Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik zou graag, voor de volgende actuele vragen, het woord vragen bij motie van orde.
En op basis van welk artikel?
Artikel 50, punt 1, j), zijnde opheldering over de stand van zaken.
Niet z), kom naar mijn kamer?
Nu begint u er zelf over, voorzitter.
Neen, dat is een nieuw onderdeel van het artikel. (Opmerkingen. Gelach)
In elk geval, voorzitter, ik heb zonet de deur naar de koffiekamer dicht moeten doen. Ik vind dat eigenlijk niet serieus. We zitten hier in het parlement naast het enige café van heel het land dat nog open is, het Koffiehuis voor Vlaams Parlementsleden. Ik snap dat je af en toe iets moet gaan drinken. Maar ik ben er net door gelopen. We hebben daar regels afgesproken rond mondmaskers, rond afstand houden. Die worden niet nagevolgd. En de sfeer is daar zo goed, dat ik de collega's soms niet meer kan verstaan. Parlementsleden die eerst hier op tafel komen kloppen voor een strengere naleving van de regels en dan hiernaast de regels komen breken, ik vind dat hypocriet. Ik wil u vragen om daar maatregelen voor te nemen en om dat op het Uitgebreid Bureau te bespreken, want ik vind dat het op deze manier echt niet verder kan. (Opmerkingen)
Ik zal dat inderdaad... (Opmerkingen van Philippe Muyters en Jos D’Haese)
Een collega van u heeft... (Opmerkingen)
Collega’s, ik heb een tijdje geleden ook al via mail laten weten dat er aan bepaalde dingen niet werd voldaan in de koffiekamer. Ik heb de onthaalbediendes ook de opdracht gegeven om af en toe eens te gaan kijken. Dat daar nu veel mensen zitten – en ik hoop dat ze dan afstand houden – is hun zaak. Laten we dat gewoon nog eens eventjes in het Uitgebreid Bureau bespreken. Ik denk dat we dat hier niet in de plenaire vergadering moeten doen.
Het incident is gesloten.