Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (III) en tot wijziging van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016.
Vraagt er iemand het woord over de spoed?
Collega Daniëls zal dat doen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, waarom moeten we dit vandaag goedkeuren? Omdat het gaat over bepalingen voor inschrijvingen voor het schooljaar 2020-2021 alsook voor de teruggave van het leerkrediet voor studenten hoger onderwijs die nu getroffen zijn door de coronacrisis.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (III) en tot wijziging van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot het nemen van dringende tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (III) en tot wijziging van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, ik overloop kort een aantal belangrijke zaken die in dit voorstel van decreet staan. Voor basis- en secundair onderwijs zorgen we ervoor dat inschrijvingen en weigeringen van inschrijvingen niet alleen schriftelijk maar ook elektronisch kunnen en dat de periode van tien dagen waarbij men naar het lokaal overlegplatform (LOP) kan gaan voor bemiddeling als men geen plaats heeft, ook geldt na een elektronische mededeling. Dat zijn de artikelen 2, 3 en 4 en 10, 11 en 12.
Een belangrijk artikel betreft het buitengewoon basisonderwijs. Nu de aanmeldperiode de eerste keer heeft gedraaid, hebben we vastgesteld dat er op een aantal plaatsen serieuze capaciteitsproblemen zijn in het buitengewoon basisonderwijs. Mensen hebben op dit moment geen plaats voor hun kind. Het gaat meestal om kinderen met specifieke, ernstige noden die niet zomaar in het gewoon onderwijs kunnen worden opgevangen. We hebben al de mogelijkheid gecreëerd dat scholen gewoon onderwijs die kinderen in overcapaciteit kunnen opnemen, maar daarnaast is het ook belangrijk dat scholen buitengewoon basisonderwijs extra plaatsen kunnen creëren.
Het aantal vierkante meters is een zaak, maar het effectief hebben van lestijden en -uren is een andere zaak. In de artikelen 5 en 6 maken we het Vlaanderenbreed mogelijk dat scholen die meer leerlingen opnemen, op 1 oktober 2020 kunnen hertellen en voor de leerlingen die ze extra opnemen ineens ook lestijden en -uren krijgen.
Voor het volwassenenonderwijs doen we ook een aantal zaken. Een eerste zaak betreft cursisten van NT2 (Nederlands tweede taal) eerste en tweede richtgraad, maar ook van de geletterdheidsmodules en ‘Leren leren’ van het secundair volwassenenonderwijs. Zij moeten een responsabiliseringsbijdrage betalen op het inschrijvingsgeld vanaf hun vierde inschrijving. Er zijn een aantal cursisten die vanwege corona de studie niet hebben kunnen afronden en wel degelijk naar een vierde inschrijving gaan. Voor hen is er een vrijstelling van de responsabiliseringsbijdrage omdat het niet aan henzelf ligt dat zij voor een vierde maal moeten inschrijven.
Artikel 8 gaat over de cursisten die geen inschrijvingsgeld moeten betalen voor 2020- 2021. Dat zijn cursisten in het volwassenenonderwijs die eenzelfde module volgen waarvoor ze niet geslaagd zijn en die in coronatijden plaatsvond. Dat is een korte samenvatting daarvan.
Een ander belangrijk punt in het volwassenenonderwijs is retroactief. Er kon tot voor kort geen vervanging zijn van personeelsleden in de maand juni. Voor de maand juni van 2020 voorzien we dat wel. Er zijn scholen die zijn opgestart om toch les te kunnen geven. Zo kan dat op de best mogelijke manier.
Over hoofdstuk 5 hebben we het hier al enkele keren gehad. Het is de uitvoering van de resolutie die we hier hebben goedgekeurd. Het handelt over de studenten hoger onderwijs. Artikel 13 stelt dat als een evaluatie of een examen niet kon worden georganiseerd, de studenten automatisch hun leerkrediet terugkrijgen, dat ze daar dus geen nadeel van ondervinden.
Over artikel 14 is veel te doen geweest. Het gaat over de studenten die in het academiejaar 2019-2020 voor een opleidingsonderdeel waren ingeschreven en die hebben deelgenomen aan de laatste examenkans – die laatste kans is meestal in augustus – maar niet geslaagd waren. Van dat opleidingsonderdeel ging minstens een deel door na 9 maart – dat wil zeggen in coronatijd – en bijgevolg bevonden ze zich in een overmachtsituatie. De studenten van al die opleidingsonderdelen kunnen hun leerkrediet terugkrijgen. Het gaat dus niet om tien of twintig, maar om alle opleidingsonderdelen die geïmpacteerd zijn door corona.
Hoe gebeurt dat? In de eerste plaats niet via de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Daarover hebben we al een debat gehad. Die Raad zou worden overbelast. Neen, we doen dat via een ambtelijke procedure zodat de Raad zijn energie en tijd kan blijven steken in de normale beroepsprocedures die er zijn.
Wanneer moeten de studenten dat doen? Binnen dertig kalenderdagen na de proclamatie. Dat is de tijd waarbinnen ze die aanvraag moeten indienen. Dat kan op een heel eenvoudige manier, met naam, rijksregisternummer, welke opleidingsonderdelen, plaats van de studie. In de praktijk moeten ze gewoon de puntenlijst daarbij stoppen en dan is het duidelijk. Naam, rijksregisternummer, opleidingsonderdelen, alles staat erop. Daar moet niet veel werk aan worden besteed. Veel collega's en ook wij hebben gevraagd dat het eenvoudig moet zijn. Wel, het zal ook eenvoudig zijn.
Daar zijn twee belangrijke zaken aan toegevoegd. Als een student nog in de procedure zit van het terugvragen van het leerkrediet, maar er is nog geen beslissing genomen, dan kan de student wel degelijk inschrijven, ook al heeft hij te weinig leerkrediet, in de veronderstelling dat het wel in orde zal zijn. Als de administratieve procedure zegt dat het niet klopt en dat het leerkrediet niet wordt teruggegeven, dan kan de student wel degelijk nog altijd bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen in beroep gaan. Dat is belangrijk.
Een ander issue is de impact op de financiering van de hogeronderwijsinstellingen. De Vlaamse Regering zal monitoren wat daar gebeurt, want als studenten leerkrediet terugkrijgen, kan dat een impact hebben. We weten niet hoe groot die impact kan zijn. Voor de volledigheid voeg ik eraan toe dat de hogeronderwijsinstellingen op dit moment signalen geven dat de studenten het zeker niet slechter doen dan vorige academiejaren, meer zelfs, ze doen het beter. Dat is goed, dat zal geen stormloop teweegbrengen op de teruggave van dat leerkrediet.
Als men dan nog in beroep zou gaan bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, dan is dat geen procedure met advocaten enzovoort. In artikel 17, §5, is er gekozen voor een eenvoudige, louter schriftelijke procedure, tenzij de student daarom zou verzoeken.
Collega's, hiermee hebben we geprobeerd maximaal gevolg geven aan die resolutie, ook met alle gevoeligheden zoals te veel werk, eenvoud, administratie, enzovoort. We hebben ook rekening gehouden met vragen van hogeronderwijsinstellingen en universiteiten. Het is het hoogst mogelijke en meest haalbare compromis dat we hebben kunnen bereiken met iedereen. Links en rechts zal er nog iemand niet tevreden zijn, maar voor de studenten zorgen we dat ze alle leerkrediet kunnen terugkrijgen van die vakken.
Artikel 18 is een loutere aanpassing van een titel in het Programmadecreet.
Artikel 19 is wel belangrijk. De universitaire steunpunten voor peilingsproeven en toetsen hadden gepland om in mei 2020 toetsen af te nemen van onze leerlingen. Dat is niet kunnen doorgaan, waardoor daar krediet is opgespaard. In de overeenkomst staat dat ze maximaal 20 procent reserve mogen opbouwen. Dat zou willen zeggen dat ze dat niet opnieuw kunnen gebruiken, wat zou maken dat we een aantal peilingen niet kunnen doen. Dat wordt opgetrokken naar 50 procent.
Artikel 20 is eigenlijk nog een oplossing voor de subsidiëring van het tehuis – ik ben de naam kwijt, maar het is van het gemeenschapsonderwijs in Kuurne – zodat er geteld wordt op een manier dat het lagere aantal studenten door corona de financiering niet beïnvloedt.
Collega’s, hoofdstuk 9 vind ik ook een zeer belangrijk hoofdstuk. Waarover gaat dat? Over onze bachelors verpleegkundigen. Dit jaar studeren de eerste bachelors verpleegkundigen af die de langere opleiding van vier jaar hebben gevolgd. We hebben vastgesteld dat dat extra stagejaar heel wat extra kosten met zich meebrengt voor de studenten. We hebben in ons regeerakkoord opgenomen – ook in het verleden – dat er daarvoor een oplossing zou worden gevonden. Op dit moment is er een oplossing voor de groep studenten van dit jaar, een eenmalige toelage. Alle artikelen die daarrond staan, zeggen eigenlijk dat die toelage geen effect heeft op alle andere toelagen. Het gaat om een eenmalige toelage van 1000 euro om tegemoet te komen aan de kosten van die stage.
Het wordt aan de ene kant gefinancierd met middelen van het Europees Sociaal Fonds (ESF) die worden aangereikt door minister Crevits , 645.000 euro, en aan de andere kant 955.000 euro die minister Weyts vanuit Onderwijs binnenbrengt. In het kader van corona lijkt het mij toch belangrijk dat we een signaal geven: wij geven die financiële tegemoetkoming en we hebben ook het engagement – minister Beke is daarmee bezig – om dit in de toekomst structureel te maken met de werkgevers. Dat is belangrijk.
Het artikel dat aan bod komt in hoofdstuk 10, ten slotte, betreft de verlenging van de indieningstermijn van projecten rond ‘student tutoring’, vanwege corona.
Collega's, er zijn een aantal terugwerkende krachten, omdat bepaalde periodes in het verleden moeten worden aangepast. Wellicht zullen de collega's van de oppositie vragen: waarom is men niet eerder gekomen met dit decreet? Wel, u merkt dat er niet alleen over het leerkrediet zaken in vervat zijn, maar ook over het buitengewoon onderwijs – die telling – en ook over verpleegkunde. Wij dachten dat het goed was om dat allemaal in een decreet samen te brengen. Dat ligt nu voor.
Collega's, ik denk dat collega Daniëls het hele voorstel van decreet heeft uitgelegd.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, ik zal het kort houden. Tijdens het actualiteitsdebat over de relance kwam al aan bod hoe corona een invloed kan hebben op ons onderwijs. In de vorige coronadecreten – zoals we die zijn gaan noemen – werd onder andere ook het online afstandsonderwijs geregeld. Ondertussen hebben we vernomen dat de experten alvast voorstellen dat de scholen maximaal openblijven en pas sluiten na alle andere maatregelen. Onze CD&V-fractie is daar zeker tevreden over.
Ik dank ook de collega's van de meerderheid om dit nooddecreet tot stand te brengen. Ik licht er graag kort een aantal zaken uit. Voor onze fractie is het zeer duidelijk dat we ook in coronatijden zorg moeten dragen voor de meest kwetsbaren. De capaciteit in het buitengewoon onderwijs wordt opgevangen met dit decreet.
Voorzitter, het is misschien te weinig benoemd, maar voor bepaalde leerlingen weegt dit niet naar school kunnen gaan net méér op hun mentale, fysieke en cognitieve welbevinden, zeker voor die leerlingen in het buitengewoon onderwijs. Dat wilde ik nog even onderstrepen. Ook de meest kwetsbaren in ons volwassenenonderwijs krijgen enige clementie bij de inschrijvingen. Dat is ook iets dat we hebben geleerd uit het verslag van het actualiteitsdebat: er is meer dan ooit nood aan steun voor het levenslang leren.
De extra middelen die worden voorzien voor de onderwijsinternaten zijn duidelijk gemaakt.
En dan is er nog een heel luik over het hoger onderwijs, in navolging van de resolutie die ook hier in de plenaire vergadering werd gestemd, rond het leerkrediet. Collega Daniëls heeft dat al uitvoerig toegelicht. Het compromis is er gekomen in overleg met heel wat actoren. En het is inderdaad een compromis waarvan we overtuigd zijn dat het het hoogst haalbare is.
Verder is onze fractie zeer tevreden over de regeling die voorzien is in dit voorstel van decreet voor de studenten bachelor verpleegkunde die nu voor de eerste keer 800 uur extra contractstage moesten lopen. We voorzien voor hen een extra tegemoetkoming van 1000 euro. Dat is een zeer krachtig signaal naar het zorgpersoneel, dat het beste van zichzelf moest geven in deze coronatijden.
Voorzitter, we hopen in elk geval samen met u dat we in de toekomst geen coronadecreet IV meer moeten goedkeuren en dat we eindelijk verlost zijn van dit virus.
De heer De Gucht heeft het woord.
Ik zal proberen om niet in herhaling te vallen.
U kunt dat!
Mijn collega’s hebben goed aangeduid wat belangrijk is in dit voorstel van decreet. We hebben een reeks sociale maatregelen ter ondersteuning van het onderwijzend personeel, de cursisten en studenten uitgewerkt. Daarnaast geven we rechtsgrond aan praktijken die vandaag al van toepassing zijn en noodzakelijk waren om op een goede manier naar dat volgende schooljaar en academiejaar toe te werken. Het is belangrijk dat we ons bewust zijn van de situaties die door de coronacrisis in de praktijk zijn ontstaan en dat we daar op een adequate manier mee omgaan.
Ik wil voor de rest mijn collega’s van harte danken voor de samenwerking. We hebben geprobeerd om ervoor te zorgen dat we wat vandaag nog fout liep enigszins kunnen rechttrekken. Ik hoop dat we in de toekomst met de ervaring die we nu hebben daar verder kunnen op bouwen om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbaren op de juiste manier worden opgevangen, zeker in het onderwijs, want het is zo cruciaal dat men een goede onderwijsbasis krijgt voor het verdere leven.
De heer Bex heeft het woord.
Onze fractie zal dit voorstel van decreet goedkeuren omdat het een aantal belangrijke maatregelen omvat voor een goed verloop van het einde van het schooljaar en de start van het volgende jaar. Dat geldt voor het leerplichtonderwijs, maar er is ook verwezen naar een aantal belangrijke maatregelen in het volwassenenonderwijs, naar de stagevergoeding van 1000 euro voor de laatstejaarsstudenten in de bachelor verpleegkunde. Dat zijn allemaal maatregelen die wij toejuichen.
Ik wil ook de collega’s van de meerderheid feliciteren – dat mag af en toe ook wel eens – met hun werk rond de studievoortgangsmaatregelen voor studenten in het hoger onderwijs die door corona niet geslaagd zijn.
Ik heb daar wel nog een aantal opmerkingen bij. Ten eerste lijken de resultaten inderdaad mee te vallen, maar laat ons niet vergeten, collega’s, dat dit weinig zegt over de studenten die door corona moeilijkheden hebben ondervonden en die het niet gehaald hebben. Het kan perfect zijn dat studenten die in andere omstandigheden, bijvoorbeeld omdat ze zoals sommigen van ons tijdens hun studententijd meer tijd in het café dan achter hun studieboeken zouden doorgebracht hebben, nu wel geslaagd zijn, maar dat degenen die hard werken en het normaal gezien wel hadden gehaald nu in heel moeilijke omstandigheden verkeerden waardoor dat niet mogelijk was. Laat ons niet denken dat door die goede slaagcijfers alle problemen meteen zijn opgelost.
Ik vind het logisch dat voor diegenen die geen examen hebben kunnen afleggen geen sancties voorzien worden, zowel op het vlak van leerkrediet als op het vlak van toekomstige studietoelagen. Ik heb wel een vraag voor mijn collega’s en ik heb daar samen met mevrouw Goeman een amendement over ingediend. Artikel 13 van het voorstel van decreet houdt in dat studenten van wie de evaluaties niet konden georganiseerd worden geen leerkrediet verliezen, maar ook geen impact ondervinden op hun toekomstige studietoelage. Voor de opleidingsonderdelen waarvoor we nu een oplossing voorzien voor de studenten die niet geslaagd zijn, maar dat leerkrediet terugkrijgen via deze administratieve procedure door overmacht door COVID-19 is die correctie op het leerkrediet voor de studietoelagen echter niet voorzien. Dat is toch een beetje een manco in dit decreet. Enerzijds zeggen we dat studenten die door corona niet geslaagd zijn wel die studiepunten terugkrijgen, maar als dat iemand is die afhankelijk is van een studiebeurs om zijn studie met succes te kunnen voltooien, dan hebben we voor hem of haar geen oplossing voorzien. Daarom toch een warme oproep aan de collega’s om dat amendement dat ik heb ingediend grondig te bestuderen en te kijken of we daarvoor ook geen oplossing kunnen voorzien.
Tot slot denk ik dat het goed is dat er gemonitord en opgevolgd wordt in welke mate de instellingen hoger onderwijs financiële kosten ondervinden door deze maatregel.
En helemaal tot slot, vind ik het heel goed dat in dit voorstel van decreet ‘overmacht’ zeer breed gedefinieerd wordt, zelfs in die mate dat studenten die voldoen aan alle formele voorwaarden die het voorstel van decreet oplegt, bijna automatisch hun studiepunten zullen terugkrijgen. Het is goed, in deze uitzonderlijke omstandigheden, om daar op een dusdanig soepele manier mee om te gaan.
En ik sluit helemaal af met een warme oproep om dat amendement te bestuderen. Ik denk echt dat we een vergissing zouden begaan als we geen oplossing vinden voor die studietoelage voor de betrokkenen.
De heer Laeremans heeft het woord.
Collega’s, wij gaan dit voorstel van decreet ook goedkeuren. Het is nuttig werk dat u hiermee gedaan hebt. Maar ik heb toch een paar opmerkingen.
Eerst en vooral is het zeer positief, op bladzijde 4, dat u voor het buitengewoon basisonderwijs die eenmalige telling laat doen begin oktober. Dat is absoluut nodig.
Dan zijn er nog wat kleinere dingen die we minder goed zien zitten. Op bladzijde 7 is er de aanvraag die een student kan doen in geval van overmacht. Het enige wat die student moet doen, is deelnemen aan de examens en dan een aanvraagformulier invullen ‘naar eer en geweten’. Moet daar geen enkel bewijs bij gestopt worden, bijvoorbeeld een doktersbriefje dat je ziek bent geweest, of als iemand bijvoorbeeld een overlijden heeft meegemaakt in de familie, dat die daar een bewijsstuk van bijvoegt? Anders kan natuurlijk iedereen die niet geslaagd is, daar een beroep op doen. Dat vinden wij wel een beetje te gemakkelijk.
Op bladzijde 9 en 10 gaat het over de vergoeding van 1000 euro, waar we uiteraard achter staan. Maar helemaal onderaan staat wie die kan krijgen. Dat zijn alle studenten die dit academiejaar hun diploma behalen in het vierde jaar. Maar stel nu dat iemand in dat vierde jaar wel meegedaan heeft met de examens, veel moeite gedaan heeft, maar door omstandigheden niet geslaagd is en geen diploma heeft. Heeft die dan ook geen recht op die 1000 euro? Die heeft immers wel die onkosten gemaakt om deel te nemen aan de stages, enzovoort. Onze vraag is of we ook niet in de mogelijkheid moeten voorzien dat die mensen – het zullen er niet veel zijn, neem ik aan – die ook die onkosten gemaakt hebben, toch ook die 1000 euro zouden kunnen krijgen.
En dan is er nog uw belofte om die steun, die nu eenmalig is, structureel te maken. Minister Beke is daarmee bezig, zegt u. Wij hopen dat. We hopen dat men dat niet te lang uitstelt, zodat men dat bij het begin, in oktober, kan meedelen aan die studenten, zodat ze weten waar ze voor staan. Ik vind het belangrijk dat we dat zo snel mogelijk gedaan krijgen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, ook wij gaan dit voorstel van decreet steunen. Er staan absoluut veel goede dingen in, om inderdaad de goede start van volgend schooljaar in het leerplichtonderwijs te garanderen. We zijn ook heel blij dat er een aantal positieve initiatieven worden genomen voor de cursisten in het volwassenenonderwijs, zoals ik al een hele tijd vraag. Zo is er de eenmalige vrijstelling van het inschrijvingsgeld volgend schooljaar, als cursisten zich voor dezelfde module herinschrijven omdat ze niet geslaagd waren of omdat ze niet aan de evaluatie hebben deelgenomen, wat onder de gegeven omstandigheden natuurlijk vaak te maken heeft met de moeilijkheid om in coronatijden de cursus te volgen. Dezelfde blijheid is er over het feit dat de responsabiliseringsbijdrage voor vooral cursisten NT2 wordt geschrapt bij een vierde inschrijving. Ik denk dat we het erover eens zijn dat het voor veel mensen, en zeker kwetsbare mensen, moeilijk is geweest om cursussen op afstand te volgen. Die beslissing lijkt mij dus niet meer dan logisch.
Dan over de veelbesproken resolutie van de meerderheid over het teruggeven van leerkrediet aan studenten. Collega’s, jullie weten dat we het anders zouden hebben gedaan, maar ik moet zeggen dat we ons uiteindelijk wel kunnen vinden in de regeling die hier is uitgewerkt. De procedure lijkt op dit moment veel eenvoudiger dan eerst het geval leek te zijn. Er is in de gevraagde financiële compensatie voorzien, ook voor de hogere onderwijsinstellingen, mochten ze daar een prijs voor moeten betalen. De definitie van overmacht is inderdaad voldoende breed om ervoor te zorgen dat alle studenten die eventueel een prijs zouden betalen voor die coronacrisis in ieder geval hun leerkrediet zouden kunnen terugkrijgen.
Ik sluit me natuurlijk aan bij het amendement dat ik samen met de heer Stijn Bex heb ingediend. Wat ons betreft moet er gewoon nog een rechtzetting gebeuren om ervoor te zorgen dat studenten die geen examen hebben kunnen afleggen, niet alleen hun leerkrediet, maar ook hun studietoelagekrediet zouden kunnen terugkrijgen omdat ze dat natuurlijk nodig hebben om in de toekomst een studietoelage aan te vragen.
Tot slot ben ik heel blij, dat heb ik vorige week ook in de commissie gezegd, dat er een financiële tegemoetkoming komt voor het extra stagejaar voor studenten Verpleegkunde. Dat was al lang beloofd. Dat komt er nu eenmalig. Dat is absoluut een stap in de goede richting. We hopen inderdaad dat er nu ook snel werk wordt gemaakt van een structurele oplossing.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik ga het kort houden, voorzitter. Ik wil me richten tot de collega’s ter rechter- of ter linkerzijde. Ik willen jullie bedanken voor de bloemetjes over het leerkrediet, maar ook vooral voor de discussie in de commissie daarover. Ik denk dat die constructief was. Door samen te spreken met het veld, met de mensen, met de studenten, met VLIR-VLHORA enzovoort, maar ook met jullie, zijn we tot deze regeling gekomen. Ik denk dat dat een mooi einde is.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, er zijn nog een aantal vragen gesteld. Collega Bex, het feit dat de resultaten nu meevallen, zegt natuurlijk niets over hoeveel er uiteindelijk al dan niet zullen aanvragen. Daar deel ik uw mening. In elk geval, dat de resultaten meevallen is wel een opsteker, denk ik, zowel voor de studenten als voor de instellingen hoger onderwijs, namelijk dat de inspanningen van het afstandsonderwijs die gebeurd zijn, niet nodeloos zijn geweest, dat we ook bij studenten merken dat ze erin slagen om zelfstandig die leerstof te verwerken. Maar men zal inderdaad op het einde van de rit moeten zien hoeveel er effectief daarvan gebruik moeten maken.
Voor de collega van het Vlaams Belang, dank u wel wat betreft het buitengewoon onderwijs en de telling. Dat de studenten het in eer en geweten indienen: ja. Want voor studenten die ziek zijn geweest of voor studenten met een overlijden in de familie bestaat er al een situatie van overmacht. Die bestond al voor corona. Dat is een aparte regeling. Daar moeten we eigenlijk niets rond doen.
Naar het andere hebben we effectief gekeken: gaan we vragen dat studenten het moeten motiveren? We zouden dan in heel gekke situaties terechtkomen. Een student die normaal in de bibliotheek van zijn dorp studeert, zou naar de gemeente moeten gaan om een attest van de gemeente dat de bibliotheek dicht is geweest en dat hij niet in de bibliotheek heeft kunnen studeren. Dat zou een hoop papierlast teweegbrengen waar niemand vragende partij voor is.
Dus ja, collega, het kan zijn dat er een aantal studenten zijn die overmacht gaan inroepen die eigenlijk geen overmacht hebben gehad. Ja, maar het andere zou willen zeggen dat studenten dossiers moeten beginnen samenstellen met allerlei stukken, en dan eventueel overtuigd of verleid zouden worden om dat met advocaten te gaan doen en dat zou geen eenvoudige procedure zijn. Dat zou een dure procedure zijn. Dat leek ons nog slechter te zijn dan het feit dat we op deze manier in een lichte procedure hebben voorzien.
Wat betreft verpleegkunde, waarom staat er 'degenen die geslaagd zijn'? Omdat het diegenen zijn die dit jaar afstuderen. Die kunnen we volgend jaar niets meer geven. Degenen die dit jaar geen diploma halen, die zien we automatisch – jammer genoeg – in de instelling terug. We hopen in elk geval dat minister Beke tegen dan de situatie met de werkgevers heeft uitgewerkt waardoor de student dan zou kunnen genieten.
Want stel u voor, collega, dat die student nu en volgend jaar daarvan geniet, dan passeert die tweemaal langs de kassa, en dan krijgt men iets heel raars – het Vlaams Belang wilde studieverlenging altijd tegengaan – en creëert men bijna een motivatie om tweemaal mee te doen. Dat lijkt me niet aangewezen.
Collega's, we zijn nog even aan het bekijken wat de impact is van het amendement dat jullie hebben ingediend om "en 14, §1," toe te voegen. Op het eerste gezicht lijkt het ons inderdaad iets om toe te voegen, maar we zijn nog even aan het bekijken, in samenlezing met het oorspronkelijke artikel 26 van het decreet van 2008, wat de impact zou zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 418/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 24.
Er is een amendement op artikel 25. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 418/2)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 26 tot en met 28.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over het amendement, de artikelen en het voorstel van decreet houden.