Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme
Vergadering van 18/10/2011
Vraag om uitleg van de heer Jean-Jacques De Gucht tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, over de promotie van Vlaanderen in het buitenland aan de hand van onze bier- en chocoladecultuur
- 74 (2011-2012)
De voorzitter : De heer De Gucht heeft het woord.
De heer Jean-Jacques De Gucht : Voorzitter, minister, in de maand juni lanceerde u het plan waarmee u Vlaanderen de komende jaren als culinaire regio op de wereldkaart wilt plaatsen. Vlaanderen Lekker Land geeft de aanzet om bestaande en nieuwe concepten voor de toeristische promotie van onze eetcultuur te versterken en op elkaar af te stemmen. Het plan is opgebouwd uit drie krachtlijnen: lekker eten, excellente chefs en het goede leven.
Wat die eerste krachtlijn betreft, het lekker eten, wordt in het actieplan gesteld dat u dat in eerste instantie in het buitenland wilt promoten aan de hand van onze bekende brede biercultuur en onze internationaal befaamde chocolade. Dat is uiteraard terecht: niemand kan ontkennen dat dit absoluut aantrekkelijke producten zijn, waar men maar weinig tegen kan hebben. De aantrekkingskracht van onze chocolade was trouwens heel duidelijk op de wereldtentoonstelling van Shanghai. Opmerkelijk hierbij is echter het feit dat de Vlaamse overheid samen met de privésector hierin investeert, een soort pps-constructie dus. Dat moet de samenhang bevorderen. Door deze samenwerking beoogt u een optimaal rendement te verkrijgen. U wilt chocolade en bier gebruiken als een soort teaser, als een vertrekpunt voor een breder toeristisch verhaal.
Minister, wat is de stand van zaken van dit plan? In welk stadium bevinden we ons momenteel, specifiek wat het buitenland betreft dan? De Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media heeft immers een werkbezoek gebracht aan India en Qatar, en ik meen te kunnen stellen dat iedereen er de mening was toegedaan dat daar nog heel wat kansen liggen om onze Vlaamse cultuur te promoten. Dit kan ongetwijfeld ruimer gaan dan enkel bier en chocolade. Welke contacten hebt u reeds gehad met de vertegenwoordigers van die beide industrietakken? Wanneer vonden die plaats? Wat is de uitkomst daarvan op contractueel vlak? Welke benaderingswijze hebt u ter zake gevolgd? Wie legt die contacten?
U hebt het over een pps-constructie. Natuurlijk heb ik daar allesbehalve iets op tegen, maar wat zijn de modaliteiten van die overeenkomsten? Met welke privépartners wordt er samengewerkt? Wat de mogelijke return kan zijn, lijkt me duidelijk, maar op welke basis worden de privépartners geselecteerd en welk risico is eraan verbonden? Hoe groot is dat risico? Wat is de verdeling qua inbreng tussen de publieke sector en de privésector?
Chocolade en bier vormen het vertrekpunt van een breder toeristisch verhaal, zo stelt u. Wat verstaat u onder dat bredere verhaal? Hoe zult u dat invullen?
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Minister, ik ga ervan uit dat Vlaanderen Lekker Land in feite een onderdeel is van de vzw Tafelen in Vlaanderen. De belangrijkste partners van die vzw zijn de vijf provinciale toeristische organisaties, samen met Horeca Vlaanderen. Recent heeft de commissie Landbouw een tweedaags bezoek gebracht aan de internationale Anugabeurs in Keulen. Ik heb er vastgesteld dat ook bepaalde Vlaamse chocoladebedrijven, onder meer uit Brugge, op de stands van Flanders Investment & Trade (F.I.T.) en het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) aanwezig waren. Er is sprake van een pps-constructie om dit te promoten in het buitenland. Hoe zit het dan met de samenwerking met F.I.T. en VLAM? Is dat niet veeleer iets voor die twee organisaties? Of bestaat er al een zekere samenwerking tussen de vzw, VLAM en F.I.T.?
De voorzitter : De heer Vanden Bussche heeft het woord.
De heer Marc Vanden Bussche : Minister, bij lekker eten, excellente chefs en goed leven denkt iedereen natuurlijk spontaan aan Koksijde, en meer in het bijzonder aan de hotelschool van Koksijde. Zoals u weet, levert die aan de lopende band sterrenkoks af. In welke mate kunt u die hotelschool meenemen in het ruimere toeristisch concept?
De voorzitter : De heer De Gucht heeft het woord.
De heer Jean-Jacques De Gucht : Als we die toer opgaan, wil ik toch nog even zeggen dat wie aan Vlaanderen en België denkt, ook aan Aalst en het carnaval van Aalst denkt. Op welke manier zult u dat daarin onderbrengen?
De voorzitter : De heer Van Overmeire heeft het woord.
De heer Karim Van Overmeire : Voorzitter, ik wil het niet over Aalst hebben. Ik gun het de heer De Gucht dat hij daar een vraag over stelt.
Minister, enkele maanden geleden heeft de minister-president uitgepakt met een soort nieuwe slogan, het baanbrekend vakmanschap. In welke mate neemt u dat ook mee bij wat u nu op het getouw wilt zetten, of is dat iets dat alleen door de minister-president wordt gebruikt? Ik heb immers de indruk dat er na een tijdje zoveel slogans, mottos en symbolen worden gelanceerd, dat elke minister zijn eigen symbolen en slogans heeft, zodat de herkenbaarheid uiteindelijk enigszins verloren gaat.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, geachte leden, ik ben blij met de vraag van de heer De Gucht. Een tijdje geleden al heb ik gezegd dat we bij het uitspelen van onze toeristische troeven tot nu toe te weinig gebruik hebben gemaakt van onze gastronomische troeven in het buitenland. Andere landen hebben zich daar al veel meer op geprofileerd.
In dat licht is het idee ontstaan om intens samen te werken met de privésector. We proberen dat trouwens in heel het toeristisch beleid zo veel mogelijk te doen. Het toerismebeleid kan immers maar uitvoering krijgen op het terrein als we goed samenwerken met de privésector. De privésector is ook heel enthousiast over die plannen. Toeristen gaan voor een totaalbeleving. Ze komen niet naar Gent, Aalst of Koksijde om slechts één aspect te beleven, alleen maar om iets te bezoeken, alleen maar om aan recreatie te doen, alleen maar om te shoppen. Ze willen ook goed eten, willen een goede sfeer, willen goed ontvangen worden enzovoort. Onze keuken, onze culinaire traditie, of het nu gaat over een eetcafeetje of over een sterrenrestaurant, is daarbij heel belangrijk.
In dat licht is Vlaanderen Lekker Land opgericht, een samenwerkingsverband tussen Toerisme Vlaanderen, de provinciale toeristische organisaties en Horeca Vlaanderen. Het idee om chocolade en bier te gebruiken als speerpunten in die buitenlandse promotie heeft Vlaanderen Lekker Land afgetoetst met verschillende experts. Ik kom daar nog op terug. We kunnen ter zake al bogen op ervaring. Al een tijdje spelen we bier en chocolade uit, maar nieuw is de wijze waarop er promotie voor wordt gevoerd. Het gaat over een creatieve aanpak, een nieuwe aanpak ten opzichte van het buitenland, van touroperatoren en dergelijke meer.
Dat brengt me bij de belangrijke opmerking dat de promotie van de Vlaamse eet-, drink- en tafelcultuur op de eerste plaats bedoeld is om met die troeven meer toeristen naar hier te lokken. Dat is mijn taak als minister van Toerisme. Ik ben er om die band te leggen met de horeca, maar natuurlijk met de bedoeling het toerisme te bevorderen. De vzw Vlaanderen Lekker Land zal met die toeristische doelstelling een concreet werkplan voor de promotie van bier en chocolade uitwerken en ook coördineren. Dat werkplan loopt in 2012 en 2013, waarbij men zich in 2012 op het thema bier zal toespitsen, en in 2013 op het thema chocolade. Intussen ligt de huidige klemtoon op de campagne Jong Keukengeweld in Vlaanderen, en de occasionele representatie van die jonge topkoks in het buitenland, bij acties van Toerisme Vlaanderen. Op de Engelstalige b2b-website www.flandersforfoodies.be vind je de themas chocolade en bier, met de nadruk op de artisanale kwaliteiten van onze producten én producenten. Kwaliteit is een criterium dat we daarbij uitspelen, ook wat bier betreft. Ook daarop kom ik straks terug. We moeten de troeven uitspelen die we hebben. Mijnheer Van Overmeire, dat sluit ook aan bij de algemene Vlaanderencampagne die we lanceren.
Mijnheer De Gucht, Vlaanderen Lekker Land heeft al diverse contacten gehad met deskundigen uit de chocoladesector. Ik geef een beperkt overzicht. Op 12 april van dit jaar heeft er een overleg plaatsgevonden tussen Vlaanderen Lekker Land en de heer Eddy Van Belle, de vertegenwoordiger van Belcolade, de grootste chocoladeproducent van het land, en met Dominique Persoone van The Chocolat Line, een innovatieve chocolatier die iedereen kent, denk ik. Hij is ook aanwezig in het Paleis op de Meir in Antwerpen. Hij is gevestigd in Brugge. Ondertussen is hij ook wel bekend van het televisiekanaal njam!.
Er is afgesproken dat Vlaanderen Lekker Land chocolade zal promoten in 2013 en dan voornamelijk de creatieve verwerking ervan in onze streken: denken we aan de sierkunst in chocolade, aan de pralines. Vlaanderen Lekker Land toetst momenteel met de kunststeden, de provinciale toeristische organisaties en Toerisme Vlaanderen ook andere mogelijkheden af om chocolade in het buitenland te promoten, en daarmee extra toerisme naar Vlaanderen aan te trekken.
Vanaf februari 2012 zal een werkgroep chocolade voor Vlaanderen Lekker Land een concreet actieplan uitwerken. Het doel is om vanaf begin 2013 de chocoladebeleving voor een buitenlander zichtbaarder te maken. In de werkgroep zitten drie experts uit de chocoladesector: Belcolade-vertegenwoordiger Eddy Van Belle, chocolatier Dominique Persoone en chocolatier Boon, die tot de wereldtop behoort. Vlaanderen Lekker Land zal het actieplan chocolade aftoetsen en verder verfijnen met de toeristische sector de provinciale toeristische organisaties en Toerisme Vlaanderen en met de horecasector, via de federatie Horeca Vlaanderen. Met het concrete actieplan in de hand en met de steun van de werkgroep chocolade zal Vlaanderen Lekker Land vervolgens de grote chocoladeproducenten benaderen met de vraag om samen een promotiecampagne uit te werken. Ik laat ook nagaan of F.I.T. acties uit het actieplan kan ondersteunen.
Dan zijn er de contacten met betrekking tot de promotie van ons bier. Met de federatie van de Belgische bierbrouwers heeft de vzw Vlaanderen Lekker Land al enkele jaren een goed contact. De eerste samenwerking dateert van 2009, voor het themajaar van het bier, met de campagne Leven in de Brouwerij. De federatie heeft haar leden toen aangemoedigd om mee te werken. Toerisme Vlaanderen heeft de aandacht voor de biercultuur onder meer in Tournée Générale toen voornamelijk voor de toeristische binnenlandpromotie gebruikt. Bij de evaluatie van de campagne is besloten dat bier ook toeristisch potentieel heeft in het buitenland.
In 2011 lanceerde Vlaanderen Lekker Land de campagne Jong Keukengeweld. Deze campagne laat jongeren tussen 18 en 30 jaar van 1 oktober tot 15 november voor 45 euro kennismaken met topgastronomie. Aan de 48 geselecteerde jonge topkoks is gevraagd om de Belgische bieren een ereplaats te geven in hun menu. Deze campagne loopt als een trein. Ik heb hier een hele stapel persartikels bij me, alleen al over die campagne. Die slaat dus overal goed aan. Ze krijgt heel veel weerklank. Volgens de eerste bevragingen zorgen de acties in de meeste restaurants voor een opmerkelijke stijging in het aantal reservaties van jonge mensen, die op die manier hun drempelvrees overwinnen en tegen democratische prijzen toegang krijgen tot die restaurants. Zoals gezegd hebben de media de campagne gretig opgepikt. Dit weekend is dat blijkbaar nog in De Zevende Dag gekomen. Ik heb het niet gezien. Ook in het buitenland is de campagne al belicht, met onder meer redactionele aandacht van www.bbc.com en diverse internationale magazines. De effectieve cijfers over deze campagne zullen natuurlijk pas na de afloop ervan beschikbaar zijn, dus ten vroegste in december.
In januari 2011 vond een overleg plaats tussen vzw Vlaanderen Lekker Land en oud-collega Sven Gatz over de mogelijke oprichting van een biermuseum in Brussel en de opportuniteit voor de promotie van de biercultuur in het buitenland. Toen bekend raakte dat hij voorzitter zou worden van de federatie van de Belgische bierbrouwers, is afgesproken om vanaf januari 2012 met een werkgroep bier een concreet actieplan voor de promotie van de biercultuur uit te werken. In het voorjaar van 2012 zal de vzw Vlaanderen Lekker Land dit plan voorleggen aan haar partners.
Ondertussen wordt bier zo veel mogelijk geïncorporeerd in andere concrete initiatieven. In juni 2011 stuurde Vlaanderen Lekker Land een jonge kok naar een culinaire promotieweek die Toerisme Vlaanderen in New York organiseerde. Bij het menu dat de jonge chef-kok presenteerde aan journalisten en vertegenwoordigers van de reissector, werd uitsluitend bier als begeleidende drank geschonken. Deze jonge chef-kok is Vincent Florizoone, één van de 48 jonge koks. Mijnheer Vanden Bussche, ik neem aan dat hij u welbekend is.
Hij werd voor één week op missie naar New York gestuurd. Daar mocht hij op diverse evenementen in samenwerking met F.I.T. de Amerikanen laten proeven van de Vlaamse gastronomie. Op 21 juli 2011 gebeurde dat op een press event voor een 70-tal Amerikaanse journalisten. De tussentijdse resultaten waren een reportage van Maria Lisella voor Global Foodie, Meryl Pearlstein voor Gayot en Jane Levere voor de BBC. Op 23 juli 2011 gebeurde dat op een Saveur Event voor een 40-tal vertegenwoordigers van de trade sector. Het tussentijdse resultaat was dat er, naar aanleiding van deze smaakmaker, in samenwerking met Delta Airlines een gastronomische studiereis werd georganiseerd voor toptouroperators uit de VS, van 5 tot 9 oktober 2011. Naar verluidt waren zij heel tevreden. De gevolgen daarvan zullen we natuurlijk pas later zien. Touroperators worden uitgenodigd om producten mee op te nemen in hun pakketten, om promotie te doen. Ze zullen dat uiteraard niet allemaal doen, maar tot nu toe leveren die reizen en die uitnodigingen vaak heel goede resultaten op.
Uit mijn antwoord op de vorige vragen blijkt al dat er een heel sterke samenwerking is tussen de publieke sector en de privésector voor de promotie van de Vlaamse eetcultuur in al haar facetten. De vzw Vlaanderen Lekker Land bestaat uit de zes stichtende partners. Voor de publieke sector zijn dat de vijf provinciale toeristische organisaties. De privésector is vertegenwoordigd door de federatie Horeca Vlaanderen.
Deze partners betalen elk een vergelijkbare jaarlijkse bijdrage en elk een deel van de personeelskost van een medewerker. Ze dragen ook het grootste deel van de logistieke kosten. De horecafederatie draagt binnen de structuur dus een zesde bij. Vanuit Toerisme geef ik een werkingssubsidie. In 2011 bedroeg die 180.000 euro. Hetzelfde bedrag is ook ingeschreven in de begroting 2012.
Daarnaast ondersteunt Toerisme Vlaanderen de vzw, met een subsidie voor toeristische tewerkstellingsprojecten. De samenwerking met andere privé- of publieke partners gebeurt ad hoc en hangt af van het thema. De financiële inbreng van privébedrijven varieert van actie tot actie. Bij de oprichting van de vzw is wel vastgelegd dat alle ondernemingen gelijk worden behandeld, wat betekent dat in principe iedereen kan instappen in een actie van Vlaanderen Lekker Land. Natuurlijk zorgt de concrete inhoud en de uitwerking van de campagnes er automatisch voor dat er criteria zijn. Voor de actie in verband met streekproducten en authenticiteit konden natuurlijk alleen logiesuitbaters deelnemen die een arrangement met streekproducten aanbieden in een authentieke locatie. Voor de actie Jong Keukengeweld konden alleen chef-koks tot 35 jaar zich kandidaat stellen. Een jury heeft de 48 beste chef-koks geselecteerd. Zij hoeven geen bijdrage te betalen om deel te nemen.
De afdeling Streekproducten van VLAM investeerde in 2010 en 2011 mee in campagnes voor een beperkt bedrag, namelijk 5000 euro. De federatie van de Belgische bierbrouwers investeerde in 2011 ook 5000 euro in de campagne Jong Keukengeweld. Ook om chocolade en bier voldoende te kunnen promoten, zal aan alle producenten worden gevraagd om mee te investeren.
Mijnheer Van Overmeire, de Vlaamse Regering heeft enkele maanden geleden een nieuw merkbeleid goedgekeurd, met baanbrekend vakmanschap als centraal concept. Elk beleidsveld vertaalt dit concept in zijn domein. Voor Toerisme betekent dit dat we de klemtoon leggen op belevingen die dit baanbrekend vakmanschap op al onze buitenlandse markten versterken. Met andere woorden, we gaan dus op zoek naar het baanbrekend vakmanschap in die productlijnen waarvoor Vlaanderen bekend staat: ons erfgoed, onze fietscultuur, onze mode, maar ook onze rijke eet-, drink en tafelcultuur. Als we naar die laatste productlijn kijken, wat maakt Vlaanderen dan baanbrekend? Voor bier gaat het niet gewoon om bier, maar wel om het vakmanschap van de brouwer, zijn passie, zijn drang naar perfectie, het zoeken naar het juiste gistingsgehalte, zijn creativiteit om nieuwe bieren te ontwikkelen binnen de traditie van de streekbieren. Dat maakt ons uniek. Dat maakt dat we ons kunnen positioneren tot op moeilijke markten, zoals de Amerikaanse. U weet allemaal net zo goed als ik dat Vlaanderen uniek is omdat er sprake is van compleet verschillende soorten bieren op zon kleine afstand. Het gaat om een exportproduct dat gegeerd is en waarbij het vakmanschap heel sterk aan bod komt.
Voor chocolade geldt een gelijkaardige redenering: Vlaanderen maakt niet gewoon lekkere chocolade, want dat gebeurt ook in andere landen. Wij staan bekend om de kunstwerken die we maken van chocolade. Onze chocolatiers experimenteren met smaken en vormen, ze laten je snuiven, ze schilderen met chocolade... Dat is iets waarin Vlaanderen zich onderscheidt van andere regios. In 2011, 2012 en 2013 zal ook Vlaanderen Lekker Land samen met haar toeristische en horecapartners Vlaanderen promoten als een regio waar je als toerist culinair wordt verwend. Het merkbeleid zal richtinggevend zijn voor alle promotie.
Knowhow en talent vinden we ook terug op gastronomisch niveau. Vlaanderen telt zeer veel goede chef-koks, die verbluffende gerechten creëren. Het jaarlijkse gastronomisch evenement The Flemish Primitives illustreert hoe onze Vlaamse keuken ook vandaag blijft evolueren. De actie Jong Keukengeweld is een ander voorbeeld dat ook voor de promotie van Vlaanderen in het buitenland bruikbaar is. Vlaanderen heeft ten opzichte van andere landen een sterke opkomende generatie jonge topkoks. Zij brengen een moderne versie van klassieke streekproducten en -gerechten. Dat is ook belangrijk. De authenticiteit speelt een rol. Ik denk dat we dat zelf ook allemaal ervaren als we naar het buitenland gaan: we gaan niet naar Spanje of Italië om een hamburger te eten, maar we zoeken de streekproducten, de authenticiteit, de lokale drank, de fijne lokale gerechten. Dat is ook wat wij promoten: de klassieke streekproducten, zeg maar de terroir.
De jonge koks worden onder de noemer Flanders for Foodies gepromoot in het buitenland. De website www.flandersforfoodies.be dient vooral om de buitenlandkantoren van Toerisme Vlaanderen te helpen om de Vlaamse eetcultuur in hun markt te promoten. Diverse jonge chefs hebben al meegewerkt aan promotieacties die buitenlandkantoren van Toerisme Vlaanderen hebben opgezet.
Ook de typisch Vlaamse tafelcultuur heeft toeristische waarde en vraagt vakmanschap. Vlamingen hebben een traditie van lang en gezellig tafelen, zowel thuis als op restaurant. In de mooi ingerichte restaurants krijg je de tijd om rustig te genieten van lekkere gerechten, zonder dat je zoals dat soms in het buitenland gebeurt gevraagd wordt om plaats te ruimen voor de volgende klanten.
De voorzitter : De heer De Gucht heeft het woord.
De heer Jean-Jacques De Gucht : Dank u, minister, voor uw antwoorden. U noemt de drie partners met wie u voor de chocolade aan tafel zit: Belcolade en twee personen. Waarom noemt u enkel Belcolade? U zegt dat Belcolade de grootste producent is. Volgens mij is Barry Callebaut uit Wieze de grootste chocoladeproducent, niet alleen van België maar ook van de wereld. Het is wellicht interessant om ook met die mensen rond de tafel te zitten. Op welke basis hebt u die personen gekozen? U zegt dat u ook met andere productiebedrijven aan tafel zult zitten. Wat zijn de verder te volgen stappen?
De voorzitter : De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin : Misschien heb ik even niet goed opgelet. Ik hoorde dat er samenwerking is met F.I.T. in Amerika. Maar over het VLAM heb ik niets gehoord.
Minister Geert Bourgeois : Mijnheer Sintobin, u hebt inderdaad niet goed opgelet. Ik heb gezegd dat het VLAM heeft meegewerkt voor een bedrag van 5000 euro in een van de projecten.
Mijnheer De Gucht, ik heb niet gezegd met welke personen er moet worden samengewerkt: de vzw bepaalt dat, ik werk het actieplan uit. Het is de bedoeling dat alle producenten de kans krijgen om daarin mee te gaan. Het is een van de beleidslijnen om iedereen op een gelijke manier te behandelen. Zodra het concept is uitgewerkt, zal men kansen geven aan iedereen om daarin mee te stappen en om samen de hele promotiecampagne uit te werken.
Ik ken de persoon uit Brugge, van wie ik weet dat hij in het paleis aan de Meir een schitterende, belevenisvolle chocolaterie heeft. Hij is een echte kunstenaar. Die mensen zijn omwille van hun kennis en expertise aangesproken om mee het concept te helpen uitdenken. Het is niet meer dan dat.
Als het waar is dat Belcolade niet de grootste chocoladeproducent is, dan is dat op zich niet zo erg. Het concept blijft overeind.
De voorzitter : De heer De Gucht heeft het woord.
De heer Jean-Jacques De Gucht : Ik trek helemaal niet in twijfel dat de drie personen een verdienste hebben op het vlak van chocolade. Ik vroeg alleen op welke basis zij gekozen werden.
Minister, u had het daarnet over jonge chefs. Is er, in dat bredere verhaal ten aanzien van het buitenland, nog plaats voor andere zaken? Zit het culinaire in een groter verhaal? Of is het enkel op dat culinaire toegespitst? U wilt chocolade en bier in een breder toeristisch verhaal schetsen. U hebt dat op het culinaire vlak doorgetrokken. Maar zijn er in het algemene toeristische verhaal ook zaken waarmee u dat doortrekt? Bijvoorbeeld het bezoeken van bepaalde streken en dergelijke meer? Niet zozeer rond het culinaire, maar rond de andere zaken die die streken te bieden hebben?
Minister Geert Bourgeois : Mijnheer De Gucht, u bent nieuw in deze commissie. Het is evident dat wij in het buitenland heel sterke promotie doen. Dat doen wij in de eerste plaats in het verre buitenland met onze zes kunststeden. Dat is evident. Dat gebeurt in de vorm van een totaalbeleving. Daar lopen horizontale lijnen door. Dit is er een van. Specifieke zaken vallen onder de noemer cutting edge craftmenship en worden mee gepromoot. Wij voelden aan dat we met betrekking tot het vakmanschap inzake gastronomie, bier en chocolade meer kunnen doen. Dit is geen verhaal op zich. De hele toeristische promotie is ontzettend veel breder.
Ook de binnenlandse toeristische promotie speelt daar sterk op in. De toeristische promotie is tientallen keren breder.
De keuze van de partners is gebeurd door de vzw en het agentschap. Dit is geen voorafname op de samenwerking. Ik weet niet hoe zij daartoe gekomen zijn. Wij leggen het hele toeristische beleid vast in onze beleidsbrieven, beleidsnota en decreten. Het agentschap voert autonoom het beleid en is ervoor verantwoordelijk, zoals de leidende ambtenaar de mensen aanwerft en ontslaat en ervoor zorgt dat de buitenlandkantoren een goede, performante werking hebben. Dat is nu eenmaal het concept Beter Bestuurlijk Beleid: het is niet de minister die daarover gaat.
De voorzitter : Het incident is gesloten.