Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 30/06/2011
Interpellatie van de heer Jean-Jacques De Gucht tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de correcte toepassing van het decreet tot regeling van de rechtspositie van het statutair en contractueel personeel van het VRT-Filharmonisch orkest en het VRT-koor
- 184 (2010-2011)
Interpellatie van de heer Bart Caron tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de financiële problemen van het VRO-VRK (Brussels Philharmonic) als gevolg van een betwistbare toepassing van het decreet tot regeling van de rechtspositie van het statutair en contractueel personeel van het VRT-Filharmonisch orkest en het VRT-koor van 13 april 1999
- 185 (2010-2011)
De voorzitter : De heer De Gucht heeft het woord.
De heer Jean-Jacques De Gucht : Voorzitter, u hebt het over gelijkluidende vragen. Zo ziet u maar dat er in deze assemblee toch nog partijen zijn die proberen een gelijklopend signaal te laten horen in bepaalde dossiers.
Minister, in 1998 werden het omroeporkest en het omroepkoor ondergebracht in een zelfstandige vzw. Dit werd decretaal vastgelegd in het zogenaamde Verzelfstandigingsdecreet. Dit bevat duidelijke regels waarbinnen verrekeningen moeten gebeuren tussen de VRT en de vzw. Er is echter een grote discrepantie tussen het beschikbare geld na afname van de VRT-claim. Deze factuur wordt immers rechtstreeks doorgeschoven naar de Vlaamse Regering, waardoor de vzw minder middelen heeft om haar personeelsbestand op peil te houden.
Van de 89 orkestleden waarmee men destijds is gestart, blijven nog 80 leden over. Ook het koor stelt het vandaag met één personeelslid minder, 24 in plaats van 25. De organisatie kan het hoofd enkel boven water houden door een streng loopbaanbeleid op het vlak van de contractuelen. De kostprijs van het eigen personeel is laag, maar de kostprijs van de statutairen is bijzonder hoog. Dit heeft een enorme loonkloof tot gevolg.
Daarbij komt nu ook nog eens dat het probleem van enkele langdurige zieken zwaar begint te wegen op de eigen middelen. Het klopt dat de middelen voor de vzw in loop der jaren gestegen zijn, maar die worden bijna exclusief aangewend voor de stijgende loonkost van de VRT. De vzw ziet hier maar weinig van.
Wat cijfermateriaal maakt een en ander duidelijk. Tussen 2001 en 2011 is de totale subsidie gestegen met 1.444.241 euro. Dit komt neer op een jaarlijkse groei van 2 procent, al moet gezegd worden dat de grootste inhaalbeweging in 2008 plaatsvond. Ook tussen 2001 en 2011 zijn de beschikbare werkingsmiddelen met 152.442 euro gestegen. Dat is een stijging van iets meer dan 2 procent per jaar. Maar de kost van de statutaire personeelsleden steeg met 21.208 euro per persoon. Een jaarlijkse groei van 4 procent, dubbel zo snel in vergelijking met de stijging van de subsidies.
De kostprijs daarentegen van de contractuele personeelsleden steeg met 6.678 euro, lager dan een jaarlijkse indexering van 2 procent. De kost van statutairen groeit met andere woorden bijna drie maal zo snel in vergelijking met de contractuele collegas. Belangrijke kanttekening is ook dat een groot deel van de contractuele leden die werden vervangen, tot de duurdere personeelscategorie behoorden. Hieruit kan worden geconcludeerd dat een grote kost voor de VRT kwam te vervallen, maar een grotere kost bij de vzw kwam te liggen.
Minister, erkent u dat er zich een probleem stelt op het vlak van financiële middelen voor de vzw? Ondanks de grote artistieke kwaliteiten dreigen zich bestuurlijke problemen voor te doen. Op welke manier gaat u dit dossier aanpakken, met welke timing en met welke middelen? Zijn er gesprekken tussen u en uw collega Lieten wat de relatie met de VRT betreft? Doordat die laatste de factuur toch maar doorschuift, zitten ze als het ware in een zetel, ten koste van de vzw. Wordt met andere woorden het decreet wel correct toegepast? Uw voorganger, Bert Anciaux, heeft enkele jaren geleden een ad-hocmaatregel genomen. Waarom wordt er niet gekozen voor een correcte en meer actuele decretale verankering van de oplossing? Dit zou u als minister versterken in uw beleid voor de verschillende organisaties.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : De thematiek is niet nieuw, maar is al 11 jaar oud. Hij komt voort uit de nasleep van het decreet en de afsplitsing van het orkestkoor van de VRT. Er is niets nieuws onder de zon. Alleen werd het in het verleden meestal gecompenseerd via een extra subsidie voor het Vlaams Radio Orkest (VRO) en het Vlaams Radio Koor (VRK). Daardoor werd de discussie eigenlijk altijd vooruitgeschoven.
Dit jaar zou de situatie echter leiden tot een structureel tekort van 980.000 euro op het budget van het VRO-VRK. Door besparingen zouden ze dat tot tweederde van dat bedrag, namelijk 670.000 euro kunnen terugbrengen. Het blijft echter een belangrijke kostendrijver in dat verlies van het VRO-VRK.
Volgens de documenten van het VRO-VRK bestaan die 980.000 euro kosten uit 350.000 euro pensioenlasten, 170.000 euro gezondheidskosten en 150.000 euro loonsverhogingen. Zo kom je tot die tweederde van het geschatte verlies, namelijk 670.000 euro.
Volgens het VRO-VRK worden een aantal kosten tweemaal aangerekend. Het probleem is dat je dat niet weet, omdat de VRT in het verleden nooit gedetailleerde kostenstaten heeft gegeven van wat werd aangerekend. Daardoor was het eigenlijk onduidelijk.
In 2011 is het probleem verscherpt omdat het VRO-VRK van de VRT een factuur van 36.000 euro meer dan het jaar voordien kreeg, terwijl er acht statutaire personeelsleden minder in het orkest spelen. Er klopt dus iets niet in de manier waarop de VRT die zaken berekent. Die statutaire muzikanten zijn nog door de VRT aangeworven toen het nog het orkest van de BRT en BRTN was. Toen die verzelfstandigd zijn, werd afgesproken dat die mensen hun statuut uitdovend tot ze zelf met pensioen gaan mochten behouden. Op termijn ik schat binnen een jaar of vijftien zal dat systeem volledig uitgedoofd zijn en zal de laatste statutaire muzikant die van de BRT-BRTN komt, weg zijn uit het orkest. Dan is het probleem opgelost. Ondertussen stapelen de kosten zich echter op.
De pensioenlasten bedragen dus tot 350.000 euro. Er is een algemeen probleem met de pensioenproblematiek van de VRT. Het pensioenfonds van de VRT heeft een ernstig tekort. Die musici moeten ook nog worden gefinancierd uit dat pensioenfonds. Ik hoed mij ervoor iemand te beschuldigen of te verwijten. Ook voor de VRT is het namelijk een probleem.
Ook bij de gezondheidskosten is er sprake van een zeer merkwaardige situatie. Het gaat om een soort zelfvoorziening waarbij de werkgever een deel van de kosten draagt. Dat gaat over 10 procent op de loonmassa. Als iemand van het orkest echter langdurig ziek is, moet toch het orkest de loonkost betalen en niet de VRT wat logischer zou zijn.
Verder zijn er problemen met de evolutie van de loonkosten van die orkestleden. Die hebben verschillende statuten, zoals statutair of contractueel, waardoor er uiteenlopende verloningen zijn. Daardoor zit er een sterke spanning op het budget van het orkest.
De heer De Gucht heeft het ten slotte al gehad over de besparingen.
Samengevat bedroeg de totale kost in 2008 voor de 47 statutaire personeelsleden 2.425.992 euro. In 2011 gaat het volgens de VRT nog over 39 statutaire personeelsleden, met een loonkost van 2.462.000 euro.
De nettosubsidie van het VRO wordt op die manier steeds meer opgegeten door de facturen van de VRT, terwijl er net steeds minder statutaire personeelsleden zijn. Dat is merkwaardig. Ik ben mij er uiteraard van bewust dat de loonkosten stijgen. Het is hoe dan ook een situatie die onhoudbaar is voor het VRO-VRK.
Minister, hebt u over die problematiek overleg gepleegd met de andere bevoegde ministers, zoals minister Lieten? Is het al dan niet correct dat de VRT de pensioenlasten van de statutaire personeelsleden doorfactureert? Is het al dan niet correct dat de loonevoluties worden doorgefactureerd?
Wordt de zogenaamde dubbele facturatie van gezondheidskosten voor langdurig zieke personeelsleden stopgezet? Het kan toch niet dat er 10 procent wordt aangerekend bovenop de loonkosten.
Zal in de toekomst een eventuele besparing worden toegepast op het voor de vzw beschikbare deel van de subsidie? Er wordt tweemaal 2 procent bespaard op de totale subsidie. De factuur voor de statutaire personeelsleden eet echter al de helft van uw subsidie op. Eigenlijk is dat dan een dubbele besparing. Er is slechts een bepaald volume geld beschikbaar om de contractuele personeelsleden te betalen. Je moet besparen op de totale subsidie, maar eigenlijk kun je maar de helft vrij besteden, omdat de andere helft gefactureerd wordt door de VRT voor het statutair personeel. Dat is dus een dubbel lastige situatie voor de werkgever.
Zullen onterecht betaalde bedragen van de voorbije jaren worden rechtgezet, al is het slechts gedeeltelijk? Voor mij is dat niet meteen nodig, maar er moet wel een structurele oplossing komen die de tand des tijds kan doorstaan.
Of voorziet u in een andere financiële compensatie voor de voorbije jaren, voor het huidige jaar en voor de komende jaren? Hebt u hier een structurele oplossing voor?
De voorzitter : De heer Arckens heeft het woord.
De heer Erik Arckens : Minister, ik kijk met veel aandacht uit naar uw antwoord. Ik heb de interpellaties van de collegas doorgespeeld aan enkele muzikanten uit die orkesten. Zij kijken reikhalzend uit naar uw antwoord.
Ik vind de problematiek in ieder geval schrijnend.
De voorzitter : De heer Dehandschutter heeft het woord.
De heer Lieven Dehandschutter : Voorzitter, minister, collega's, de heer Caron heeft mijns inziens een correcte schets van de feiten gegeven. Het is inderdaad geen nieuw probleem. In het verleden heeft de Vlaamse overheid het gat met extra middelen telkens dichtgereden. Vandaag, nu er wordt onderhandeld over een nieuwe beheersovereenkomst met de VRT, is er een mogelijkheid om een definitieve oplossing uit te werken. U wordt daarbij betrokken. Wat is uw inbreng?
De voorzitter : De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva : Voorzitter, minister, collega's, gisteren sprak ik in de plenaire vergadering over een niet-chronisch probleem, maar hier gaat het over een chronisch probleem, dat over de legislaturen heen bestaat. De heren Caron en De Gucht kaarten een probleem aan dat ik al in 2007 leerde kennen, toen ik nog maar pas in het parlement zetelde. Ik sluit me daarom graag aan bij de vorige sprekers en deel hun bekommernissen. Ik hoop dat we een structurele oplossing kunnen uitwerken.
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, collega's, de feiten zijn correct weergegeven. Het probleem kan men terugvoeren tot het decreet van 13 april 1999 waarin een regeling is uitgewerkt voor het statutaire en het contractuele personeel van het VRT-Filharmonisch orkest. Die regeling geldt vandaag nog altijd. Hierbij werd aan de toen opgerichte vzw VRO-VRK, in een uitdovend scenario, een contingent personeelsleden van het VRT-omroeporkest en -koor toegewezen. Op basis van de afspraken uit 1999 worden de kosten voor deze statutaire personeelsleden doorgefactureerd op het budget van de vzw VRO-VRK.
Ik erken dat door die afspraak uit 1999 het management van de organisatie met moeilijkheden wordt geconfronteerd. Zo zijn er tal van personeelsleden waarover zij geen inspraak hebben op het vlak van statuut en verloning. Dit zijn echter decretaal vastgelegde afspraken die toen na intensieve sociale onderhandelingen tot stand zijn gekomen. Iedere partner heeft zich hiermee akkoord verklaard en moet zich bewust zijn geweest van de gevolgen van de uitvoering ervan. Deze afspraken zijn in een decreet bekrachtigd. De vzw VRO-VRK weet vanaf haar oprichting in 1999 wat de budgettaire consequenties zijn van de uitvoering van dit decreet. Hiermee wil ik niet zeggen dat de constructie waarmee de vzw VRO-VRK moet werken, met zowel contractueel als statutair personeel, eenvoudig is.
Er is overleg over dit probleem, zowel in de Vlaamse Regering als bilateraal, tussen mijn kabinet en dat van mijn collega Lieten. Iedereen is er zich van bewust dat we tot een duurzame en definitieve oplossing moeten komen. De afgelopen maanden is al veel overlegd, en wij werken daaraan voort. Voor 2011 is in ieder geval afgesproken dat de pensioenlasten waarover u het hebt niet worden aangerekend op de subsidie van de vzw VRO-VRK. Dat is essentieel, in afwachting van een definitieve oplossing.
De heer De Gucht vroeg hoe wij het probleem zouden wegwerken. Zoals ik al zei: ik ben me bewust van het feit dat de in 1999 uitgewerkte constructie voor de vzw VRO-VRK geen ideale of eenvoudige constructie is. Wij zoeken naar een duurzame oplossing. Worden de kosten doorgefactureerd aan de VRT? Die kosten worden inderdaad door de VRT doorgefactureerd, maar dat strookt volgens mijn informatie met de afspraken in het decreet van 1999.
Er is geen sprake van een dubbele of onterechte facturatie, het gaat om verplichte patronale bijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ): loonmatigingsbijdrage, gezondheidszorgen, bijdrage kinderopvang en asbestfonds. Er kan dan ook geen stopzetting of terugbetaling gebeuren. Voor alle duidelijkheid: in deze kosten zit geen premie voor vervangingsinkomens, hiervoor is de VRT haar eigen verzekeraar. De vzw VRO-VRK werd door de VRT per brief omstandig op de hoogte gebracht van de inhoud van deze facturatie. De VRT liet mij weten dat maandelijks een volledig overzicht van die bedragen aan de vzw VRO-VRK wordt overgemaakt.
Er werd in het verleden effectief een financiële injectie gegeven aan de vzw VRO-VRK. Ik streef nu naar een duurzame regeling voor deze problematiek.
De heer Caron stelt een hypothetische vraag, en het is niet mijn gewoonte daarop te antwoorden. Als er in de toekomst besparingen worden doorgevoerd, zal ik deze suggestie in functie van de besprekingen en situatie van dat moment onderzoeken. Ik wens daar niet op vooruit te lopen. De heer Caron wil weten of ik voorzie in een andere financiële compensatie. Volgens mijn informatie zijn er geen onterecht betaalde bedragen. Alle betalingen gebeurden conform het decreet van 1999.
De voorzitter : De heer De Gucht heeft het woord.
De heer Jean-Jacques De Gucht : U antwoordt niet op hypothetische vragen. U zegt dat u zult nagaan hoe u het zult oplossen als het zich voordoet. Voormalig premier Dehaene heeft dat indertijd ook gezegd. Afgezien daarvan zegt u eigenlijk akkoord te gaan met de opmerking die we geven en dat daarvoor een duurzame oplossing moet worden gevonden en dat u daarover al met minister Lieten overleg hebt gepleegd. De vraag is in welke richting dat overleg gaat. Wat zijn de verschillende pistes die op tafel liggen in dat overleg tussen u en minister Lieten? Wat is de timing om daar tot een oplossing te komen? Het is heel gemakkelijk om te zeggen dat u overleg pleegt. Ik heb de indruk dat dit zowat het mantra is geworden van deze regering. (Opmerkingen)
Ik hoor hier al het woord schorsing vallen. Laat ons het humoristische van voorbije nacht achterwege laten. Wanneer ziet u dat tot een goede en duurzame en definitieve oplossing komen? Hoe zou die oplossing er moeten uitzien? Welke zaken liggen er nu op tafel in uw poging om met minister Lieten tot een duurzame oplossing te komen?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Minister, ik twijfel niet aan uw goede intentie. Elke collega die mij vraagt waarover mijn vraag of interpellatie gaat, wil ik graag te woord staan. Maar ik maak wel geen afspraken over hoe we daar verder resoluties, moties of andere initiatieven aan verbinden.
Maar dat geheel terzijde. Ik ga nu in op de kern van de zaak.
De heer Philippe De Coene : Persoonlijk feit: als een voorstel ter tafel ligt, kun je er toch niets aan doen dat iemand met je meestemt? Als je daar niets voor vraagt?
De heer Bart Caron : Pas op of ik vraag de schorsing aan.
Neen, minister, ten gronde: ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat er dit jaar voor de pensioenlast een oplossing is. Dat is al de helft van het probleem.
U zegt dat mijn vraag hypothetisch is. Ik denk dat u de vraag bedoelt of in de toekomst een eventuele besparing enkel zal worden toegepast op het voor de vzw beschikbare gedeelte. Maar die vraag is niet hypothetisch. Ik ging er voor mijn vraag van uit dat u geen kaasschaven meer moet gebruiken en dat die vraag niet meer ter zake doet. Het zou niet goed zijn om alleen maar besparingslasten op te leggen aan delen waarover een organisatie zelf kan beslissen. Dat is een intentievraag.
U zegt dat u een duurzame oplossing wilt, waarvoor dank. Maar wat de heer Delva zegt, is waar: het is een zeer chronische interpellatie en thematiek en vraagstelling. Ik zal u natuurlijk, helaas, binnen zes maanden opnieuw moeten vragen hoe die duurzaamheid er zal uitzien. Maar na elf jaar mogen we niet te ongeduldig worden. Minister, het zou wel fijn zijn als er voor de begroting van 2012 een oplossing komt. Ik wil dat in een motie neerschrijven. Dat zou een mooie afspraak kunnen zijn. U bent toch bezig met begrotingsbesprekingen. Dat past daar perfect in.
Waarover ik wel echt verbaasd ben, is dat u zegt dat de VRO-VRK van de VRT een maandelijks overzicht krijgt van de gefactureerde bedragen. Als dat waar is, kan dat een factuur zijn zoals de waterfactuur: je krijgt een totaalbedrag en je weet niet waarvoor je betaalt. Dan zijn we het eens met elkaar en met de VRO-VRK: dan weet niemand het meer. Ik verwacht een gedetailleerd overzicht. Dat staat haaks op de informatie waarover ik beschik. Ik dring dus aan op meer duidelijkheid.
Ik hoop dat we tegen de begroting van volgend jaar een duurzame oplossing hebben.
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Caron, de VRT zegt dat zij zon overzicht geeft. Wij kunnen die brieven misschien opvragen. Ze zijn wellicht beschikbaar. U verwijst naar de waterfactuur. U zou moeten weten dat er vanaf morgen een totaal nieuwe regeling is. Het door ons goedgekeurde nieuwe waterverkoopreglement treedt vanaf morgen in werking. Uw waterfactuur zal vanaf morgen veel transparanter zijn. Laat ons hopen dat dit ook zo zal zijn met de oplossing die we voor ogen hebben.
Mijnheer De Gucht, wat de timing betreft, is het logisch dat we dit moeten aanpakken naar aanleiding van de bespreking van de begroting 2012. Dit komt daar aan bod. Ik hoop dat we er tegen dan kunnen uitgeraken.
De voorzitter : De heer De Gucht heeft het woord.
De heer Jean-Jacques De Gucht : Er komt dus in 2012 een duidelijk beeld van de manier waarop we dit duurzaam zullen oplossen. Maar, minister, ik had nog een tussenvraag. Wat zijn de verschillende pistes die in het overleg, dat u blijkbaar al hebt gehad met minister Lieten, op tafel liggen? Ik vraag u niet welke piste uw voorkeur heeft. Waar liggen de mogelijkheden? Er was de ad-hocbeslissing van de vorige minister van Cultuur, de heer Anciaux. Op welke manier denkt u dit te moeten verankeren? Wat is uw idee daarover?
Minister Joke Schauvliege : Daar moet snel duidelijkheid over zijn. Voor de rest past dit in de beheersovereenkomst die we zullen sluiten. Al de rest wil ik graag een kans geven binnen het overleg. Het heeft weinig zin om dat hier allemaal op tafel te leggen.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door de heer Delva werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.