Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 03/05/2011
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de publieksdag met jongeren en senioren in het kader van de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT
- 1954 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, zaterdag laatstleden hebt u een publieksdag georganiseerd met jongeren en ouderen om te praten over de toekomst van de VRT. U stelt terecht dat ook de mediagebruiker een plaats heeft in het debat. U wilde een luisterend oor bieden aan twee specifieke doelgroepen: jongeren en senioren. Volgens u zijn dat de belangrijkste doelgroepen die door de VRT worden vergeten.
Minister, ik was eerlijk gezegd toch wat verbaasd over uw initiatief, vooral omdat het decreet bepaalt dat de nieuwe beheersovereenkomst zes maanden voor ingang afgerond moet zijn. Ik vond het eigenaardig dat zo kort bij die einddatum toch nog twee doelgroepen moesten worden geraadpleegd. Zijn er nog doelgroepen die u de komende weken en dagen moet spreken om hun visie op de toekomst van de VRT te geven?
Vorige week hielden we een actualiteitsdebat naar aanleiding van de overname van VT4 en VIJFtv door De Vijver. Onze goede collega Carl Decaluwe kwam toen plots op de proppen met het voorstel om de eindfase van de beheersovereenkomst uit te stellen. Mijn eerste idee u mag me dat niet kwalijk nemen was dat dit een een-tweetje was binnen de meerderheid, opdat u de tijd zou hebben om nog andere betrokkenen te horen in het kader van een vernieuwde VRT-opdracht. Gelukkig drukte u al snel zelf de vermoedens de kop in. Het was geen een-tweetje met de heer Decaluwe. U wilt de nieuwe beheersovereenkomst nog voor het zomerreces door de Vlaamse Regering laten goedkeuren. Meer nog, u stelde dat alle betrokken partijen tot in de puntjes voorbereid zijn om die overeenkomst te onderhandelen.
Ik veronderstel dat u en de Vlaamse Regering betrokken partij zijn, een nogal belangrijke betrokken partij zelfs. Ik begrijp niet goed dat u de twee belangrijkste doelgroepen nog moest raadplegen. Ofwel was u niet tot in de puntjes voorbereid ofwel bent u dit nu wel, ofwel was het initiatief van zaterdag niet meer dan een mediastunt. Misschien kunt u dit verduidelijken.
Daarnaast wil ik wijzen op de talrijke hoorzittingen die deze commissie heeft georganiseerd. Zowat alle betrokkenen konden worden gehoord: aan documenten, analyses, meningen zelfs afwijkende meningen, minister geen gebrek.
Eind vorig jaar publiceerde de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) een onderzoeksrapport over de publieksbevraging over de toekomstige taak van de VRT. Deze lijvige studie werd gemaakt door de onderzoekers van de Universiteit Antwerpen en kwam er in opdracht van de Vlaamse overheid. Ik veronderstel dat u dat weet. Het staat trouwens in het Mediadecreet onder artikel 20. Ik citeer: Ter voorbereiding van elke nieuwe beheersovereenkomst met de VRT organiseert de Sectorraad Media een publieke bevraging over de omvang van de openbareomroepopdracht en de invulling ervan tijdens de nieuwe beheersovereenkomst. Op basis van de resultaten van deze bevraging formuleert de Sectorraad Media een advies aan de Vlaamse Regering over de nieuwe beheersovereenkomst.
Minister, ik heb het even bekeken. Aan die bevraging namen 452 mensen deel tussen 15 en 34 jaar, dus jongeren, en 531 55-plussers, dus senioren of jong-senioren. Er zijn verschillende benamingen. Bent u al 55 jaar, mijnheer Decaluwe?
De heer Carl Decaluwe : Ik zie er misschien 55 uit, maar ik ben het niet.
De heer Bart Tommelein : Misschien was dat niet representatief genoeg en hebt u, minister, zaterdag de mogelijkheid gehad om heel wat meer mensen te beluisteren. Kunt u daarover wat duidelijkheid geven? Hoe representatief was uw publieksdag?
De SARC heeft uiteraard het advies aan de Vlaamse Regering bezorgd. We kunnen dat volgen of niet. U hoeft dat niet te doen, want het is een advies. Tenslotte wordt het beleid gevormd op basis van een duidelijke visie. Ik had graag geweten, minister, welke meerwaarde de publieksdag heeft gehad ten opzichte van een uitgebreide studie.
Minister, waarom neemt u dit initiatief en waarom op dit ogenblik, slechts enkele weken voor het afsluiten van de nieuwe beheersovereenkomst? Op basis van welke argumenten worden de doelgroepen senioren en jongeren gekozen en waarom andere doelgroepen niet? Er zijn uiteraard nog doelgroepen die met de openbare omroep te maken krijgen. Voldeed de publieke bevraging van de SARC niet om een beeld te krijgen over de visies van de verschillende mediagebruikers? Waarom wel of niet en kunt u dit toelichten? Wat zijn de resultaten van de publieksdag? Verschillen ze grondig van de studie van de SARC? Hebben de resultaten van deze dag uw visie beïnvloed over de beheersovereenkomst in het algemeen en in het bijzonder het derde net zeer actueel? Waarom wel of niet en op welke manier?
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, enige verrassing en verbazing waren ook mijn deel toen ik vernam dat u nog een publieksdag zou organiseren met jongeren en senioren. Uit uw beleidsnota en beleidsbrief weten we dat u graag studies krijgt en raadpleegt. Beleidsbeslissingen blijven zelfs weg uit de beleidsnota. Het gaat meer over studies en meten is weten. Daar heb ik niets tegen, maar het moet allemaal wel nuttig blijven en passen binnen een bepaald tijdspad.
Zoals de heer Tommelein zegt, zijn we niet ver meer van het onderhandelen en afsluiten van die nieuwe beheersovereenkomst. Hoe komt het dat u op het laatste moment toch nog beslist om zon publieksdag te organiseren? Ik vraag me dan af wat het statuut is van die publieksdag, en zeker wat de insteken zijn van die mensen. In hoeverre zal dat nog waardevol zijn voor de beheersovereenkomst, gelet op de vele hoorzittingen die we hebben gehad, zowel met mensen van binnen als met mensen van buiten de sector? Gezien al het werk dat er al verricht is, lijkt me dit een zeer laattijdig initiatief. Het initiatief had geïncorporeerd moeten zijn in de algemene publieksbevraging waarin is voorzien in het decreet. Dat zou de meest logische manier van werken zijn. Ook als u van mening was dat er meer aandacht moest zijn voor de senioren en jongeren, dan had dat perfect in die publieksbevraging opgenomen kunnen zijn en had men in die decretaal verankerde publieksbevraging meer aandacht kunnen besteden aan deze twee doelgroepen.
Betekent dit dat de publieksbevraging die er al is, te weinig waardevol was voor u? U vond blijkbaar dat u toch nog op het laatste moment een dergelijke publieksdag moest organiseren. Wat heeft die publieksdag gekost? Zoiets kan niet gratis zijn. Maar het moet toch nuttig zijn, het moet een meerwaarde bieden in vergelijking met de eerder georganiseerde publieksbevraging.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, ik sluit mij aan bij de vorige sprekers. Het verbaast mij dat u die twee doelgroepen zelf hebt geselecteerd of dat u daartoe de opdracht hebt gegeven. Dat zullen we dan meteen wel horen. De openbare omroep heeft namelijk nog meer doelgroepen.
Wat was dat nu? Een praatbarak, een open forum, een open café, een gezellige namiddag waar ook een dansje kon worden gepleegd en een vraag over de VRT gesteld? Dat is mij niet duidelijk. Was dat een instuif, een joint party? Of was het, zoals sommige collegas hier suggereren wat ik nooit zou durven , een mediastunt om in de krant te komen, waarbij u een bevraging doet en er dan van uitgaat dat u zelf initiatieven neemt? Ik laat het in het midden.
Vooraleer ik hierover voluit mijn mening geef, heb ik een antwoord nodig op een paar extra vraagjes. Hoeveel inschrijvingen werden er voor die beide doelgroepen geregistreerd? Hoeveel inschrijvingen werden er geselecteerd? Er is een verschil tussen inschrijving en selectie. Ik verneem dat het jongerenpersagentschap StampMedia instond voor de coördinatie en selectie van de deelnemers. Volgens welke criteria werd er geselecteerd? Met alle respect, maar ik kan dit ook doen: een oproep lanceren via Facebook en dan zeggen dat ik duizend man over de vloer heb gehad en dat het een goede bevraging was. Dat is een makkie. Ik ken de truken van de foor in de media al jaren.
Via welke mediakanalen werd dit initiatief bekendgemaakt? Ik bedoel dan niet de kranten waarin de mededeling stond die, vermoed ik, u hebt uitgestuurd. Kun je überhaupt een conclusie uit die meeting trekken? Zo ja, dan ben ik zeer verheugd. Ik vermoed dat u haar graag met ons zult delen want sharing is tegenwoordig in, ook voor de 50- of 60-plussers.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer Tommelein, u hebt het over een een-tweetje. Ik ga liever recht op het doel af. Ik heb vorige week niet gepleit voor een uitstel. De heer Caron heeft gepleit voor een verlenging van zes maanden. Ik heb enkel gesuggereerd dat er eens moest worden nagedacht. Ik heb het niet gehad over uitstel, enkel over temporiseren. (Opmerkingen van de heer Bart Tommelein)
Ik zal niet herhalen wat mijn collegas hier naar voren hebben gebracht. Dat verrast mij allemaal niet. We zitten hier als politici onder elkaar. Elke politicus, en zeker de minister, heeft het recht om initiatieven te nemen. (Opmerkingen van de heer Wim Wienen)
Geduld, mijnheer Wienen. Minister, u zegt dat we enkele decretale opdrachten hebben, onder andere een publieksbevraging. Men kan zich afvragen: waarom deze doelgroep wel en een andere niet? Misschien is er volgende week nog een andere doelgroep. De vraag voor mij is wat dat heeft gekost, maar vooral ook op welk begrotingsartikel dit werd gealloceerd. Gebeurde dat op een technisch begrotingsartikel waar er nog een aantal andere algemene punten op staan, of gebeurde dat op het kabinet? Als het in het kader van het kabinet gebeurde, dan betekent dit dat het een politiek initiatief was, los van het decretale. Het is belangrijk dat men hierover duidelijkheid creëert. We kijken met groot ongeduld uit naar de komende debatten met de belangrijkste actoren van de openbare omroep, de Vlamingen, die worden vertegenwoordigd door de volksvertegenwoordigers. Zijn er nog dergelijke initiatieven op komst?
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Collegas, ik zal, met de kennis die ik heb, zoveel mogelijk vragen beantwoorden. De antwoorden op de vragen over wat het heeft gekost en bij welk artikel dit werd gealloceerd, zal ik aan het secretariaat overmaken. Eerst wil ik het hebben over de inhoud zelf, vertrekkend vanuit de vragen van de heer Tommelein.
Dit initiatief was al langer in voorbereiding. Ik heb een tijdje geleden aan de administratie gevraagd om dat te organiseren en voor te bereiden. Heel veel mensen, en niet het minst de leden van deze commissie hebben, ter voorbereiding van de beheersovereenkomst, verschillende gesprekken gevoerd met heel veel stakeholders, die allemaal bijkomende elementen op tafel hebben gelegd. Het is nuttig om daarmee in de laatste onderhandelingen rekening te houden. Ik ben daar ook zelf al meerdere maanden mee bezig, voor en achter de schermen. Ik luister naar zoveel mogelijke mensen om te weten wat zij belangrijk vinden, om daar rekening mee te kunnen houden.
Naast de professionele mediasector en de professioneel georganiseerde middenveldorganisaties vond ik het belangrijk om ook Vlaamse burgers die niet georganiseerd zijn hun mening te laten zeggen en vooral om met hen op een kwalitatieve manier in debat te gaan. Het was niet zozeer de bedoeling om een kwantitatief representatieve groep bijeen te brengen maar vooral om een kwalitatief onderzoek te doen.
Er is in de beheersovereenkomst uiteraard sprake van meer doelgroepen dan deze twee. Ik heb in mijn visienota aangegeven dat de doelgroepen van de jongeren en de senioren wat meer focus moeten krijgen. Als ik het heb over jongeren, dan heb ik het over jongeren van 12 tot 18 jaar. Dat is, voor alle duidelijkheid, vandaag niet het publiek van Ketnet. Voor senioren leg ik de grens op 60 jaar. Dat is consistent met wat ik in de visienota heb geschreven: Wat betreft jongeren wijst onderzoek op een laag bereik van deze doelgroep. Zo maakt onderzoek van professor Jo Bauwens duidelijk dat jongeren vanaf 12 jaar zich vaak minder aangesproken voelen door het aanbod van de VRT en minder bereikt worden. Ook heel wat organisaties (onder andere in het onderwijs, het middenveld en de culturele sector) vinden dat jongeren ondervertegenwoordigd zijn in het aanbod van de VRT. De multimediale omgeving wordt enerzijds gezien als de oorzaak van het moeilijke bereik van jongeren. ( ) De Jeugdraad merkt in een advies vooral op dat het aanbod voor jongeren gewoonweg vrij beperkt is. Jongeren herkennen zich niet in het aanbod en voelen zich niet aangesproken. Behalve op de radio waar onder meer StuBru en in toenemende mate MNM aantonen dat ze een belangrijk doelpubliek kunnen enthousiasmeren, valt er voor jongeren niet veel te beleven op de VRT. Extra inspanningen zijn dus nodig. Voor jongeren moet er zeker gewerkt worden aan een betere benutting van de complementariteit tussen de verschillende media. Het stimuleren van interactie, participatie en cocreatie enerzijds en het aanbieden van muziekgenres en televisieprogrammas die aansluiting vinden bij de leefwereld van jongeren anderzijds zijn actiepunten.
Over medioren en senioren heb ik geschreven dat ook zij meer aandacht verdienen: Deze groep wordt weliswaar goed bereikt, maar het is niet duidelijk of ze altijd tevreden zijn met het aanbod van de VRT. Generaliserend gesteld is deze groep minder interessant voor private ondernemingen. Deze groep wordt echter wel steeds groter en vraagt soms ook om slow televisie. Ik pleit daarom niet voor specifieke medioren- of seniorentelevisie. Ik denk wel dat meer aandacht voor deze groepen in het aanbod zeker wenselijk is.
Dat heb ik in de visienota geschreven, vandaar de focus op deze twee doelgroepen, om met hen een kwalitatiever debat te kunnen voeren.
Dit evenement was niet vlug-vlug georganiseerd. Ik heb mijn departement al een aantal maanden geleden gevraagd het voor te bereiden. Het past in de voorbereidingen die we hadden gepland. Dat heb ik ook vorige woensdag gezegd: iedereen moet goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komen. Ik had in mijn voorbereiding al rekening gehouden met deze publieksdag.
Dit doet geen afbreuk aan de resultaten van de publieksbevraging van de SARC, integendeel. Ze werd uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen in samenwerking met de masteropleiding Meertalige Professionele Communicatie (MPC) en is een waardevol instrument. Ze biedt ons een staalkaart van de verschillende meningen van het algemene publiek over de VRT. Ik wou echter meer specifiek op een kwalitatieve manier inzoomen en de dialoog aangaan met de jongeren en de senioren. Dat past perfect in de inspraak die wij met de overheid nastreven. Ik heb altijd gezegd dat de VRT er voor iedereen moet zijn, zoals ook de dorpen en de straten en de pleinen van iedereen zijn. Het zal, zeker in het licht van de technologische omwentelingen in de mediasector, zeer belangrijk zijn om iedereen te bereiken, dus ook de senioren en de jongeren. In dit kader was die publieksbevraging gepland, om een uitgebreidere dialoog te hebben.
Met de jongeren en senioren hebben wij een aantal vragen en stellingen doorgepraat. Aan de jongeren vroegen wij of de VRT helemaal voor het multimediale moet kiezen, op één platform, speciaal voor jongeren. Zo ja, willen zij daar zelf aan participeren? Hoe zien zij de rol van jongeren als media-créateur? Wat willen zij op dat platform zien gebeuren? We hebben ook gesproken over de subculturen van jongeren: de metallos, de hippe hoppers, de knuffelrockers en Mozartlovers en nog vele andere subculturen. Moeten die allemaal op de een of andere manier aan bod komen in het aanbod van de VRT? Hoe moeten we daarmee omgaan? Hoe zouden de jongeren dat zelf aanpakken? Hoe zien zij dat zelf? Verwachten de jongeren van de VRT het serieuze, zoals het nieuws en de informatie? Of willen zij meer worden opgenomen in de gewone programmering? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat jongeren zich als volwaardige partners kunnen beschouwen? Heb ik de toestand in mijn visienota, gebaseerd op de studie van Jo Bauwens, goed ingeschat? Is de toestand kritiek of zijn we kritisch genoeg? Of is het niet zo dramatisch? Hoe gaan jongeren met mediagebruik en mediawijsheid? Hoe kijken ze daarnaar?
De senioren hebben soms het gevoel dat ouderen aan de kant worden gezet. Is dat terecht of ten onrechte? Komen ouderen aan bod in de programmas, of zijn het allemaal hippe jongens en meisjes die je ziet op het scherm? Is de beeldvorming in verband met ouderen clichématig of niet? Krijgen senioren positieve aandacht op de VRT? Klopt het beeld dat op de openbare omroep van senioren wordt opgehangen? Hoe kunnen we dat beeld het best bijstellen? Hoe gaan we om met allochtone senioren? Komen Vlaamse ouderen beter in beeld dan senioren van allochtone afkomst? Hoe kunnen we de oudere generatie van allochtonen bereiken en met haar een interactie hebben? Hoe zit het met de toegankelijkheid? Ouderen hebben daar vragen over. Is het aanbod echt toegankelijk, zowel financieel als technisch? Televisiekijken vergt steeds meer kennis, zeker digitale tv. Hoe zit het met de ondertitels en de snelheid van de programmas? Hoe zit het met het zendschema? Komt het overeen met het levensritme van de senioren? Zien zij de programmas op momenten van de dag dat ze die willen zien? Hoe zit het met de participatie? Kunnen ouderenorganisaties op een of andere manier meehelpen om het aanbod beter te laten aansluiten? Hoe moeten we dat organiseren? Welke kanalen vinden zij dat we daarvoor moeten gebruiken? Dat zijn de onderzoeksvragen die we hadden vooropgesteld. Die zijn hertaald door de gespreksbegeleiders, om op een interactieve manier met de verschillende doelgroepen te kunnen praten.
We hadden inderdaad ook mediamakers van de toekomst uitgenodigd. Daarbij heeft StampMedia een rol gespeeld, niet bij het selecteren van jongeren, maar wel bij het verslaan van het hele gebeuren. Die mediamakers van de toekomst hebben we gevraagd om op hun manier die dag te volgen en daarover verslag uit te brengen in de vorm van een foto- en een videoreportage, aangevuld met reacties die ze zelf hebben opgetekend. Dat kun je bekijken op de website van StampMedia.
Er zijn een persbericht en fotos verspreid via Belga. Het was zeker geen media-event. We hebben puur ter informatie een persberichtje verspreid, maar we hadden geen pers uitgenodigd. Het was niet de bedoeling om er een media-event van te maken. Het was vooral de bedoeling om kwalitatief in dialoog te gaan met de jongeren en de senioren.
Wat heb ik daaruit geleerd? Het is me heel duidelijk geworden dat, als we willen dat de VRT aansluiting vindt bij de jongeren, het internet cruciaal is. Jongeren kijken bijna niet meer lineair. Primair zullen ze via het internet contact krijgen met de merken van de VRT. Het is geen nieuwe vraag, maar ze hebben ze met veel kracht uitgesproken, om specifieke formats te maken voor tablets en smartphones. Die discussie hebben we hier ook al een beetje gevoerd.
Jongeren hechten er ook heel veel belang aan dat elk programma interactief wordt vertaald, dat het een verlengstuk heeft op de socialenetwerksites en dat daarover verder een dialoog kan worden gevoerd. Ze willen veel meer inbreng in de programmas. Ze waren redelijk ontgoocheld over de programmas op de VRT en de inbreng die ze daarin vandaag hebben. Ze willen eigen content kunnen aanleveren, eventueel met professionele ondersteuning. Ik sta versteld van de creativiteit en de vernieuwende ideeën bij die jongeren, die heel inspirerend kunnen zijn, ook voor ons.
De jongeren waren heel scherp in hun analyses en verwoordingen. Dat komt de duidelijkheid zeker ten goede en voedt het maatschappelijke debat. Ze waren ook zeer grote voorstanders van meer diversiteit in de inhoud van de programmas. De meeste jongeren leven in een diverse en multiculturele samenleving. Voor hen is diversiteit geen issue meer. Zij zijn het gewoon om er dagelijks mee om te gaan. Ze benadrukken het belang daarvan.
Ze vonden het ook zeer belangrijk om niet op een paternalistische manier te worden behandeld door de VRT. Ze willen meer eigen inspraak en betrokkenheid. Ook authenticiteit is belangrijk. Dat is misschien soms een spanningsveld.
De senioren dan. Er is een grote diversiteit aan senioren, zoals hier ook uit de reacties is gebleken. Er zijn jonge senioren, oude senioren, interactieve senioren of senioren die hulpbehoevend zijn. De senioren vinden dat die diversiteit zou moeten blijken in de programmas op de VRT. Ze vinden het beeld dat van hen wordt opgehangen nu eerder stereotiep. Ze zouden het aangenaam vinden als er ook meer oudere iconen van hun generatie, presentatoren en programmamakers, aan bod zouden komen en dat het niet alleen frisse meisjes en jongens zijn van de nieuwe generatie. Ze zouden graag ook hun helden, om het zo te zeggen, terugzien.
De senioren zijn voorstander van een mix van programmas, waarin verschillende leeftijden aan bod komen. Dat vond ik ook een zeer interessante insteek. Ze zien het als hun taak en als een meerwaarde om ook in discussie te kunnen gaan met jongeren. Ze zoeken niet de polemiek op, maar de interactie.
De senioren willen zich graag nuttig maken en tonen dat ze nuttig zijn voor de maatschappij omwille van hun ervaring, expertise en levenswijsheid. Ze vinden dat soms clichématig juist het tegenovergestelde wordt gebracht, dat ze in de hoek worden geduwd van de generatie die heeft afgedaan, terwijl ze zelf heel veel zin hebben om hun ervaringen en levenswijsheid ter beschikking te stellen.
De senioren zien voor de overheid een educatieve rol weggelegd, om hen bijvoorbeeld wegwijs te maken in het gebruik van nieuwe media. Heel veel senioren zijn daarmee bezig, zijn zoekende. Ze verwachten ook iets van de VRT.
Senioren zien het betrekken van verschillende groepen uit de maatschappij als een langzaam proces dat positief moet worden bijgesteld. Ze vinden dat oudere allochtonen moeten worden betrokken, bijvoorbeeld via hun kleinkinderen. Daar is de drempel al veel lager. Verder denken de senioren dat een positief rolmodel of een grotere aanwezigheid in het publiek voor deze specifieke doelgroep zeker belangrijk kan zijn. Tot slot hebben heel veel senioren zich kandidaat gesteld en bereid verklaard om in de toekomst verder mee te denken met de VRT over hoe daaraan invulling te geven.
Deze dag had een eigen doelstelling. Het was een kwalitatieve, interactieve discussie. Het is aanvullend aan wat de SARC gedaan heeft. Het waren ook andere vragen, meer in de diepte. De SARC moet de vragen uiteraard op voorhand maken, iedereen moet dezelfde vragen beantwoorden en er is weinig ruimte voor interactiviteit. Dat wilden we juist wel creëren.
Voor mij was dit belangrijk. Enkele maanden geleden had ik al het initiatief genomen om dit voor te bereiden. Uit de dialoog met de Vlaamse kijkers, hoe divers ze ook zijn, komen we toch veel te weten dat ons kan helpen om de strategische doelstellingen van de VRT verder vorm te geven.
Ik ben er tevreden over. De dag was voor mij persoonlijk inspirerend. De vele reacties en de betrokkenheid van de aanwezigen gaven aan dat de VRT van iedereen is. Iedereen heeft er een mening over en wil erover in dialoog treden. De resultaten waren aanvullend en hebben een aantal dingen op scherp gesteld voor mij.
Mijnheer Tommelein, u verwijst naar het derde net, de noodzaak en de haalbaarheid ervan. In mijn visienota heb ik aangegeven dat het voor mij bespreekbaar is, maar dat de VRT moet komen met een duidelijke motivatie. Wat willen ze ermee doen en hoe gaan ze het betalen? Ik heb de deur open gezet. Ik heb niet oké gezegd. De VRT bereidt haar visie voor. Die afweging gaan we moeten maken in de finale onderhandeling voor de beheersovereenkomst.
Een derde net geeft bijkomende mogelijkheden aan de VRT. Het zou ervoor moeten zorgen dat de VRT meer kan doen dan vandaag. Ik heb uitdagingen geschetst in de visienota, bijvoorbeeld jongeren. Dat is iets anders dan Ketnet bis of Ketnet enkele uren meer. Sommige mensen maken er een simpel debat van. Ik heb in de visienota uitdrukkelijk gesteld dat het debat open is. Ik sta ervoor open als het de VRT kan helpen om haar taak beter uit te voeren in het nieuwe medialandschap. De VRT moet een duidelijke meerwaarde aantonen. Ik heb zelf aangegeven wat ik belangrijk vind. Jongeren zijn een uitdaging. Dat is voor alle mediabedrijven zo, ook voor de VRT. Misschien is het derde net een mogelijkheid, misschien niet, maar wat mij betreft, gaat dat veel verder dan gewoon het zendschema van Ketnet verlengen.
Collegas, voor mij was het dus een geslaagde dag. We gaan nu, zoals afgesproken en opgenomen in de planning ter voorbereiding van de beheersovereenkomst, de volgende weken op ons schema verder.
De heer Bart Tommelein : Dank u, minister. Ik heb aandachtig geluisterd. Voor sommige zaken kan ik begrip opbrengen, bij andere zaken heb ik mijn bedenkingen. Het zijn wel vrij grote doelgroepen. Hoewel, jongeren zijn niet zon grote doelgroep, maar 55-plussers wel. Binnen dit en een paar jaar is dat meer dan de helft van onze bevolking. Sommige mensen lijken dat nog altijd niet door te hebben.
Ik heb mijn bedenkingen bij de methode. Er wordt aan de SARC en via universiteiten de opdracht gegeven om een bevraging te doen. Blijkbaar voldoet dat niet en moet u dan nog een inhoudelijke bevraging doen met Jan Modaal, op een ongestructureerde manier. Ik kan begrijpen dat u daaruit veel geleerd hebt, minister. Heel wat zaken die u nu zegt had ik al een tijdje door. Als je hier drie maanden hoorzittingen organiseert, hoor je ook de Gezinsbond, de cultuurfondsen en andere organisaties. Misschien had uw kabinet ook eens alle verslagen van deze hoorzittingen moeten lezen, dan was u ook al vrij ver gekomen.
Het moet me van het hart. De hardwerkende Vlaming die zorgt voor de financiering van het geheel wordt nooit geraadpleegd. Dat is de leeftijd 34 tot 55. Dat zijn voorlopig nog wij, mijnheer Decaluwe. Dat zijn mensen die met twee gaan werken, die zorgen dat de zaak betaald wordt. De mening van die groep wordt nooit gevraagd. Het zijn altijd de zijkanten die bevraagd worden.
Minister, u hebt veel bijgeleerd. Misschien hebt u ook een aanpassing aan uw visienota die u nu kunt aankondigen?
Er is toch wel een probleem met de SARC. Men vraagt voor zon belangrijke gebeurtenis als het maken van een nieuwe beheersovereenkomst in een nieuw medialandschap om adviezen te geven en aanbevelingen te doen, maar dat lukt blijkbaar niet, zodat u nog halsoverkop bijkomende initiatieven moet nemen, op een vrij ongestructureerde manier. Dat lijkt me op een probleem te wijzen.
Ook verrassend: u hebt gelijk. U hebt de deur open gezet voor een derde zender. Ik dacht dat u een meer fervente verdediger en voorstander was. U zegt nu gewoon dat u enkel de deur open hebt gezet en dat ze maar moeten zien wat ze daarmee doen. Ik kan ook deuren open zetten. Als je alle groepen in de samenleving bekijkt, kan de VRT als openbare omroep wel vijf of zes zenders gebruiken: voor jongeren, ouderen, kinderen, allochtonen en misschien zelfs één voor vrouwen. Er zijn voldoende doelgroepen. Dan kunnen ze iedereen bereiken.
Ik heb vragen bij die bereikbaarheid. Ik vind dat de overheid, het parlement en u als minister moeten zorgen dat alle Vlamingen bereikt worden. De VRT heeft zich als missie een beetje als de messias gesteld dat ze iedereen moet bereiken. Een deel niet bereiken is verkeerd. Daarvoor moeten ze alle middelen hebben, zoveel mogelijk zenders en zoveel mogelijk kanalen. Ik heb daar mijn bedenkingen bij. De VRT moet een bereik hebben dat verdedigbaar en verantwoord is. Ik vind ook dat dat moet voor een openbare zender. Maar de ambitie om iedereen te bereiken en zelfs om ervoor te zorgen dat anderen zo weinig mogelijk bereiken, stoot me tegen de borst.
Minister, ik ga u het nemen van initiatieven uiteraard niet ontzeggen. Alles bij elkaar blijft het wat mij betreft toch een mager beestje en een mager resultaat.
De heer Carl Decaluwe : Minister, elke politicus heeft vanzelfsprekend recht op initiatieven. Hoe meer, hoe beter, zou ik zeggen. Je kunt altijd iets bijleren. Ik ben ook wel niet onder de indruk van de inzichten die daar geponeerd zijn, als je de voorbije periode veel studies hebt gelezen, vooral ook in de USA. Dat is nu wat het is, als dusdanig.
Uw antwoord over het derde kanaal vond ik langs de ene kant verhelderend en langs de andere kant tegelijk verwarrend. Het is belangrijk om goed te weten: wie heeft dat naar buiten gebracht? Dat was de minister voor Media, die op een dinsdagavond aan de VUB uitdrukkelijk pleitte voor een derde kanaal voor de jongeren. Minister, dat staat ook in uw visienota. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Het staat er niet in, maar ik zeg nog eens wat er uiteindelijk in de media is gekomen. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Dat is het juist. De perceptie is nog eens bevestigd. Ik heb dat ook gelezen. U hebt het in de plenaire vergadering van vorige woensdag nog eens bevestigd. Toen heeft mijn goede collega de heer Tommelein zich behoorlijk boos gemaakt op u. Maar dat doet er niet toe. Ik heb ondertussen ook uitleg gekregen over dat derde kanaal. Wat mij het meest is bijgebleven, zijn de verklaringen van de VRT-directie in dit parlement. Uiteindelijk wist ik ook niet meer wat de bedoeling was. Men zegt dat men voor jongeren moet gaan. Als men dat kan onderbouwen en binnen de budgettaire middelen blijft, heb ik daar geen last mee. Maar wat de VRT-mensen hier publiekelijk hebben verklaard, doet mij argwaan krijgen. Dat ging over veel meer dan alleen maar jongeren. Als ze hier extra middelen willen krijgen, zullen ze kleur moeten bekennen. We moeten weten waarover het gaat. Ik heb, zeker na de laatste hoorzittingen, dubbel en dik het gevoel gekregen dat er hier een hidden agenda is.
Minister, u moet voorzichtig zijn als u praat over zendschemas en dergelijke. Dat is puur de zaak van de VRT. Wij moeten daar geen uitspraken over doen. Of het zendschema van Ketnet in de breedte of in de diepte moet worden verlengd, dat is een zaak van de VRT. Wij moeten de grote doelstellingen poneren.
Minister, we kunnen nooit genoeg bevragen. Maar als u in volle plenaire vergadering zegt dat deze beheersovereenkomst de best voorbereide ooit is, dan moet u beseffen dat dit een bijzonder gevaarlijke uitspraak is. Dat zal wel blijken. Als we hier tegen eind 2013 zullen evalueren, zou dat wel eens een zeer gevaarlijke uitspraak kunnen blijken te zijn. Het is niet voldoende om God en klein Pierke te ondervragen. De essentie van wat de heer Tommelein vraagt, is: zullen er ook een aantal zaken wijzigen?
Voorzitter, ik hoorde het u vorige woensdag ook zeggen en ik hoor het nu nog eens. Tenzij u het budget verdubbelt mij niet gelaten zal de VRT met dezelfde middelen of met traag groeiende middelen keuzes moeten maken. Men kan niet meer alles doen. Dat wordt de grote opdracht van de Vlaamse Regering: de beheersovereenkomst zodanig maken dat de VRT keuzes zal moeten maken en hier niet weer over een of twee jaar met het uitgestoken handje staat. Dat is nu al de voorbije tien, twaalf jaar zo geweest. De VRT heeft geld te kort en komt hier geld vragen. Ze moeten hier volgend jaar of binnen twee jaar niet staan. Ik zal met mijn fractie nooit van mijn leven nog bijkomende middelen goedkeuren. Wij hebben genoeg verwittigd. Wij zullen niet meer bijpassen. De VRT zal moeten keuzes maken. Dat leidt daarom niet tot een krimpscenario of een nichezender.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Ik bevestig wat de heer Decaluwe zegt over de hidden agenda van het derde kanaal. Toen de VRT daar voor het eerst over sprak, heb ik ook vastgesteld dat men het onder meer had over het feit dat Ketnet onder de druk kwam te staan van de verschillende jongerenzenders van de commerciële sector. Dat lijkt mij concurrentietaal. Men zegt dat de eigen zender onder druk komt en dat men de concurrentie van de commerciële zenders niet meer aankan. Maar de concurrentie aangaan met de commerciële spelers is natuurlijk niet de opdracht van de openbare omroep. Ik heb dat ook vorige woensdag in het debat gezegd.
Enkele weken later hoorden we dat er een probleem was met programmaties en dat Ketnet moet worden onderbroken door Sporza. Dat is iets helemaal anders. Dan kun je je niet verbazen over het feit dat wij als eenvoudige parlementsleden, die dat allemaal zien, toch enigszins wantrouwig worden over waarom men nu per se dat derde kanaal wil.
Wat deze materie betreft, door mijn goede collega de heer Tommelein aangebracht: ik heb door uw antwoord enigszins zicht gekregen op waarom u het initiatief hebt genomen, maar ik heb maar weinig zicht op het statuut van het initiatief en het kader ervan. Wat is de kostprijs van dat initiatief en waar is het geboekt? Ik kan aannemen dat u daarop niet staand ter zitting kunt antwoorden, maar het is wel belangrijk dat te weten. Wordt dit initiatief gefinancierd vanuit de algemene begroting voor Media? Komt het vanuit het kabinet?
U hebt gezegd dat de overheid inspraak moet nastreven en dat iedereen moet worden bevraagd. Ik ben het daarmee eens. Maar hoe is de selectie van de op die publieksdag aanwezige jongeren en senioren gebeurd? Ik hoor in uw antwoord weinig aandacht voor de representativiteit van die groep. Wat is daarvan de wetenschappelijke waarde? U zegt in uw antwoord wat de senioren en de jongeren vinden over waar het met de VRT naartoe moet. Maar zijn die groepen wel representatief? Ik heb de indruk dat u voor de jongeren uw kinderen en neefjes en nichtjes hebt uitgenodigd, en voor de senioren uw ouders en tantes en nonkels, want uw antwoord strookt volledig met uw visie op de VRT en met wat u denkt dat er met de VRT moet gebeuren. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Dat vind ik enigszins eigenaardig aan wat u uit deze publieksdag hebt geleerd. Het valt mij op dat de stellingen die u op basis van deze publieksdag hebt opgesomd toevallig allemaal zaken zijn waarvoor u al hebt gepleit, ook in verband met het multimediale aspect van de VRT en dergelijke. Dat doet mij vermoeden waarom u deze publieksbevraging hebt georganiseerd. U had in het meerderheidsoverleg over de beheersovereenkomst wat tegengas nodig. Ik denk dat de heer Decaluwe het niet volledig eens is met alles wat werd opgesomd.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, voor mij zijn na uw antwoord een aantal zaken duidelijk geworden. U weet niet wie er is langsgekomen, u weet niet hoeveel het gekost heeft, u weet niet hoe die mensen geselecteerd zijn. Ik geef u nog een zinnetje mee uit de internationale mediawereld u kunt het opschrijven voor uw kabinet: Know your audience, then ignore their advice.
Laat ons serieus blijven. Ik vind het wel gezellig om op een dinsdagnamiddag na een lekkere lunch hier te komen leuteren. Maar wat u hebt gezegd, vinden mensen die de media volgen zelfs in een gewone nieuwsbrief. Hetzelfde is vragen wat de mensen nu graag zien of horen. Een aantal radio- en televisiezenders hebben dat eens geprobeerd. Ze zijn daarmee gestopt. Ik ben de laatste om te zeggen dat u geen initiatieven mag nemen. Maar dit ademt een zo hoge graad van amateurisme uit, dat ik me zorgen begin te maken over de beheersovereenkomst die we zullen krijgen.
Als een paar van de adviezen uit een dergelijk iets komen, denk ik dat u het omgekeerde gaat doen en sommigen zullen dat fijn vinden van wat u eigenlijk wil bereiken bij de openbare omroep. Het staat haaks op de huidige evolutie van media consuming. Ik begrijp dat u een VRT wilt die qua programming is samengesteld als de ultieme lappendeken waarin iedereen overal en altijd in heel Vlaanderen op een of andere manier bereikt wordt. Dat is een oude mediaconsumptieformule uit de analoge, lineaire, vorige tijd. De realiteit is dat we specialisaties hebben, doelgroepversmallingen, doelgerichte doelgroepen en digitalisering. Dat is de toekomst. Als ik dit allemaal zie, vraag ik mij in godsnaam af hoe Sandra De Preter al die doelgroepen gaat samenbrengen. Dan zal het marktaandeel verder zakken en zullen we minder moeilijke vragen stellen.
In uw visienota staat iets wat niet meer van deze tijd is. Moet de VRT iedereen bedienen? Ik vraag u dat dikwijls. Ik zeg u: neen. Niet omdat dat mijn persoonlijke voorkeur is, maar omdat het onmogelijk is. Iedereen willen bereiken is een oude mediagedachte. Dat is niet meer haalbaar. Hier wordt gepraat over een derde kanaal. Als de VRT iedereen moet bereiken, elke Vlaming in de breedte en alle doelgroepen, dan moet u ervoor zorgen dat ze tien kanalen hebben. De mediaconsument wil die lappendeken niet meer. Hij wil zijn verhaal, zijn consumptie. Ik vrees dat we met dergelijke initiatieven de bal nog verder van het doel wegslaan dan waar we naartoe moeten.
Dit is totaal niet representatief. Dit is gewoon leuk. Dat is als een poll op Het Laatste Nieuws online. Sommige zenders maken daar nieuws van. Dit vind je in de Nina tijdens het weekend. Best grappig, maar niet meer dan dat. Dat heb ik begrepen uit uw antwoorden. Het is fijn voor u dat u daarmee wat media-aandacht hebt gehaald. Dat gun ik u van harte, maar ik denk dat we dit even volledig mogen negeren.
De voorzitter : De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken : Minister, als ik mij goed herinner, waren er voor deze publieksdag spotjes op radio en tv. Men kon zich aanmelden door te surfen naar een bepaalde website. Ik veronderstel dat de mensen zich moesten aanmelden via e-mail. Daarmee kun je heel wat jongeren bereiken, maar niet de hele groep senioren. Niet iedereen is internet- of computergeletterd of hoe je dat ook noemt. Hopelijk hebben de mensen ook op een andere manier kunnen deelnemen aan deze activiteiten.
Ik denk dat het op zich wel inspirerend kan zijn om eens te brainstormen en van gedachten te wisselen. Ik heb daar niets op tegen. Zoiets moet kunnen. Iedereen gaat wel eens luisteren en ideeën opdoen. Ik heb wel een aantal nuttige zaken gehoord, zoals het feit dat senioren nogal houden van vertrouwde tv-gezichten en geloofwaardige mensen en helden van vroeger. Dat doet mij deugd. Vroeger waren er marketeers die stelden dat die doelgroep niet interessant is voor de commercie. Uitgerekend die gezichten van vroeger werden door de marketeers gewipt omdat ze niet hip of sexy genoeg zijn. Het doet deugd dit argument eens te horen. Misschien kan men daar in de toekomst rekening mee houden.
Ik weet niet of de vraag is gesteld, maar is de jeugd, de 12-plussers, dan niet tevreden met het bestaande aanbod op de andere kanalen van de commerciële zenders: TMF, JIM, MTV, Kanaal 2, Gunk, YouTube en andere zaken? Op zich is er al een vrij groot aanbod. Is het nodig om nog andere dingen te doen? Blijkbaar wel. Hoe budgetteer je dat? Wat zet je daar tegenover? Ik heb vernomen dat een studie dat zal moeten uitwijzen binnen het kader van dat derde kanaal. Wat zal er veranderen voor senioren? Zal men daar bij het opstellen van de beheersovereenkomst rekening mee houden? Zal er dan ook iets worden gestart zoals MAX, de zender in Nederland? Dat is een goed voorbeeld. Ik vernam al van verscheidene seniorenverenigingen dat zoiets nog niet bij ons bestaat. Het is de moeite om dat eens te bekijken. Werd aan de senioren ook gevraagd wat zij van de muziekkeuze op de radio vinden? Of werd het enkel op televisie toegespitst?
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Ik wil nog een paar zaken rechtzetten.
Mijnheer Verstreken, ik weet van geen spotjes. Misschien was dat voor iets anders.
Collegas, wij kunnen van mening verschillen fair enough , maar voor mij is het duidelijk dat de VRT haar missie moet proberen te realiseren voor elke Vlaming. Voor elke Vlaming moet de VRT zorgen dat er nieuws, sport, cultuur en entertainment is, in de juiste volgorde en in evenwicht. Als dat het uitgangsprincipe blijft, moeten we erkennen dat de doelgroep waarover de heer Tommelein spreekt, van 34 tot 55 jaar, al vele jaren in het vizier is. Dat is zo vanwege een andere reden. Daarover heb ik in mijn visienota ook gezegd dat de VRT haar beleid moet bijstellen. De groep van 34 tot 55 jaar is voor adverteerders interessant. Dat is de doelgroep waarop ook de privézenders volop focussen. Net de VRT moet zich niet laten leiden door wat de adverteerders interessant vinden, maar proberen alle Vlamingen te bereiken. Daarbij is bijzondere aandacht nodig voor wie niet in de doelgroep van 34 tot 55 jaar zit.
Dat wou ik met de publieksdag doen: juist met de jongeren en senioren in dialoog gaan, om te kijken wat zij verwachten, want zij moeten veel meer in het vizier komen van de VRT. Het is niet de bedoeling om de andere doelgroep weg te duwen. Die zit sowieso al vooraan in de strategie van de VRT de voorbije jaren. We hebben juist gezegd dat de VRT zich niet meer zozeer door kijkcijfers moeten laten leiden, maar wel door bereik. Dat bereik betekent iedereen in Vlaanderen en dat is meer divers. (Opmerkingen)
Ik zeg niets nieuws. Lees nog eens mijn visienota. Misschien gaan we elkaar nog beter begrijpen, naarmate we beter naar elkaar luisteren. (Rumoer)
Mijnheer Tommelein, ik vind het een beetje onkies dat u het hebt over de werkende Vlaming. Die senioren hebben ook allemaal gewerkt en bijgedragen tot de opbouw van onze overheid en onze welvaart. We moeten die nu niet afdoen als onproductieve mensen, die daarom niets te zeggen hebben. (Opmerkingen van de heer Bart Tommelein)
Het gaat over bereik. Ik wil focussen op jongeren en senioren omdat ze meer naar voren moeten worden gehaald.
Als ik heb gezegd, ook in de plenaire vergadering, dat dit de best voorbereide beheersovereenkomst is, was dat vooral als een pluim voor u, commissieleden, bedoeld. U hebt heel veel groepen en mensen gehoord. Ik heb dat ook gedaan, maar de commissie zeker ook. Al die meningen verrijken ons in de voorbereiding van dat finale debat.
Het is zeker niet zo dat we daarmee de ene of de andere willen desavoueren. De SARC heeft zijn werk gedaan. De SARC heeft ook een studie gevoerd naar en een appreciatie gegeven over de marktwerking. Dat heeft de commissie ook niet belet om hier marktspelers uit te nodigen en rechtstreeks met hen in dialoog te gaan. U hebt zich daartoe ook niet beperkt en de vrijheid van onderzoek, om het zo te zeggen, gebruikt. Dat heb ik ook gedaan.
Het was niet de bedoeling om een representatief staal te hebben. Het was de bedoeling om kwalitatief te praten met enkele kijkers uit de doelgroep. Ik moet u teleurstellen, mijnheer Wienen, de kinderen spreken meestal niet de taal van de ouders. Ik spreek uit ervaring. De kinderen hebben een eigen mening. Je moet dus ook luisteren naar de jongeren. Het is niet omdat je met de ouders hebt gepraat, dat je weet wat de jongeren denken, integendeel. (Opmerkingen van de heren Chokri Mahassine en Wim Wienen)
Mijnheer Verstrepen, ik ben verbaasd over wat u hebt gezegd. U laat uw masker vallen. U zegt duidelijk: Als het marktaandeel van de VRT daalt, zal ik geen moeilijke vragen meer stellen. Is dat nu de doelstelling van dit parlement, ervoor zorgen dat een overheidsbedrijf, waarin wij belastingen investeren, slecht presteert? Ik wil juist inzetten op een goede beheersovereenkomst, zodat het overheidsbedrijf de maatschappelijke opdracht waarneemt die wij belangrijk vinden. Het marktaandeel doen dalen is geen doelstelling. (Opmerkingen)
Het kan een gevolg zijn. Laat me even uitspreken.
De heer Jurgen Verstrepen : U hebt dat echt volledig verkeerd begrepen.
Minister Ingrid Lieten : Ah, ik heb dat verkeerd begrepen. Oh ja! Haha!
De heer Jurgen Verstrepen : Dat is niet de eerste keer.
Minister Ingrid Lieten : Het marktaandeel is niet het issue van het debat. Het moet voor mij niet stijgen of dalen. De VRT moet haar doelstellingen realiseren. Wat het marktaandeel dan is, zullen we wel zien, maar ze moeten hun best doen.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, een moeilijke vraag voor u
De voorzitter : Mijnheer Verstrepen, het spijt mij.
De heer Jurgen Verstrepen : Spijt het u? Nee, ik vind dat ik mij mag verdedigen nu.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, het is niet omdat ik zeg dat een bepaalde doelgroep niet is geraadpleegd, dat ik mij afzet tegen een andere doelgroep. Het is niet kies van u, het is zelfs onkies van u om daaruit te concluderen dat ik iets tegen de senioren heb. De senioren hebben ook gewerkt en hebben ook betaald, ze betalen zelfs nog. Maar toen was de groep wel groter. Ik vind het niet mooi van u.
Wel één belangrijk feit over de jongeren: u doet nu alsof de jongeren in Vlaanderen in de kou staan. U bent minister van Media. Weet u wat het grote probleem is? Er zijn privé-initiatieven die zich speciaal richten op jongeren: JIM, MTV, TMF, 2BE, VT4. (Opmerkingen van de heren Chokri Mahassine en Wim Wienen)
Dat is net het probleem. (Rumoer)
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het laatste woord, alstublieft.
De heer Bart Tommelein : Mijnheer Mahassine, u komt juist binnen, wij zijn hier bezig. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Ik weet er ook iets over. Mijnheer Mahassine, er staan er misschien duizenden op uw weide, ik heb er vier thuis. Ik heb meer ervaring dan u. (Opmerkingen van de heer Chokri Mahassine)
Ik ben van mening, minister, dat de private sector zeer snel en op een goede en adequate manier heeft ingezien dat daar een doelpubliek was dat hij kon bereiken. Nu loopt de VRT en lopen wij achter de feiten aan. Nu moeten wij opeens ook iets doen om de jongeren te bereiken. Doen alsof de jongeren geen keuzes hebben en niet worden bereikt in het Vlaamse medialandschap is onjuist en onwaar. Het is juist dat dat misschien niet de taak van de overheid is, maar van de private sector. Ik heb er alvast geen problemen mee, anderen misschien wel.
De voorzitter : Het incident is gesloten.