Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 30/04/2008
Interpellatie van de heer Joris Vandenbroucke tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de verdieseling van het wagenpark en de hervorming van de verkeersbelastingen
Interpellatie van de heer Rudi Daems tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het Vlaams dieselwagenpark en de vergroening van de autofiscaliteit
Vraag om uitleg van mevrouw Joke Schauvliege tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de toename van het aantal wagens met dieselmotor en de impact ervan op de luchtvervuiling door fijn stof
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
- De heer Bart Martens treedt als waarnemend voorzitter op.
De heer Joris Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de voorzitter, collega´s, op 7 april was het werelddag van de gezondheid, en dat was voor de VAB (Vlaamse Automobilistenbond) blijkbaar het moment om het zogenaamde dieseldebat aan te trekken. De VAB heeft erop gewezen dat er in ons land maar liefst 13.000 vroegtijdige sterfgevallen te betreuren zijn ten gevolge van de aanwezigheid van fijn stof in de lucht en dat er nergens in de wereld zoveel dieselwagens rondrijden als in ons land.
Maar liefst 54,3 percent van ons wagenpark bestaat uit dieselvoertuigen, die voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van fijn stof en NOx. Dat is uniek in de wereld. Hoe komt dat? De VAB stelt dat de belasting op de inverkeerstelling (BIV) en de verkeersbelastingen op geen enkele wijze het aankoopgedrag sturen. Bovendien is dieselbrandstof aan de pomp in België heel wat goedkoper dan benzine. Het gevolg is dat ongeveer een kwart van de verkochte dieselvoertuigen wordt gekocht door mensen die daar eigenlijk geen baat bij hebben: ze leggen minder dan 10.000 kilometer per jaar af en maken ook zeer korte ritten. Die motor rendeert dus niet en stoot in verhouding nog veel meer fijn stof en NOx uit. Volgens de VAB moet het aandeel van de dieselvoertuigen dringend omlaag. De vereniging stelt daartoe twee grote mechanismen voor. Enerzijds is er nood aan een fiscale gelijkschakeling van diesel en benzine. Anderzijds moet de aankoop van schonere wagens worden gestimuleerd.
Mevrouw de minister, u hebt op een bepaald ogenblik zeer terecht gezegd dat u niet bevoegd bent voor de gelijkschakeling van de accijnzen op diesel en benzine. U stelde de handen vol te hebben met die zaken waarvoor u wel bevoegd bent. Sinds de vorige staatshervorming bent u zo bevoegd voor het bepalen van de aanslagvoet en de heffingsgrondslag van de BIV. De VAB zegt dat dit het ideale sturingsinstrument is, omdat het kan worden gekoppeld aan de milieu-impact van het voertuig. Ik ben het daar natuurlijk mee eens. De BIV moet immers worden betaald bij aankoop van een voertuig. Als de grootte van het te betalen bedrag op het ogenblik dat iemand een voertuig koopt, afhangt van de milieu-impact van dat voertuig, zal hij natuurlijk tweemaal nadenken over het kiezen van een milieuonvriendelijk exemplaar.
De federale overheid heeft al een poging gedaan om de aankoop van milieuvriendelijke wagens te stimuleren, met een fiscale tegemoetkoming op basis van de CO2-uitstoot. Dat was echter eigenlijk een slag in het water, als we bedenken dat van het half miljoen wagens die vorig jaar werden verkocht, er nauwelijks 17.000 hebben kunnen genieten van die fiscale bonus van de federale overheid. Bovendien is het marktaandeel van milieuvriendelijke wagens in 2007 gedaald ten opzichte van 2005, van 5,2 percent tot 4,15 percent. Het is de Vlaamse Regering die de belangrijkste hefboom in handen heeft om het aankoopgedrag van de mensen te stimuleren. Ze weet dat ook, want op 20 juli 2006 heeft ze beslist dat er zou worden voorgesteld de ecoscore te gebruiken als basis voor de berekening van de BIV en de jaarlijkse verkeersbelasting. Op 16 oktober 2007 werd dat standpunt herhaald:?De Vlaamse Regering wenst voort te gaan met de hervorming van de autofiscaliteit, in de richting van een grotere variabilisering van de kosten, in functie van de gereden kilometers en in functie van de ecoscore van de wagens.? In stuk 13, de toelichting bij de middelenbegroting voor 2008 lees ik het volgende:?De uitwerking van de verkeersbelastingen op basis van de milieukenmerken van het voertuig is in volle voorbereiding. Een protocolakkoord tussen de federale overheid en de drie gewesten over het gebruik van de ecoscore ligt ter goedkeuring op tafel.?
Mevrouw de minister, op 16 januari heb ik u gevraagd hoe het zat met de hervorming van de BIV op basis van de ecoscore. U hebt toen bevestigd dat de ecoscore een goede basis kan zijn voor die hervorming. U stelde dat uw administratie een voorstel had uitgewerkt waarin de parameters nauwkeurig werden beschreven. Ook stelde u dat het definitieve uitwerken dit jaar zou gebeuren. U zei eveneens dat de overheveling en implementatie van die federale bevoegdheid soms problemen schept. Het zou gaan over technische problemen, vooral dan wat de software betreft. U voegde eraan toe:?De deadline van 2008 zal niet worden gehaald. Het zal misschien 2009 worden.? Op 29 februari 2008 heeft de Vlaamse Regering afgesproken dat u inderdaad een initiatief zou nemen om dit dossier in een stroomversnelling te brengen.
Ik interpelleer u hierover omdat ik geschrokken ben van de reactie van uw collega, minister Van Mechelen, op de stellingen van de VAB over de verdieseling van het wagenpark. Op vraag van de Vlaamse Regering heeft de VITO (Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek) de ecoscore uitgewerkt. Mevrouw de minister, ik ben het volledig eens met u toen u in een persmededeling het volgende schreef:?Het ombuigen van het verkeersaandeel in de emissies is een behoorlijke uitdaging. Daarom maak ik werk van een beleid dat milieuvriendelijkere voertuigen stimuleert. Om auto´s te vergelijken, werd de ecoscore ontwikkeld. Die houdt rekening met verschillende schade-effecten, zoals het broeikaseffect, de luchtkwaliteit en de geluidshinder. Het is een eenvoudig instrument, waarbij wagens door een score van nul tot honderd gemakkelijk kunnen worden vergeleken. De autokoper kan op basis hiervan dan een goede, onderbouwde keuze maken voor een milieuvriendelijke wagen. Ik hoop dat iedereen op deze manier een bewuste keuze maakt.? U vervolgt:?Een zeer groot pluspunt aan de ecoscore is dus het geïntegreerde karakter, waardoor niet enkel naar de vermindering van het broeikaseffect, maar ook naar de verbetering van de luchtkwaliteit en de invloed op mens en milieu wordt gekeken.? Dat is precies wat de VAB ook zegt. Ik had het niet beter kunnen zeggen. U gebruikt trouwens precies dezelfde argumenten om de ecoscore te verdedigen die de Vlaamse Regering heeft gebruikt op 20 juli 2006. U hebt ook de daad bij het woord gevoegd. U hebt de website www.ecoscore.be gelanceerd. Er is het actieplan milieuzorg in het voertuigenpark van de Vlaamse Regering, waarbij de ecoscore als basis voor de aankoop wordt genomen.
Ik viel dan ook van mijn stoel toen minister van Mechelen in de krant verklaarde dat de hervorming van de BIV er zeker niet zal komen voor 2012. In een antwoord op een vraag van de heer de Kort heeft hij de softwareproblemen waarover u het had, wat gespecificeerd. Hij verwijst onder meer naar?de leeftijdpiramide binnen sommige diensten van Financiën, waardoor men niet adequaat kan inspelen op de veranderingen die, bijvoorbeeld, Vlaanderen zou willen doorvoeren?. Hij zegt dat er te veel oude mensen op de FOD Financiën (federale overheidsdienst) werken. Zij zijn niet in staat met informatica bezig te zijn. Anno 2008 is het hallucinant dat een softwareprobleem te wijten is aan de leeftijdspiramide bij de administratie die voor een deel moet instaan voor die hervorming.
In zijn antwoord op de heer de Kort zei de minister ook het volgende.?Men zal morgen niet zomaar beginnen te werken op basis van bijvoorbeeld de ecoscore zoals de VITO heeft gedaan. De oefening van de VITO is heel leerzaam, maar er zal eerst nog overleg met alle betrokken actoren nodig zijn vooraleer je iets dergelijks kunt invoeren. Ik heb echter geleerd dat je op het vlak van fiscaliteit beter wat langer nadenkt vooraleer meteen grote principes te verkondigen.?
Twee jaar geleden heeft de Vlaamse Regering die principes al verkondigd. Dat is dus niet ´meteen´. Herhaaldelijk is de ecoscore naar voren geschoven als het ideale instrument om de BIV en de verkeersbelastingen te hervormen. U hebt ook verschillende maatregelen genomen waarbij u de door VITO uitgewerkte ecoscore naar voren schuift om de mensen wakker te schudden. U raadt hen aan www.ecoscore.be te raadplegen voor ze een auto kopen. Dat is een prachtig instrument. Minister Van Mechelen zegt dat het allemaal niet voor morgen is. Het is maar voor 2012 of 2013. De ecoscore is misschien toch niet zo bijzonder. Tegen 2012 zitten we zes jaar na de beslissing van de Vlaamse Regering. Ik vind dat veel en veel te lang.
Bevestigt u de relatief grotere negatieve invloed van dieselwagens op het milieu in vergelijking met benzinewagens? Wat bent u van plan hieraan te doen? Zult u dit aanpakken in uw voorstel tot hervorming van de verkeersbelastingen en de BIV?
Om welke redenen kan de hervorming van de BIV niet voor 2012 plaatsvinden, zes jaar na de beslissing van deze Vlaamse Regering?
Om welke redenen wordt getwijfeld aan de ecoscore als belastingbasis voor de BIV? Wat zijn de alternatieven? Hoe zit het met de verkeersbelasting?
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, ik heb dezelfde vragen als de heer Vandenbroucke. Ik viel ook van mijn stoel toen ik de reactie van minister Van Mechelen las over de ecoscore. Vooral zijn hallucinante motivatie voor het uitstel sloeg me met stomheid. Ik vind het jammer dat de leden van Open Vld hier niet meer aanwezig zijn. Ik had graag hun reactie gehoord. Ze konden dit misschien in een ruimer kader plaatsen. Nu zitten we rondjes te draaien. Wellicht moeten we minister Van Mechelen ook nog eens ondervragen. Ik verwacht een standpunt van de hele Vlaamse Regering.
Twee maanden geleden hadden we het hier over de dieselroetfilter. Dezelfde motivatie lag aan de basis van die vragen: een abnormaal hoog aantal dieselwagens. Ik heb een simpele extrapolatie gemaakt. Als we het huidige beleid doorzetten in de komende jaren, zou in 2011 65 percent van ons wagenpark uit dieselwagens bestaan. Het wordt alleen maar erger. Ik maak me niet alleen zorgen over het klimaat en de CO2-uitstoot, maar ook en vooral over de uitstoot van NOx en fijnstofdeeltjes. Op dat vlak halen we een zeer slechte Europese ecoscore en zullen we zeker tegen de lamp lopen voor de NEC (national emission ceilings), de richtlijn inzake emissieplafonds, alsook voor de richtlijn fijn stof. Vlaanderen zal daarvoor in elk geval een beroep moeten doen op de uitzonderingsmaatregelen.
Nog een concrete aanleiding voor mijn interpellatie was het onverwacht positieve standpunt van de VAB. De automobilistenbond pleit voor een groene fiscaliteit. Dit versterkt onze vraag naar de invoering van groene verkeersbelastingen.
Tussendoor vernamen we dan ook nog van de heer Vandenbroucke dat het wagenpark van de Vlaamse Regering ook niet zo goed scoort. Zij zou nochtans een voorbeeldfunctie kunnen uitoefenen. U kwam er zelf nog redelijk goed uit, mevrouw de minister.
Terug naar minister Van Mechelen. De ecoscore zal niet voor morgen zijn, en misschien komt ze er zelfs helemaal niet of zullen de criteria niet meetellen. Ik was zeer verrast, zeker omdat de regering in 2006 een soort kaderbeslissing nam. Bovendien maakte ik uit uw antwoord van twee maand geleden op dat nog dit jaar dat kader duidelijk kenbaar gemaakt zou worden. Dit blijkt ijdele hoop te zijn. Mevrouw de minister, hoe zit het nu?
Wat is uw standpunt over de uitspraken van de VAB? Zijn er te veel diesels in ons land? Moeten we de verdieseling van ons wagenpark afbouwen?
Wat is de concrete stand van zaken inzake de ecoscore? U zei dat u de invoering van ecoscore zou samenvoegen met de overname van de inning. Het kader zou nog dit jaar worden uitgewerkt. Mogen we dat inderdaad verwachten?
Hoe moet ik de uitspraken van minister Van Mechelen tegenover de beslissing van 2006 begrijpen? Hij is nog niet zeker dat die groene autofiscaliteit op basis van de ecoscore er zal komen.
Komt er een vergroening van het wagenpark van de ministers?
De voorzitter: Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Joke Schauvliege: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, ik zou het debat willen opentrekken. Zoals de heer Daems zei, is er in de commissie voor Leefmilieu al heel wat aandacht gegaan naar het fijn stof en de installatie van roetfilters. We hebben een nuttige gedachtewisseling gehad. Daar werd gewezen op de beperkte efficiëntie van achteraf geïnstalleerde roetfilters en het belang van een nieuw wagenpark. De roetfilters moeten van bij de aanvang geïnstalleerd zijn.
Ik denk niet dat we de schadelijkheid van het fijn stof en de uitstoot van dieselwagens nog in twijfel kunnen trekken: dat is bewezen. De vraag is nu hoe we daarmee omgaan en hoe we dit aanpakken binnen het volledige fijnstofplan van de Vlaamse Regering. Daarin worden heel wat concrete acties aangekondigd. Moet het fijnstofplan worden bijgestuurd in het kader van de nieuwe bevindingen? Wat zal er gebeuren met de vergroening van de autofiscaliteit? Op welke basis wordt een slimme kilometerheffing geheven? Daarover is al heel wat gezegd.
Ik verwijs naar een recente uitspraak in Nederland, dat een fijnstoftaks heeft ingevoerd die hoog kan oplopen, zeker voor vervuilende wagens. Er kan ook een extra premie op dieselwagens komen die kan oplopen tot 11.100 euro. Er was een procedure opgestart bij de Europese Commissie, die werd aangevochten. Er volgde een positieve uitspraak dat Nederland de fijnstoftaks kan invoeren. Het is dus een instrument dat Europa erkent. Dat kan een bijkomend argument zijn om ook in Vlaanderen actie te ondernemen.
Dieselwagens renderen pas na vele kilometers rijden. Heel wat mensen kopen een dieselwagen en rijden alleen maar korte afstanden. Ze doen daar geen enkel voordeel mee. Er zijn studies die uitwijzen dat dieselwagens pas een rendement hebben vanaf 15.000 kilometer rijden. Misschien bestaat er een mogelijkheid om via autofiscaliteit of slimme kilometerheffing stimulansen te geven zodat dieselwagens enkel worden gekocht en gebruikt door mensen die veel kilometers afleggen.
Mevrouw de minister, hoe staat het nu met de autofiscaliteit, met vergroening en slimme kilometerheffing? Op welke manier zal de Vlaamse Regering daarmee omgaan? Wanneer zult u stappen zetten? Is er een bijsturing nodig van het fijnstofplan, zeker in het licht van de huidige bevindingen?
Het is fout om alles te richten op het gebruik van wagens. Het is nog altijd beter om geen wagen te gebruiken dan allerlei maatregelen te nemen. We moeten ook investeringen doen in infrastructuur, zodat de zachte weggebruiker zich veilig kan verplaatsen. Dan zullen meer mensen hun dieselwagen laten staan voor korte afstanden en zich per fiets of te voet verplaatsen. Het is totaal verkeerd om één aspect te bekijken. We moeten ook aandacht hebben voor andere zaken, en financiële inspanningen van de Vlaamse Regering in de fiets- en voetgangersinfrastructuur stimuleren.
Er zijn ook heel wat problemen met aardgasvoertuigen. Acht jaar geleden kondigde de federale regering aan dat ze meer zou investeren in aardgasvoertuigen. Er was sprake van fiscale stimulansen. Die bestaan momenteel, maar er zijn ook problemen, onder andere dat er geen stations zijn. Die problemen hebben ook een Vlaams aspect. Vlaanderen kan ook inspanningen doen.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Ik viel bijna van mijn stoel toen ik de heren Vandenbroucke en Daems hoorde beweren dat dieselwagens een relatief grotere invloed hebben op het milieu dan benzinewagens. Ik sluit me aan bij het standpunt van mevrouw Schauvliege.
De CO2-uitstoot van benzine is groter dan van diesel. Dieselwagens verspreiden wel meer fijne stofdeeltjes. De automobielsector speelt daar goed op in. Momenteel hebben veel automerken standaard een roetfilter geïnstalleerd. Daarnaast hebt u, mevrouw de minister, maatregelen genomen om de roetfilters te subsidiëren en te stimuleren. De stelling van de VAB, die toch geen milieudeskundige is, zomaar volgen, is kort door de bocht gaan.
We moeten wel rekening houden met het probleem van de doorstroming. Alle wagens verbruiken meer brandstof, zelfs tot 50 percent, bij het rijden over een verkeersplateau. Bijgevolg stoten zo ook meer CO2 uit. Misschien moeten we de minister van Mobiliteit eens ondervragen over haar aanpak van de doorstroming van het verkeer om milieuhinder tegen te gaan.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: De vele vragen en tussenkomsten bewijzen dat dit probleem leeft. Eerst geef ik nog enkele cijfers over het aandeel van de dieselwagens in Vlaanderen. In de periode van 1990 tot 2006 is het aandeel dieselwagens meer dan verdubbeld. In 2006 maakten de dieselwagens 54 percent uit van het personenwagenpark ten opzichte van 28 percent in 1990. 75 percent van de nieuw verkochte wagens in 2006, waren dieselwagens.
Zoals u allen weet, is het probleem van de uitstoot van fijn stof en NOx door dieselwagens vooral gerelateerd aan de oudere wagens. Alle nieuw op de markt gebrachte wagens voldoen vandaag minstens aan de euro 4-norm. Meer dan een kwart van de nieuwe dieselwagens zijn al uitgerust met een deeltjesfilter.
Dieselwagens stoten meer fijn stof uit dan benzinewagens, zeker als ze niet zijn uitgerust met een roetfilter, maar anderzijds stoten dieselwagens een pak minder CO2 uit. Dit is wellicht één van de redenen waarom het dieselbeleid zo werd gepromoot. We moeten het beleid niet zo zeer op één bepaalde technologie focussen, maar we moeten de globale milieu-impact van voertuigen bekijken, een beetje in tegenstelling met de euronormen voor personenwagens die tot en met euro 5 een behoorlijk verschil in emissie tussen dieselwagens en benzinewagens toelaten, gebaseerd op het grote verschil in technologie.
Om hieraan tegemoet te komen werd de ecoscore ontwikkeld. De ecoscore combineert de uitstoot van fijn stof en andere luchtvervuilende stoffen, zoals NOx, met de broeikasgassen zoals CO2. Samen vormen ze één indicator. Benzinewagens scoorden in het verleden over het algemeen beter voor wat de ecoscore betreft, dankzij de lage uitstoot van NOx en fijn stof. Een dieselwagen met gesloten roetfilter - dat is een filter die ingebouwd is in de aangekochte wagen, ik verwijs hiervoor naar een vorig debat - zal vandaag minstens even goed scoren als een benzinewagen. Dit is vooral te danken aan de veel lagere CO2-uitstoot.
Een beleid gebaseerd op de ecoscore, is geen beleid om de aankoop van dieselwagens af te remmen, maar wel om bij de keuze voor een diesel, te kiezen voor een diesel met gesloten roetfilter. Dit is het signaal dat we moeten geven. Het lijkt me fout om een bepaalde categorie te stigmatiseren. We moeten een aankoopbeleid voeren waarbij we de mensen wel nog laten kiezen, maar hen stimuleren om alles in rekening te nemen.
Mijnheer Vandenbroucke, u stelde dat de regering twee jaar geleden al heeft aangekondigd dat de verkeersbelastingen hervormd zouden worden, dat met alle emissies rekening zal worden gehouden, dat de ecoscore daarvoor een heel geschikt middel is en dat er nog een paar technische wijzigingen dienden te worden aangebracht. U hebt dat allemaal heel correct geciteerd. Mijn standpunt blijft ongewijzigd. De ecoscore vormt een heel goed uitgangspunt. De regering besliste dit twee jaar geleden. We moeten enkel bekijken of er geen aanpassingen nodig zijn. Naar aanleiding van een actuele vraag heb ik al opgemerkt dat het van belang is om ook het accijnzenbeleid te bekijken zodat we geen twee keer belasten. De heer Sannen merkte op dat dit volgens hem niet het geval is, omdat het accijnzenbeleid te maken heeft met de prijs aan de pomp. We zijn dit aan het uitklaren en ik kan u ter zake geruststellen, want ik heb gezegd dat ik het instrument en de criteria dit jaar wil uitklaren, en ondertussen heeft mijn administratie mij een voorstel bezorgd over de manier waarop we de autofiscaliteit inhoudelijk kunnen vergroenen. Het voorstel betreft zowel de BIV als de jaarlijkse verkeersbelastingen. Over dit voorstel werd het overleg opgestart met de kabinetten van mijn collega´s Van Brempt en Van Mechelen.
U had het ook over antwoorden van minister Van Mechelen. Ik ben heel slecht geplaatst om er uitspraken over te doen. Het voorstel ligt op tafel en wordt op dit ogenblik besproken. Het is de bedoeling om met de nota naar de regering te gaan. We zullen zien op welk punt we inhoudelijk zullen uitkomen. U kunt minister Van Mechelen gerust met zijn uitspraken confronteren. Ze betreffen wellicht hoofdzakelijk het financiële aspect. Ik zeg er nu niets over. Het is mijn taak om een inhoudelijke nota te maken over de wijze waarop we zullen vergroenen. Daarbij moeten een aantal discussiepuntjes worden opgeruimd en er blijven er vandaag nog een aantal over. Eenmaal ze uitgeklaard zijn, kunnen we met de nota naar de regering stappen.
Wat de vergroening van het wagenpark van de ministers betreft, verwijs ik naar mijn collega, minister Bourgeois. Er hebben besprekingen plaatsgevonden over de opname van de ecoscore in een nieuwe dienstorder over de aanschaf van dienstvoertuigen. Deze omzendbrief heeft eveneens betrekking op de wagens van de kabinetten. Natuurlijk scoren de oudere wagens minder goed, maar het is niet mogelijk om om de vijf jaar oude wagens te vervangen door nieuwe. Er moet een evenwichtsoefening gemaakt worden.
Mevrouw Schauvliege, het is inderdaad beter om, indien mogelijk, geen wagen te gebruiken. Ik doe mijn best om zo veel mogelijk verplaatsingen tussen het kabinet en het parlement te voet te doen. Onderweg kan ik mijn telefonische vergaderingen trouwens voortzetten en ik probeer het aantal dossiers dat ik meedraag, zo veel mogelijk te beperken.
De vergroening van de autofiscaliteit maakt deel uit van het Saneringsplan fijn stof, dat hier enkele weken geleden werd toegelicht. De regering heeft inderdaad beslist om tot een herziening over te gaan.
De verkeersbelastingen zijn absoluut een gewestelijke bevoegdheid. We hebben de instrumenten daarvoor dus in handen. Met betrekking tot de slimme kilometerheffing heeft de Vlaamse Regering beslist om die in te voeren voor vrachtwagens. De gesprekken over hoe we dat precies kunnen doen, lopen nog.
Dit is inderdaad een verhaal dat breder moet worden bekeken. In het fijnstofplan wordt een pakket van maatregelen uitgewerkt. De ecologiepremie voor vrachtwagens is reeds in uitvoering. De hervorming van de verkeersbelastingen en de subsidiëring van het achteraf inbouwen van een roetfilter voor personenwagens staan in de startblokken. Op dit ogenblik bekijken we nog hoe we dat het best kunnen gebruiken. We kunnen vandaag dus nog niet evalueren.
Er is vandaag nog altijd een vrij groot prijsverschil in de aankoop en het verbruik van dieselwagens ten opzichte van benzinewagens. Gelet op die verhouding zijn dieselmotoren vandaag nog altijd eerder afgestemd op langere afstanden. Ik heb hier niet zo lang geleden in de commissie gezegd dat je geen roetfilter moet plaatsen op een dieselwagen die maar één keer per week uit de garage wordt gehaald voor een toertje rond de kerktoren. We moeten dan ook focussen op een beleid dat de juiste maatregel treft voor de juiste categorie wagens.
We zitten met een dieselbeleid dat eerder op lange afstanden focust, en dus is de fiets niet het meest voor de hand liggende alternatief voor zulke wagens. U stelt wel terecht dat we aan de fietsvoorzieningen moeten werken. We zitten daarbij in het systeem van de convenanten. Gemeenten kunnen zelf initiatieven nemen. Ik heb hier al gezegd dat we op dit ogenblik aan het evalueren zijn wat het meest efficiënte instrument is. Het is een gedeelde bevoegdheid met minister Van Brempt. We verwachten de evaluatie in mei. Eind mei, begin juni kunnen we dat dus naar het parlement brengen. Op dat moment zullen ook de juiste keuzes voor de toekomst kunnen worden gemaakt.
We zien wel dat de middelen voor de fietsinfrastructuren jaar na jaar mooi opgesoupeerd raken, ook binnen module 13. Er zit wat vertraging tussen het opsouperen van de middelen en het aanleggen van de fietspaden, doordat er nog een aantal knelpunten zijn, zoals de onteigeningen, die voor wat moeilijkheden blijven zorgen. Ik heb trouwens met veel genoegen vastgesteld dat de gouverneur van Limburg in de kranten iedereen die een fietspad voor de deur heeft, opriep om zich snel te laten onteigenen. Het was een emotionele oproep. Misschien zal hij enig effect hebben.
Samenvattend kunnen we stellen dat dit verhaal alle types van voertuigen raakt. Het is geen goed idee om nu één categorie voertuigen te stigmatiseren. We moeten bekijken hoe het wagenpark in zijn geheel evolueert. We moeten komen tot een goede omvorming van de twee belastingen. Wat mij betreft, zal dat op 1 januari 2010 zijn, zoals dat in het aangekondigde scenario is voorzien. De nota wordt nu inhoudelijk voorbereid en ik hoop er zo spoedig mogelijk mee naar de regering te kunnen gaan.
Het lijkt mij opportuun om met minister Van Mechelen nog een boompje op te zetten over de obstakels. Hij zal immers voor de praktische implementatie zorgen.
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De heer Joris Vandenbroucke: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Dit is inderdaad een en-enverhaal. Het gaat niet enkel over fiscaliteit. De meest milieuvriendelijke kilometer is de kilometer die je niet gereden hebt met de wagen. Ik sta volledig achter de stelling dat we moeten blijven investeren in de fietspaden en dergelijke meer. U bevestigt op dat vlak dat de middelen blijven toenemen en dat ze nog opgesoupeerd worden ook. Dat is goed.
Ik keer even terug naar de kern van mijn interpellatie, namelijk de autofiscaliteit. Het verheugt mij dat u nog eens benadrukt hoezeer de ecoscore een geïntegreerde indicator is, die waarborgt dat de consumenten een evenwichtige keuze kunnen maken. U stelt ook duidelijk dat het niet nodig is om deze of gene technologie te stigmatiseren. Dat wordt immers geneutraliseerd door het evenwichtige karakter van de ecoscore.
Ik ben blij dat u bevestigt dat de ecoscore een zeer goed uitgangspunt is voor de hervorming van de BIV en de verkeersbelasting. U stelt dat dat instrument dit jaar op punt moet worden gesteld. Er zijn nog een aantal kleine discussiepuntjes en een aantal technische aanpassingen. Ik heb daar alle begrip voor. Minister Van Mechelen heeft het niet over discussiepuntjes, hij stelt gewoon de ecoscore zelf in vraag. Daar heb ik een groot probleem mee.
U spreekt over 1 januari 2010. Ik hoop echt dat we die deadline halen. Dat is weliswaar twee jaar later dan de oorspronkelijke deadline, maar daar kan ik mee leven. Als het enige obstakel voor de hervorming praktische problemen bij de FOD Financiën zijn met betrekking tot de leeftijdspiramide van de medewerkers, hoop ik dat minister Van Mechelen nog een extra paard voor de kar zal spannen. Ik hoop dat hij niet degene zal zijn die ervoor zorgt dat de hervorming niet kan plaatsvinden op 1 januari 2010, maar pas in 2012. We zullen minister Van Mechelen daar nog eens op zijn verantwoordelijkheid wijzen.
Ik dank u in elk geval voor de bevestiging dat de ecoscore een goed instrument is en dat u alvast van plan bent om dit jaar alles op punt te stellen. Dat verheugt mij ten zeerste.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt de problematiek goed gekaderd, maar u bent mijns inziens nogal diplomatisch om het heikele punt heen gewandeld. Hoe zit het nu echt met die kwestie binnen de Vlaamse Regering? U hebt gesproken over een nota van de Vlaamse Regering waaraan nog wordt gewerkt. Krijgen we in deze legislatuur nog een hervorming van de autofiscaliteit op basis van de ecoscore? Of moeten we eerder al beginnen denken aan het verhaal van minister Van Mechelen, die alles op de Griekse kalenden wil plaatsen?
Trouwens, wanneer u spreekt over de invoering op 1 januari 2010, dan zal dat door de volgende regering gebeuren. Ik zou toch willen weten of deze Vlaamse Regering nog dit jaar zal landen met een kadernota op basis van de ecoscore. Ik voel dat daarover enige animositeit bestaat. U hebt daar niet concreet op geantwoord.
Deze Vlaamse Regering is nu vier jaar bezig. Volgens mij is het gros van dat wagenpark gekoppeld aan leasingcontracten die doorgaans vier jaar lopen. Het was dus mogelijk geweest om dat wagenpark in een groenere richting te hervormen. Ik vind uw antwoord iets te gemakkelijk.
Mevrouw de minister, het gaat inderdaad niet om een stigmatisering van de dieselwagens. In die zin verbaast het standpunt van het Vlaams Belang me enigszins. We beseffen dat we de volgende twintig jaar zullen worden geconfronteerd met een dieselpark dat serieuze problemen zal veroorzaken op het vlak van gezondheid. Dat mogen we niet onder de mat schuiven. We hebben destijds dan ook de invoering van de roetfilter voorgesteld voor het bestaande dieselpark.
De voorzitter: Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Joke Schauvliege: Mevrouw de minister, in tegenstelling tot de heer Daems ben ik verheugd dat u het debat opentrekt. U ziet het ook veel ruimer. Ik heb ook een duidelijke datum gehoord, namelijk 1 januari 2010. Ik ben blij dat er werk van wordt gemaakt, en ik ben ervan overtuigd dat we daar in deze commissie nog vaak zullen op terugkomen.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Wat de hervormingen betreft, zijn de uitgangspunten twee jaar geleden bepaald. De voltallige Vlaamse Regering heeft beslist dat er een hervorming komt op basis van de ecoscore. Tussen die beslissing en de praktische implementatie zijn er altijd problemen. Mijn opdracht is een nota voor te bereiden voor de regering. Die nota is klaar en wordt momenteel besproken.
U hebt het ook over belemmering van de administratie. Minister Van Mechelen staat in voor de praktische implementatie. Als u daar vragen of opmerkingen over hebt, moet u hem daarover aanspreken. Hij moet zijn nota op dezelfde manier aan de regering voorleggen. Pas dan zal over de concrete zaak worden beslist.
De voorzitter: De heer Pieters heeft het woord.
De heer Leo Pieters: Mijnheer Daems, we zijn niet gekant tegen een vergroening van het wagenpark. Een groene auto zou trouwens een latere agressiviteitsgraad hebben. We zitten dus op dezelfde golflengte.
Met redenen omklede motie
De voorzitter: Door mevrouw Van den Eynde, door de heer Daems en door de heer Vandenbroucke werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.