Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toename van het aantal mensen op de wachtlijst voor een sociale woning
Verslag
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, de cijfers die de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) jaarlijks publiceert over de kandidaat-sociale huurders zijn niet zo positief. Ik denk dat we dit, gelet op de huidige maatschappelijke context, wel konden verwachten.
De cijfers zijn met 10 procent gestegen en onderstrepen nog eens de uitdaging waar u als minister van Wonen, en dus ook van sociaal wonen, voor staat. De cijfers zijn van 153.000 naar 169.000 kandidaat sociale huurders op de wachtlijst gestegen.
Een kleine nuance is wel, maar die zal u misschien zelf maken, dat de wachtlijsten in 2020 niet geactualiseerd zijn, waardoor er misschien mensen ondertussen wel al een sociale of een private woning hebben gevonden. Of niet meer aan de voorwaarden voldoen. Er zou dus een vertekend beeld in die cijfers kunnen zitten.
Hoe dan ook, we moeten het niet ontkennen, er is een uitdaging, en die is al langer bekend. U erkent die uitdaging ook, en u hebt de ambitie op dat vlak eigenlijk al heel vaak in de verf gezet.
Terecht investeert deze Vlaamse Regering een historisch hoog bedrag in de uitbreiding van het aanbod aan sociale woningen, zowel in het verhogen van het aantal sociale woningen, als in de renovatie van bestaande sociale woningen. Aan het begin van de legislatuur hebt u een heel hoog bedrag aan investeringen daarvoor aangekondigd – 4,2 miljard euro – en daarbovenop heeft het recente herstelplan Vlaamse Veerkracht daar nog eens een grote som bovenop gedaan om te komen tot een totaalbedrag van 4,5 miljard euro. Laat dat toch even doorsijpelen, want dat is absoluut niet niets.
De conclusie is dus dat er geen gebrek is aan middelen, dat er ook geen gebrek is aan ambitie vanuit deze Vlaamse Regering, maar misschien wel een gebrek aan tijd. Helaas, bouwen en verbouwen kost tijd.
Minister, welk plan hebt u om de wachtlijst weg te werken?
De heer Veys heeft het woord.
Ik stel vast dat we van de éne wachtlijst naar de andere gaan, maar eigenlijk is het vandaag – collega Smeyers spreekt van ‘minder goed nieuws’ – een trieste dag. Vooral in gezinnen die al jaren wachten op een betaalbare sociale huurwoning.
Met 160.000 zijn ze. Tien procent meer dan vorig jaar. 169.000 mensen die iedere maand honderden euro te veel betalen op de private huurmarkt, die iedere maand een schooluitstap van het ene kind tegen een doktersbezoek van het andere moeten afwegen. 169.000 gezinnen die al jaren wachten op een sterke overheid, die hen beschermt en alle kansen biedt op een goed en gelukkig leven.
En ondertussen is die wachtlijst zelfs al langer dan het totaal aantal huurwoningen dat we hebben. Het is de langste wachtlijst ooit. Ik heb het opgeteld: we hebben 159.000 sociale woningen, voor 339.000 gezinnen. Ik denk dat iedereen weet hoe je dat enkel maar kan oplossen.
Als Vooruitfractie denken wij daar ook over na. Hoe zou ik dat oplossen? Wat kan je doen? En dan moet je ten eerste geld voorzien – veel geld, want we moeten vele woningen bouwen – maar ten tweede, dan moet je ook zorgen dat het niet alleen investeringen op papier blijven. Zorgen dat we sneller kunnen bouwen. Hoe kan ik steden en gemeenten, bijvoorbeeld, overtuigen om een tandje bij te steken, zodat het sneller vooruitgaat?
Als ik naar uw beleid kijk, minister, dan zie ik dat u inderdaad veel geld hebt gezien. Dat is dat eerste. De voetbalmetaforen zijn hier waarschijnlijk populair vandaag, ik zou graag Johan Cruijff citeren die zei: ‘ik heb nog nooit een zak geld een goal zien scoren’. Wel, ik heb nog nooit een zak geld een woning zien bouwen. Papier is gewillig. Dus ik vrees ervoor dat u enkel maar die zak geld voorziet, maar dat u dan wegloopt. Want we zien dat het niet vooruitgaat en dat die wachtlijst enkel maar groter wordt. Ik denk dat het een kwestie is van niet willen, en niet van niet kunnen. Eerder een gebrek aan daadkracht.
Ik heb een heel simpele vraag, minister. Wanneer gaat u eindelijk dat geld dat u voorzien heeft, die grote pot geld, omzetten in betaalbare woningen? Wanneer gaat u dat omzetten in een goed en gelukkig leven waar die 169.000 gezinnen recht op hebben? Waar is uw plan?
Minister Diependaele heeft het woord.
Goedemiddag, collega’s, en dank u wel voor de vragen.
Ik ga me niet wagen aan voetbalmetaforen, dat is niet bepaald mijn expertisegebied. Maar de wachtlijsten en de cijfers die we vandaag gekregen hebben, en die deze morgen gepubliceerd zijn, zijn natuurlijk niet onverwacht. We wisten dat ze er zaten aan te komen, en die cijfers zijn bekend. De bezorgdheid is in dit parlement ook al dikwijls geuit, maar laat me een paar dingen verduidelijken.
Eerst en vooral: die wachtlijsten zijn vooral beginnen groeien in 2013. We hebben toen zelf, door de aanpassing van onze regels, als Vlaamse overheid die wachtlijsten laten opbouwen.
In 2013 zijn de inkomensvoorwaarden voor mensen die een beroep kunnen doen op een sociale woning, een pak groter geworden. Dat heeft ervoor gezorgd dat de wachtlijst in de jaren nadien gestaag is aangegroeid. Meer mensen hebben door de aanpassing van de regelgeving recht op een sociale woning. Tussen 2015 en 2016 is dat aantal gestegen met 16 procent; tussen 2017 en 2018 met 13 procent en in 2019-2020 met 10 procent. Ik neem de niet-actualisatiejaren. Je ziet dat er wel degelijk een vertraging op die aangroei zit. We zijn niet zeker dat dat de komende jaren ook het geval zal zijn. Iedereen is nog terughoudend om een concrete inschatting te maken van de impact die corona daarop heeft.
Wat doen we daaraan? Eerst en vooral zullen we massaal investeren in sociale woningen. Dat is hier al vermeld geweest. Het gaat om een bedrag van 4,5 miljard euro. Mijnheer Veys, we hebben het daar vorige week over gehad. We proberen dat bedrag inderdaad zo veel mogelijk te spreiden over heel Vlaanderen omdat er daar een sociale en maatschappelijke component aan vasthangt. Die vraagt die verspreiding zodat heel Vlaanderen een bijdrage levert. Dat is die 4,5 miljard euro. Het spijt me verschrikkelijk, maar zo’n sociale woning is geen legodoos. Je bouwt die niet op een dag tijd. Er is daar nu eenmaal tijd voor nodig en die nemen we ook. We zorgen ervoor. De sociale huisvestingsmaatschappijen investeren wel degelijk. Ze doen daar moeite voor en ze blijven ermee bezig.
Ten tweede is het voor mij heel belangrijk… Er wordt hier vaak uit andere hoeken van dit parlement aan getwijfeld of dat nodig is, maar mijn zorg is in elk geval dat die sociale woningen terechtkomen bij diegenen die ze ook effectief nodig hebben en die er recht op hebben. In 2017 – dat is gebeurd bij de vorige minister van Wonen – zijn er contracten van beperkte duur gekomen. Dat betekent dat sindsdien alle nieuwe contracten slechts negen jaar lopen. Op dat moment zal men de inkomensvoorwaarden opnieuw controleren. Dat moet er natuurlijk voor zorgen dat er ook een uitstroom zal zijn. Dat is pas vanaf 2026. Het is een goede zaak dat er een uitstroom is want dat betekent dat we die mensen geholpen hebben om opnieuw op hun eigen benen te staan en op eigen kracht op de huur- of koopmarkt te gaan. Dat is een goede zaak. Die woningen kunnen we dan terug gebruiken voor die mensen die ze effectief nodig hebben.
Het buitenlandsvermogensonderzoek is ook regelmatig aan bod gekomen. We zetten daarop in om te zorgen dat de woningen terechtkomen bij diegenen die ze nodig hebben en er recht op hebben. Dat is niet bij die mensen die in het binnen- of buitenland een onroerend goed in eigendom hebben.
Een laatste punt is de hervorming van de woonmaatschappijen waar we het vorige week in de commissie nog over hebben gehad en volgende week of de week nadien zal dat het geval zijn in de plenaire vergadering. Daarmee moeten we ervoor zorgen dat we die bouwcapaciteit en die sterkte van die huisvestingsmaatschappijen nog verhogen om die centen om te zetten in stenen.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik dank u om de puntjes op de i te zetten. Ik vind het een beetje flauw van de oppositie om altijd maar op diezelfde valse nagel te kloppen. U moet ook erkennen, mijnheer Veys, dat er nog nooit zoveel zal worden geïnvesteerd in sociale woningen. Rome is niet op een dag gebouwd en sociaal Rome dus ook niet, mijnheer Veys.
De minister neemt het heel moeilijke dossier van de eengemaakte woonactor onder handen. Hij kan dat ook naast zich neerleggen en blijven doen zoals we nu bezig zijn, maar dat zal geen efficiëntie en geen versnelling in de bouw teweegbrengen. Die huzarenklus die hij nu doet, zal er ook voor zorgen dat er in de toekomst een heel efficiënt inschrijvingssysteem is en dat we ook met een centraal register zullen werken. Daar smachten we al heel lang naar. U bent daar vragende partij voor en wij ook. Dat zal de doorstroom erg vergemakkelijken en dubbeltellingen er uithalen, hoewel we uiteraard het daglicht niet ontkennen. De stempel op ons Vlaamse beleid is inderdaad gedrukt. Fraude moet worden uitgesloten. De uitstroom is belangrijk en een sociale woning is voor wie het echt nodig heeft.
Dat is duidelijk.
De heer Veys heeft het woord.
Sorry, minister, maar met uw antwoord ben ik niet zoveel en de 169.000 gezinnen op de wachtlijst helaas ook niet. U verwijst hier naar allerhande zaken die vooral een effect niet zullen hebben: meer en sneller bouwen. Ik heb dat niet gehoord. U verspilt tijd met uw beleid. Er wordt hier heel graag over fraudeurs gesproken, maar zelfs als je iedere sociale huurder uit die woning krijgt, dan heb je er nog te kort om die hele wachtlijst een woning te geven.
Je hoeft dus echt niet veel van wiskunde te kennen om te weten dat er één heiligmakende oplossing is en dat is meer en sneller bouwen, want we zijn hier tijd aan het verliezen. Dat is tijd die politici misschien hebben, maar mensen op de wachtlijst al heel lang niet meer. We moeten werken aan de bouwcapaciteit, maar dan is het ook belangrijk dat steden en gemeenten hun steentje bijdragen. Ik vraag u opnieuw, minister, hoe u ervoor zult zorgen dat die investeringen niet louter investeringen op papier blijven. Bent u al eens met een stad of gemeente waar het niet vooruitgaat, gaan spreken? Hebt u dat al eens gedaan?
De heer Coenegrachts geeft het woord.
Mijnheer Veys, ‘meer en sneller bouwen’ heb ik opgeschreven voor de volgende keer dat we nog eens over de bouwshift zullen debatteren.
Minister, er staan inderdaad te veel mensen op de wachtlijst. U kent het voorstel van mevrouw Van Volcem om de huurpremie in te zetten om mensen aan kwalitatieve huurwoningen te helpen, om dat sneller te doen dan de vier jaar die daar vandaag voor voorzien is en om dat zelfs te koppelen aan de verplichting om een job te zoeken. Als men in dat systeem van de huurpremie komt en men vindt een job en de inkomsten wijzigen, dan stroomt men ook uit die wachtlijsten. Minister, denkt u in de toekomst aan een verruiming van het systeem van de huurpremie?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, bijna 170.000 mensen op een wachtlijst voor een sociale woning of 10 procent meer dan vorig jaar. U zegt dat er een vertraging is van de aangroei. We hebben het daarnet gehad over blij zijn met een dode of niet-dode mus, maar dit is in elk geval toch wel een dode mus, als u het mij vraagt. Die cijfers zijn gewoon slecht. De wachtlijsten groeien enorm aan.
Toch ligt hier volgende week een decreet voor waardoor steden en gemeenten die wel veel sociale woningen bouwen, gestraft worden. Steden en gemeenten waar er meer dan 15 procent sociale woningen zijn, krijgen van u geen financiering meer. U moet mij de logica daarvan toch eens uitleggen. U zegt dat de investeringen op die manier meer gespreid zullen worden. Ah ja? Op welke manier stimuleer je gemeenten die het slecht doen op het vlak van sociale woningbouw door gemeenten die het goed doen, af te remmen? Hoe communiceren die met elkaar? Dat is voor mij niet duidelijk.
Op het moment dat je met deze cijfers zit en als je weet dat Rome niet op één dag is gebouwd, dan moet je alles in de strijd gooien om ervoor te zorgen dat we meer sociale woningen kunnen bouwen in plaats van er de rem op te zetten. Denkt u echt nog altijd dat dit een goed idee is?
Mevrouw Jans geeft het woord.
Een tweetal weken geleden hebben we inderdaad over een soortgelijk thema kunnen debatteren. De nieuwe cijfers zijn er en ze zijn niet goed. De wachtlijst is op vijf jaar tijd met een kwart toegenomen.
U hebt terecht verwezen naar de recordbudgetten die voorzien zijn voor het bouwen, renoveren en verbouwen van sociale woningen. Het is mijn bekommernis dat de voorziene budgetten werkelijk omgezet worden in projecten en dat het geld de deur uit raakt. Kunt u mij zeggen hoeveel procent van die budgetten al is toegewezen om ervoor te zorgen dat we de sector blijven stimuleren om te bouwen, te verbouwen en projecten in te dienen en dat men zich niet verliest in de vele procedures en bijkomstigheden die nodig zijn om te gaan naar de eengemaakte woonmaatschappij? Een centraal inschrijvingsregister is positief. De negenjarige contracten zijn positief. De controle op eigendommen in binnen- en buitenland spreekt vanzelf. Maar dat zal de wachtlijsten niet oplossen. Dat kan alleen door ervoor te zorgen dat de recordbudgetten die u hebt voorzien, daadwerkelijk worden omgezet in projecten.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, dit is een dossier dat mijn collega An Moerenhout van heel nabij opvolgt. Hier valt regelmatig – daarnet ook nog – het woord ‘historisch’. Ik gebruik het niet graag, maar ik vind de cijfers die nu naar buiten komen historisch hoog en onaanvaardbaar.
Ik heb dezelfde vraag als de heer D'Haese. Ik begrijp niet goed dat u een beleid voert waarbij u een stop invoert op het bouwen van sociale woningen en waarbij steden en gemeenten niet meer dan 15 procent sociale woningen mogen bouwen, zelfs niet als ze zelf vragende partij zijn om verder te mogen gaan.
U bent minister van Wonen. U weet, en u beseft zeer goed, dat u eigenlijk wordt geacht om het recht op wonen van elke Vlaming ook te garanderen. In die zin vragen wij toch opnieuw, met die cijfers in het achterhoofd, die stop op de bouw van sociale woningen ongedaan te maken. Als we bijna 170.000 mensen of gezinnen op die wachtlijst hebben staan, moeten we alles op alles zetten om die wachtlijst weg te werken. We moeten geen maatregelen nemen die die wachtlijst alleen nog langer maken. Bij dezen doen wij vanuit de Groenfractie ook deze oproep. Zet een rem op die stop. Doe dat alstublieft niet.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, ik hoor een groei van 10 procent. Als ik zeg dat het woonbeleid faalt, dan trap ik een open deur in. Collega’s, dat komt niet enkel en alleen door een tekort aan sociale woningen, maar zeker ook door die gigantisch toegenomen migratiedruk op onze woningmarkt.
In de media zei u, minister, dat een sociale woning geen Win for Life mag zijn. En dat klopt. Dat klopt inderdaad voor de Vlaming, voor onze eigen mensen. Voor de migranten is het echter duidelijk wel nog altijd een Win for Life. Bij de kandidaat-huurders hebben we slechts cijfers tot 2016; nadien werden ze niet meer bijgehouden. En toen al maakten buitenlanders voor ongeveer 30 procent deel uit van de kandidaat-huurders, van wie maar liefst 21,2 procent of een op de vijf van buiten de EU komt. De cijfers waren al jaren stijgende. En collega’s, ik houd oprecht mijn hart vast om die cijfers vandaag te zien.
Minister, op een eerdere vraag van mijn collega Guy D’haeseleer hebt u geantwoord dat u zou kijken om het weer mogelijk te maken om deze cijfers te verkrijgen. Mijn bijkomende vraag is dan ook hoever u daar momenteel mee staat. En welke maatregelen zult u nemen om ervoor te zorgen dat eerst onze eigen mensen op de wachtlijsten aan een sociale woning kunnen geraken?
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik dank de collega’s voor de bijkomende vragen. Het is eerst en vooral een beetje ironisch dat minister Beke daarnet nog ‘dank u’ zei aan de volledige Vlaamse Regering, maar dat we deze wachtlijst moeilijker weggewerkt krijgen. En dat is natuurlijk ook in de eerste plaats omdat het hier niet alleen over centen gaat. Er zijn ook niet zoveel gemeenten die aan 15 procent zitten, het zijn er maar enkele. Daarmee ga je dat dus ook niet oplossen. Ik denk dat het er een vier- of vijftal zijn.
Ten tweede zit er geen stop op. Zij mogen dat nog perfect doen. Wij denken alleen dat het verstandiger is om de maatschappelijke problematiek die daarmee samenhangt, meer te gaan spreiden over heel Vlaanderen. Maar nu doen alsof die 15 procent plots de reden is dat er een wachtlijst is? Dat is helemaal van de pot gerukt. Dat is gestoeld op niets.
Ten derde ben ik het helemaal met u eens, mevrouw Jans. Die bezorgdheid heb ik hier ook al geuit, en het werd ook vanuit de oppositie geuit. En dat is dat we nu, door die hervorming van de woonmaatschappijen, inderdaad moeten opletten dat we die budgetten die we nu voorzien, en die een recordhoogte kennen, ook buitenkrijgen. Ik heb u beloofd dat we daar werk van maken om rond deze tijd – dat zal in de komende weken gebeuren – eens op te lijsten wat we precies allemaal kunnen doen. Het antwoord op de vraag hoeveel dat nu precies is, en wat de huidige stand van zaken is van wat we buiten gekregen hebben, moet ik u schuldig blijven, vrees ik. Maar dat kan later eventueel nog eens gevraagd worden.
Mijnheer D’Haese, ik geloof effectief dat de inspanning die we nu doen om die woonmaatschappijen te vormen, om die hele sociale huisvestingssector sterker te maken, op lange termijn wel degelijk het instrument moet zijn om te zorgen dat zij nog meer bouwcapaciteit hebben. En dat moet ervoor zorgen dat we die wachtlijst kunnen inlopen, en dat we daaraan kunnen verder werken.
Als we die sociale verhuurkantoren (SVK’s) en die sociale huisvestingsmaatschappijen (shm’s) samen gooien, gaan we sowieso al een betere dienstverlening kunnen leveren aan de sociale huurders en de kandidaat-sociale huurders. En men zal daardoor ook veel meer die knowhow kunnen combineren om nog meer projecten op te starten, en daar een snellere doorlooptijd aan te geven. We moeten er dus wel degelijk op blijven inzetten. En daar geloof ik zeer hard in.
Jullie hadden vorige week zeer veel kritiek op die hervorming. Ik geloof er effectief in dat we de komende jaren – de resultaten zullen wellicht voor mijn opvolger zijn – zullen zien dat dat wel degelijk de moeite waard geweest is. Daarmee heb ik niet gezegd dat het nu geen moeilijke oefening is; daar ben ik mij heel goed van bewust, ik heb dat al verschillende keren gezegd. Ik denk dat we ze moeten verderzetten, net met het oog op een betere dienstverlening aan de sociale huurder.
Ik heb nog twee zaken. Eerst en vooral is er die huurpremie. Die is inderdaad al verschillende keren genoemd, en in het regeerakkoord staat ook dat we dat zouden bekijken als daar de budgettaire ruimte voor is. Maar collega Coenegrachts, op dit moment is die ruimte er niet. Daar moet ik u geen blaasjes over wijsmaken. Het is trouwens uw collega die daarnet naast u zat, collega Vande Reyde, die deze morgen nog in De Tijd liet verstaan dat hij de enige zou zijn die zich zorgen maakt over de schuld. Ik kan u verzekeren dat dat niet het geval is. Er zijn nog mensen die zich heel grote zorgen maken over die schuld.
Maar, los daarvan, is die huurpremie op zich natuurlijk weer zo'n typische kortetermijnoplossing. Daarmee los je het probleem op lange termijn niet op. Het voorbeeld is zeer eenvoudig. Je hebt 100 woningen, maar je hebt 105 kandidaat-huurders. Als je die 5 mensen een verhoogde premie geeft, dan schuiven die in, maar dan vallen er vijf anderen uit. Je hebt nog altijd maar 100 woningen. Daarmee heb je niets opgelost. Daarom denk ik dat we daar voorzichtig mee moeten zijn. Als we oordeelkundig en beperkt premies toekennen zal dat niet zo'n groot effect hebben. Maar elke premie die wij geven, dreigt ook altijd een gevolg te hebben voor de huurprijs op de markt. Als wij daar nog eens een prijsopdrijvende effect op gaan zetten, dan gaan we andere mensen weer in een groter probleem brengen. Als je daar niet oordeelkundig mee omgaat en als je daar niet voorzichtig mee bent, dan kan je wel degelijk dat effect hebben. Dat gaan we niet doen.
Meneer Veys, in alle eerlijkheid, ik ben het absoluut niet met u eens dat u komt zeggen dat het tijdverspilling is. Neen, ik ben het daar absoluut niet mee eens. Ik ben ervan overtuigd dat de eerlijkheid en de rechtvaardigheid in de sociale huisvestingssector, even belangrijk is voor de sociale huurders zelf als voor de Vlaming die moet bijdragen om dat systeem betaalbaar te houden. Eerst en vooral is het voor de sociale huurder zeer belangrijk dat hij het gevoel heeft dat hij effectief aan de voorwaarden voldoet en dat hij dan ook die sociale woning kan krijgen, en niet ondertussen ziet dat andere mensen die eventueel niet aan die voorwaarden voldoen of er niet meer aan voldoen of eventueel een eigendom hebben in het buitenland, er ook een beroep op kunnen doen. Dat is voor die sociale huurder een zeer ambetant gevoel. Ik kan dat bewijzen aan de hand van mijn mailbox.
Daarbij vind ik het dat wij de plicht hebben tegenover die 6 miljoen Vlamingen die meebetalen in het systeem, om te verantwoorden dat de solidariteit die zij tonen, wat zij bijdragen aan dit systeem, wel degelijk goed terechtkomt. Dat betekent dat het moet terechtkomen bij die mensen die er recht op hebben en die nood hebben aan een sociale woning. Dat u dat tijdverspilling noemt, daar ben ik het absoluut niet mee eens. Ik denk dat de eerlijkheid en rechtvaardigheid van het systeem cruciaal is om het systeem betaalbaar en overeind te houden.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, u maakt het uzelf natuurlijk niet gemakkelijk. U kunt ook geen tijd verspillen en inderdaad met een zak geld afkomen onder de vorm van een huurpremie, iets waar socialistische denkers voorstander van zijn. Dan kiest u voor kortetermijngewin, misschien ook electoraal gewin, maar wel voor een in mijn ogen valse en verkeerde oplossing. U maakt het uzelf niet gemakkelijk maar u kiest wel moedig voor echte oplossingen, die op middellange en op lange termijn wel zullen renderen. U maakt het uzelf moeilijk met het dossier over de woonactor. U maakt het uzelf moeilijk met het willen bestrijden van fraude door mensen die woningen in het buitenland hebben, maar ook in het binnenland, collega's van het Vlaams Belang. U maakt het uzelf moeilijk door te zeggen dat die sociale woning alleen mag toekomen aan wie er echt recht op heeft en voor de duurtijd dat hij er recht op heeft. U neemt moedige en goede beslissingen. Dat zal op lange termijn wel renderen. Dat is waar de N-VA voor staat.
De heer Veys heeft woord.
Allereerst vind ik het een beetje ironisch dat men verwijst naar socialistische ideeën rond huurpremies terwijl er net een liberaal vraagt aan de minister of het een goed idee is natuurlijk. We hebben hier een simpele vraag gesteld. We hebben een antwoord gekregen dat een beetje alle kanten uitging. Wat wij hier aan het doen zijn, dat is parlementaire controle. Er is geld voorzien en hoe zorgen we dat dat bakstenen worden? Dat is ‘your part of the deal’, minister. U moet ervoor zorgen dat u goed bestuurt en dat u dat geld buiten krijgt.
Maar waar gaat het hier echt om? Keuzes, die doen ertoe. Ik keer ongeveer anderhalf jaar terug in de tijd, de dag dat u minister werd van Wonen. De wachtlijst toen was 153.000. Ik denk dat dat even urgent was. Toen hebt u de keuze gemaakt voor dat fusieproces, dat heel veel tijdverspilling is en dat ervoor zorgt dat we vandaag al 200 miljoen euro op een jaarbudget van 1,7 hebben toegekend. Hoe gaat u dat rechttrekken? Ik hoor het u nooit, nooit zeggen. Daarbij nog eens limieten opleggen voor gemeenten waarvoor er nog altijd een wachtlijst opleggen, dat zijn de keuzes die hier gemaakt worden. Sorry, maar dat is een klap in het gezicht van die 169.000 gezinnen die wachten op een sterke overheid. Want daar gaat Vooruit voor. Wij gaan voor de overheid die hier een prioriteit van maakt, die zorgt dat mensen een goed en gelukkig leven kunnen leiden en die investeert en zorgt dat we effectief bouwen. (Applaus bij Vooruit)
De actuele vragen zijn afgehandeld.