Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 16/10/2008
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de ondervoorzitter van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC)
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de minister, we kennen elkaar al lang genoeg. U zult dan ook van mij aannemen dat ik deze vraag met enige schroom stel. Ik spreek niet graag over personen. Ik ben niet de man om een proces over iemand te voeren. Wat de afgelopen weken en maanden is gebeurd, moet ons echter tot nadenken stemmen.
Mijnheer de voorzitter, er zit trouwens een lapsus verscholen in de ingediende vraag om uitleg. Ik heb het daarin over het ´werelddopingagentschap´. Het gaat echter wel degelijk om het Wereldantidopingagenschap (WADA). De persoon waar het hier om gaat, de heer Roelandt, bekleedt als ondervoorzitter van het BOIC een publieke functie. Hij is echter ook lid van het WADA. Tijdens de afgelopen periode werden een aantal duidelijke verklaringen afgelegd over atleten en dopingadvies, waarbij de bewuste persoon meer dan eens vernoemd werd. We mogen ons dan ook vragen stellen over de geloofwaardigheid. Ik heb het dan niet zozeer over de heer Roelandt, want wie ben ik om het proces van iemand te maken, maar wel over de instellingen waarin zo iemand een functie bekleedt.
Het gaat niet enkel daarover. Op de Olympische Spelen waren er ook de racistische uitlatingen en de vaststelling van dronkenschap. Iedereen is wel al eens dronken geweest. Als men een bepaalde functie bekleedt, moet men echter weten wanneer het gepermitteerd is iets te veel te drinken. Dat kan niet op momenten dat men een publieke functie uitoefent.
Een en ander is ook tot uiting gekomen naar aanleiding van de presentatie van het boek van Eric Wymeersch. Met enige schroom vraag ik me af hoe die zaak verder zal lopen. Uit bepaalde bronnen heb ik vernomen dat het de journalist die het boek heeft geschreven niet in dank is afgenomen.
Mijnheer de minister, het BOIC is een federale instelling. Het is, hoe men het ook draait, een belangrijke partner van de Vlaamse overheid bij het uittekenen van een Vlaams sportbeleid. Het is de enige instantie die door het IOC erkend is. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen hebt u in het recente verleden toch een standpunt ingenomen. Tot op heden heeft de heer Roelandt niet veel ontkend. Hij heeft evenmin duidelijke conclusies getrokken uit al wat werd gezegd. Natuurlijk moeten er eerst bewijzen zijn. Neemt u echter nog verdere initiatieven met betrekking tot de positie van de heer Roelandt in het BOIC? Het BOIC moet beseffen dat het zichzelf in diskrediet brengt. Welke positie bekleedt de heer Roelandt momenteel in het WADA?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega´s, in dergelijke gevallen moet men steeds oppassen dat men zich niet laat meeslepen door de opgehitste gemoederen. De vraagsteller heeft daar ook zelf op gewezen. Men moet dan ook de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen. Ik blijf vanzelfsprekend de ontwikkelingen in de zaak van nabij volgen en zal de gepaste conclusies trekken.
Voor alle duidelijkheid wil ik benadrukken dat ik een onderscheid maak tussen de verhouding van de heer Roelandt met de Vlaamse Gemeenschap enerzijds en zijn verhouding met het WADA anderzijds. De heer Roelandt staat niet in contractueel verband met de Vlaamse overheid. Dokter Roelandt is ook geen controlearts en bijgevolg ook geen dopingjager, zoals hij in de pers vaak betiteld wordt. Hij heeft wel de erkenning als keuringsarts ontvangen van de Vlaamse Regering voor een periode van drie jaar. Zijn erkenningsperiode loopt van 1 augustus 2006 tot 1 januari 2009 en duurt dus nog ongeveer 2,5 maanden. Volgens het decreet Medisch Verantwoord Sporten begint voor alle erkende keuringsartsen een nieuwe erkenningsperiode vanaf 1 januari 2009. Ze moeten dan natuurlijk wel de erkenningsprocedure gevolgd hebben.
Er is ook een verschil tussen een controlearts en een keuringsarts. Een controlearts voert controles uit. Een keuringsarts is iemand bij wie sporters terecht kunnen voor begeleiding en dergelijke meer.
De heer Kris Van Dijck: En hij was dat ook voor 1 januari 2006?
Minister Bert Anciaux: Daar ben ik vrij zeker van.
Er zijn twee mogelijkheden bij die erkenning als keuringsarts. De eerste is om op basis van artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2008 houdende uitvoering van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoord sporten een preventieve schorsing uit te spreken. Hiervoor wacht ik het advies af dat de ethische commissie van het BOIC, na het horen van alle betrokkenen, zal uitbrengen aan de voorzitter en de raad van bestuur, met betrekking tot de positie van dokter Roelandt bij het BOIC. Op basis hiervan zal de raad van bestuur van het BOIC een definitief standpunt innemen. Ik wacht af wat die commissie al dan niet zal adviseren. Mijnheer Van Dijck, u zegt dat de heer Roelandt zijn onschuld niet uitschreeuwt. Hij doet dat wel. Hij ontkent de feiten. Hij ontkent dat hij doping aangeraden zou hebben.
Zonder vooruit te willen lopen op de inhoud ervan, hoop ik dat uit de motivering van dit advies duidelijk zal blijken dat de ethische commissie de feiten grondig heeft onderzocht. Er moet voldoende rekening gehouden worden met de geloofwaardigheid van het BOIC, die in belangrijke mate afhangt van de integriteit en geloofwaardigheid van zijn leden. Ze moeten van onbesproken gedrag zijn. Na kennisname van de positie van het BOIC zal ik met meer kennis van zaken mijn standpunt met betrekking tot deze zaak kunnen bepalen. Hieruit volgt misschien dat de heer Roelandt geen preventieve schorsing verdient of dat er een definitieve schorsing dient uitgesproken te worden als keuringsarts.
De tweede mogelijkheid bestaat erin geen preventieve schorsing uit te spreken tijdens de korte periode die ons nog rest, maar een nieuwe erkenning, indien die al wordt gevraagd, afhankelijk te maken van de situatie op dat ogenblik. De arts dient, vooraleer hij opnieuw erkend kan worden, zijn naam te zuiveren van alle smet. Het is aan de keuringsarts zelf om in de tussenperiode - vanaf nu tot 1 januari 2009 - duidelijkheid te scheppen over zijn moreel gezag als keuringsarts en de hieraan verbonden integriteit.
Door deze houding aan te nemen, geven we het signaal dat de heer Roelandt de kans krijgt die hij verdient om zijn beschadigde integriteit terug te winnen. Indien hij hierin slaagt, zullen we hem misschien opnieuw als keuringsarts erkennen. We kunnen ons moeilijk inbeelden dat de heer Roelandt in deze sfeer de vertrouwensrelatie tussen arts en atleten zou kunnen opbouwen. Het is evenwel nooit mijn bedoeling geweest een heksenjacht te ontketenen of jacht te maken op iedereen die in het verleden al dan niet vermeende fouten heeft begaan.
De heer Van Dijck heeft tevens gevraagd welke positie de heer Roelandt binnen het WADA bekleedt. De heer Roelandt maakt als expert deel uit van het zogenaamde lijstcomité van het WADA. Hij zetelt niet in het uitvoerend bestuur van het WADA.
Dit comité is een werkgroep die advies moet geven, aanbevelingen moet doen en verslag moet uitbrengen met betrekking tot het beheer en de publicatie van de jaarlijkse lijst van verboden producten van het WADA. De heer Roelandt is niet door een politieke overheid van dit land benoemd en hij is ook niet voor deze functie voorgedragen om zijn land te vertegenwoordigen. De heer Roelandt is destijds, vanwege zijn competenties, door de heer Rogge, voorzitter van het IOC, voorgedragen. Personen die deel van dit lijstcomité wensen uit te maken, moeten hiervoor bij de directeur-generaal van het WADA een sollicitatie indienen. De beslissing om iemand al dan niet te aanvaarden, wordt door de voorzitter, de directeur-generaal en de voorzitter van het Health, Medical & Research Committee van het WADA genomen. Het lijstcomité maakt trouwens deel uit van het Health, Medical en Research Committee.
Ik onderschrijf de bedenkingen van de heer Van Dijck betreffende de geloofwaardigheid van instellingen. Ik heb al verklaard dat ik het eens ben met de opmerking over de geloofwaardigheid van het BOIC. Ik heb geen rechtstreekse inspraak in de samenstelling van het WADA. Ik heb de heer Roelandt laten weten dat het me niet aangewezen lijkt enige onduidelijkheid over de situatie te laten bestaan. Het is mogelijk dat hij onschuldig is. Elk lid van het WADA en van de comités van het WADA moet van onberispelijk gedrag zijn. De heer Roelandt heeft het recht zich te verdedigen. Hij is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Dat is ook de reden waarom ik tot op heden geen sancties heb genomen. Zelfs als hij de zuiverste persoon ter wereld zou zijn, zou hij best zijn conclusies trekken. Dat zou in het voordeel van de geloofwaardigheid van het WADA zijn. Indien de beschuldigingen niet zouden kloppen, zou dit bijzonder pijnlijk zijn. Indien de beschuldigingen op valse verklaringen zijn gebaseerd, moet dit snel duidelijk worden. Indien dit niet gebeurt, lijkt het me beter voor de geloofwaardigheid van het WADA dat hij ontslag neemt uit dit comité. Het WADA heeft die geloofwaardigheid absoluut nodig.
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Ik heb daar weinig aan toe te voegen. De minister en ik zitten op dezelfde golflengte. De heer Roelandt kan onschuldig zijn. Er is echter een zweem van wantrouwen. Een instelling als het WADA kan dat niet torsen.
Ik wil opmerken dat Tom Boonen volgens de regels van de Ronde van Frankrijk eigenlijk niets verkeerds had gedaan. Hij heeft de Ronde van Frankrijk niet mogen rijden. Er waren te veel verdachtmakingen.
Ik dank de minister in elk geval voor zijn antwoord.
De voorzitter: Het incident is gesloten.