Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie Vergadering van 11/10/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Laurence Libert tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de financiële transparantie van SYNTRA-centra
De voorzitter: Mevrouw Libert heeft het woord.
Mevrouw Laurence Libert: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, naast zijn overheidsdotatie geniet elk SYNTRA-centrum ook van aanzienlijke inkomsten via cursistengelden, verkoop van cursusmateriaal en andere.
In het onderwijs werd dit zeer duidelijk gereglementeerd, maar bij SYNTRA blijkt dit niet altijd het geval te zijn. Cursisten en ex-cursisten klagen erover. De klachten variëren van te weinig transparantie over de kostprijs van een heel leertraject, over het onevenwicht tussen de prijs en de kwaliteit, en over de zwarte handel in cursusmateriaal. Dit laatste slaat op het feit dat sommige leerkrachten geen facturen willen geven voor de aankoop van cursusmateriaal, waardoor de zelfstandigen die een cursus volgen, de kostprijs niet kunnen inbrengen.
Mijnheer de minister, hoe wordt dit gecontroleerd? Hoe wordt de besteding van de overheidsdotatie gecontroleerd? Bij welke onafhankelijke instantie kunnen cursisten deze praktijken aanklagen? Ik verwijs in dit verband naar de Commissie Zorgvuldig Bestuur, die bestaat in het onderwijsdomein.
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mijnheer de voorzitter, ik wil me hierbij aansluiten, maar wil de zaken in een wat breder kader bekijken. Het mag toch ook eens worden gezegd dat SYNTRA prachtig werk levert. Een van de uitdagingen voor onze Vlaamse samenleving is het doen toenemen van permanente opleidingen bij volwassenen. Wat dat betreft, bevinden we ons in het Europese peloton. Dat is een uitdaging voor deze regering en voor ons allemaal. Die permanente vorming moet bij meer mensen aanslaan. SYNTRA vervult ter zake een mooie rol.
Ook zorgt SYNTRA ervoor dat mensen die geen diploma van dagonderwijs hebben, een tweede kans krijgen. Zo wordt ervoor gezorgd dat die jongeren of jongvolwassenen uiteindelijk nog een beroepscarrière kunnen hebben. De uitstroom van SYNTRA-afgestudeerden naar de arbeidsmarkt ligt heel hoog. Ook een pluspunt is dat bijna de helft van die afgestudeerden met een zelfstandige activiteit begint. Voor Vlaanderen is het mooi meegenomen dat mensen op die wijze met een eigen zaak kunnen beginnen. De verdienste van initiatieven als SYNTRA mag niet worden ondergesneeuwd door een mogelijk misbruik.
De minister had het daarnet al over de evaluatie van VDAB en SYNTRA, en over de kwaliteitswaarborg. Er is sprake van een zelfevaluatie. Ik wil erop wijzen dat SYNTRA Vlaanderen zelf een ombudsman heeft. SYNTRA Vlaanderen bestaat uit vijf deel-SYNTRA's.
- Mevrouw Trees Merckx-Van Goey treedt als voorzitter op.
Sinds deze week weten we dat de ombudsdiensten zeer precies werk kunnen leveren. De SYNTRA van mijn regio, SYNTRA Antwerpen en Vlaams-Brabant, heeft dan ook nog eens een eigen ombudsdienst. Ik denk dat SYNTRA via die dienst wel openstaat voor het regelen van klachten.
Mijnheer de minister, ik dacht dat er tussen de Vlaamse Regering en SYNTRA werd onderhandeld over een beheersovereenkomst. Daarbij zullen wellicht een aantal evaluatiecriteria worden opgenomen. Misschien wordt daar ook wel een integriteitsevaluatie bij opgenomen. Hoe ver staat het met het afronden van deze beheersovereenkomst?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, mevrouw Libert, in uw vraag van 27 september vraagt u meer uitleg betreffende het toezicht op de SYNTRA-centra. U stelt dat naast de overheidsdotatie elk SYNTRA-centrum aanzienlijke inkomsten geniet via cursistengelden, de verkoop van cursussen enzovoort. U verwijst daarbij naar het onderwijs, waar deze problematiek zeer duidelijk is gereglementeerd.
De SYNTRA-centra bepalen zelf het bedrag van inschrijving, cursussen en benodigdheden. De rechten en plichten van de cursist en het SYNTRA-centrum zijn bepaald in de inschrijvingsvoorwaarden. SYNTRA Vlaanderen beschikt over een uitgebreid netwerk van leertrajectbegeleiders, pedagogische adviseurs en klachtenmanagers - binnen SYNTRA Vlaanderen en de SYNTRA-centra - die toezien op de algemene werking van het netwerk en in geval van misbruiken kunnen ingrijpen. Zo kunnen cursisten die worden verplicht materiaal aan te kopen van lesgevers, terecht bij de pedagogische adviseur van de provinciale dienst van SYNTRA Vlaanderen. Gesteund door de beroepsadviseur en de klachtencoördinator van SYNTRA Vlaanderen zal die een onderzoek voeren en maatregelen opleggen om de cursist schadeloos te stellen als de klacht gegrond is. Indien nodig kunnen klachten die passen binnen een administratieve procedure, zoals een weigering van inschrijving of geen objectief examen omdat men de cursus niet bij de leraar heeft aangekocht, worden beslecht door hetzij de raad van bestuur, hetzij de praktijkcommissie.
Met betrekking tot de overheidsdotatie bestaat er een strak regelgevend kader. De SYNTRA-centra krijgen een enveloppe om opleidingen te organiseren, conform een door SYNTRA Vlaanderen opgelegd organisatieplan. De besteding van de overheidsdotatie aan de SYNTRA-centra wordt door SYNTRA Vlaanderen gecontroleerd, aan de hand van financiële en administratieve rapporteringen. Daarnaast zijn er visitaties aan de SYNTRA-centra door ambtenaren en leden van de raad van bestuur van SYNTRA Vlaanderen. In het kader van de beheersovereenkomst van het agentschap, die ik dit najaar zal voorleggen aan de Vlaamse Regering, zal er een uitgebreide monitoring gebeuren van de SYNTRA-activiteiten. Vanaf dit schooljaar maken de SYNTRA-centra, voor zover dat nog niet het geval was, ook de omslag naar een analytische boekhouding, om direct toewijsbare kosten en opbrengsten transparant te maken. Beide moeten toelaten de nodige transparantie te geven over de rechtmatige besteding van de overheidsdotatie.
Cursisten kunnen met klachten terecht bij de vijf provinciale diensten van SYNTRA Vlaanderen, alsook bij de centrale klachtencoördinator van het agentschap. Klachten met betrekking tot administratieve procedures kunnen, in geval van conflict, worden behandeld door de raad van bestuur of de paritair samengestelde praktijkcommissie - in geval van de leertijd. In tweede lijn ziet de Vlaamse Ombudsdienst toe op de klachtenbehandeling. Voor zover ik weet, beoordeelde deze dienst de klachtenbehandeling door SYNTRA Vlaanderen tot op vandaag steeds als correct. Als u weet hebt van klachten die niet goed behandeld werden, nodig ik u uit om die aan mij over te maken.
Mijnheer Van den Heuvel, wij zijn de beheersovereenkomst aan het bespreken. Ik kan niet uit mijn hoofd zeggen hoe ver dat precies staat, maar de besprekingen lopen.
De voorzitter: Mevrouw Libert heeft het woord.
Mevrouw Laurence Libert: Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik heb begrepen dat er een monitoring komt, en daar kijk ik naar uit. Ik begrijp dat de Vlaamse Ombudsdienst dienst doet als eventuele onafhankelijke instantie om klachten in te dienen.
Minister Frank Vandenbroucke: De Vlaamse Ombudsdienst is hier een tweedelijnsdienst. We hebben een debat gehad over de VDAB. De Ombudsdienst zegt ons hoe ze denkt dat de VDAB werkt in de klachtenbehandeling.
Mevrouw Laurence Libert: De twee andere instanties zijn de raad van bestuur en de praktijkcommissie, en die zijn intern.
Minister Frank Vandenbroucke: Er is niet in een derde instantie voorzien. Dat is de reden waarom ik u zeg dat u het mij mag meedelen als u denkt dat iets niet goed loopt.
Mevrouw Laurence Libert: Dat kan men moeilijk als individueel persoon doen.
Minister Frank Vandenbroucke: Maar u bent parlementair en u stelt me een vraag.
Mevrouw Laurence Libert: Misschien zijn er in de toekomst gevallen die los staan van dit concrete geval.
Minister Frank Vandenbroucke: Dat is het eeuwige dilemma in beleid. Ik vind dat we een organisatie zoals SYNTRA moeten responsabiliseren voor een goede klachtenbehandeling. Daar kijken we op toe via de Ombudsdienst. We moeten geen instanties opeenstapelen, we moeten hen wel responsabiliseren voor een goede klachtenbehandeling. Indien zou blijken uit concrete dossiers die u mij zou bezorgen dat, ondanks het tweedelijnstoezicht van de Ombudsdienst, SYNTRA dat niet goed doet, dan moet ik daar beleidsconclusies uit trekken. Dan moet ik me afvragen of de Ombudsdienst in staat is geweest om goed toe te kijken of niet, of de procedures adequaat gereglementeerd zijn en of ik in mijn beheersovereenkomsten misschien niet strenger moet zijn. Ik moet niet een nieuwe instantie creëren als beroepsinstantie. We moeten werken op basis van responsabilisering en beheersovereenkomsten, met een toeziend oog bij de Ombudsdienst. Ik heb de indruk dat dat een goed model is, maar ik kan me vergissen. U kunt mijn vergissing misschien aantonen door me de concrete gevallen over te maken. U mag dat gerust doen en dat kan in vertrouwelijkheid gebeuren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.