Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie Vergadering van 26/02/2008
Vraag om uitleg van mevrouw Hilde De Lobel tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de vernietiging door het Grondwettelijk Hof van de tabel in artikel 6, §1, van het Provinciedecreet
De voorzitter: Mevrouw De Lobel heeft het woord.
Mevrouw Hilde De Lobel: Mijnheer de voorzitter, in 2006 hebben we in deze commissie het Provinciedecreet besproken. Tijdens die discussies is veel tijd aan de tabel in artikel 6, paragraaf 1 gewijd. Deze tabel bevat de samenstelling van de kiesdistricten. Veel commentatoren hebben toen opgemerkt dat die samenstelling te onevenwichtig is. Een gevolg hiervan is dat de kiesdrempels voor de provincieraadsverkiezingen tussen 3 percent en 16 percent variëren.
In arrest 149.207 van 5 december 2007 heeft het Grondwettelijk Hof zich bij deze bedenkingen aangesloten en een gedeelte van het Provinciedecreet, met name de net vermelde tabel, vernietigd. Het Grondwettelijk Hof vindt dat deze tabel de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. De variatie in de reële kiesdrempels is te groot. Naargelang het kiesdistrict verschillen het gewicht van een stem en de kans om verkozen te worden niet meer binnen de grenzen van het redelijke.
Wegens de politieke stabiliteit en de rechtszekerheid zijn de gevolgen van de vernietigde beslissing gehandhaafd. Dit houdt in dat de provincieraadsverkiezingen van 2006 niet moeten worden overgedaan en dat de huidige provincieraden die op basis van de gewraakte kiesdistricten zijn samengesteld, voor het verdere verloop van de legislatuur toch op een rechtsgeldige wijze blijven bestaan.
De gevolgen van het vernietigingsarrest van het Grondwettelijk Hof zullen slechts tegen de provincieraadsverkiezingen van 2012 in voege treden. Dit betekent dat het Provinciedecreet voor die periode moet worden aangepast. Het lijkt me evenwel niet verstandig met een dergelijke aanpassing tot in een verkiezingsjaar te wachten.
De uitspraak van het Grondwettelijk Hof is duidelijk. Alle elementen van de problematiek zijn bekend. Tijdens de bespreking van de beleidsbrief op 29 november 2008 heeft de minister als regelgevende initiatieven een aantal aanpassingen aan het Provinciedecreet aangekondigd. Ik ga ervan uit dat de minister op 29 november 2007 nog geen weet van het arrest van 5 december 2007 had. Indien dat toch het geval zou zijn, zou er een grondig probleem met de scheiding der machten zijn. Op dit ogenblik is het arrest natuurlijk al een paar maanden bekend.
Mijnheer de minister, ik ben benieuwd naar de stand van zaken met betrekking tot de aangekondigde regelgevende initiatieven en tot de aanpassing van het Provinciedecreet. Maken de ingevolge het arrest noodzakelijk geworden aanpassingen aan de tabel deel uit van de regelgevende initiatieven die u in 2008 wilt nemen? Op welke wijze wilt u gevolg geven aan de uitspraak van het Grondwettelijk Hof? Komt er een nieuwe tabel met evenwichtiger kiesdistricten? Wilt u de kiesdistricten gewoon afschaffen en het voorbeeld volgen van de Vlaamse verkiezingen, met een kieskring per provincieraad? Wilt u een afschaffing van de provincies overwegen? In dat geval zouden we een kleiner tussenniveau ter hoogte van de kiesdistricten in het leven kunnen roepen. Dat zou in elk geval een zeer creatieve oplossing zijn.
De voorzitter: De heer Maes heeft het woord.
De heer Jacky Maes: Mijnheer de voorzitter, ik wil in dit verband een voorbeeld geven van een zaak die bij eventuele toekomstige aanpassingen aan het Provinciedecreet zou moeten worden geregeld.
Het betreft hier de districten Ieper en Poperinge. Het district Ieper bestaat uit de gemeenten Ieper, Wervik, Zonnebeke, Langemark en Vleteren. Hier moeten zes zetels worden verdeeld. Het district Poperinge bestaat uit de gemeenten Poperinge, Heuvelland en Mesen. Hier moeten twee zetels worden verdeeld. Er is hier dan ook altijd sprake van apparentering. Zodra een kandidaat minder dan 50 percent van de stemmen haalt, moet er iemand worden geapparenteerd.
Mijns inziens, zou een samenvoeging van beide districten nauwer bij de dagelijkse realiteit aansluiten. Al deze gemeenten maken deel uit van dezelfde politiezone, van dezelfde hulpverleningszone en van hetzelfde regionaal landschap. Dit betekent dat onze vraag tot samenvoeging van beide districten bij de eventuele aanpassingen aan het Provinciedecreet in overweging kan worden genomen.
De voorzitter: De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie: Mijnheer de voorzitter, iedereen kent de uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Als ik me niet vergis, gaat het om een klacht die destijds door Groen! is ingediend. We zijn nu in 2008. Tegen 2012 moeten we over nieuwe kiesomschrijvingen voor de provincieraadsverkiezingen beschikken. Ik zou namens CD&V willen benadrukken dat deze niet op het laatste ogenblik mogen worden vastgelegd. De huidige legislatuur loopt tot 2009. Ik veronderstel dat de huidige Vlaamse Regering het niet meer zal kunnen regelen. In de volgende legislatuur moet op relatief korte termijn duidelijkheid over de spelregels worden geschapen. Aan de vooravond van de Vlaamse verkiezingen zijn de kiesomschrijvingen nog snel gewijzigd omdat een aantal personen dit wensten. Dit mag niet opnieuw gebeuren. We moeten op relatief korte termijn weten welke spelregels en voorwaarden bij de provincieraadsverkiezingen van 2012 zullen gelden.
Ik zou tevens een pleidooi voor het principe?klein maar fijn´ willen houden. Ik ben burgemeester van een relatief kleine gemeente. West-Vlaanderen telt districten met achttien raadsleden en districten met twee raadsleden. Volgens mij moet het mogelijk zijn hiertussen een perfect evenwicht te vinden.
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Mijnheer de voorzitter, indien we iedereen zouden vragen iets over de omschrijving van de kiesdistricten te zeggen, zouden we allicht heel gevarieerde antwoorden krijgen. Kennis van de geschiedenis is hierbij nooit zonder belang. De huidige districten bestaan sinds 1921. De laatste wijziging is tijdens de staatshervorming van 1980 doorgevoerd. Voor het overige is de bestaande indeling steeds gehandhaafd. Het gaat hier eigenlijk om communicerende vaten. Iedereen kijkt naar elkaar en iedereen maakt zijn eigen berekeningen. Ik sta alvast open voor alle opties. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat het Grondwettelijk Hof een aantal opties heeft uitgesloten.
De provincieraadsverkiezingen verlopen al vele decennia op basis van kiesdistricten. Het aantal districten verschilt sterk naargelang de provincie. De provincie Antwerpen telt acht districten, de provincie Limburg telt dertien districten, de provincie Oost-Vlaanderen telt veertien districten, de provincie Vlaams-Brabant telt vijf districten en de provincie West-Vlaanderen telt twaalf districten. De districten verschillen tevens sterk in omvang. In sommige kiesdistricten met een groot aantal inwoners worden veel raadsleden verkozen. Dit is het geval in Antwerpen en in Halle, waar 24 zetels worden verdeeld. In andere districten gaat het soms slechts over een paar zetels. In Poperinge worden twee raadsleden verkozen en in Oudenaarde en Herk-de-Stad worden drie raadsleden verkozen.
Het aantal zetels heeft uiteraard een belangrijke invloed op de feitelijke drempel nodig om een raadslid te verkiezen. Deze problematiek is tijdens de voorbereiding van de verkiezingen van 2006 reeds besproken. Uiteindelijk heeft de Vlaamse Regering beslist de voor de regionalisering van de kieswetgeving bestaande indeling van de kiesdistricten niet te wijzigen.
In zijn arrest van 5 december 2007 heeft het Grondwettelijk Hof de tabel vermeld in artikel 6, paragraaf 1, derde lid, van het Provinciedecreet vernietigd. Die tabel is door artikel 2 van het decreet van 2 juni 2006 als bijlage aan het Provinciedecreet gevoegd. Wegens de politieke stabiliteit en de rechtszekerheid worden de gevolgen van de vernietigde bepaling evenwel gehandhaafd voor de provincieraadsverkiezingen die aan het arrest zijn voorafgegaan. Dit betekent concreet dat de decreetgever voor de organisatie van de provincieraadsverkiezingen van 2012 nieuwe kiesdistricten moet samenstellen. Het Grondwettelijk Hof stelt hierover het volgende:?Ofschoon kan worden aanvaard dat een kiesdistrict waar vier mandaten zijn te verdelen verenigbaar is met het stelsel van de?evenredige vertegenwoordiging´, is dit niet het geval voor districten waar slechts twee of drie mandaten te verdelen zijn en waar de natuurlijke kiesdrempel om die reden onredelijk hoog is."
Indien de decreetgever de provincieraadsverkiezingen in de toekomst op basis van een indeling in districten wil laten verlopen, moeten in elk district minstens vier zetels worden verdeeld.
Ik heb steeds gesteld dat ik de Vlaamse Regering een aantal wijzigingen aan het Gemeentedecreet en aan het Provinciedecreet zou voorleggen. Dit zou samenvallen met de redactie van het voorontwerp van organiek decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Zoals in het Vlaams regeerakkoord staat vermeld, wil ik alle decreten die betrekking hebben op de werking en de organisatie van de verschillende lokale besturen, zo veel mogelijk op elkaar afstemmen. De Vlaamse Regering heeft het voorontwerp van decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn op 15 februari 2008 goedgekeurd. Het is thans voor advies aan de Raad van State voorgelegd. De noodzakelijke wijzigingen aan het Gemeentedecreet en aan het Provinciedecreet worden ondertussen voorbereid. Hierdoor zal de bespreking in het Vlaams Parlement onmiddellijk na de bespreking van het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen aanvatten.
Ik overweeg niet om ter gelegenheid van de voorgenomen wijzigingen aan het Provinciedecreet ook de indeling van de kiesdistricten voor de provincieraadsverkiezingen aan te passen. Zoals ik heb verklaard, moet de hervorming van de kiesomschrijvingen voor de verkiezingen van 2012 tot stand worden gebracht. Ik acht het raadzaam deze wijziging aan een algemene beoordeling van de kieswetgeving te koppelen. Ik meen overigens dat een tabel met de indeling van de kiesomschrijvingen veeleer in de kiesdecreetgeving dan in het Provinciedecreet thuishoort. Hoewel er behoefte is aan een grondige evaluatie, betekent dit niet dat de discussie te lang mag worden uitgesteld.
Ik wens nog geen standpunt in te nemen over de beste kiesomschrijvingen voor de provincieraadsverkiezingen. Dit vraagt overleg in de Vlaamse Regering en met de vertegenwoordigers van de provincies. Ik zal vanzelfsprekend rekening houden met de motivering van het arrest van het Grondwettelijk Hof. Ik ben niet van plan het nog in de loop van de huidige legislatuur te doen. De volgende Vlaamse verkiezingen vinden plaats op 14 juni 2009. Indien de nieuwe Vlaamse Regering hier dringend werk van maakt, is ze ruimschoots op tijd om op de tweede zondag van oktober van 2012 provincieraadsverkiezingen met een nieuwe omschrijving van de kiesdistricten te organiseren.
De voorzitter: Mevrouw De Lobel heeft het woord.
Mevrouw Hilde De Lobel: Mijnheer de minister, u bent goed begonnen. Ik was even van plan te zeggen dat ik het eens was met een groot gedeelte van uw uiteenzetting. Het heeft echter niet lang geduurd. U hebt vermeld dat de huidige situatie historisch gegroeid is. Sinds 1921 is er haast niets veranderd. Dat is waar, maar daar koopt men niets mee. We hadden in 2006 de kans de kiesomschrijvingen te wijzigen. Hoewel niets ons tegenhield, is dit om politieke redenen niet gebeurd. Ik herinner me trouwens de periode waarin in het district Ieper twee senatoren en in het district Oudenaarde twee kamerleden werden verkozen. Dat heeft men ook niet laten bestaan omdat het al van in Napoleons tijd bestond. Het is historisch wel correct, maar als argument is het niet veel waard.
Mijnheer de minister, ik ben het niet eens met uw voornemen om daar tijdens deze legislatuur niets meer aan te remediëren. Er is geen enkele reden om dat zo lang uit te stellen. Het is vreemd om dat naar een volgende legislatuur te verschuiven. Ik sluit me aan bij wat de heer Verfaillie daarover zegt, maar aan zijn gelaatsuitdrukking te zien, is hij al van gedacht veranderd.
De heer Jan Verfaillie: Ik heb gezegd dat het niet meer voor deze legislatuur is, maar voor de volgende.
Mevrouw Hilde De Lobel: Dan heb ik u slecht begrepen. Ik dacht dat het de ambitie moet zijn van een minister om zaken in orde te brengen tijdens zijn regeerperiode. Ik ben dus ontgoocheld en niet gelukkig met uw antwoord, mijnheer de minister. Of u dat met de kieswetgeving of de provinciewet regelt, zal mij een zorg zijn. Als het maar goed geregeld is.
Minister Marino Keulen: Het is ook mijn zorg om dat goed te regelen. Als je volwassen met de politiek omgaat en het bestel kent, dan moet je dat niet snel op het einde van een legislatuur realiseren. Er moet een evaluatie gebeuren, alle denksporen zijn open. Deze hervormingen zijn op hun plaats bij de start van een nieuwe parlementaire legislatuur. Dan leg je principes vast en je concretiseert dat in een regelgeving. Het element tijdsdruk kan hier niet worden ingeroepen. We spreken over verkiezingen op de tweede zondag van 2012. Laat de evaluatie gebeuren, laten we zien welk principe we daarop toepassen. Ik heb geen enkele exclusiviteit.
Voor beide opties zijn waardevolle argumenten: voor de optie klein maar fijn of voor de optie van de evenredige vertegenwoordiging, waarbij door de vergroting van het gebied ook alle partijen in verhouding tot hun getalsterkte vertegenwoordigers krijgen in de provincieraad. Voor elke thesis zijn er bonafide argumenten. Het zou niet getuigen van goed bestuur om dat nu op het einde van een parlementaire legislatuur snel door te drukken. Bij het begin van de volgende legislatuur is daar nog alle kans toe. Dat moet dan ook gebeuren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.