Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, minister, het zijn warme dagen en er komen er nog aan. Het is een goede zaak dat het Agentschap Zorg en Gezondheid gisteren beslist heeft om het warmteactieplan effectief te activeren. Zeker onze woonzorgcentra bereiden zich voor op die hitte want ze hebben een groot aantal bewoners die onder andere door hun leeftijd zeer kwetsbaar zijn voor die hitte. We weten dat er tijdens de drie hittegolven die vorig jaar tijdens de zomer plaatsvonden, een oversterfte heeft plaatsgevonden. Ik heb het eens opgeteld: ongeveer zevenhonderd kwetsbare mensen zijn toen gestorven, uiteraard niet enkel in woonzorgcentra.
Voor woonzorgcentra is dit een perfecte storm. Je hebt de hitte die eraan komt, je hebt uiteraard de exit na corona, de afwikkeling, zeg maar, van wat er gebeurd is in die woonzorgcentra en je hebt een derde element, namelijk het feit dat zij worden geacht zich voor te bereiden op een eventuele tweede golf.
Als we dan over het muurtje kijken, dan zien we dat het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu adviseert om op te letten met het gebruik van bijvoorbeeld ventilatoren. Zij zeggen dat tijdens de aankomende hitte in de gemeenschappelijke ruimtes het nog onduidelijk is of het gebruik van een ventilator zorgt voor een grotere kans op besmetting door corona. Uit voorzorg raden ze bijvoorbeeld af om dat instrument in te zetten.
Minister, decretaal moet elk woonzorgcentrum een hitteplan hebben. Worden zij snel en goed op de hoogte gesteld van dit soort informatie en consignes? Mijn concrete vraag aan u is: op welke manier zult u die woonzorgcentra ondersteunen om het hoofd te bieden aan de hitte maar uiteraard ook aan de voorbereiding van een eventuele tweede coronagolf en de afwikkeling van de eerste golf die zij vandaag meemaken?
Minister Beke heeft het woord
Collega's, het zijn inderdaad warme dagen en het zullen nog warmere dagen worden, letterlijk en figuurlijk. Dat is voor velen een uitlaatklep maar voor anderen is dat vooral een grote zorg voor wat komen gaat, niet het minst voor de mensen die werken in woonzorgcentra. Die werden de voorbije jaren op momenten van grote hitte al geconfronteerd met de vraag hoe ze daartegenover moeten staan. Daaruit zijn in het verleden al hitteplannen gemaakt. Die zijn gisteren geactiveerd door het agentschap, zoals u zelf hebt gezegd.
Wij hebben de voorbije weken al gewerkt aan een aanpassing van die hitteplannen omdat, zoals u zelf gezegd hebt, corona op dit ogenblik wel maakt dat we dat op een eigen manier moeten invullen en dat een aantal zaken die in andere omstandigheden evident zijn, vandaag absoluut niet evident zijn en op een andere manier en in een ander perspectief moeten worden bekeken.
Dat hitteplan heeft natuurlijk verschillende aspecten. Dat gaat over de vraag hoe men ervoor kan zorgen dat de temperatuur in de kamers tot een bepaald maximum wordt herleid. Ook zonnewering heeft daarmee te maken, genoeg water drinken en een aantal andere zaken. Die staan allemaal op de website www.warmedagen.be genoteerd.
Wij hebben de woonzorgcentra geïnformeerd, niet alleen over de activering, maar ook over het hitteplan, en de extra informatie gegeven die naar aanleiding van corona aan hen moet worden meegedeeld. Daar is dus een extra hoofdstuk aan toegevoegd. Dan gaat het over ventilatoren en koeling, zoals u zelf aangaf. Op welke manier moet met ventilatoren worden omgegaan, maar ook met het koelen en verkoelen? Dat is belangrijk voor mensen, maar ook wat dat betreft, moeten de regels die vandaag gelden, worden gerespecteerd. Zo moet bijvoorbeeld de fysieke afstand worden bewaard. Voor zorgpersoneel gaat het over hittestress en hittegerelateerde ziekte. Een aantal elementen en symptomen kunnen gelijklopend zijn. Het gaat ook over medische aangelegenheden, zoals ervoor zorgen dat het personeel het verschil kan zien tussen een verhoogde lichaamstemperatuur door de hitte en verhoging door bijvoorbeeld het coronavirus. Er zijn ook aanbevelingen over bescherming tegen hitte bij het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Die elementen zijn dus allemaal in ons hitteplan opgenomen en ook aan de woonzorgcentra overgemaakt.
Minister, ik ben blij te horen dat er inderdaad een aangepast hitteadvies is vertrokken naar de woonzorgcentra. Dat is bijzonder belangrijk, maar dat is natuurlijk maar één groep van kwetsbare ouderen. Indien daar iets mis lijkt te gaan, dan kunnen we daar snel de inspectie op afsturen, omdat we weten waar ze wonen en omdat we daar ook duidelijke regels voor hebben. Mocht er een klacht komen in verband met de hitte, kan de inspectie daar dan heel snel op inspelen?
Een andere risicogroep zijn natuurlijk de alleenstaande, alleenwonende bejaarde mensen, die vandaag ook vaak met sociaal isolement te maken krijgen. We lezen soms in de krant dat zulke mensen soms in zeer schrijnende omstandigheden overlijden. Ze hebben minder sociale contacten, zeker in deze tijden, met de coronacrisis én de hitte. Hoe zult u ervoor zorgen dat men maximaal ook die alleenwonende ouderen bereikt, beschermt tegen de hitte en ondersteuning biedt?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik had een gelijkaardige vraag als die van de heer Parys. We hebben ons hier nu inderdaad gericht op de woonzorgcentra, maar dat is inderdaad gemakkelijker behapbaar, of toch controleerbaar. We zitten echter met heel veel alleenstaande ouderen thuis. Het gaat eigenlijk ook niet alleen over ouderen, maar ook over jongere mensen die besmet kunnen zijn met corona. We weten dat warmte en ziekte zeker geen goede combinatie is. Wordt er dus ook contact gelegd met de lokale besturen? Ik denk immers dat zij het best geplaatst zijn om op regelmatige basis met die mensen contact op te nemen, om eerst en vooral de richtlijnen mee te geven, en ook te vragen hoe het met hen gaat en of ze bepaalde zorg en dienstverlening nodig hebben.
De heer Anaf heeft het woord.
Dit is inderdaad belangrijk. Er zijn inderdaad ook heel veel oudere mensen die thuis zijn en daar met de hitte af te rekenen hebben. Soms gaan de twee ook samen. Bijvoorbeeld uit het hitteplan van mijn eigen stad, Turnhout, blijkt dat die mensen die thuis wonen, tijdens zo’n warme periode voor een groot stuk net in de woonzorgcentra en de dienstencentra werden opgevangen. Het hoeft geen betoog dat dat momenteel in de huidige omstandigheden onmogelijk is. Ik zou dus de vragen van zowel collega Parys als collega Saeys willen bijtreden. Ik denk dat er bij het agentschap ook heel veel expertise is. Ik denk dat heel veel lokale besturen momenteel echt zoekende zijn als het gaat over de vraag hoe ze hun eigen hitteplan kunnen aanpassen aan de huidige omstandigheden. Ik zou u dus willen vragen om ook daarover zeker goed te overleggen met de lokale besturen en tips te delen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mijn vraag gaat in dezelfde richting. Kwetsbare mensen die thuis wonen, dat zijn ouderen maar ook alleenstaanden, mensen met weinig sociale contacten, mensen met onderliggende gezondheidsproblemen, en ook voor hen is een dergelijke hitteperiode extra gevaarlijk. Er zijn dan ook extra maatregelen nodig, en het agentschap speelt daar ook op in. Het agentschap heeft ook voor hen een speciale webpagina met een aantal voorzorgsmaatregelen, maar de vraag is natuurlijk op welke manier ze daarmee worden bereikt. Ik denk dat de thuiszorg daar een grote rol in speelt. Ik zou u dan ook willen vragen, minister, op welke manier u in deze omstandigheden de mensen die thuis zorg verlenen – gezinshulp maar ook de poetshulp –, daarop attent zult maken. De voorbije periode hebben we ook gezien dat er in heel veel gemeenten heel warme initiatieven ontstonden, waarbij mensen contact namen met elkaar. Ik denk dat het erop aankomt om die mensen die zich daarvoor hebben ingezet, daar nu ook alert voor te maken. Loop eens binnen bij uw buurvrouw om te kijken of alles in orde is, wijs haar op een aantal zaken, enzovoort.
Collega’s, het hitteplan gaat niet alleen naar de achthonderd woonzorgcentra maar naar ongeveer achtduizend verschillende partners, waaronder de lokale besturen, zodat zij hun lokale hitteplan kunnen aanpassen, zoals nu bijvoorbeeld met de coronacrisis. Zij hebben dat plan al ontvangen. Het plan gaat ook naar een aantal andere stakeholders, zoals de personen die actief zijn in de thuiszorg.
Er zijn verschillende elementen van controle. Zo werkt onze inspectie op dit ogenblik aan een aantal zaken samen met het agentschap Zorg en Gezondheid om de coronacrisis nog verder te bestieren. We hebben ook de Woonzorglijn, waar men klachten kan indienen indien dat nodig zou zijn. En dan zijn er nog de medisch milieukundigen in het lokaal gezondheidsoverleg (Logo) die ook, indien nodig, kunnen worden ingezet.
Zoals mevrouw Schryvers zegt, kan wat gold in de coronacrisis, ook vandaag nog gelden. Zo kunnen lokale besturen, verenigingen, buren, buurtverenigingen een telefoonronde of een buurtronde doen om te zien of alles oké is. Als dat de voorbije maanden kon, dan kan dat vandaag ook nog. De initiatieven die er waren, kunnen dus zeker worden voortgezet.
Het is dus een en-enverhaal. Voor de mensen in de woonzorgcentra en daarbuiten is het een zaak van de verschillende overheden, maar ook van organisaties en verenigingen die dat de voorbije maanden goed hebben gedaan, om een signaal te geven wanneer dat nodig is.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en de collega’s voor de goede suggesties om thuiszorg in te zetten en de lokale besturen te overtuigen om daarmee aan de slag te gaan. Het is inderdaad zo dat slechts een op de vijf ouderen in een woonzorgcentrum woont en dat de grootste groep thuiszit. Minister, ik zou u willen vragen om aan iedereen, alle burgers van Vlaanderen de oproep te doen om uit te kijken voor kwetsbare mensen in hun omgeving, voor ouderen, zeker nu het warm is en zij vaak binnenblijven als gevolg van corona. Wij moeten ervoor zorgen dat Vlaanderen die warme gemeenschap is, en een duwtje in de rug en een oproep van de overheid kunnen daar zeker bij helpen.
De actuele vraag is afgehandeld.