Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 27/04/2010
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de reportage van Vlaanderen Vakantieland over Oeganda
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Voorzitter, minister, op 27 maart en 3 april 2010 werd de tweedelige reportage getoond over de rondreis van Vincent Verelst door Oeganda. Het relaas was uiteraard prachtig, want het was in de eerste plaats een promotie voor wat men als een safaritrip zou kunnen omschrijven. Het relaas liet bij de kijker een stevige indruk na: de leeuwen, berggorillas en krokodillen maakten allemaal de avonturier in ons wakker. De excursie moest het prachtige land als vakantiebestemming in de verf zetten.
Toch mogen we niet vergeten dat dit Afrikaanse land ondanks zijn schoonheid ook een gevaarlijk land kan zijn. Ik heb het concreet over het gevaar van de Oegandese samenleving voor de holebis. De president van Oeganda heeft enkele maanden geleden een volgens mij immoreel voorstel gedaan. Er werd een wetsvoorstel geformuleerd, de zogenaamde kill the gays bill, waarbij homoseksuele betrekkingen tussen personen jonger dan achttien zouden worden bestraft met de doodstraf. Ook homoseksuele betrekkingen van aidspatiënten zouden tot de doodstraf kunnen leiden, en individuen en organisaties zouden worden verplicht om holebis bij de autoriteiten aan te geven. Het wetsvoorstel werd onder westerse druk afgezwakt, maar het feit blijft dat de holebis in Oeganda vogelvrij zijn verklaard.
Verscheidene mensenrechtenorganisaties zijn niet te spreken over deze ontwikkelingen. Ze bestempelen deze voorstellen als een poging om de samenleving uit elkaar te drijven en een gemarginaliseerde groep te criminaliseren. U begrijpt dat dergelijke schendingen van de mensenrechten mij als liberaal ten zeerste verontrusten. Ik ben ervan overtuigd dat niemand in deze commissie zal ontkennen dat de Oegandese homofobie een menselijke schande is. Ik heb hierover al vragen gesteld aan de federale ministers van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking.
Minister, het programma Vlaanderen Vakantieland kwam al eerder ter sprake. Het ging toen over de manier waarop het zijn inkomsten verwierf en de wijze waarop de inhoud al dan niet autonoom werd bepaald. Toen werd gesteld dat de reportages in het buitenland werden gefinancierd door buitenlandse toerismebureaus. Voor Oeganda werd geen financiële steun geboden, maar men mocht toch rekenen op logistieke ondersteuning. Is het belangrijk om safaritoerisme te promoten? Hoe mooi het ook is, waarschijnlijk wel, maar als dit inkomsten voor Oeganda met zich meebrengt, moeten die op een gezonde manier worden aangewend. Er zijn andere noden in het land, zoals de noden van de bevolking en het redden van dier- en plantensoorten. Ik heb er op zich niets op tegen, maar we moeten toch weten met welk regime we te maken hebben en met wie we zaken doen. Dat laatste mag voor de kijker niet worden verborgen.
Daar wringt het schoentje: toen de VRT 4 weken geleden deze reportage aankondigde, deed zij dat door Oeganda met de woorden van Winston Churchill te beschrijven als de parel van Afrika. Ik weet dat dit te maken heeft met lokale natuurfenomenen, maar het is toch zeer wrang om deze bewoordingen te koppelen aan dit homofobe land. Ik weet dat een spotje voor een programma meestal kort is, maar ook op de website van Eén werd op geen enkele manier melding gemaakt van de maatschappelijke gegevens van dit land. Ondertussen is deze tekst, waarschijnlijk onder druk van talrijke verontwaardigde oproepen, aangepast. Er wordt onder meer verwezen naar de voormalige dictatuur van Amin Dada. Maar daar blijft het bij. Over de hedendaagse problematiek wordt met geen woord gerept.
We moeten ons dringend afvragen, zoals hier ook naar aanleiding van andere programmas is gebeurd, in welke mate de inhoud van de programmas wordt bepaald en door wie dat gebeurt. We bevinden ons hier toch wel op moerassig gebied. Ik zal me hier niet inlaten met de inhoud van het programma, maar ik wil u toch vragen in welke mate het aangewezen is dat een openbare omroep mensen aanspoort om naar een dergelijk land te reizen. Ik vraag me ook af op welke manier de VRT hier de deontologische afweging maakt.
Op welke basis beslist men om als Vlaanderen Vakantieland deze of gene landen te promoten? Wordt er voldoende aandacht geschonken aan de gevaren voor specifieke groepen uit onze samenleving? Deelt u mijn mening dat het promoten van landen waar de mensenrechten zo flagrant worden geschonden, best niet op de openbare omroep gebeurt?
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, ik ben blij met de vraag van de heer Tommelein, hoewel ik het opmerkelijk vind dat enkel dit voorbeeld wordt aangehaald. Ik wil het wat breder stellen.
Als aandachtig kijker van Vlaanderen Vakantieland heb ik in het verleden al heel wat promotiereportages gezien voor andere landen dan Oeganda waar de mensenrechten met de voeten worden getreden. Ik denk meteen aan een reportage die werd gemaakt over Cuba, en een over reizen naar China. Het toerisme naar dergelijke landen promoten, als je weet dat de mensenrechten daar flagrant worden geschonden: dat is een probleem voor de VRT. Dat kunnen wij lezen in de jaarlijkse rapporten van Amnesty International. Als de openbare omroep het meent met zijn verdediging van een verdraagzame en democratische samenleving en al die waarden zo hoog in het vaandel voert, dan mag dit ook wel eens een afweging zijn wanneer hij een dergelijk programma samenstelt.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, ik vroeg me af waar die vraag over ging. Nu is het mij duidelijk.
Ik vind het wel een beetje vreemd. We kunnen de VRT een lijstje gaan geven van de landen waar men beter wegblijft met de cameraploegen, voor welk programma dan ook. Dat staat allemaal op Wikipedia, ik kan het doorfaxen, dat zijn landen zoals China, Cuba, Laos, Libië, Noord-Korea enzovoort. Het is hier al aangestipt, dat wordt een hele lijst. Staat de promotie ter discussie? Dan moeten we een lijst maken van al die landen die ooit werden gepromoot. Ik vind dat zoiets niet de taak is van de politiek. Wie mij kent uit de vorige legislatuur, weet dat al: ik ben tegen de inhoudelijke inmenging in VRT-programmas.
Kunnen we de sponsoringmogelijkheden en financiële deals bespreken? Dat is hier gebeurd met Vlaanderen Vakantieland. Dat is een andere zaak. De producers en regisseurs moeten zelf maar weten waar ze naartoe gaan en mee bezig zijn. Volgt daar publieke verontwaardiging op, dan is dat maar zo. Ik vind niet dat we ons op dat pad mogen begeven. Ik ben het volledig oneens met de toestand in Oeganda. Maar als we daarmee gaan beginnen, dan zijn we ver van huis.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : We hebben hier al uitvoerig gedebatteerd over Vlaanderen Vakantieland en wie wat betaalt. Ik heb nu weer het gevoel dat we in zon situatie zitten: iemand betaalt en de VRT draait.
Waarom werd er voor Oeganda gekozen? Waarschijnlijk vond een of andere touroperator het interessant of zag hij daar veel potentieel in een bepaalde niche. Zoals de heer Verstrepen zegt, een lijst maken met verboden landen is zeer delicaat. Hoe meer charters de openbare omroep maakt, hoe meer discussies er ontstaan. Ik vind wel dat de openbare omroep ergens het verschil moet maken met de commerciële zenders. We moeten meer afstappen van de wensen van touroperators en andere subsidiekanalen. Daar gaat het om. Men kan discussiëren over Oeganda als de parel van Afrika. Waarom zou het Kenia niet kunnen zijn? Of Tanzania? Ik vind dat allemaal delicaat.
De heer Tommelein heeft wel een punt. Hij pleit evenmin voor een zoveelste charter. We zitten nog altijd in die commerciële spiraal van u betaalt, wij draaien.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Ik kreeg deze vraag ook van enkele verontruste burgers op mijn kabinet. Na contact met de VRT heb ik hun een antwoord bezorgd dat in de lijn ligt van wat ik u zal antwoorden.
Eerst en vooral wil ik verwijzen naar de opdracht van de openbare omroep in het Mediadecreet. Op basis van artikel 8 van het Mediadecreet van 27 maart 2009 heeft de VRT als maatschappelijk doel om radio-, televisie- en andere soorten programmas te verzorgen binnen de opdracht van de openbare omroeporganisatie. Daarbij wordt gesteld dat de VRT zorgt voor een kwalitatief hoogstaand aanbod in de sectoren informatie, cultuur, educatie en ontspanning. Prioritair moet de VRT op de kijker en luisteraar gerichte informatie- en cultuurprogrammas brengen. Daarnaast stelt artikel 7 van het Vlaamse Mediadecreet dat de VRT haar programma-aanbod autonoom vastlegt.
De VRT stelt dat Vlaanderen Vakantieland in de eerste plaats een reisprogramma is dat de focus legt op vakantiebeleving en zich dus onderscheidt van een consumenten- of nieuwsprogramma. Concrete selectiecriteria om een land of een regio aan bod te laten komen in het programma zijn, aldus de VRT, onder andere: de aanwezigheid van voldoende ingrediënten om een boeiende reportage te draaien, de bereikbaarheid van de bestemming, de variatie inzake bestemmingen en doelgroepen, en het evenwicht tussen nieuwe en bekende bestemmingen.
Vlaanderen Vakantieland is een toeristisch magazine. Met de reportage over Oeganda wil het programma volgens de VRT niet meer doen dan een reisverslag brengen. De VRT doet dat volgens eigen zeggen op een waardige manier met respect voor het land en onder begeleiding van de plaatselijke bevolking. De VRT voegt daaraan toe dat men daarmee niet de problemen ontkent waarmee de Oegandese bevolking te maken heeft. Dat geldt voor alle andere landen waar Vlaanderen Vakantieland reportages over maakt. Laten we eerlijk zijn, als wij onze normen inzake de invoering en naleving van de mensenrechten gaan opleggen aan de rest van de wereld, zullen heel wat landen afvallen, ook landen waarvan we in eerste instantie denken dat alles oké is. De VRT ontkent die problemen niet, maar stelt ook dat de naleving van de mensenrechten bij uitstek in andere programmas van de VRT aan bod komt. Dat zijn met name de duidingsprogrammas.
Oeganda is een bestemming die in het aanbod zit bij zowat alle touroperatoren die avontuurlijke reizen aanbieden in Vlaanderen. Het is met andere woorden een reisbestemming voor Belgen, en komt in die hoedanigheid aan bod in een reisprogramma.
De problematiek van de sociaal-economische en maatschappelijke situatie in landen en regios is per definitie niet het voorwerp van een programma dat inzoomt op toeristische bezienswaardigheden. De sociaal-maatschappelijke situatie van een land komt eerder aan bod in de duidingsprogrammas. De VRT stelt dat er in zijn nieuws- en duidingsprogrammas absoluut een kritische houding ten opzichte van Oeganda aanwezig is, en dat men daar al aandacht aan gespendeerd heeft.
Ik wil daar nog twee zaken aan toevoegen. Ik kom terug op de woorden van de heer Verstrepen. Het is niet aan mij om op concreet programmaniveau tussen te komen bij de VRT. Als minister bevoegd voor het mediabeleid wens ik de autonomie van de VRT conform artikel 7 van het Mediadecreet te respecteren. Dat wil niet zeggen dat men daar als burger niet over kan discussiëren. Het is altijd een beetje zoeken en voorzichtigheid aan de dag leggen. Ik ga ervan uit dat de programmamakers dat doen. Die afweging heeft zeker te maken met de lokale omstandigheden, met het naleven van de mensenrechten en met de sociaal-economische situatie van de bevolking.
Aan de andere kant is toerisme een grote bron van inkomsten voor de lokale bevolking. Ze krijgt daardoor meer mogelijkheden tot contact en communicatie met mensen uit andere landen. Dat draagt dikwijls bij tot de debatcultuur in het land zelf. In die zin is het altijd een beetje passen en meten. Die opportuniteitsafweging komt toe aan de makers van het programma.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, ik verwacht van u helemaal niet dat u daarin tussenkomt. Dat heb ik u niet gevraagd.
Ik ben het met u eens dat dit programma cultuur en ontspanning brengt. Ik heb het programma bekeken. Ik vond het zeer mooi. Maar op geen enkele manier, op geen enkel moment grijpt men de kans aan om informatie mee te geven over de problemen in het land. Ik vind dat men daarmee een unieke kans laat schieten. Het verontrust mij ten zeerste dat de openbare omroep de situatie niet gebruikt om de toestand van een land te schetsen, zeker inzake het uitvoeren van de doodstraf voor homoseksuelen. Dat is een belangrijk aandachtspunt. We moeten daar met ons allen tegen strijden.
Het toont volgens mij ook wel aan dat het programma gefinancierd wordt door derden. Ik kan gerust begrijpen dat de financierders er absoluut geen belang bij hebben dat de negatieve aspecten belicht worden. Toch vind ik dat het de taak is van een openbare omroep om daar volledige informatie te brengen. Ik heb op geen enkele manier gezegd dat die reportage niet mocht. Ik heb gevraagd of de openbare omroep geen verantwoordelijkheid draagt om de kijker ten minste te wijzen op de minder fantastische aspecten van een land.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Ik ken de tradities van deze commissie om zich niet te mengen in de inhoud van programmas. In Vlaanderen Vakantieland gaat het niet echt om een journalistieke reportage of een nieuwsreportage. Het gaat om het promoten van reizen, meestal gesteund door bepaalde touroperators. Minister, dat kunnen we toch een beetje uit uw antwoord afleiden. U zegt dat de VRT dat heeft gebracht omdat alle touroperators avontuurlijke reizen hebben naar Oeganda.
Ik vind het niet zo delicaat om toch enige terughoudendheid te vragen van de openbare omroep bij de promotie van dergelijke landen. De heer Verstrepen vindt dat helemaal niet. Als de VRT het dan toch zo meent met die verdraagzame samenleving en democratie, zou het kies zijn om op zijn minst enige terughoudendheid te hebben bij het promoten van dergelijke landen. Blijkbaar is bij de VRT het lievelingsgerecht van een dictator van 70 jaar geleden belangrijker geworden dan hedendaagse grove schendingen van de mensenrechten. Daar heb ik wel een probleem mee.
De heer Carl Decaluwe : Welke landen wel of niet, dat is niet onze taak. De taak van dit parlement is controle.
Ik heb gekeken op de website. Dat programma is gesponsord door Neckermann. Dan komen we bij de discussie: is dat product placement of niet? Product placement mag, maar moet aan voorwaarden voldoen. In de eerste plaats is dat de redactionele onafhankelijkheid. Ik kan me niet inbeelden dat Neckermann dat sponsort en hoofdzakelijk landschappen bezoekt waar zij toevallig geen reizen organiseren maar de concurrentie wel. Ik heb bij het debat over product placement voorbeelden aangehaald waarbij duidelijk aangetoond is dat de samenstelling van het programma mee bepaald wordt door degene die betaalt. Op papier zal men altijd zeggen dat de redactionele onafhankelijkheid gewaarborgd is. Neckermann sponsort dat. In het programma bezoekt men toevallig alle plaatsen waar de Neckermannreizen naartoe gaan. Ik kan het mij niet anders indenken. Anders zijn het stommeriken dat ze dat sponsoren.
Minister, het is deels interne operationaliteit, niet de taak van de politiek. Maar als de VRT ons niet kan overtuigen van die redactionele onafhankelijkheid, blijven we die discussie hebben. Ik ben er, door verklaringen van anderen, van overtuigd dat het in dit type van programmas niet volledig gescheiden is. Dat is de vaststelling. De vraag is: wat doe je eraan? Misschien kan er duidelijkheid komen bij een volgende beheersovereenkomst zodat we deze vragen niet meer hebben in deze commissie.
De heer Jurgen Verstrepen : Ik wil gerust, zoals de heer Decaluwe, een discussie voeren over hoe je omgaat met product placement in het geval van reisbureaus. Dat is al meermaals aan bod gekomen. Nogmaals: als Vlaanderen Vakantieland dit weekend een gesponsorde buitenlandse reisreportage zou maken over Vaticaanstad en de bisschoppen of kardinalen daar, dan krijgen we weer een vraag. Laten we ernstig blijven. Ik begrijp de problematiek van de holebis ook wel, maar dan mag je in het Midden-Oosten ook al geen reportages meer draaien. Ik vraag me af of je dan nog naar China mag. Ik kan zo doorgaan.
Ik vind dat dit een eigenaardige discussie wordt. Ik wil het wel hebben over de commercialisering van Vlaanderen Vakantieland. Is dat wel een leuke bestemming en is dat product placement? Maar als we gaan beginnen over de landen waar doodstraffen zijn en zo, doe de keet dan dicht. Maak dan een programma zonder Vlaanderen Vakantieland.
De voorzitter : Het incident is gesloten.