Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 19/06/2007
Vraag om uitleg van de heer Jan Loones tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de eventuele implicaties van de op stapel staande sta?tutenwijziging van de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelings?samenwerking en technische Bijstand (VVOB)
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Mijnheer de minister, geachte collega´s, ik heb een vraag over de statutenwijziging en de gevolgen hiervan op het voorzitterschap van de VVOB. Mijnheer de minister, u hebt de verdienste om de administratie te hebben hervormd en het VAIS te hebben opgericht. De VVOB kreeg een nieuwe taak en, zoals u weet, bestaat er in dit parlement nogal wat sympathie voor die VVOB vanwege haar geschiedenis, haar expertise en het feit dat ze belangrijke geldmiddelen beheert die niet alleen van Vlaanderen komen. Op de raad van bestuur zijn telkens een aantal parlementsleden aanwezig, zoals bepaald in de statuten van de organisatie.
Op de laatste raad van bestuur van 6 juni werden de nieuwe statuten behandeld. Een van de wijzigingen die niet zonder gevaar is, is de vertegenwoordiging vanuit de Vlaamse Regering. Tot op vandaag is het zo dat de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking voorzitter is van de VVOB. In de toekomst is dit minder duidelijk en is het zo dat de Vlaamse Regering in de raad van bestuur vertegenwoordigd zal worden door vier afgevaardigden, zoals staat in artikel 8 en 25. In de tekst heeft men het gewoon over de ?vier vertegenwoordigers´, waaronder de voorzitter van de VVOB. Ze worden op voordracht van de Vlaamse Regering aangeduid.
Ik wil daarover drie vragen stellen. Ten eerste: ik denk dat het nodig is dat de voorzitter een goed contact onderhoudt met de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking. Ik heb begrepen dat de Vlaamse Regering daarover een akkoord moet bereiken. Ik denk dat het voor de hand ligt dat de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking de voorzitter moet kunnen aanduiden. We hebben in deze commissie het Kaderdecreet Ontwikkelingssamenwerking besproken. De ene volksvertegenwoordiger legt al wat meer de nadruk dan de andere op de noodzaak van co?rdinatie. Het lijkt me daarom vanzelfsprekend dat de voorzitter van de VVOB door die specifieke minister wordt aangeduid, en dat de Vlaamse Regering die keuze bekrachtigt.
Een tweede vraag gaat over de uitstraling. Op de raad van bestuur is met enige bezorgdheid gesteld dat de handtekening van een minister nog altijd meer betekent dan de handtekening van iemand anders. Misschien wordt dat in ons land soms betwijfeld, maar dat is zeker zo in de landen waarmee we akkoorden afsluiten. Vooral in Afrikaanse landen opent een minister deuren. Niet alleen een prins op handelsmissie doet dat, ook een minister kan dat. Als de minister niet langer de voorzitter van de VVOB is, zou dat verlies aan uistraling moeten gecompenseerd worden. De directeur-generaal van de VVOB, de heer Blockx, heeft ons meegedeeld dat u als minister de komende periode uw handtekening blijft plaatsen als dat nuttig is. Uw vertegenwoordiger zei dat ook. Dat zou van belang kunnen zijn voor het afsluiten van overeenkomsten met bepaalde landen.
Ten slotte wil ik een onderwerp aansnijden dat wellicht in de besprekingen over de statutenwijziging in de Vlaamse Regering aan bod zal komen. Bent u het ermee eens dat het goed zou zijn dat die laatste regeling gehandhaafd blijft, en dat de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking ook in de toekomst bij protocollaire en inhoudelijk belangrijke overeenkomsten waar de VVOB bij betrokken is, zijn handtekening plaatst? Ik kijk uit naar het antwoord.
De voorzitter: Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega´s, ook ik sluit me aan bij de vraagsteller en ben nieuwsgierig het antwoord te vernemen. Wat het laatste punt van de heer Loones betreft, denk ik dat er een pragmatische oplossing uit de bus moet komen die het mogelijk moet maken om in de praktijk goede contacten te leggen en goede resultaten te boeken.
Ik heb een bijkomende vraag over de financiering van de VVOB, al weet ik niet of de minister daar onmiddellijk kan op antwoorden. De herstructurering en de statutenwijziging bevinden zich in een eindfase. Op een bepaald ogenblik stelde Vlaanderen dat de VVOB enigszins los van het VAIS staat en we de programma´s voor onze prioritaire landen aan de administratie toevertrouwen. Vlaanderen blijft wel een bijdrage betalen voor de financiering van de VVOB. Is er al duidelijkheid over de financiering op langere termijn, en dan zeker tot het jaar 2009? Of wordt over de hoogte van de bijdrage elk jaar opnieuw beslist?
De voorzitter: De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
De heer Luk Van Nieuwenhuysen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega´s, ik wil nog even iets vragen in verband met het tweede punt van de heer Loones. In hoeverre is de VVOB gevat door de handtekening van de minister, en omgekeerd, in hoeverre is de minister gevat door de samenwerkingsovereenkomsten die de VVOB met derden afsluit? Dat is niet helemaal duidelijk.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, wat de eerste vraag betreft, heeft de heer Loones zelf verwezen naar de statuten. De vier vertegenwoordigers, onder wie de voorzitter, worden aangeduid door de Vlaamse Regering. Het is evident dat ik daartoe een voordracht aan de regering zal doen, die dan in consensus een beslissing moet nemen. Uiteraard ben ik het met u eens dat de voorzitter niet alleen voldoende affiniteit met de materie moet hebben, maar ook in nauw overleg met het beleid moet samenwerken. Ik ben ervan overtuigd dat een goede oplossing uit de bus zal komen.
Wat de tweede vraag betreft, ga ik akkoord met de heer Loonens en mevrouw Poleyn: een pragmatische oplossing is aangewezen. In het verleden heb ik, als voorzitter en als minister, getekend als het overeenkomsten met partnerlanden betrof. Het blijkt immers effectief zo te zijn dat een handtekening van een minister in Afrikaanse landen deuren helpt openen. Er blijft dus een rol weggelegd voor het ministeriële niveau.
Mijnheer Van Nieuwenhuysen, ik denk niet dat de kwestie die u hebt aangeraakt tot problemen moet leiden, want het gaat over een vzw die volledig in handen van de Vlaamse overheid is. Als mijn rol door de VVOB wordt gewaardeerd en nuttig wordt geacht, dan ben ik bereid om dat te blijven doen als het pas geeft, bijvoorbeeld voor overeenkomsten met partnerlanden.
Mevrouw Poleyn kan ik meedelen dat het financieringsvoorstel dat ik aan de regering zal voorleggen, vandaag voor akkoord in handen van de minister van Begroting is. Het voorstel zal binnenkort aan de regering worden voorgelegd.
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Ik dank de minister voor het antwoord. Mijn laatste vraag heeft ook betrekking op een verder afgelegen toekomst, als u niet langer verantwoordelijk bent voor ontwikkelingssamenwerking. Bent u het ermee eens dat het goed zou zijn dat ook uw opvolgers deze beleidslijn volgen? Uiteraard zullen ze dat zelf moeten beslissen Toch denk ik dat de man die de hervorming heeft doorgevoerd bakens voor toekomstig gedrag kan uitzetten. In elk geval wens ik u alle succes in uw onderhandelingen hierover in de schoot van de Vlaamse Regering.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: U doet me te veel eer aan. Eerst dichtte u mij de kwaliteiten van de prins toe, nadien word ik bijna een almachtige figuur die zelfs het beleid van zijn opvolgers kan bepalen. U zult begrijpen dat mij dat een beetje te ver gaat. Ik hoop wel dat daarover een consensus blijft bestaan. Het lijkt me belangrijk dat dit ertoe leidt dat de overeenkomsten die de VVOB aangaat een grotere uitstraling krijgen. In elk geval is het hoe dan ook goed dat er een scheiding komt tussen het voorzitterschap van de vereniging en het ministerschap. Ik heb me van bij de aanvang een beetje slecht gevoeld bij die dubbele rol, want zo was ik tezelfdertijd rechter en partij. Die scheiding mag de goede samenwerking evenwel niet in de weg staan.
De voorzitter: Het incident is gesloten.