Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 10, 12, 13 en 14 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Slootmans heeft het woord.
Het is ondertussen al de derde keer dat we dit debat voeren, maar minister, mijn enthousiasme is niet evenredig toegenomen. Collega’s, wat hier in feite gebeurt, is een berekende bestuurshervorming van de openbare omroep met als niet toevallig nevenverschijnsel dat de pottenkijkers van het Vlaams Belang binnen de VRT bijna letterlijk een kopje kleiner gemaakt worden. Nadat we al decennia als ongewenste gast behandeld worden op de VRT, wordt die lijn nu ook doorgetrokken binnen de raad van bestuur. Het applaus en het enthousiasme dat straks aan de linkerzijde zal ontstaan, hoeft dan ook niet te verbazen, want zij verliezen met deze hervorming ‘justement’ niks.
Minister, dat u deze ingreep bovendien doet in het midden van een mandaatperiode, vind ik bijzonder onkies. Je verandert de regels niet tijdens het spel, want wanneer iemand dat doet, is het een vuistregel dat dat gewoonlijk diegene is die het spel aan het verliezen is, en dat die de regels uit opportunisme, à la carte, aanpast in zijn eigen voordeel. Wat dat betreft zijn er natuurlijk nog zekerheden, want mochten de politieke krachtsverhoudingen er vandaag uitzien zoals ze er – zeg maar – in 1995 uitzagen, dan was er van deze hervorming geen sprake geweest. Maar juist nu, toevallig op het moment dat het Vlaams Belang potentieel vier of misschien zelfs vijf van de twaalf zetels in de raad van bestuur zou gaan bemachtigen en er in de volgende mandaatperiode met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een Vlaams-nationale meerderheid zou komen in de raad van bestuur, nu, opeens moet die bestuurssamenstelling gewijzigd worden in het kader van de corporate governance en de depolitisering. Nu is er ineens een immens probleem. Minister, u kunt dat misschien nog aan een stel koorknapen verkopen, maar die naïviteit ben ik intussen jammer genoeg al kwijtgespeeld.
Collega’s, in die zin is het trouwens cynisch en tegelijk ook bijzonder veelzeggend dat in 2006 de toen nog oppermachtige CD&V een zeer gelijkaardig voorstel van Spirit hier in dit huis met de grond gelijkmaakte. Uw voorganger en partijgenoot Eric VanĀ Rompuy noemde wat hier vandaag voorligt – en ik citeer hem – ‘heel gevaarlijk’, omdat het inging tegen de filosofie van de cultuurpactwetgeving, wat à propos toen ook de mening was van de Raad van State. Het enige verschil met toen en nu, het enige dat veranderd is, zijn de politieke krachtsverhoudingen, en dus veranderen blijkbaar ook de principes. We weten dat uw partij er natuurlijk nogal flexibel in is.
Mocht het intreden van de onafhankelijke bestuurders in de raad van bestuur dan toch echt zo noodzakelijk zijn voor de bestuurskracht en de governance van de VRT, dan was heel deze poespas eigenlijk niet nodig geweest, want u weet heel goed dat het huidige Mediadecreet vandaag al voorzag om drie onafhankelijke bestuurders toe te voegen, maar dat die optie nooit benut werd. U zegt dan: ‘Ja, maar als we dat gedaan zouden hebben, dan zou dat zorgen voor een veel te grote raad van bestuur met drie extra leden, wat dan weer bijkomende vergoedingskosten met zich mee zou brengen die een gigantische krater zouden slaan in het VRT-budget.’ Dat VRT-budget bedraagt trouwens bijna een half miljard euro. Voor de goede orde: het zou hier gaan over een potentiële kost van plusminus 30.000 euro, of 0,00006 procent op hun totale budget, wat trouwens nog altijd minder is dan de kosten die de VRT nu moet ophoesten voor het aanstellen van het selectiebureau voor de werving van die onafhankelijke experts.
Dus bespaar ons straks alstublieft dat besparingsregeltje dat u ook in de commissie al hebt aangehaald, want het is totaal ongeloofwaardig. Nogmaals, u hoeft dit niet per se te doen, maar als er dan toch een influx nodig is van die onafhankelijke experts, dan kon u dat al perfect opgelost hebben door die optie te gebruiken.
Het was trouwens uw eigen collega Brouwers die in de commissie openlijk de vraag stelde waarom de optie van de coöptatie van die drie onafhankelijke experts nooit is gebruikt. U kunt dat nalezen in het verslag op bladzijde 10.
In diezelfde context is er bovendien nog altijd geen antwoord van u gekomen op de vraag welke garanties men ons nu eigenlijk biedt dat die nieuw aangeduide onafhankelijke experts de facto geen gecamoufleerde politieke benoemingen zijn van de Vlaamse Regering. En dat is geen paranoïde hersenspinsel van het Vlaams Belang. Ook de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) plaatste in zijn advies grote vraagtekens bij de onafhankelijkheid van die bestuurders en stelde daarom voor om decretaal vast te leggen dat het statuut van die onafhankelijke bestuurders onverenigbaar is met een of andere vorm van partijaanhorigheid.
Ik citeer letterlijk uit het advies op pagina 29 van het ontwerpdecreet, want het is belangrijk: “Aangezien twee derde van de raad van bestuur op basis van het cultuurpact op voordracht van de politieke fracties in het Vlaams Parlement wordt aangewezen, is het voor de vier overige onafhankelijke bestuurders essentieel dat zij geen enkele “politieke rol” opnemen. (...) Als de politieke onverenigbaarheid voor onafhankelijke bestuurders niet zou worden vastgelegd in het decreet, en dit ruimer dan voor de overige bestuurders het geval is, zou trouwens ook de evenredige vertegenwoordiging binnen de raad van bestuur bij de overige acht leden kunnen worden vertekend.” Lees: dan zou de meerderheid, die à propos nog altijd verantwoordelijk is voor de aanstelling van die onafhankelijke bestuurders, haar pionnen eigenlijk kunnen gaan plaatsen en zo dus een onevenredig aantal van die bestuursmandaten gaan afvaardigen.
Ik vind het ook bijzonder veelzeggend, minister, dat u dit pertinente advies gewoon naast zich neer hebt gelegd, wat inderdaad opnieuw het vermoeden versterkt dat hier wel degelijk politiek-strategische motieven aan de basis liggen en dit dus bijster weinig te maken heeft met de governance van de VRT. U had ons wantrouwen perfect kunnen wegnemen door dat advies op te volgen, maar u hebt dat bewust niet gedaan, waardoor morgen oud-kabinetsmedewerkers, gemeenteraadsleden en partijmedewerkers als ‘onafhankelijk’ expert in de raad van bestuur zullen kunnen gaan zetelen. Want als je met die bemerkingen van de SARC in het achterhoofd de herberekening maakt, zie je dat de drie meerderheidspartijen hun proportionele aandeel vergroten van acht naar negen en het alleen – toevallig, toevallig – het Vlaams Belang is dat een zetel verliest, wat nogmaals illustreert, minister, welke machiavellistische machtspolitiek achter dit ontwerp van decreet schuilgaat.
Dan wil ik het nog hebben over de discretieplicht van de bestuursleden. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat een lid van de raad van bestuur het belang van de vennootschap moet verdedigen en dat er dus een zekere discretie nodig is. Dat is evident. Maar het belang van de vennootschap, van de organisatie, vooropstellen, betekent soms ook dat men malversaties aan de kaak stelt. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we de kanarie al de nek gaan omwringen voordat hij in de koolmijn naar beneden zakt? En ook dat is geen hersenspinsel van het Vlaams Belang. Ik verwijs zeer concreet naar het advies van de Raad van State, dat ook wijst op eventuele tegenspraak met het grondwettelijke recht op vrije meningsuiting. En u hebt dan één woordje geschrapt, maar dat zet die systemische fout tot nader order nog altijd niet recht.
En tot slot is het nog altijd niet duidelijk – dat is een vraag die al vaak is gesteld – in welke mate dat advies van de raad van bestuur over de aanstelling van de gedelegeerd bestuurder een bindende kracht zal hebben. Want als het om een vrijblijvend advies gaat, is de vraag welke reële impact zoiets zal hebben in functie van de aanstelling.
Tot daar een aantal bemerkingen, voorzitter. Mocht het nog nodig zijn: wij zullen tegen dit ontwerp van decreet stemmen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, ik doe deze tussenkomst namens collega Brouwers, die nog afwezig is om gezondheidsredenen, maar die dit voor onze fractie nauw mee heeft opgevolgd.
Wij zullen dit ontwerpdecreet goedkeuren en de implementatie ervan met veel interesse veder opvolgen, en dat om verschillende redenen.
Ten eerste is dit ontwerpdecreet een van de antwoorden van minister Dalle op de perikelen bij de openbare omroep in het najaar van 2020. Nadien is het auditrapport van Audit Vlaanderen gekomen. De interne bestuursproblemen bij de VRT hebben toen tot de moeilijke ontslagprocedure van de toenmalige CEO Lembrechts geleid.
In de beheersovereenkomst 2021-2025 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VRT maakte minister Dalle onmiddellijk duidelijk dat er echt werk aan de winkel was. Ik citeer: “Er is nood aan leiderschap doorheen de hele organisatie, doorgedreven strategisch denken en handelen, een cultuurverandering op het vlak van organisatiebeheersing en een hervorming van processen en structuren om de organisatie in haar geheel werkelijk meer wendbaar te maken. Ook de Vlaamse overheid heeft hier een rol te spelen, met name als het gaat over brede governance en het algemeen kader waarbinnen de VRT werkt.”
Met dit ontwerp van decreet geeft de minister daar gehoor aan. Hij realiseert de meer doorgedreven toepassing van de principes van deugdelijk bestuur bij de VRT, onder andere de voorrang van het vennootschapsbelang en de discretieplicht van de bestuurders worden decretaal verankerd. Dat is een goede stap voorwaarts. Ook de aanwijzing van onafhankelijke bestuursleden moet leiden tot meer professionalisering en versterking – dat is ons doel, collega Slootmans zei het al – van de raad van bestuur en een grotere betrokkenheid van de raad van bestuur bij de benoeming en het ontslag van de gedelegeerd bestuurder.
Het ontwerp van decreet legt aan de raad van bestuur van de VRT ten slotte ook de verplichting op om bij strategische beslissingen rekening te houden met het reglement dat zij zelf opmaken, wat op zich ook weer zal bijdragen aan een verdere professionalisering van het operationeel bestuur, en een positieve impact zal hebben op de samenwerking tussen de raad van bestuur en de gedelegeerd bestuurder.
Kortom, als nv van publiek recht die om en bij de tweeduizend mensen tewerkstelt, wordt ook van de VRT verwacht dat zij die principes van deugdelijk bestuur strikt naleven. Dat impliceert onder meer een evenwichtige en transparante samenstelling van de raad van bestuur en een objectivering van de benoeming en het ontslag van die gedelegeerd bestuurder. Die vier onafhankelijke bestuurders opnemen in de raad van bestuur is mee een middel om dit doel te realiseren.
Om al die redenen zullen wij dit ontwerp van decreet uiteraard goedkeuren.
De heer Tommelein heeft het woord.
Collega’s, zoals in de commissie reeds gezegd, steunen wij een verdere modernisering van het bestuur van onze openbare omroep. We hebben hier in dit parlement ook steeds de mond vol van corporate government en deugdelijk bestuur. Het is dan ook maar logisch dat we onze publieke omroep, die ongeveer tweeduizend mensen tewerkstelt en die een dotatie krijgt van meer dan 260 miljoen euro, aan die regels rond deugdelijk bestuur onderwerpen. Ja, het klopt, ook de huidige regelgeving laat toe dat er onafhankelijke bestuurders aan boord komen. Alleen, het was geen verplichting, en het is in de praktijk nooit toegepast. Dat wordt nu anders. Zonder bijkomende mandaten te creëren, verplichten we inderdaad dat mensen met een specifieke expertise op het vlak van media in deze bestuurskamer zullen zetelen.
Collega’s, dat kan onze publieke omroep alleen maar ten goede komen, zeker als we er ons van vergewissen dat een mediabedrijf als de VRT in een internationale en hypercompetitieve context opereert. Het is goed dat zowel het management als de raad van bestuur op basis van extra expertise op deze context zullen kunnen inspelen.
Ik heb het reeds gezegd in de commissie: dit is zeker geen terechtwijzing van de vorige en huidige raad van bestuur, zeker niet. Maar een dosis onafhankelijke mediakennis binnenbrengen in het orgaan dat toch instaat voor de strategische beslissingen, kan enkel maar een meerwaarde betekenen.
Ook de procedure tot aanstelling van onafhankelijke bestuurders wordt geobjectiveerd. Dat een extern selectiebureau, dat op basis van de wet op de overheidsopdrachten wordt aangesteld, een selectie zal maken en een voorstel zal doen aan de Vlaamse Regering, is een pluspunt. Het blijft uiteraard de taak van de regering om als enige aandeelhouder van de VRT die aanstelling te finaliseren.
Collega’s, wij zullen met de liberale fractie met overtuiging dit voorliggende ontwerp van decreet goedkeuren.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, wij gaan het ontwerp van decreet ook goedkeuren. Wij steunen deze hervorming ook, al had ze een stukje verder mogen gaan. Wij zijn grote voorstander van niet-gepolitiseerde raden van bestuur. We hebben daar zelf niet alle middelen voor in handen, dus we zijn blij dat u hier toch al een aantal stappen zet richting depolitisering. Dat juichen wij toe, en daarom zullen we het ontwerp van decreet steunen.
Dat neemt niet weg dat een groot deel van de raad van bestuur van de VRT nog wel zal bestaan uit door de politiek aangeduide afgevaardigden. Wij zouden er echt willen op aandringen, minister, dat de Vlaamse Regering daar ook waakt over diversiteit en expertise. Wij hebben daarvoor een voorstel van resolutie ingediend. Dat ging over de culturele raden van bestuur, maar het is evengoed toepasbaar op de VRT. Het wil er mee voor zorgen dat ook bij de politieke bestuurders expertise wordt vooropgesteld, en niet dat men een oudgediende wil belonen. Er zijn zeker manieren om dat een stukje te sturen, en wij hopen dat daarvoor gezorgd zal worden.
Wij delen wel een aantal bezorgdheden, dat heb ik ook al in de commissie gezegd, en ik denk dat we dat vanuit de oppositie collectief hebben aangekaart. Er is bijvoorbeeld die zeer verregaande discretieplicht. Discretie is natuurlijk een goed. Wij willen niet dat er voortdurend gelekt wordt vanuit de raad van bestuur, en dat is weleens een probleem gebleken. Maar de slinger mag niet doorslaan. Het mag niet verhinderen dat men, in het belang van de organisatie, soms ook dingen moet zeggen, en men soms klokkenluider moet zijn als er wanbeheer zou zijn. Dat moet men ook ergens kunnen aankaarten. De Raad van State en ook de SARC hebben inderdaad toch wel gewaarschuwd dat het hier zeer ver gaat, en dat we erover moeten waken dat de vrijemeningsuiting niet aan banden wordt gelegd. Dat is ook onze bezorgdheid. Wij willen dus toch wel meegeven dat erover gewaakt moet worden dat de slinger daar niet doorslaat. Dat zijn twee van mijn aandachtspunten.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Alles wat we weten over de wereld, weten we via de media, maar onze blik op de wereld wordt vandaag nogal vertroebeld. Hij wordt vertroebeld door fenomenen zoals desinformatie, fake news, en het feit dat sociale media ons in een filterbubbel dwingen en echokamers creëren waar we alleen ons groot gelijk bevestigd zien. Tegelijkertijd zien we dat de media die men mainstream noemt, onder vuur worden genomen. Dat gebeurt ook meer en meer met journalisten. Dat maakt mensen onzeker over welke media ze nog kunnen vertrouwen. Uit het laatste onderzoek van VUB-onderzoeker Ike Picone blijkt dat het vertrouwen in de media sinds 2020 een beetje is gestegen, vooral voor de sterkhouders VRT en VTM. Uit ander onderzoek komt steevast naar voren dat een sterke openbare omroep ook een sterk en kwalitatief medialandschap in globo oplevert, omdat die openbare omroep de aanjager is voor een sterk medialandschap en andere bedrijven.
De VRT is vandaag in Europa bij de eersten van de klas, als het gaat over kwaliteit, geloofwaardigheid, vertrouwen en appreciatie door de Vlamingen. Dat moeten we zo houden. We kunnen dat ook verbeteren. Een sterke raad van bestuur is dan ook cruciaal voor het bestuur en het management, voor de toekomst van de VRT. Daarom juichen wij, vanuit de Vooruitfractie, dit ontwerp van decreet toe, waardoor de raad van bestuur wordt uitgebreid en versterkt met vier onafhankelijke experten. Uit onderzoek weten we ook dat organisaties die geleid worden door een sterke raad van bestuur, bestaande uit mensen met een grote diversiteit van achtergrond en competenties, beter beleid voeren. Deugdelijk bestuur is cruciaal, zeker voor de VRT, die toch de grootste naamloze vennootschap van publiek recht is, en de grootste cultuurproducent.
Namens Vooruit juich ik de geest, het opzet en de doelstellingen van het ontwerp van decreet toe. Wij willen ook een zo sterk mogelijke en zo divers mogelijke raad van bestuur, met mensen die worden aangeduid op basis van hun competentie, en niet van hun partijlidkaart.
Dat neemt niet weg dat er in het ontwerp van decreet volgens ons ook een aantal kansen gemist zijn. Ik hoop dat we die in een volgende horde kunnen nemen, en wij reiken daartoe de hand om er samen aan verder te werken. Ik zal ze even opsommen. Het feit dat het voorzitterschap, en de aanduiding ervan, alleen de acht door de politiek aangeduide leden toekomt, wekt de indruk dat er nu de facto eigenlijk A- en B-bestuursleden gaan zijn. De onafhankelijke bestuurders mogen immers niet meestemmen bij de aanduiding van de voorzitter.
We hopen trouwens dat in de toekomst de manier waarop Frieda Brepoels werd voorgedragen als voorzitter, zelfs nog voor ze lid was van de raad van bestuur, niet meer gebeurt. Volgens ons decreet zijn het de leden van de raad van bestuur die hun voorzitter aanduiden. Het is trouwens ook jammer dat dat is gebeurd nog zelfs voor die vier onafhankelijken zijn aangeduid, maar ja, die mogen niet meestemmen.
Twee, onze fractie blijft erbij, in het verlengde van de opmerking van de SARC, dat de regering verder had kunnen gaan. Er stond eigenlijk niks in de weg om te kiezen voor een meer fundamentele aanpassing van de governancestructuur met mogelijkheden die vandaag al bestaan in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Een derde opmerking is dat de procedure van de aanduiding van de vier onafhankelijke leden heel essentieel zal zijn. Collega Tommelein verwees er ook al naar. Het is heel belangrijk dat er een heel gedetailleerde procedure wordt uitgewerkt door het externe selectiebureau. Dat de vorige raad van bestuur al een profiel heeft opgesteld, is een goede zaak, maar het uiteindelijke beslissingsproces is natuurlijk het meest essentiële.
Een vierde punt van aandacht voor ons is dat er voor de acht politieke leden geen functieprofiel is bepaald. Ook dat is een gemiste kans. Collega Meuleman verwees er ook al naar. Ook de leden die door de politiek moeten worden aangeduid, moeten ervoor kunnen zorgen dat de diversiteit qua achtergrond en competenties er maximaal is. Daarvoor alleen rekenen op de politieke fracties lijkt me wishful thinking. Het was een veel betere zaak geweest indien men daarvoor ook een functieprofiel had opgesteld.
Ten vijfde, en collega Meuleman had het er ook al over, die klokkenluidersfuncties zijn ook toch wel essentieel. Uiteraard moet je in alle collegialiteit en discretie je werk als bestuurder doen, maar als er op een gegeven moment zaken gebeuren die echt niet door de beugel kunnen, dan moet ook een lid van de raad van bestuur die klokkenluidersfunctie op zich kunnen nemen. Dat is trouwens een bezorgdheid die zowel de Raad van State als de SARC had geuit.
Ten slotte is het eigenlijk jammer dat de algemene vergadering van de VRT nog altijd de facto de Vlaamse Regering is. Ik denk dat we daar ook een kans hebben gemist, een kans om de algemene vergadering uit te breiden, om daar een echte afvaardiging van de Vlamingen en van het middenveld van te maken om zo het publieke debat te stimuleren over de rol van de VRT in onze Vlaamse samenleving.
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega’s, vandaag wordt de raad van bestuur van de openbare omroep samengesteld volgens het Cultuurpact. Dat betekent dat alle grote politiek-ideologische stromingen daarin vertegenwoordigd zijn. Wat mij betreft, is dat Cultuurpact ook vandaag nog altijd de ruggengraat, en ik hoop dat dat nog even zo blijft. Ik hoor andere klanken bij andere collega’s, maar wat mij betreft, blijft dat nog altijd waarde behouden.
Oké, er worden nu inderdaad toch veranderingen ingevoerd. Het is al een aantal keren gezegd: vier van de twaalf bestuurders worden onafhankelijke deskundigen. Collega’s, onmiskenbaar zet de politiek dus een stap terug. Daarnaast wordt de rol van de raad van bestuur ook verfijnd, maar dat is al uitgelegd door andere collega’s. Het is deze regering dus toch wel menens. Het gaat in dezen toch wel om een wezenlijke aanpassing. Collega’s, laat me toe om te zeggen dat de meerderheid in dit parlement straks dus geen meerderheid meer heeft in de raad van bestuur van de VRT, dat deze regering straks geen meerderheid meer heeft in de raad van bestuur van de VRT. Ik heb het niet opgesnord, maar ik denk niet dat dat in het verleden ooit al is gebeurd. Het is ons dus wel degelijk menens met die bestuurlijke hervorming binnen de openbare omroep. Dat blijkt daar toch uit, denk ik.
Collega Segers, u hebt in de commissie ook al verwoord dat u toch wel problemen hebt met de manier waarop de nieuwe voorzitter er is gekomen. Ik kan alleen maar herhalen wat ik toen heb gezegd, namelijk dat álle andere voorzitters van de openbare omroep van alle andere partijen door de jaren heen op precies dezelfde manier zijn benoemd als mevrouw Brepoels vandaag. Collega Segers, op precies dezelfde manier! Ook de socialistische voorzitters, en die zijn er ook geweest. (Opmerkingen)
Ik heb het al eerder gezegd: dit is dus toch wel wat spijkers op laag water zoeken.
Ik denk dat de hervorming die hier vandaag voorligt, een wezenlijke hervorming is, een belangrijke hervorming, waar de politiek toch niet beschaamd over hoeft te zijn. De politiek zet hier zelf in eigen beweging, wetens en willens, een stap terug. Dat zien we niet zo vaak gebeuren. (Applaus bij de N-VA)
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik wil toelichten dat we de stappen die we met dit ontwerp van decreet vooruitzetten, ondersteunen, maar dat we het wel eens zijn met de collega’s die zeggen dat de depolitisering van de raad van bestuur niet ver genoeg gaat. Daarom zullen we ons onthouden.
Minister Dalle heeft het woord.
In dit parlement wordt er vaak gediscussieerd over de publieke omroep, maar het gaat zelden over het decreet dat de publieke omroep hervormt. Het is eigenlijk van eind vorige eeuw geleden dat er hier een zeer grondige discussie is geweest over het Minidecreet, het Actiedecreet; de oudere collega’s hier weten dat nog – ik zie collega Van Dijck ook knikken. Toen is beslist om van een ministerie te evolueren naar een moderne nv van publiek recht, de VRT.
Dit is een volgende stap op dat vlak, ook gelet op de gewijzigde context, want er is in die periode natuurlijk veel gebeurd. Als ik kijk naar de concurrentiële situatie van onze mediabedrijven vandaag, dan is die totaal anders dan aan het eind van de 20e eeuw. Toen was de grote competitie tussen de BRTN en VTM, nu zitten de grote concurrenten in het buitenland. De VRT is ook veranderd. De VRT is een slanker bedrijf geworden, weliswaar met nog altijd tweeduizend medewerkers. Ze draait een omzet van bijna een half miljard euro en draait ook voor een heel stuk op private financiering, via marketinginkomsten en dergelijke.
Een dergelijke context rechtvaardigt dat je in de schoot van die raad van bestuur gaat voor een verdere modernisering en ook professionalisering, waarbij je de principes van de Cultuurpactwetgeving combineert met de ideeën van corporate governance. Dat is inderdaad de belangrijkste beslissing hier: een derde van de bestuursleden zal als onafhankelijk bestuurslid worden aangeduid.
Collega’s, we gaan de discussie uit de commissie hier niet overdoen. Er zijn voldoende garanties, ook in antwoord op de adviezen van de Raad van State en de SERV om die onafhankelijkheid te garanderen, onder meer met een publieke oproep naar experten, een publiek functieprofiel en een extern bureau dat daar advies over zal geven. Dat zijn toch belangrijke stappen.
Vrijheid van meningsuiting wordt uiteraard gegarandeerd. Dat is een tweede element van de hervorming: we schrijven een aantal fundamentele principes van corporate governance in het Mediadecreet in, niet alleen handelen in het vennootschapsbelang, maar ook effectief de discretieplicht naleven, uiteraard met respect voor de vrijheid van meningsuiting, die ook geldt voor bestuurders – dat spreekt voor zich.
Ook de strategische beslissingen worden scherper geformuleerd. Daar zal de raad van bestuur een oefening rond moeten doen. En bij de benoeming en het ontslag van de CEO zal de raad van bestuur een versterkte positie hebben.
Ik ben verheugd dat een groot deel van de oppositie dit ontwerp van decreet mee zal goedkeuren. In de commissie hebben we uitgebreid gesproken over de argumenten die de oppositie daar nog bovenop stelt. Voor mij is het redelijk logisch dat de voorzitter van de raad van bestuur uit de acht mensen wordt gekozen, die ook vanuit de fracties, hier vertegenwoordigd, komen. Daar zit ergens een logica in, als je met de Vlaamse overheid ook de enige aandeelhouder bent.
Tot slot, wat betreft de kwaliteit, expertise en ook diversiteit van de vertegenwoordigers van de acht vertegenwoordigers van de fracties uit dit parlement: dat is uiteraard, collega Meuleman, de verantwoordelijkheid van de fracties die hier vertegenwoordigd zijn. Ik wijs er trouwens op dat diversiteit ook gaat over een goede vertegenwoordiging van mannen en vrouwen. Dat staat trouwens vandaag al in het ontwerp van decreet. Dit is dus ook een oproep aan alle fracties in dit parlement om de nodige kwaliteit te garanderen en om ervoor te zorgen dat de raad van bestuur ook op het vlak van diversiteit een goede weerspiegeling van onze samenleving is.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil heel kort repliceren op collega Vandaele. Ik hoorde hier de naam van Els Witte vallen, de voorzitter van de raad van bestuur in 1988, dertig jaar geleden. Ik studeerde toen nog bij haar – ik heb bij haar gedoctoreerd – en de minister was amper geboren op dat moment. Dus collega’s, komaan, u kunt toch niet verwijzen naar zaken van dertig jaar geleden? Je kunt zaken niet dertig jaar lang op dezelfde manier blijven doen.
Bovendien is die voordracht van Frieda Brepoels in strijd met ons decreet. Dat zegt dat het de leden van de raad van bestuur zijn die onder hen hun voorzitter kiezen. De oproep is dus gewoon: laat het ons beter doen in de toekomst.
Minister, u zegt dat er een logica achter steekt dat de vier onafhankelijke bestuurders niet mee de voorzitter mogen kiezen. Als we echt vertrouwen hebben in de expertise van de onafhankelijke bestuurders en we doen een zorgvuldige selectie, dan moeten we hun een volledig vertrouwen geven. Uiteraard is er ook het Cultuurpact, absoluut. Maar ik denk absoluut dat, als je hun echt het vertrouwen geeft, ze ook zouden moeten kunnen meebeslissen wie onder hen voorzitter kan worden.
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega Segers, ik wil er toch op wijzen dat de nieuwe voorzitter, mevrouw Brepoels, met algemeenheid van stemmen van alle bestuurders binnen de VRT, van alle leden van de raad van bestuur, is aangeduid als voorzitter. (Opmerkingen van Katia Segers)
Die bestuurders hebben er dus blijkbaar, anders dan u doet, voor gekozen om de partijpolitiek niet binnen te trekken in de raad van bestuur van de VRT. Dat siert hen, wat mij betreft. (Applaus bij de N-VA)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1050/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 6.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het ontwerp van decreet houden.