Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 02/05/2013
Vraag om uitleg van de heer Robrecht Bothuyne tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over geannuleerde vacatures
- 1250 (2012-2013)
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Minister, ik stel u deze vraag naar aanleiding van een aantal schriftelijke vragen die ik u al had gesteld. Het gaat over de arbeidsmarktcijfers van 2012. We weten allemaal dat de arbeidsmarkt het door de conjunctuur moeilijk heeft, en de laatste cijfers deze week nog gepubliceerd van het aantal vacatures zijn sprekend op dat vlak.
In 2012 is 81,6 procent van het aantal vacatures dat bij de VDAB is aangemeld ook effectief ingevuld door een werknemer. We merken wel op dat de laatste maanden van het jaar zoals december de slechtste waren qua invullingsgraad.
Er zijn ook heel wat vacatures geannuleerd. In 2012 werden liefst 18.762 vacatures bij de VDAB geannuleerd om diverse redenen. Gebrek aan geschikte of gemotiveerde kandidaten is de belangrijkste reden, maar er zijn ook een aantal statistische redenen, zoals dubbele invoer van gegevens.
Tot mijn verbazing is de VDAB in mei 2012 gestopt met het bijhouden van de reden voor annulatie, dat is op zich wel jammer, want het onttrekt ons een stuk informatie over onze arbeidsmarkt die nuttig kon zijn voor ons arbeidsmarktbeleid.
Hoe dan ook, elke geannuleerde vacature is er een te veel, zeker als de reden een gebrek aan geschikte kandidaten is. We moeten proberen elke vacature te voorzien van een voldoende aantal geschikte en gemotiveerde kandidaten. We kunnen een beroep doen op Vlaamse werkzoekenden of eventueel via de intergewestelijke mobiliteit Waalse en Brusselse werkzoekenden. Als we niemand vinden binnen de Belgische context, dan kunnen we een beroep doen op internationale arbeidsmobiliteit. Maar daar kom ik later in een andere vraag nog op terug.
Het zou in principe de doelstelling van de VDAB moeten zijn om voor elke vacature geschikte en gemotiveerde kandidaten te leveren gezien de negatieve conjunctuur in Europa, en in ons land kan het eigenlijk geen probleem zijn om geschikte kandidaten te vinden.
Minister, wat is uw analyse van het grote aantal geannuleerde vacatures vorig jaar? Ook in de voorbije jaren was er een gelijkaardig cijfer: vorig jaar waren dat er iets meer dan 18.000. Er zijn verschillende redenen die werden aangegeven, zoals een gebrek aan geschikte kandidaten, dubbele of foutieve invoer of andere redenen. Misschien kunt u aangeven wat die andere redenen kunnen zijn? Sinds 10 mei 2012 houdt de VDAB de reden voor annulatie niet meer bij. Waarom is dat, en kunnen we op een andere manier te weten komen wat er met die geannuleerde vacatures gebeurt? Wat zijn daarvan de redenen?
Mijn laatste en belangrijkste vraag: hoe kunnen we ervoor zorgen dat het aantal annulaties wordt beperkt en meer specifiek, hoe kunnen we ervoor zorgen dat voor elke vacature een minimumaantal kandidaten wordt aangeboden?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Collega Bothuyne, ik start met uw vragen naar de redenen voor annulatie en waarom de VDAB die cijfers niet meer bijhoudt. Daarna zal ik de rest van uw vragen behandelen.
Het vaakst voorkomende bij het annuleren van vacatures is de andere reden, en dat is de conjunctuur die omslaat omwille van tegenvallende bedrijfsresultaten of slechte vooruitzichten. Dan besluit men om een geplande vacature tijdelijk al dan niet in te vullen, en dit is ook af te leiden uit de cijfers van mijn antwoord op schriftelijke vraag 307. De beroepsgroepen waarvoor vacatures het vaakst om andere redenen worden geannuleerd, zijn schoonmakers, horecapersoneel, verkopers, metaalbewerkers, en dat zijn conjunctuurgevoelige beroepen.
De informatie over de reden van annulatie werd ingevuld door de vacaturebemiddelaars van de VDAB. Via de MasterVacature kunnen werkgevers hun vacatures zelf beheren, en we zien dat ondertussen 60 procent van de vacatures in zelfbeheer zijn, en daardoor beschikken we niet over de nodige informatie van de reden van annulatie. Dat betekent dan ook dat de cijfers van de vacatures die wel door de VDAB-bemiddelaar worden behandeld niet langer representatief zijn, want het gaat nog over 40 procent van het geheel.
Het toevoegen van een vraag aan die MasterVacature rond de reden van annulatie zou opnieuw misschien een drempel kunnen zijn waardoor werkgevers de MasterVacature niet gebruiken. Ik denk dat dat niet opweegt tegen de meerwaarde van de informatie die we daardoor wel zouden hebben. Daarom hebben we besloten om ook de VDAB-consulenten van deze administratie te verlossen zodat zij zich nog meer kunnen focussen op hun belangrijkste taak, namelijk het invullen van de vacatures.
U vraagt naar mijn analyse van de geannuleerde vacatures. Annulatie om economische redenen lijkt mij een normaal fenomeen. Annulatie omwille van een dubbele invoer, bijvoorbeeld wanneer een vacature via meerdere uitzendkantoren ontvangen wordt, lijkt mij een kwestie van goed beheer. Uiteindelijk zijn enkel de annulaties omwille van gebrek aan geschikte kandidaten problematisch. Dat hebt u eigenlijk ook wel gezegd, meen ik. In 2011 ging het om 3759 vacatures, dat is 3 procent van het totale aantal vacatures. Dit percentage is relatief stabiel doorheen de jaren, zoals u in de jaarlijkse knelpuntrapporten van de VDAB kunt lezen.
Opdat de VDAB in de toekomst haar kernopdracht, namelijk het bemiddelen tussen vraag en aanbod, nog beter zou kunnen uitvoeren, wordt er in heel wat acties voorzien onder de noemer iedereen bemiddelaar. Deze acties hebben tot doel dat de VDAB-medewerkers in staat zijn hun job op een meer professionele manier uit te voeren en zo ook in samenwerking met elkaar en met de consulenten van partnerorganisaties betere resultaten op het vlak van bemiddeling voor te leggen. Belangrijk hierbij is zeker de aandacht die uitgaat naar de noden en wensen van de beide klantengroepen, burgers en werkgevers.
Ik wil hier nog eens de aandacht vestigen op de competentiegerichte matching. Ik was recent nog op een samenkomst van FEVIA, de federatie van de voedingsindustrie, waar uitdrukkelijk naar Competent en het competentiegericht matchen werd verwezen waardoor je de groep waarop je een beroep kunt doen om vacatures te krijgen, gevoelig vergroot. Dat is de juiste weg om nog meer vacatures ingevuld te krijgen.
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Minister, ik dank u voor het antwoord. Uiteraard zijn we niet voor administratieve complexiteit. In die zin begrijp ik de redenering van de VDAB om dat vakje weg te laten bij het behandelen van de vacature. Anderzijds lijkt 3 procent niet veel maar 3700 jobs die niet worden ingevuld, is elk jaar opnieuw een Opel Antwerpen dat we niet ingevuld krijgen, om het wat kort door de bocht te vertalen. Het blijft een cijfer om mee rekening te houden. We moeten ernaar streven om het aantal geannuleerde vacatures hoe dan ook te laten dalen. Dat kan misschien in het kader van de evaluatie van de VDAB worden meegenomen. Misschien kunnen we met kwalitatief onderzoek of steekproefsgewijs een aantal zaken verder onderzoeken zonder de administratieve overlast opnieuw te bewerkstelligen.
Het moet voor de VDAB een doelstelling zijn om voor elke vacature geschikte kandidaten aan te leveren. U levert daar inspanningen voor. Competent en andere zaken zijn heel nuttige instrumenten. Op het vlak van internationale arbeidsmobiliteit hebben we nog wel iets meer potentieel dan we vandaag benutten. Dat is dan de finale oplossing om een vacature ingevuld te krijgen. Elke ingevulde vacature leidt opnieuw tot welvaartscreatie en nieuwe jobs. In die zin is het heel belangrijk om een zicht te houden op het aantal geannuleerde vacatures en om dat aantal effectief te beperken.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.