Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 08/05/2012
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het commerciële belang van de digitale videorecorder
- 1759 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de spanningen tussen zenders en distributeurs
- 1762 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Wilfried Vandaele tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het conflict tussen Telenet en de Vlaamse omroepen over het gebruik van de digicorder
- 1771 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Veli Yüksel tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de rol van de minister om de gesprekken tussen de Vlaamse televisiezenders en de distributeurs vlot te trekken
- 1801 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Bart Caron, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik weet niet hoe u televisie of digicorder kijkt. Ik vermoed vanuit uw zetel, op de vele vrije momenten die u als minister hebt. Ik zal het u opbiechten: ik ben een mediamens, maar bij alle programmas die ik met de digicorder bekijk, houd ik de duim op de forward-toets tijdens de reclame.
Ik denk dat ik niet de enige ben. Ik denk dat slechts een minderheid dat niet doet. Het is wat het is. Het is niet leuk voor de sector. Ik begrijp de discussie die hieruit voortvloeit. Nu zit het op het niveau waarop de perceptie begint te regeren over dit verhaal. De perceptie wordt aangezwengeld door de topmensen, de CEOs van de televisiebedrijven: eerst was er de voorzitter van VT4, van SBS, nadien was er Christian Van Thillo van de Vlaamse Media Maatschappij (VMMa).
De kijker spoelt door op de digicorder, dat wisten we al. Maar dat aantal is blijkbaar opgelopen tot 15 à 20 procent. Dat vinden ze normaal gezien niet zo erg, zij het niet dat de sector zelf in de problemen zit, de reclame-inkomsten onder druk staan en de concurrentie vergroot door een aantal overnames. Naar wie wordt er dan natuurlijk gewezen? Je moet alles zien in de richting van de uitdagingen en de distributeurs.
De overname van VT4 en VijfTV vorig jaar door Woestijnvis, Sanoma en Corelio zou zogezegd nieuwe zuurstof geven aan het medialandschap. Die cijfers zijn ondertussen al heel vaak geanalyseerd en hebben te maken met dit probleem. De groei van de reclamemarkt op televisie zal nooit kunnen realiseren wat sommigen luidop hebben gezegd in de krant. Er moet dus worden herverdeeld. Dan wordt het een moeilijke en pijnlijke discussie. Tot hier toe speelde het Centrum voor Informatie over de Media (CIM) nog netjes mee bij de televisieproductie. In mijn tijd, vóór de politiek, was de grote uitdaging het overbruggen van een reclameblok. Je zag het marktaandeel namelijk terugvallen met 30 of 40 procent tijdens de reclameblokken. Toen was er echter nog geen digicorder. Vandaag is die er wel en dus doen mensen wat ze graag doen: reclame doorspoelen. Ze kijken dus niet en zo kloppen de rekeningen niet meer.
De aanvaringen zijn er tussen de distributeurs, de content suppliers en de televisiezenders. Blijkbaar is er nu een koude oorlog die volledig ontspoort tussen de VMMa en de distributeur Telenet. Met Belgacom is men wel nog on speaking terms.
Ik zie ook heel veel titels TV is te goedkoop in Vlaanderen. Daarvan ga ik op mijn achterste poten staan, want televisie is misschien wel goedkoop in Vlaanderen, maar wie profiteert daarvan? De kijker, de consument. Die vindt dat allemaal best wel leuk. De geschiedenis heeft ons tot dat punt gebracht.
Telenet reageert dan dat het de taak van de mediagroepen is om nieuwe advertenties en nieuwe manieren van reclame aan te brengen. Dat zit ook vervat in de Europese richtlijnen, wat voor een deel ook is verwerkt in de Vlaamse mediadecreten. Daarin heeft men meer liberalisering ik zal opletten met dat woord toegestaan omdat men vindt dat reclame meer aanwezig moet zijn of dat er meer formules mogelijk moeten zijn: product placement, intelligente reclame enzovoort. Dat botst dan weer op het vlak van privacy en gegevensverzameling zo dadelijk daarover misschien nog wat meer.
Langs de ene kant is er dus weinig begrip voor de uithaal van de topmannen van de televisie. Langs de andere kant zijn er de distributeurs.
Uw reactie viel mij ook meteen op. Alles wat u zegt, valt mij trouwens op. U wilt de commerciële omroepen en de distributeurs met elkaar verzoenen. Toen ik dat las, werd ik even stil. Ik vroeg me af hoe u dat in godsnaam zult doen? U sprak over een rondetafelgesprek en een acuut probleem: De omroepen moeten worden vergoed voor de programmas die ze aanbieden. Dat mag echter niet ten koste van de consument gaan. Verder zei u: De commerciële tv-zenders mogen hun kosten niet verhalen op kijkers als hun inkomsten uit reclame teruglopen. Zenders moeten creatiever omspringen met advertenties. U geeft het ook toe: Reclameblokken worden inderdaad doorgespoeld met de digicorder. U zegt dat u dat zelf ook doet. Dat is geen voorbeeldig gedrag, minister, maar ik vergeef het u.
Er zijn andere mogelijkheden om aan reclame te doen. Ik heb daar al op gereageerd door het voorbeeld van de muziekindustrie aan te halen. Bij de teloorgang van de muziekindustrie heeft men eenzelfde discussie gevoerd. Men heeft alles geprobeerd om de cds te laten verkopen in vergelijking met de goedkope of gratis mp3, en men is daar bijna aan ten onder gegaan.
Er bestaan heel wat meningen over. U of uw kabinet zal wellicht wel weten dat er een nieuwe evolutie is. Enerzijds zijn de mensen reclamemoe geworden, anderzijds is de mediaconsumptie ook veranderd. Kijkers tussen 18 en 49 jaar hebben er geen zin meer in. Er werden ook cijfers vrijgegeven in de Verenigde Staten. Wat daar gebeurt, is toch vaak een tendens op wereldvlak. Het gaat niet over creativiteit, maar over mediagebruik. De cijfers geven aan dat er meer tv wordt gekeken, maar dat dat tv-kijken niet meer op de tv zelf gebeurt. Dat is ook het verhaal van de digicorder. Een onderzoek bij 1500 jongeren tussen 18 en 25 jaar leerde dat 90 procent van die jongeren de reclame systematisch ontwijkt.
In welke programmas op de digicorder wordt de meeste reclame ontweken? Drama en humor. Het zijn dus net de duurste producties die lijden onder dit verhaal. Daarom maak ik even het bruggetje naar alle impulsen die worden gegeven.
We blijven in Vlaanderen producties van eigen bodem maken. Dat is het unieke aan Vlaanderen. Ik heb gezocht naar een buitenlandse situatie met digicorders om het mee te vergelijken. Die is er echter niet. Ook dat maakt het moeilijk voor u en voor ons. We hebben geen vergelijkingspunt met het buitenland. 80 procent van de klanten van Telenet zegt in een onderzoek een andere oplossing te zoeken indien het opnemen geld zou kosten. Voilà, dat is de patstelling. Daar staan we dan. Buitenlandse kabelzenders vragen extra geld aan de klant voor een opnamefunctie.
Als je de Vlaamse kabel vergelijkt met het buitenland, is het nog steeds goedkoop. Mij bekruipt dan het gevoel dat men zegt: Het is hier goedkoop, de consument mag nog wat meer leggen. We hebben in de commissie al heroïsche discussies gevoerd over de rechtenissue over de problematiek van de verdeling van de centen. Wat moeten de distributeurs doen? Wie investeert waar? We zitten ook met de VRT, de openbare omroep, en de commerciële omroepen die op zoek zijn naar extra geld. Er wordt in mijn ogen telkens weer wat te gemakkelijk naar de distributeurs gewezen en gezegd dat zij meer moeten betalen.
Minister, in het kader van deze zeer brede discussie in dit verhaal, wat toch een impact zou kunnen hebben als je de worstcasescenarios gelooft, deelt u de mening van een aantal CEOs dat de digitale videorecorder levensbedreigend is voor het huidige televisiemodel? Wat is uw mening daarover? Vindt u dat een probleem? Zo ja, welke stappen zult u ondernemen om dat aan te pakken, niet om de troepen uit elkaar te houden? Wat is uw concreet plan?
Wat zijn de commerciële gevolgen voor de VRT? We kennen die inschatting niet. Ik ben benieuwd naar uw antwoord. Heeft het doorspoelen en opnemen met de digitale videorecorder een impact op de openbare omroep? Dan zou de situatie nog complexer worden. Stel dat de openbare omroep daar geen hinder van ondervindt en de commerciële wel, kunt u zich het nieuwe spanningsveld al indenken.
De heer Philippe De Coene, voorzitter, treedt als voorzitter op.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, in de strijd tussen de Vlaamse omroepen enerzijds en de distributeurs anderzijds rekenen de omroepen op een soort bemiddeling of tussenkomst van de overheid. Ze verwachten dat u in deze een doorbraak helpt forceren. Dat konden we een tweetal weken geleden vernemen in de rand van de publieke en kritische uitlatingen van de heer Christian Van Thillo aan het adres van Telenet en de repliek daarop van de heer Duco Sickinghe.
U zult me gelijk geven dat deze twee personen niet de minsten zijn in het Vlaamse medialandschap, integendeel. Als u een doorbraak moet forceren in een dispuut tussen die twee jongens en hun ondernemingen, dan zult u moeten kaarten met de grote jongens. Dat is duidelijk. Over welk kaartspel het gaat, weet ik niet, maar het zal hoe dan ook nodig zijn dat u zich daar grondig op voorbereidt.
Collegas, het zal u ook niet ontgaan zijn: zowel de heer Van Thillo als Duco Sickinghe spreekt zelden in het openbaar. Als ik me niet vergis, is het van vorig jaar geleden dat de heer Van Thillo nog heeft deelgenomen aan het grote mediadebat, minister, nog voor de nieuwe beheersovereenkomst van de VRT. De heer Sickinghe gaf nog een interview naar aanleiding van zijn aanduiding tot manager van het jaar. Het was dan ook opmerkelijk dat beide heren elkaar de afgelopen periode in de pers hebben bekampt.
Het onderwerp is niet nieuw. De discussie over de financiële verplichtingen die distributeurs tegenover omroepen hebben en omgekeerd is altijd een zeer moeilijk punt geweest. Ik herinner me dat ook uit de hoorzittingen over de nieuwe beheersovereenkomst. Het is een dossier waarop wij als leden van deze commissie heel weinig zicht hebben. De Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) heeft vorig jaar in zijn rapport over mediaconcentratie nog eens gewezen op de onduidelijkheid over deze wederzijdse geldstromen. We waren een tijdje geleden ook al getuige van de problemen die SBS met Telenet had over hetzelfde onderwerp. Vorig jaar werd uiteindelijk toch een oplossing bereikt, zij het niet echt van harte.
Het gaat dus om een fundamenteel probleem, want dit dossier moet worden gezien in het kader van de onvermijdelijke evolutie of spreken we van revolutie? die de media nationaal en internationaal doormaken. Die evolutie zet op korte, middellange en lange termijn businessmodellen van mediaondernemingen onder druk en gooit die in bepaalde gevallen zelfs helemaal overhoop.
We hebben allemaal wel een idee in welke richting we evolueren, aan een bijzonder snel tempo overigens. Maar over hoe dat precies gebeurt, is niemand zeker, zelfs specialisten niet. Zal de papieren krant op middellange termijn blijven bestaan naast de online versies die we tegenwoordig allemaal op onze iPad krijgen? Zal een traditionele programma-avond op een tv-zender het komende decennium een rol blijven spelen naast video on demand? Dat speelt op de kabel, maar veel meer nog op internet, mijnheer Verstrepen. Of zal de oude vorm van tv-kijken binnen vijf jaar gewoonweg verdwijnen? In welke mate zullen over-the-top-spelers de distributierol inzake televisie van de kabeloperatoren overnemen?
Het is allemaal niet eenvoudig te voorspellen. Het is dus logisch dat sommige mediaspelers zenuwachtig zijn en het onderste uit de kan proberen te halen, om hun bedrijf financieel zo gezond mogelijk te houden en voor te bereiden op wat komt. De omschakeling van bestaande businessmodellen naar nieuwe vormen van mediagebruik is nog volop aan de gang.
Door dit alles komt nog eens de problematiek van de eigendomsrechten gefietst. Dat is een bijzonder complexe materie, zeker in een wereld die zich digitaal steeds sneller ontwikkelt. Want ook daarover gaat deze discussie. Heeft de distributeur het recht om de consument de programmas te laten bekijken zoals de consument dat zelf wil? In hoeverre is het kopiëren van die inhoud wettelijk toegestaan? Is er een verschil tussen privégebruik en de rest? Dat is niet eenduidig meer.
Eén ding moeten we altijd voor ogen houden: het produceren in het geval van de heer Van Thillo en het distribueren in het geval van de heer Sickinghe van mediacontent kost geld. En hoe hoger de kwaliteit van beide zijn, hoe hoger de kostprijs zal zijn. We moeten ons daar goed bewust van zijn, ook als consument. Het spreekt voor zich dat we reclame allemaal het liefst doorspoelen, al zit er af en toe eens een goede bij, die aangenaam is om naar te kijken. Maar dat wil niet automatisch zeggen dat we bereid zijn te betalen voor dezelfde reclameloze content.
Ik hoorde het in de voorbije periode graag zeggen: wie wil geen kinderzenders of voetbalzenders zonder reclame? Iedereen wil het liefst van al voetbal, wielrennen en kindertelevisie zonder reclame. De vraag is alleen wie dat dan betaalt. Er is maar één uitzondering op deze situatie en dat is onze geliefde openbare omroep, minister. Maar dat heeft niet zozeer te maken met bereidwilligheid, eerder met het verplicht betalen van belastingen.
Minister, in een reactie stelde u dat de omroepen vergoed moeten worden voor de programmas die ze aanbieden, maar dat dat absoluut niet ten koste van de consument mag gaan. Ik vind dat zeer nobel van u. De kans echter dat een politicus luidop zou zeggen dat de consument maar moet opdraaien voor het probleem, is wel heel klein. Je ziet dat voortdurend. Iedereen vindt dat het zo goedkoop mogelijk moet zijn, of het nu gaat om energie, SABAM of dit onderwerp: de consument mag er nooit voor opdraaien. De vraag is wie er dan wel voor opdraait.
U zegt heel expliciet dat de consument niet mag opdraaien voor het probleem, maar die uitspraak heeft natuurlijk een heleboel consequenties. Content kan maar op enkele manieren worden betaald. Ofwel betaalt de overheid, meestal via de belastingbetaler, ofwel betaalt de adverteerder, in welke vorm dan ook, ofwel betaalt de consument, rechtstreeks of onrechtstreeks, ofwel is er een combinatie van deze bronnen. Heel veel alternatieven zijn er niet. Er zal nog heel veel moeten worden gediscussieerd, want de laatste jaren is duidelijk gebleken dat gratis niet bestaat. Dat moeten we durven te zeggen.
De heer Van Thillo stelt dat uitgesteld kijken levensbedreigend is voor de omroepen. Uiteraard zijn we daar niet naïef in. Een van de belangrijkste mediafiguren in Vlaanderen is zonder twijfel al lang bezig met het zoeken naar een nieuw en duurzaam businessmodel. Dat neemt niet weg dat hij tijd wil winnen, wat ook logisch is, en dat hij de bedoeling heeft om de bestaande modellen nog een aantal jaren levensvatbaar te houden. Dat geldt zeker binnen een Vlaams mediasysteem waarin de concurrentie door een vernieuwde SBS-zender zal stijgen en met een VRT die daarin een belangrijke rol speelt. Dat heb ik al een paar keer aangehaald.
Dat is ook een van de redenen, minister, dat ik de voorbije jaren hier in de commissie Media al een paar keer heb gewaarschuwd voor het overhoop halen van de businessmodellen van voornamelijk de commerciële zenders. Het is logisch dat de VRT als openbare omroep meefietst in de nieuwe evoluties, maar ze hebben een zeer belangrijke rol omdat ze nu eenmaal in Vlaanderen een zeer dominante speler zijn. Als de VRT bepaalde zaken gratis aanbiedt of op zich neemt om te doen ten behoeve van de belastingbetaler en de kijker, heeft dat consequenties voor heel wat andere spelers. Het probleem is wel degelijk acuut. De rol die de openbare omroep, u als minister van Media en wij als Mediacommissie in het parlement daarin spelen, is van belang.
De heren weten van elkaar dat ze zeer vooruitziend zijn. Dat geldt zelfs als Duco Sickinghe zogenaamd gratis advies geeft aan de omroepen om zichzelf in vraag te stellen. Attack yourselves en benut de kansen die internet biedt, was het devies van Duco Sickinghe. Zoals ik al zei, proberen ze allebei het onderste uit de kan te halen voor hun onderneming. Daar heb ik ook geen probleem mee. Ze leiden een privébedrijf, moeten zorgen voor hun personeelsleden en hun bedrijf en ervoor zorgen dat ze winsten maken. Maar daarmee is het dossier niet opgelost, minister. Ik zou wel eens willen weten met welke kaarten u aan tafel wilt gaan en welk kaartspel u met de heren zou willen spelen om een oplossing te zoeken.
Minister, hebt u al een initiatief ter zake genomen? Als u dat gedaan hebt, zou ik het graag weten en vraag ik u het toe te lichten. Als u het nog niet hebt gedaan, vraag ik of u zult gaan kaarten en een initiatief zult nemen. Ik heb mijn visie gegeven op de problematiek, ik zou graag ook de uwe hebben. Dank u wel.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : De collegas snijden een belangrijk debat aan, zo niet het belangrijkste dat op dit moment in de mediasector woedt. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat onder meer in de loop der jaren de machtsverhoudingen tussen distributeur, omroep en contentleverancier enorm zijn gewijzigd. Het businessmodel dat tot nu toe werd gehanteerd voor advertenties, werkt blijkbaar niet meer zo goed in het tijdperk van de digicorder. Dat is heel belangrijk, maar ik weet niet goed wat mijn vraag ertussen staat te doen, want die gaat over een specifiek geval. Misschien laat u beter eerst de andere vraagstellers aan het woord.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Minister, de relatie tussen Telenet en de Vlaamse omroepen is verzuurd. Dat weten we. Nadat de SBS-zenders en de regionale omroepen al in discussie gingen met Telenet, gaf nu ook Christian Van Thillo uiting aan zijn ongenoegen. De zenders vinden het niet correct dat Telenet grote winsten maakt met de verhuur en de verkoop van digicorders, zonder dat dit ook de zenders ten goede komt. De digicorders stellen de consumenten in staat om, veel gemakkelijker dan vroeger het geval was, programmas op te nemen, te herbekijken, te pauzeren en vooral want daar gaat het in de eerste plaats om, denk ik de reclame door te spoelen. Dat laatste kan op termijn het bedrijfsmodel van de zenders ondergraven.
Om toch een doorbraak in het dossier te forceren, rekenen de zenders volgens krantenartikels op de overheid en dus op u, minister. Die moet dringend aan huwelijksbemiddeling doen, klinkt het. De enige manier om tot een oplossing te komen is alle partijen rond de tafel brengen voor een open, constructief gesprek, lees ik ook.
De distributeurs zien al meteen een mogelijke oplossing, namelijk het uitbouwen van een model waarbij kijkers op basis van hun consumentengedrag reclamespots op maat te zien zouden krijgen. Alleen is daarvoor geld nodig en geen van de partijen blijkt bereid om dat vandaag op tafel te leggen. Het is een patstelling en blijkbaar rekenen de zenders dan op de overheid.
Minister, hoe reageert u op de berichten van de laatste weken? Bent u bereid een dergelijke bemiddelingstaak op te nemen? We hebben u dat al eerder gevraagd, in verband met de regionale omroepen. Hoe ziet u deze taak concreet? Hebt u de voorbije dagen al contacten gelegd?
Wat ziet u als mogelijke oplossingen voor het conflict? Hoe staat u ten opzichte van het voorstel van de distributeurs? Kan zoiets binnen bijvoorbeeld het Media Innovatie Centrum (MIX) worden onderzocht? Is een dergelijke oplossing mogelijk, rekening houdend met de privacy van de consumenten? Is het denkbaar of wenselijk dat het kijkgedrag van mensen wordt bijgehouden en geanalyseerd om daaraan voor hen zogezegd interessante advertenties te koppelen?
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Na de SBS-zenders en de regionale omroepen trok vorige week ook de CEO van de VMMa, de heer Van Thillo, ten strijde tegen de distributeurs. De Vlaamse televisiezenders eisen een groter deel van de inkomsten die de distributeurs bijeenzamelen door auteursrechten aan te rekenen aan hun klanten. De huidige vergoeding die de distributeurs betalen aan de zenders is in de ogen van de zenders niet billijk.
Voor de regionale omroepen betekende de eenzijdige verlaging van de vergoeding voor auteursrechten een financiële ramp. Daarover hebben we verschillende debatten gehad in deze commissie. Veel zenders staat het water al aan de lippen. U hebt in dat dossier ook bemiddeld, minister, en u doet dat nog steeds. We kijken uit naar de uitkomst van die bemiddelingspoging.
Voor de commerciële omroepen is het aandeel van de inkomsten uit auteursrechten in hun totale budget minder groot, maar zij worden geconfronteerd met een bijkomend probleem: dankzij de digicorders zijn kijkers in staat om reclameblokken door te spoelen, waardoor adverteerders afhaken en de zenders reclame-inkomsten mislopen.
De televisiezenders merken bij de distributeurs weinig bereidheid tot onderhandelen. Ze vragen dat de overheid stappen zet om de betrokken partijen rond de tafel te krijgen. Minister, twee weken geleden hebt u gezegd dat u bereid bent om op die vraag in te gaan. U hebt ook laten optekenen dat de omroepen absoluut voor hun programmas moeten worden vergoed, maar dat dit niet ten koste mag gaan van de consument. Ik begrijp het verband niet, maar u zult dat straks uiteraard uitleggen.
Ondertussen heeft Telenet bij monde van haar CEO ook gereageerd. Hij zegt dat de vraag van VMMa niets zal oplossen, ook al zou hij meer willen betalen. Kort samengevat zegt hij: het zal niets veranderen aan het probleem van de dalende reclame-inkomsten. Dan is de vraag hoe u daar als minister van Media in zult bemiddelen.
Minister, welke initiatieven neemt u om alle partijen rond de tafel te krijgen? Op welke termijn wilt u een oplossing voor dit dossier? Welke houding neemt u zelf aan in deze gesprekken? Welke oplossingen ziet u voor dit dossier?
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Digitale televisie is een zeer sterk medium en opent vele mogelijkheden. Men kan er een betere beeld- en klankkwaliteit in huis halen, maar ook programmas opvragen die in het verleden werden uitgezonden, gemakkelijker naar programmaoverzichten kijken en programmas opnemen. Digitale televisie kan ook een toegang betekenen naar het internet en naar nieuwe toepassingen, bijvoorbeeld in domeinen zoals eHealth. Met de juiste innovatieve inspanning is het verhaal van digitale televisie zeker nog niet afgelopen en zal het nog veel meer zijn weg vinden in ons leven.
Het is een heel sterk medium, daar zijn zowel de omroepen als de dienstverdelers en de distributeurs het over eens. Het medium heeft er echter ook voor gezorgd dat er fundamentele verschuivingen zijn doorgevoerd in onze media-economie en in het economisch mediamodel of de businessplannen. Via de tv-theek kan men programmas uit het verleden opvragen tegen een bepaalde prijs, wat een meerinkomst betekent voor de omroep. Maar daar tegenover kan men ook programmas opnemen, wat de kijkcijfers naar beneden haalt en bijgevolg ook voor lagere commerciële inkomsten zorgt.
Ik begrijp heel goed dat deze realiteit alle zenders zorgen baart. Het is mijn mening dat ten gevolge van de nieuwe ontwikkelingen er effectief moet worden gezocht naar media-economische modellen voor de toekomst om zo de waarde van een product op een correcte manier te kunnen verdelen tussen de verschillende actoren die in heel het stroomschema een rol spelen en deel uitmaken van het audiovisueel ecosysteem. Het zal daarbij niet evident zijn een evenwicht te vinden tussen enerzijds de verwachtingen en ondertussen de vaak reeds vertrouwde praktijk van het digitaal opnemen bij de mediagebruiker, en anderzijds de vraag om andere verdienmodellen vanwege de zenders die zich daarbij ook moeten verhouden tot de distributeurs.
Het is niet iets dat vandaag ineens op ons afkomt, het zit er al een tijdje aan te komen. Ik heb niet voor niets in de beheersovereenkomst met de VRT laten inschrijven dat de VRT inspanningen moet leveren om bijvoorbeeld het licht uitgesteld kijken in samenwerking met de distributeurs en over-the-top-spelers te realiseren, om maar één invalshoek te geven. Ik ben er ook van overtuigd dat we daarin nog verder creatief zullen moeten nadenken. Daarom heeft het MIX daar een rol in gekregen, zeer specifiek ten aanzien van deze thematiek. Het is echter aan de sector zelf en aan het MIX om aan te geven welke onderzoeken daarin op vraag van de sector zouden kunnen worden uitgevoerd en welke nieuwe modellen zouden kunnen worden getest. Ik heb in ieder geval wel vernomen dat het MIX met de sector gesprekken voert waarin dit thema ter sprake komt en dat men aan het kijken is welke onderzoeken eventueel kunnen worden opgestart.
Ik verwijs nog even naar een ander initiatief dat ik heb genomen, namelijk kijken hoe er een creatieve brainstorm zou kunnen gebeuren om te zien hoe degenen die de creativiteit realiseert, voldoende betaald kan blijven worden, ook rekening houdend met alle digitale veranderingen en de veranderingen van de gebruikers.
Rekening houdend met de oproepen en de eerder zeldzame persboodschappen van de betrokken heren, heb ik inderdaad een overleg gehad met de verschillende zenders en hun gevraagd of ze een initiatief op prijs zouden stellen. Het is niet, zoals de heer Tommelein zegt, een pokergame. Het is ook niet, zoals de heer Vandaele zegt, een huwelijksbemiddeling. Ik vind het mooi hoe jullie dat omschrijven. Het is gewoon een bescheiden poging om te kijken of we de betrokkenen, in eerste instantie de zenders, rond de tafel kunnen krijgen om te zien hoe zij daar tegenover staan. Ik wil me dienstbaar opstellen ten aanzien van de zenders als zij het nuttig of wenselijk achten om daar verder hun rol in te spelen.
Dat overleg vindt binnenkort plaats. Het is een informeel overleg. We gaan daar geen publieke verklaringen over afleggen. Ik probeer vooral mijn positie ten dienste te stellen van de verschillende belangen die op het spel staan.
Ik heb ook contact opgenomen met de VRT. Men zegt me dat het uitgesteld kijken inderdaad toeneemt. Bijvoorbeeld voor Thuis doet per aflevering 10 procent van de kijkers dit. Het opnemen via een digitale videorecorder heeft een impact op de inkomsten, ook uit de niet-lineaire diensten van de VRT zelf, Net Gemist en Ooit Gemist. De VRT heeft hierover ook regelmatig overleg met de distributeurs. Met de verschillende partijen zoekt de openbare omroep ook mee naar constructieve oplossingen die toch die waarde kunnen blijven creëren voor alle mediaspelers.
Dat is de stand van zaken, collegas. Het overleg is gepland. We gaan dat zoals gezegd informeel doen. Ik ga op basis van dat overleg kijken welke rol de zenders graag hebben dat ik speel of niet speel. Dan zullen we verder kijken.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik denk dat we deze discussie nog meer zullen voeren en dat die op het scherp van de snee zal worden gevoerd. De belangen worden groter.
Ik probeer de discussie zo rationeel en zo pragmatisch mogelijk te voeren. Ik kan er niet tegen dat er een vals slachtoffer is gevonden. Het valse slachtoffer is de digicorder. Binnenkort hebben we een zelfhulpgroep digicordergebruikers nodig. Het is een beetje een valse discussie. De discussie van de topmannen van de televisiezenders gaat niet zozeer over de digicorder, ze gaat over hoe ze geld kunnen recupereren van de dalende reclame-inkomsten door een bepaald consumentengedrag.
Een digicorder kun je cash kopen. Stel dat die markt open ligt. Ik geef de hint. De discussie is al gevoerd waarom we onze eigen toestellen niet kunnen zoeken. Waarom moet dat een van Telenet of een van Belgacom zijn? In het buitenland is dat niet het geval, je koopt het voor 200 euro cash-out. De mensen die bij Telenet zitten, hebben een afbetaalmodel en betalen 9 euro per maand. Dat apparaat is afbetaald op 2,5 jaar. Het voordeel bij de afbetaling is dat je ook onderhoud krijgt. Als er iets niet functioneert, kan je het onmiddellijk binnenbrengen en krijg je een nieuw toestel. Dat is dienstverlening. Dat betaal je in die prijs.
De echte discussie gaat niet zozeer over die digicorder. Het is ook logisch: je geeft een generatie een toestel dat ze kunnen bedienen, dat zelfs granny-proof is, en dan schrik je ervan dat mensen dat gebruiken. Het gaat erover hoe je mensen zult laten betalen voor een opname. Dat is de fundamentele discussie die men wil ontlokken, maar die men niet openlijk durft uit te spreken, omdat de perceptie volledig tegen is: wie in Vlaanderen hoort immers graag dat hij of zij moet betalen voor een opname?
Het vreemde van het verhaal is en dat ontgaat een aantal media dat je perfect kunt opnemen van digitale televisie met dvd-recorders, zelfs nog met de analoge video en zelfs met harddisks. Men legt het u niet uit, maar op de Telenetwebsite stond er wel een pagina over hoe je dat doet. Dat is een heel eenvoudige configuratie. Het kan dus. Voor video-on-demand is het iets moeilijker.
Ik wil hier niet de belangen verdedigen van de distributeurs versus de televisiezenders of omgekeerd. Voor mij gaat het erover dat men een debat probeert te lanceren waarin u en wij worden betrokken. Het gaat niet over die digicorder, het gaat over het feit dat het hun dwarszit dat een Vlaming niet moet betalen om op te nemen. Daarover gaat het. Men wil geld losweken bij de distributeurs om die tegenvallende reclame-inkomsten te compenseren. Door de reclame zappen is gemakkelijker geworden. Toen ik vroeger televisieproducties leverde, was onze wekelijkse uitdaging: hoe overbruggen we de reclameblokken? Telkens kregen we te horen over de documenten met de CIM-cijfers (Centrum voor Informatie over de Media) van de minuten en de seconden: breng dat maar niet uit. Het is altijd al zo geweest. Alleen zit je nu met een nieuw technologisch verhaal en een nieuwe generatie die daar anders mee omgaat.
Binnenkort zal dat nog helemaal anders zijn. Ik heb me geabonneerd op een aantal televisiewebsites uit Amerika die mij via mijn internetverbinding op mijn HD-televisiescherm een televisieserie in hoge kwaliteit brengen. Daar betaal ik een abonnementje voor. Dat geld gaat helaas naar het buitenland via mijn Visa-account en blijft niet in Vlaanderen. Dat is natuurlijk de grote discussie.
Ik heb soms de indruk dat de zenders te lang hebben gewacht en plots worden geconfronteerd met een veranderend mediagebruik. Men probeert nu paniekerig een verantwoordelijke te vinden, een slachtoffer. En voilà, men heeft er een gevonden: de digicorder. Daar gaat men nu allemaal op schieten, terwijl men voorbijgaat aan de fundamentele discussie.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Mijnheer Verstrepen, de digicorder is een symbool, zoals heel veel zaken in onze samenleving en in ons politieke bedrijf symbolen zijn. We gaan straks een kieskring splitsen die al veertig jaar lang een symbool is en waarvan sommigen nu tot de vaststelling komen dat het wel eens nadelig zou kunnen zijn voor de Vlamingen of voor de Brusselse Vlamingen als men die kieskring zou splitsen. Maar het is wel veertig jaar lang een symbool geweest. Ik wil daarvoor waarschuwen.
Ik denk dat als je het op de keper beschouwt, beide heren, of het nu de distributeurbaas is of de commerciëlezenderbaas, er belang bij hebben om hun eigen bedrijf en hun eigen modellen zo veel mogelijk en zo lang mogelijk te vrijwaren. Daar is niets verkeerds mee. Ik wil wel opmerken dat het media-aanbod in Vlaanderen zeer breed is. Dat moet ook zo blijven. De kwaliteit van alle media valt of staat met het aanbod in andere media.
Minister, ik waarschuw maar. Ik begrijp wel dat u dat doet. Er zijn ooit politici geweest die zeiden: we weten wat we moeten doen, maar we doen het niet want anders raken we niet meer herverkozen. Dat maken we vandaag constant mee in de politiek, en het wordt altijd maar moeilijker om de dingen te zeggen zoals zou moeten, namelijk dat we een aantal dingen moeten aanpakken. Af en toe betekent dat tegen de haren van de consument of de gebruiker instrijken, want niets komt zomaar uit de lucht vallen. Ofwel is het de overheid en de belastingbetaler die betaalt, ofwel is het de adverteerder die betaalt. Als men keuzes maakt om reclameloze media te bekijken, dan moet men beseffen dat het van ergens anders moet komen. Het grote voordeel van de adverteerder is dat een ander betaalt voor wat jij bekijkt. Met openbare omroepen en staatsinitiatieven betaalt iedereen mee, zelfs al kijk je niet. Wij bekijken dat enigszins anders dan u, minister.
Ik heb niet gezegd dat u moest pokeren. U kunt ook kleurenwiezen of pijkezotjagen, zolang u geen Russische roulette speelt, ben ik tevreden, want ik zit toch een beetje met u in. Ik zou niet willen dat u er het hachje bij inschiet. De belangrijkste boodschap in deze commissie Media is wat mij betreft dat de bewegingen die de openbare omroep in deze zaak al dan niet maakt, een heel belangrijke rol spelen.
We hebben geen zicht op de geldstromen tussen de distributeurs en de zenders. Het is heel moeilijk om daar dan een oordeel over te vormen. Wat gaat naar wie en naar waar en waarom? We moeten ons daarmee bemoeien, maar we kunnen niet, want het zijn onze zaken niet, het zijn private spelers. Maar het is een belangrijk element dat zolang we geen zicht hebben op de geldstromen tussen al die partijen, het moeilijk is een oordeel te vormen. Waar wij een belangrijke rol kunnen in spelen, is onze eigen openbare omroep.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Mijnheer Tommelein, als het splitsen van een bepaalde kieskring nadelig zou kunnen zijn voor Vlaanderen, dan zal dat vooral te maken hebben met de koehandel die is gebeurd om die splitsing mogelijk te maken, en niet zozeer met de splitsing zelf, want iedereen wist wel dat er een paar Vlaamse zeteltjes verloren konden gaan.
Mijnheer Verstrepen, u hebt gelijk dat de discussie vandaag maar het topje is van een veel bredere discussie die we ongetwijfeld in de toekomst in verschillende facetten nog zullen voeren. Minister, ik ben blij dat u daarover in overleg treedt. Het kan een eerste stap zijn dat we de resultaten van dat overleg afwachten. U zult ons zeker op de hoogte brengen van die resultaten.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister, u kunt een informeel overleg beleggen als de vraag komt en als de partners daarop willen aansturen en ingaan. Het gaat over het model dat vandaag bestaat en dat we in Vlaanderen willen. Er is een openbare omroep met overheidsgeld, en daarnaast zijn er de private spelers die het vooral met reclame-inkomsten moeten doen. Als die reclame-inkomsten dalen, is er een probleem. Dat is niet de fout van de digicorder. Jaren geleden, toen die digicorder werd uitgevonden en de systemen die daarop werden toegepast zoals Net Gemist en Ooit Gemist, dan stond men in de lucht te springen, en nu is het de fout van de digicorder. Daar moeten we niet blind voor zijn.
Minister, ik ben verbaasd dat u op basis van twee interviews zegt bereid te zijn om te bemiddelen, terwijl het probleem nog veel dramatischer is bij de regionale omroepen. Daar wachten we op concrete resultaten.
Minister, u had het over mix en creativiteit in de mediasector en dat er meer onderzoeken moeten gebeuren. Dat is een goede piste om uit te zoeken of het een groot probleem is dat we op basis van cijfers en gegevens oplossingen kunnen zoeken en alternatieven kunnen formuleren.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.