Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 09/11/2010
Vraag om uitleg van de heer Marc Hendrickx tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over problemen bij de examencommissie
- 324 (2010-2011)
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de problemen bij de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap
- 440 (2010-2011)
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Minister, mijn vraag om uitleg gaat over een probleem dat blijkbaar aanleiding geeft tot bedenkingen bij vele mensen. Er zijn zelfs twee leden van onze fractie die hierover een vraag om uitleg hebben ingediend.
De examencommissie, de voormalige middenjury, telt ongeveer 400 examinatoren en neemt jaarlijks examens af van zon 4000 kandidaten. Ongeveer 30 percent van die examinatoren is gedetacheerd. De rest zijn gepensioneerden en TBSers. Recent werd de examencommissie overgeheveld naar het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV), en dat legde nieuwe werkafspraken op. De examinatoren moeten verplicht 6 uur aanwezig zijn. Zowel bij aankomst als vertrek moeten ze een soort absentielijst ondertekenen. Als de examens vroeger zijn afgelopen, moeten ze zich bezighouden of zich buigen over pedagogische taken. De vacatievergoeding blijft 30 euro bruto, min 8 euro belastingen.
Omwille van de betutteling haken velen af, met als gevolg dat er voor de meeste vakken te weinig of geen examinatoren meer te vinden zijn. Kandidaten moeten noodgedwongen naar huis worden gestuurd zonder dat ze hun examen hebben kunnen afleggen. Vanaf november start de groep uit bso en tso. Verwacht wordt dat de problemen hier nog acuter zullen zijn.
Minister, bent u op de hoogte van deze problematiek? Welke acties onderneemt u zodat de studenten alsnog hun examens kunnen afleggen? Klopt het dat hierover al klachten zijn ingediend bij de Raad van State? Bieden schriftelijke examens een alternatief? Wat verstaat men onder de bovenvermelde pedagogische taken, als er tijd overblijft voor de examinatoren?
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Ik geef ootmoedig toe dat we misschien beter hadden moeten zien dat er twee gelijkaardige initiatieven waren binnen onze fractie, maar het geeft wel blijk van het feit dat meerdere parlementsleden hierover zijn bevraagd. We nemen dan ook deze taak op ons als contactpersoon tussen wat er op het terrein gebeurt en waar zich problemen kunnen voordoen inzake het beleid.
De opdracht en de taak van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap lijkt me immers zeer belangrijk. Ze vormt in zeker opzicht een sluitsteen van ons leerplichtonderwijs. We kennen geen schoolplicht. We hebben een leerplicht. Heel wat kinderen in Vlaanderen gaan niet naar een reguliere, gesubsidieerde school. De commissie biedt hen een kans een diploma of getuigschrift te verkrijgen, en vervolgens verder een weg binnen het Vlaams onderwijs af te leggen.
Naar aanleiding van de vragen en bemerkingen die ik heb gekregen, heb ik deze zaak van nabij bekeken. De Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap bestaat uit vier afdelingen. De eerste afdeling verstrekt het getuigschrift van de eerste en de tweede graad. De tweede afdeling verstrekt het diploma van het aso. De derde afdeling verstrekt de diplomas van het kso, het tso en het bso. De vierde afdeling richt zich op een aantal zeer specifieke proeven en focust vooral op de opleiding verpleegkunde.
Blijkbaar zijn er bij het begin van dit schooljaar heel wat problemen geweest. Er was heel wat organisatorische onduidelijkheid over de tweede zittijd. Voor de eerste en de tweede afdeling liep die zittijd vanaf 20 september 2010. Voor de derde en de vierde afdeling liep die vanaf 13 oktober 2010.
Zoals de heer Hendrickx terecht heeft vermeld, doen een aantal examinatoren dit op vrijwillige basis. Vaak gaat het om gepensioneerden die nu vinden dat het sop niet langer de kool waard is. Ze willen moeite doen en verantwoordelijkheid nemen. Daar hoort echter een navenante verloning bij. Op dat vlak schort er blijkbaar iets.
Ik breng dit probleem hier vanuit een grote bekommernis te berde. Het is mijn bedoeling dat de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap, die een sluitsteen van ons leerplichtonderwijs vormt, zo goed mogelijk verder kan functioneren. Ik kan de vragen van de heer Hendrickx dan ook ten volle onderschrijven.
Minister, in welke mate is deze problematiek u bekend? Welke maatregelen zijn reeds genomen om dit optimaal functioneren mogelijk te maken? De examens worden momenteel in grote mate mondeling afgenomen. Blijkbaar wordt overwogen meer schriftelijk te werk te gaan. Klopt dit? Welke voordelen zou dit hebben? Al deze vragen zijn gebaseerd op mijn grote bekommernis om het optimaal functioneren van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, de moeilijke situatie bij de Examencommissie Secundair Onderwijs is me bekend. Aangezien de Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA) een intern onderzoek voert, ben ik terughoudend om op deze problemen in te gaan. Ik wacht liever de resultaten van dit onderzoek af.
De Examencommissie Secundair Onderwijs is eind 2009 aan het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming overgedragen. Het betreft hier het vast secretariaat, dat acht medewerkers telt, en het wisselend juryledenkorps, dat ongeveer 400 examinatoren telt. Deze groep bestaat voor 52 percent uit mensen die op pensioen zijn of die ter beschikking zijn gesteld, en voor 48 percent uit actieve leerkrachten die hiervoor worden gedetacheerd of die dit op lesvrije dagen met hun lesopdracht combineren. Jaarlijks schrijven meer dan 5000 jongeren en volwassenen zich in om aan de examens deel te nemen.
De werking en de organisatie van de dienst is door de Vlaamse Regering bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 houdende de oprichting van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. In dit besluit staat duidelijk beschreven op welke presentatiegelden de juryleden voor een prestatie van 6 uur of meer aanspraak kunnen maken. In 2008 heeft de Vlaamse Regering de presentiegelden voor gepensioneerden en TBSers van 5 euro tot 30 euro en voor actieve leerkrachten van 4 euro tot 20 euro opgetrokken. Verder kunnen de juryleden aanspraak op een dag- en reisvergoeding maken.
De nieuwe werkafspraken waar de vraagstellers naar hebben verwezen, zijn in geen geval nieuw. Het agentschap voert uit wat de Vlaamse Regering in 2006 heeft beslist en in 2008 nogmaals heeft bekrachtigd.
Voor de lopende zittijd van de derde afdeling zijn geen bijzondere maatregelen genomen. De zittijd loopt. De examens zullen in de komende maanden worden afgewerkt.
De tweede examenzittijd van 2010 van de eerste en de tweede afdeling is net voor de herfstvakantie geëindigd. Omwille van de ziekte van een jurylid en het afhaken van een gepensioneerde leerkracht hebben een vijftal kandidaten bij de start van de zittijd een examen niet kunnen afleggen. Elke zittijd blijkt dat een beperkt aantal kandidaten een examen wegens onvoorziene omstandigheden niet op de afgesproken datum kan afleggen. Zoals het examenreglement bepaalt, kunnen deze kandidaten hun examen op een nieuwe datum binnen de zittijd afleggen. Ik ben niet op de hoogte van eventuele klachten die de kandidaten bij de Raad van State zouden hebben ingediend.
De Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap heeft de keuze uit mondelinge, schriftelijke en praktische examens. Momenteel worden de meeste examens mondeling of door middel van een praktische proef afgenomen. Indien er voldoende kandidaten voor een vak zijn, wordt vaak voor een schriftelijk examen gekozen. Ook in de toekomst zal voor elk vak de meest aangewezen wijze van examineren worden aangehouden. Aangezien het aantal kandidaten jaarlijks toeneemt, sluit ik niet uit dat de klemtoon naar schriftelijke examens zal verschuiven voor die vakken die zich hiertoe lenen.
Er zijn tevens pedagogische argumenten om voor deze examenvorm te kiezen. Uit onderzoek blijkt dat de objectiviteit en de validiteit van een examen het best door goed onderbouwde schriftelijke meerkeuzevragen wordt gegarandeerd. Geschreven examens en mondelinge examens komen daarbij respectievelijk op de tweede en de derde plaats. Als voldoende aandacht aan de kwaliteit van de vragen wordt besteed, kunnen de drie vormen worden gebruikt. Praktische vakken worden uiteraard met een praktisch examen afgenomen.
De verantwoordelijkheden en de opdrachten van de juryleden zijn in het regelgevend kader niet duidelijk afgelijnd uitgewerkt. Om die reden heb ik het initiatief genomen om, binnen de grenzen die de Vlaamse Regering heeft gesteld, op korte termijn een duidelijk takenpakket uit te werken. Dit takenpakket zal in het ministerieel besluit over de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap worden gespecificeerd.
De voorzitter : De heer Hendrickx heeft het woord.
De heer Marc Hendrickx : Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord. Zoals hij heeft aangegeven, is het allicht opportuun het lopende onderzoek van de IAVA af te wachten. De resultaten van dit onderzoek zullen misschien meer duidelijkheid scheppen. Ik noteer tevens dat de minister in een ministerieel besluit een nieuw takenpakket zal uitwerken. We wachten nog even af.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Aangezien mijn fractie een en ondeelbaar is, kan ik me hierbij aansluiten. (Gelach)
De voorzitter : Het incident is gesloten.