en het wordt bevestigd door bijlesbureaus. Ouders getuigen in de krant dat ze bijna 2000 euro moeten op tafel leggen voor bijlessen in één vak, voor wiskunde. Waar gaan we in Vlaanderen naartoe, minister? Naar een onderwijssysteem waarbij wie geld heeft les krijgt, waarbij wie in een kansrijke school zit nog een leerkracht heeft, en de rest niet meer. Minister, dat is absoluut onaanvaardbaar. Mijn vraag is dan ook: de vakantie staat voor de deur, dat zijn twee maanden, ik stel voor dat u doorwerkt, en dat u met een plan komt in september om iets te doen aan dit dramatisch lerarentekort. (Applaus bij Groen en de PVDA)
De heer Daniëls heeft het woord.
Ja, collega’s, een lerarentekort is nooit een goede zaak. Ik denk dat niemand ontkent dat dat geen goede zaak is. Als scholen wegens een lerarentekort examens niet laten plaatsvinden, dan is dat ook geen goede zaak.
Maar er zijn toch een paar zaken die ik hier even onder de aandacht wil brengen. Het is niet, collega’s, omdat we om de twee, drie weken hier die vraag stellen, dat het probleem drie weken later is opgelost. Het is nu eenmaal iets wat in de loop van de tijd ontstaan is, en net zoals de tekorten in de kinderopvang, of het tekort aan chauffeurs bij De Lijn is dat niet iets wat je in een-twee-drie kunt oplossen.
Collega’s, ik ben eigenlijk wel aangedaan, want ik stel vast dat iedereen hier nu wel zegt dat examens belangrijk zijn en dat examens moeten plaatsvinden. Ik herinner mij debatten in het verleden waar er mensen achter mij … (Opmerkingen bij Groen en Vooruit en van Jean-Jacques De Gucht)
Ja, toch wel, dat zij verdedigden dat het goed was dat er geen examens meer waren. Ik denk dat het op zich absoluut goed is als steun voor die scholen die nog examens organiseren, dat we daar inderdaad van wakker liggen …
Collega’s, collega Daniëls heeft het woord.
Dat we er van wakker liggen is een goede zaak, denk ik, en het is toch al een belangrijk signaal naar het onderwijs: doe examens, om de leerstof te evalueren, en om leerlingen goed te oriënteren.
Minister, de kwestie is dat u al x aantal maatregelen hebt genomen, waaronder de zijinstroom, maar welke maatregelen zitten nog in de pijplijn? Kunnen de opnames die gebruikt zijn bij de digitale lessen tijdens corona bijvoorbeeld ook gebruikt worden om leerlingen in tussentijd al vakken te geven, dus in de periode waar er geen leerkracht is? Alles is beter dan studie, en alles is beter dan dat het buiten de school gebeurt. (Applaus bij de N-VA en van Gwendolyn Rutten)
Minister Weyts heeft het woord.
Het tekort aan werknemers is niet uniek voor het onderwijs. Zowat alle sectoren in Vlaanderen kampen met een krapte op de arbeidsmarkt. Het is trouwens ook niet uniek voor Vlaanderen. Het is ook zo in het buitenland, in alle buurlanden. Ik heb gelezen dat zowat dertig landen kampen met een lerarentekort. Dat is zeker zo in Vlaanderen, en misschien bij uitbreiding in België, omdat het voor veel mensen nog altijd attractiever is om niet te gaan werken dan om wel te gaan werken. Een activerend beleid zou ter zake dus ook wel kunnen helpen.
Ik hoor hier zeggen dat er geen maatregelen zijn genomen, of dat er te weinig maatregelen zijn genomen. Wel, ik doe vandaag mijn ronde van Vlaanderen – eigenlijk heb ik ze gisteren afgewerkt – waarbij ik in debat treedt met zowat vier- à vijfduizend directeurs van het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Daar kwam vanuit de zaal steeds meer de roep dat er te veel maatregelen zijn, dat er te veel hervormingen worden doorgevoerd. Het is dus maar hoe je het bekijkt. Ik denk dat we er al meer dan veertig hebben doorgevoerd, en steeds vanuit één visie, namelijk het aantrekkelijker maken van de job. Daarnaast willen we de zijinstroom versterken, namelijk het aantrekkelijk maken als mensen de overstap maken vanuit de privésector naar het onderwijs.
Als het gaat over de job aantrekkelijk maken, kan ik u uren onderhouden over maatregelen die we hebben genomen, op het vlak van de Digisprong die we hebben gerealiseerd, ook voor leerkrachten, hen digitaal equiperen op dat vlak, een internetvergoeding toekennen, ervoor zorgen dat langer werken ook loont door het invoeren van een extra anciënniteitstrap voor diegenen die op latere leeftijd nog werken, er ook voor zorgen dat er een betere aanvangsbegeleiding is voor de startende leerkrachten, zodat die beter ondersteund worden en dat die ook onmiddellijk anciënniteit beginnen op te bouwen vanaf de eerste dag dat ze werken, want voorheen was het zo dat je pas op de leeftijd van 23 jaar anciënniteit kon opbouwen. Daar hebben we dus tal van maatregelen genomen.
Het tweede deel van de visie is werken op een versterking van de zijinstroom, want dat is wel nodig. Ook daar is kritiek op. Je hoort altijd zeggen dat we maatregelen moeten nemen, maar niet die maatregel. Welja, we versterken de zijinstroom. Dat is gewoon broodnodig. We hebben ook mensen met of zonder pedagogisch bekwaamheidsbewijs nodig die de stap zetten van de privésector naar het onderwijs. Eenvoudigweg: kijk vandaag naar de cijfers van VDAB. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt wil dat zeggen dat, mochten we alle werkzoekenden die vandaag een pedagogisch bekwaamheidsbewijs hebben, allemaal tewerkstellen in ons onderwijs, we nog leraren te kort zouden hebben. Die vraag is gewoon groter. En dus moeten we wel werken op die zijinstroom en op het aantrekken van mensen die werken in de privésector, al dan niet beschikkend over een pedagogisch bekwaamheidsbewijs.
Net daarom hebben we ervoor gezorgd dat de anciënniteit kan worden meegenomen ter waarde van tien jaar. Enkele jaren geleden was dat nul jaar. Nu is dat tien jaar. Ik hoop dat we dat nog kunnen optrekken, ook in het kader van de begrotingsbespreking. Ten tweede hebben we ook een lerarenbonus geïntroduceerd, namelijk het behapbaar maken voor mensen die starten in het onderwijs zonder pedagogisch bekwaamheidsbewijs, die dan toch de verkorte of andere lerarenopleiding willen volgen om dat pedagogische bekwaamheidsbewijs te bemachtigen. We maken de combinatie tussen lesgeven en het volgen van die lerarenopleiding behapbaar, omdat je dan via die lerarenbonus drie uur vrijstelling per week kunt genieten, wel 100 procent verloond.
Hebben al die maatregelen een effect gehad? Ja. Ten eerste: het is mogelijk contra-intuïtief, maar we hebben nog nooit zoveel onderwijspersoneelsleden gehad als vandaag. Toen ik startte in 2019, hadden we 184.020 onderwijspersoneelsleden. Vandaag, in 2023, zijn het er 206.000. Dat zijn er 22.000 die erbij zijn gekomen. Is dat genoeg? Neen, het is niet genoeg. Dus we moeten nog inspanningen doen. Maar gaan we vooruit? Ja. Ten tweede: voor het eerst is er een stijging op het vlak van het aantal inschrijvingen in de lerarenopleiding. Dat is wel al even geleden. Ten derde: door de maatregelen die we hebben genomen ten voordele van de zijinstroom, zijn er 4500 mensen die de overstap hebben gemaakt van de privésector naar het onderwijs. In vorige periodes kwamen we zelfs niet aan duizend. Dat is dus een stap vooruit.
Gaan we op onze lauweren rusten? Kunnen we dat? Neen, absoluut niet. We moeten dat gevecht, die concurrentiestrijd op de arbeidsmarkt blijven aangaan. En daarom gaan we door met maatregelen, net op basis van diezelfde visie, namelijk de zijinstroom versoepelen en ervoor zorgen dat de job aantrekkelijker wordt. Dus ja, er liggen maatregelen klaar. Er zijn prominente indieners bij de vraagstellers, waarbij er een voorstel is dat je ten eerste zorgt voor het aantrekkelijker maken van de job door het doorbreken van de vlakke loopbaan, wat al zo lang gevraagd wordt, trouwens op grond van een advies van de Commissie Beter Onderwijs, de commissie-Brinckman. Dat rapport werd toegejuicht, en dus willen we die maatregelen ook effectief gaan uitvoeren.
Ten tweede: het versoepelen van de zijinstroom, door ervoor te zorgen dat zij al vanaf dag 1 rechten kunnen opbouwen, maar ook door de figuur van de gastleraar te introduceren, waardoor we het mogelijk maken dat je, als je in de privésector werkt, ook enkele uren in het onderwijs presteert. Ik denk dat er wel heel veel mensen zijn die hun kennis en expertise ter beschikking willen stellen van het onderwijs, want veel van de vacatures die vandaag openstaan, zeker in het secundair onderwijs, gaan over zeven uur wiskunde, zeven uur economie, allemaal kleine opdrachten die openstaan als vacature. Die kunnen perfect ingevuld worden door mensen die een extra prestatie naast of boven op hun functie in de privésector zouden kunnen verrichten – dus ja, zonder pedagogisch bekwaamheidsbewijs, maar we zetten hen er ook toe aan om dat pedagogische bekwaamheidsbewijs te halen.
Dat zijn allemaal maatregelen die we nemen, stap voor stap vooruit op basis van een heel duidelijke visie, maar we zouden op dat vlak ook graag medewerking krijgen van andere bestuursniveaus. Net vandaag krijg ik antwoord van minister Lalieux. Ze zegt dat de Federale Regering beslist heeft om de pensioenregeling die we overeengekomen waren – ervoor zorgen dat gepensioneerde leerkrachten zonder fiscale lasten en dus zonder fiscaal gestraft te worden, kunnen bijverdienen – niet te verlengen. Niet. (Opmerkingen)
Ik zou dus graag hebben dat we samenwerken, gelet op de krapte die er bestaat, om alle mogelijke krachten die zich aandienen, ook tot bij ons te trekken.
Hetzelfde geldt voor de flexi-jobs. Als je enkele uren zou kunnen bijverdienen door die figuur van de flexi-jobs, dan word je daar fiscaal niet voor gestraft, dan maken we dat gastlerarenschap aantrekkelijk en kunnen we effectief leemtes invullen. Dat werd verleden week nog ter sprake gebracht op het Overlegcomité. Er werd de vraag gesteld aan de Federale Regering of ze dat statuut dat ze toegekend heeft aan de zorg, ook niet kan toekennen aan het onderwijs. Ik word daarin gesteund door de voltallige Vlaamse Regering, maar vooralsnog zegt de Federale Regering nee, maar men begint nu toch te twijfelen. Ik hoop dat we met z’n allen kamerbreed hier die eis, die vriendelijke vraag kunnen ondersteunen, want dat zou inderdaad ook heel wat leemtes en heel wat vacatures kunnen invullen.
Maar intussen geven we de scholen ook maximaal de ruimte om, als het gaat over evaluaties, over examens, daar invulling aan te geven, om ervoor te zorgen dat alle onderwijsdoelen die aan bod gekomen zijn, ook getoetst, geëvalueerd kunnen worden – maar ook niet meer, vanzelfsprekend. We hebben die communicatie opnieuw gedaan. We blijven dat doen. We blijven hen op dat vlak ondersteunen. En ja, we blijven maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat er nog meer leraren dan de 22.000 extra die we al geworven hebben, aangeworven kunnen worden. Dat blijft een dagelijkse strijd, en we gaan een langlopend probleem niet met een vingerknip oplossen, maar we gaan stap voor stap vooruit en we zorgen ervoor dat er boven op die 22.000 extra nog leerkrachten bij komen. Dat is onze job. (Applaus bij de N-VA)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, ik doe toch een realitycheck. Het lerarentekort stijgt, ook dat blijkt uit het onderzoek van Het Nieuwsblad dat deze week verschenen is. Er zijn meer leraren te weinig in de scholen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. U kunt hier komen zeggen dat er te veel maatregelen zijn, maar nee, er zijn niet te veel maatregelen. Er zijn heel veel kleine maatregelen en er zijn foute maatregelen. Dat is ook wat de directies en de leerkrachten u gisteren duidelijk gemaakt hebben op de afsluiting van uw tour in C-mine in Genk met hun ludieke actie. Neem die maatregel niet. Het verdeelt de leraarskamer. Het lost het probleem niet op voor de startende leerkrachten. Het doet niks aan de werkdruk, en daar willen wij een oplossing voor.
Minister, mijn bijkomende vraag is dan ook: hoe gaat u de leerstof bijspijkeren voor de leerlingen die nu in vier op de tien scholen geen examen krijgen? Bovendien zijn er nog meer scholen die de examens inkorten. Wat gaat u doen om die leerstof bij te spijkeren? Want we weten allemaal dat bijlessen betalen van 30 tot 40 euro per uur hier misschien kan, maar de gewone mens kan dat niet. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, het is inderdaad niet door hier elke week een vraag te stellen over het lerarentekort dat het lerarentekort opgelost zal worden. Maar het is begot van 2019 – we hebben het in het regeerakkoord geschreven – dat er werk gemaakt moest worden van een plan op lange termijn. Kom hier dan niet zeggen dat we dat in 2019 niet afgesproken hebben.
Bovendien, minister, is het crisis, en in crisis moet je ervoor zorgen dat directeurs en leraren goed gewapend zijn, dat ze weten hoe ze de puzzel voor het volgende schooljaar kunnen maken. Ik kan de opsomming geven: dat zijn allemaal gekleurde uren, waardoor het heel moeilijk wordt om die puzzel te maken, maar vandaag weten de leerkrachten, de directies niet welke uurpakketten ze kunnen krijgen op 1 september. Ze weten zelfs niet altijd hoeveel een zijinstromer zal kunnen verdienen. Bovendien stellen ze ook vragen over het lerarenplatform, over de inzetbaarheidspercentages – veel te ingewikkeld voor een actuele vraag. Maar, minister, er zijn vragen. Los het op. Bezorg hun met spoed die info. En kom niet zeggen dat we u met het parlement daar niet in willen ondersteunen, want we willen u zelfs helpen om het ontwerp decreet sneller in te dienen. Maar vooral minister, zorg dat de directeuren het gemakkelijker hebben en ontkleur die uren. (Applaus bij cd&v)
De heer De Gucht heeft het woord.
Naast het feit dat we inderdaad examens moeten schrappen, naast het feit dat er een serieus leerkrachtentekort is, heb je het feit dat vandaag heel weinig ouders nog in ons onderwijs geloven. Dat zorgt ervoor dat er verschillende ouders alternatieven inschakelen. Ik heb het daarjuist al aangehaald in mijn eerste tussenkomst. Ik zal een klein stukje voorlezen. “’Maar dat heeft dus zijn prijs’, zegt deze gescheiden moeder. ‘Vorig jaar was het tarief 100 euro voor twee uur, nu is dat al 140 euro voor zo'n blok. Tussen half april en begin juni betaalde ik 1780 euro tegenover 1260 euro vorig jaar. Gelukkig betaalt mijn ex de helft. Ik kan dan wel een maand niet sparen. Dat is oké voor mij, als Jan er maar door is. Ik ben al blij dat we het kunnen betalen.’” Dat is anno 2023 waar ons Vlaams onderwijs voor staat. Dat, beste collega's, is problematisch, want dat zorgt ervoor dat je inderdaad niet meer alle kansen krijgt in Vlaanderen in datgene waar je alle kansen moet krijgen, namelijk het onderwijs. Dat, minister, is waar u een antwoord op moet formuleren.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ons onderwijs heeft nood aan leerkrachten die opgeleid zijn om les te geven, die voor het onderwijs gekozen hebben en die in het onderwijs willen blijven. Vandaag verlaat een op de drie leerkrachten binnen de vijf jaar het onderwijs, minister, ook uw zijinstromers. Ze stromen in, en u geeft de cijfers van de zijinstromers die instromen, maar ze stromen bijna even snel weer uit, omdat de job te veeleisend is, omdat de werkdruk te hoog is, omdat de leerkrachten nu al soms 140 procent van hun opdracht doen en de gaten toerijden van de collega's die er niet zijn, omdat de zorgleerkrachten geen tijd hebben om zorg te geven maar voor de klas staan, omdat de directeurs voor de klas staan en geen directie kunnen zijn.
Dus, minister, is er nood aan structurele maatregelen. Uw flexi-jobs, het proberen wijzen naar de Federale Regering, uw gepensioneerden: dat kan een beetje helpen, minister, maar dat zal nooit het gat toerijden dat er nu is. Een ondernemer die eens vier uur komt bijklussen in het onderwijs, denkt u werkelijk dat dat de kwaliteit van ons onderwijs zal garanderen? Neen, ik denk het niet. We moeten de mensen die gekozen hebben voor het onderwijs, die een opleiding in onderwijs hebben, in het onderwijs houden. Dat moet uw eerste prioriteit zijn. (Applaus bij Groen)
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, collega's en ministers. Ik denk dat het wel zo is dat we mensen die met een flexi-job of met een gastles kunnen proeven van het onderwijs, op die manier kunnen verleiden om volledig over te stappen. Dat lijkt mij net de goede manier om daarmee aan de slag te gaan.
Het klopt dat de huidige leerkrachten op dit moment het water aan de lippen staat. Dat is de reden waarom ze uitstromen. Dus, collega's, is een belangrijk deel van het verhaal ook zorgen dat de leerkrachten die we hebben, blijven. Om die reden pakken we het M-decreet aan, om die reden roepen we op tot ouderlijke verantwoordelijkheid, om die reden pakken we de juridisering aan, om aan leerkrachten te zeggen dat ze hun ding moeten doen, om die reden pakken we de planlast aan en zeggen we inderdaad dat men geen volledige rapporten van tientallen pagina's per leerling per maand moet schrijven maar moet werken met een rapport met cijfers, met spreidingsmaten op. Op die manier krijgen de leerkrachten opnieuw tijd om les te geven. Minister, ik denk dat we ook de lerarenopleidingen moeten oproepen om flexibele trajecten te maken en directies en schoolbesturen om hun leerkrachten te waarderen met een goed hr-beleid en ook met exitgesprekken over waarom men het onderwijs verlaat.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik hoor hier de minister, gesteund door collega Daniëls, aandoenlijk opnieuw vooral zichzelf overtuigen. Maar het komt hierop neer, collega's. Wij zeggen aan jonge mensen: doe je best, zet je in. En ze doen dat. Ze zijn klaar voor hun examens, klaar om een jaar af te sluiten, zelfs klaar om een schoolcarrière af te sluiten. En wat blijkt nu? Hun inzet wordt niet beloond, omdat u, minister, al vier jaar lang deze problematiek structureel onvoldoende ernstig neemt. Ondertussen is het lerarentekort zo groot dat de leerstof niet kan worden gegeven en dat examens niet kunnen worden afgenomen. En wat zegt u aan de scholieren? U zegt dat volgend jaar misschien ook nog komt, dat ze opnieuw hun best moeten doen, en we wel zullen zien waar we geraken. Niets overtuigt mij daar vandaag van.
Minister, u faalt. U bent doof voor de kritiek, u minimaliseert de kritiek. Waarom zouden al die studenten die ook volgend jaar met een nieuw schooljaar moeten starten, u dan wel nog geloven? Uw beleid is inderdaad zoals die kindereitjes. U probeert het lekker en mooi te houden aan de buitenkant, maar aan de binnenkant is het eigenlijk gewoon een prul. (Applaus bij Vooruit en van Johan Danen)
De heer Laeremans heeft het woord.
We krijgen hier dus een kopie van de discussie van één jaar geleden, ik ben nog eens in de verslagen gaan kijken. Het aanhoudende, en inderdaad zelfs groeiende lerarentekort, dwingt onze scholen tot ingrijpen in sommige examens.
U somt nogmaals alle initiatieven op die al genomen zijn, tenzij dan – die heb ik niet gehoord – de komende proeftuinen en de commissie der wijzen. Maar we vrezen dat de conclusies daarvan hun uitwerking pas zullen hebben tijdens de volgende legislatuur. Het laaghangend fruit is intussen geplukt, behalve het wat ons betreft een nog grotere anciënniteit meegeven aan zijinstromers – daar heb ik niets over gehoord.
Wat ons betreft is zeker ook een versterking van orde en tucht nodig, door stevige rugdekking van hogerhand voor onze scholen. Zij durven vaak niet toe te geven dat ze met een probleem worstelen, maar intussen verliezen we wel jonge leerkrachten of zijinstromers die daarop afhaken. Gaat u daar nog werk van maken, minister?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat ten eerste de maatregelen betreft, zegt de ene dat er dringend extra maatregelen nodig zijn, dat het er veel te weinig zijn. De ander zegt dat het er veel te veel zijn. Ik vertel welke maatregelen er nog aankomen, maar dan zegt men dat het de foute zijn. Andere voorstellen hoor ik niet, maar wat ik voorstel wil men niet. Of de voorgestelde maatregelen zouden maar kleintjes zijn. Ik hoor dat flexi-jobs volgens Groen niet belangrijk zijn, dat gepensioneerden extra laten bijverdienen niet belangrijk is. Dat is net laaghangend fruit! Dat zijn mensen die zich aandienen, die zeggen bereid en enthousiast te zijn de stap te zetten naar het onderwijs. Wij zouden dat dan fiscaal gaan bestraffen. Als je a zegt, moet je ook b zeggen, en voluntaristisch meewerken aan alle mogelijkheden die zich aandienen. Zo moeten we ervoor zorgen dat er nog leerkrachten bij komen, boven op die 22.000 extra leerkrachten die we de afgelopen jaren inderdaad al aan het werk hebben kunnen zetten. Ik krijg op dat vlak graag enige medewerking. Of het nu gaat om laaghangend of hooghangend fruit, we moeten er met z’n allen naartoe werken.
Ten tweede, mevrouw Vandromme, wat betreft het aanreiken van een helpende hand richting de directies: dat doen we ook. Net daarom doe ik een ronde van heel Vlaanderen: alle directeurs van het basis- en secundair onderwijs. Dat zijn er, denk ik, ik had het daarnet gezegd, vierduizend, maar het zullen er meer zijn, zo’n vijfduizend. Daarbij komt er veel ruimte voor vragen, wedervragen en discussie met de hele zaal. Ik hoor daar iets anders dan wat ik hier hoor, maar goed. Wat ik op dat vlak wel leer, is net dat men soms de potentie niet inziet van alle maatregelen die we nemen. Daarom heb ik ook de opdracht gegeven om een inspiratiegids aan te dienen richting directies, zodat men weet welke mogelijkheden vandaag al bestaan in de regelgeving. Wanneer men vroeger bijvoorbeeld de uren die voor een leraar worden toegekend niet benutte door het lerarentekort, gingen die middelen gewoon verloren. Nu hebben we de mogelijkheid gecreëerd die voor 20 procent om te zetten in punten. Dat is een beetje technisch, maar het wil zeggen dat men die middelen kan gebruiken om in plaats van gediplomeerde leerkrachten aan te werven, andere profielen, zelfs administratieve of technische profielen aan te werven. Dat biedt heel veel mogelijkheden om ook extra verloning toe te kennen. Er bestaat ook de mogelijkheid om mensen te verlonen aan 140 procent. Ook dat biedt heel wat creatieve mogelijkheden. Op basis van heel eenvoudige vraag en antwoord, kunnen we op grond van de casuïstiek, heel eenvoudig en concreet antwoord bieden op de problemen die me doorheen de ronde werden aangediend door die duizenden directeurs.
Als het ten derde gaat over het aantrekkelijker maken van de job, werd hier gesuggereerd dat dit Vlaams Parlement inderdaad heeft besloten om het M-decreet op de schop te nemen, ervoor te zorgen dat we gaan naar een beter, efficiënter Leersteundecreet, en een betere omkadering: meer mensen, meer middelen om te zorgen voor de ondersteuning van onze leerkrachten in het gewoon onderwijs om om te gaan met die zorgnoden. Dit is evengoed een pleidooi voor ouderlijke verantwoordelijkheid. Maar we moeten ook trachten die job aantrekkelijker te maken door niet alleen in woorden, maar ook in daden te zorgen voor minder administratieve lasten. Daarbij hebben we heel duidelijk ook naar de scholen gecommuniceerd, zelfs met een duidelijk kader. We hadden zelfs een affiche om te tonen wat Brussel vraagt en wat Brussel niet vraagt.
Want er bestaan heel wat misvattingen, bijvoorbeeld dat men een gedetailleerd jaarverslag moet bijhouden op vraag van Brussel, omdat men denkt dat dat moet van Brussel. Maar dat moet helemaal niet van Brussel, net zoals het van Brussel helemaal niet moet dat men een persoonsvolgend dossier in detail bijhoudt, met daarin alle evaluaties, alle toetsen en verantwoordingen, dat men voor elke toets die men aan elke leerling geeft noteert waarom men dat bepaalde cijfer heeft gegeven, om te gebruiken mocht er ooit een procedure worden gevoerd en mocht de evaluatie van de klassenraad, een C- of B-attest, worden aangevochten. Ook dát moet niet van Brussel.
Verder hebben we ervoor gezorgd dat we komaf maken met de mythe over de vereisten die worden opgelegd en de administratieve formaliteiten die worden gevraagd van de onderwijsinspectie. Men houdt tonnen papier bij omdat de onderwijsinspectie er weleens naar zou kunnen vragen. We hebben nu een omzendbrief bezorgd aan de scholen waarin gelimiteerd wordt opgelijst wat je moet doen, welke administratieve formaliteiten je moet vervullen voor de onderwijsinspectie. Niet meer of niet minder. Einde discussie. Je moet jezelf niet meer administratieve formaliteiten opleggen dan die lijst in kwestie.
Ten slotte zorgen we er ook voor dat er een soort van calculator ter beschikking wordt gesteld waardoor ze zichzelf een spiegel kunnen voorhouden met een digitaal systeem. Zo kunnen ze zichzelf wat screenen op de administratieve lasten en kunnen ze die aanduiden. Uit dat rapport blijkt vervolgens welke administratieve lasten helemaal niet worden opgelegd door Brussel, maar mogelijk door zichzelf, of vanuit schoolgroepen of scholengemeenschappen, of vanuit de koepel. Ook daar kan men dan aan de slag gaan met het schrappen.
Het is met zúlke maatregelen, stap voor stap, dat we vooruitgaan. We staan er altijd voor open om bijkomende stappen te zetten en we staan altijd open voor discussie over welke stappen en suggesties dan ook. Het is zó dat we vooruitgaan en dat we ervoor zullen zorgen dat er boven op die 22.000 extra leerkrachten die we de afgelopen drie jaar hebben kunnen realiseren, mensen warm worden gemaakt voor een job in het onderwijs, maar vooral, zo mag ik hopen, door reclame te maken voor de schoonste job die er is, met de allergrootste impact op de toekomst van kinderen en jongeren. We zouden allemaal misschien wat meer reclame moeten maken en uitpakken met positieve berichten in plaats van elke maatregel af te branden: hij is te laat, hij is te weinig, hij is te veel. Nee, in plaats van problemen te zien, moeten we de vele opportuniteiten zien die met elke maatregel gepaard gaan en die ervoor kunnen zorgen dat we stappen vooruitzetten op het vlak van de onderwijskwaliteit en op het vlak van de aanpak van het lerarentekort. (Applaus bij de N-VA)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, laaghangend fruit, hooghangend fruit, het maakt me niet uit welk fruit u bedoelt, het feit is dat het lerarentekort groeit. Dat is een feit en het is nu groter dan vorig jaar en een pak groter dan vier jaar geleden. Ik maak veel reclame voor het onderwijs. Ik ken mensen die willen werken in het onderwijs, oudere mensen en jongere mensen, maar zij twijfelen omdat er geen duidelijk zicht is op een goede loopbaan. Zij willen geen flexi-job in het onderwijs, ze willen een echte job, een goede job in het onderwijs.
Daarom is het belangrijk om een echt lerarenpact te hebben, om duidelijkheid te hebben over het lerarenpact. Dat gaat over de start van de loopbaan. We hebben al vaak gezegd dat die vervangingspool weer moet worden ingevoerd. Het was een goede maatregel, die niet moet worden afgeschaft. Zorg voor twintig jaar anciënniteit voor zijinstromers, dat is wél betaalbaar. Het gaat over maatregelen tijdens de loopbaan: inderdaad minder papierwerk, minder rompslomp, meer ruimte voor lesgeven. En het gaat over maatregelen aan het einde van de loopbaan: recht op rust en het doorgeven van ervaring zodat leerkrachten tot het einde willen blijven en het onderwijs niet voortijdig verlaten.
Minister, mijn oproep is: maak werk van een echt lerarenpact. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega's, minister, voorzitter, het lerarentekort is het thema waarover we hier al het meest hebben gehad. Dat lerarentekort is nefast voor de kwaliteit van ons onderwijs, daar twijfelt niemand meer aan.
Minister, u daagt ons uit om ambassadeur te zijn voor het onderwijs, maar ik vraag me soms af waar de échte onderwijsambassadeur blijft.
Al sinds 2019 klop ik hier op dezelfde nagel en vraag ik hier naar het lerarenloopbaanpact, soms tot ergernis van sommigen onder jullie.
Minister, denk op lange termijn. Stel een plan op dat over de legislatuur heen gaat.
Collega's, minister, we zouden nooit meer scholen sluiten, maar nu blijkt dat sommige scholen effectief de deuren sluiten op woensdag.
En eerlijk, ik kijk angstvallig uit naar de dag waarop een school zegt dat ze de deuren moeten sluiten omdat ze geen leerkrachten meer hebben.
Collega’s, een natie, een land, is maar zo sterk als zijn onderwijs. Een natie bouw je samen met goedgeschoolde burgers. We hebben geen tijd meer te verliezen, minister, ‘no time to waste’ om onze scholen sterker te maken en te ondersteunen. (Applaus bij cd&v)
De heer De Gucht heeft het woord.
Als je kijkt, dan zie je dat heel veel jonge leerkrachten uitvallen binnen drie tot vijf jaar. Dat betekent met andere woorden dat de manier waarop we naar de lerarenopleiding kijken, en vervolgens naar de inschakeling in het onderwijs, fout zit. We hebben dus ook een conceptnota klaar om daar een antwoord op te bieden.
Daarnaast, in het verlengde van wat de vorige sprekers hebben gezegd, is het inderdaad noodzakelijk om een lerarenloopbaanpact te maken, waardoor een leerkracht op elk moment in zijn of haar carrière weet waar hij of zij aan toe is.
Tot slot, minister, zou u als minister van Onderwijs nu eens op dat spreekgestoelte kunnen zeggen dat u het inderdaad ontoelaatbaar vindt dat het afhankelijk is van de financiële middelen van je ouders of je al dan niet onderwijs krijgt in Vlaanderen, dat het uw taak is en dat u ervoor zult zorgen dat elk kind dezelfde kansen krijgt binnen het Vlaamse onderwijs. Want dat is uw taak, en u erkent dat niet als u daar staat. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik denk ook echt dat de rek op creatieve oplossingen op is. Men kan alles en iedereen voor de klas zetten: de directie, de zorgleerkracht, de ouder in sommige gevallen, de gepensioneerde, de flexi-jobbende ondernemer. Die kunnen allemaal voor de klas staan, minister, maar ik denk dat de rek daar op is.
Op het einde van de dag is er nood aan structurele maatregelen om ervoor te zorgen dat jonge mensen voor het onderwijs kiezen in eerste instantie, en dat ze in het onderwijs blijven. Ik sluit me aan bij al mijn collega’s hier aan het spreekgestoelte: er is nood aan structurele oplossingen, aan een globale visie, in plaats van de lapmiddeltjes waar u dag na dag mee uitpakt en die er niet voor zorgen dat we een structurele oplossing hebben. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, met kleine maatregelen, verschillende maatregelen waarmee maatwerk mogelijk is, dat is net hoe we nog mensen kunnen overtuigen en aantrekken. Want het is niet zo dat er een grote groep staat te wachten en dat ze het onderwijs niet binnen kunnen.
Dus tegen zij die hopen dat we het met één vingerknipmaatregel kunnen oplossen, zeg ik: helaas. We moeten mensen verleiden, mensen verleiden door zijinstroom, mensen verleiden om gastleerkracht te zijn, zorgen dat mensen die vandaag al in het onderwijs staan, blijven. Dat doen we door de planlast aan te pakken, door te zeggen dat ouders verantwoordelijkheid moeten nemen en dat Nederlands belangrijk is, door leerkrachten te ondersteunen als er conflicten zijn op school en door achter hen te staan. Dat zijn belangrijke zaken, beste collega’s, en we moeten samen met directies hr-beleid voeren.
Als leerkrachten nu op het einde van het jaar zeggen dat ze niet weten of ze volgend jaar starten, dan moeten we vragen hoe dat komt. Aan de lerarenopleiding moeten we zorgen dat afgestudeerden echt voorbereid zijn en dat ze niet zeggen dat de opleiding niet overeenkomt met de realiteit. Dat zijn allemaal werven, collega’s, waar we allemaal aan kunnen werken, en die opdracht wil ik dan ook uitvoeren. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.