Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie Vergadering van 07/11/2006
Vraag om uitleg van de heer Mark Demesmaeker tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de ongevallenverzekering voor gemeenteraadsleden
De voorzitter: De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker: Mijnheer de minister, deze vraag is mee geïnspireerd door de Fietsersbond bij ons in het Pajottenland, naar aanleiding van een voorval, een incident, eind augustus, dacht ik. U weet dat gemeenten over de mogelijkheid beschikken om een verzekering af te sluiten voor gemeenteraadsleden, ook voor hun personeelsleden, tegen lichamelijke ongevallen tijdens de uivoering van hun mandaat. De toezichthoudende overheid aanvaardt dat de gemeenten een dergelijke verzekering kunnen afsluiten ten voordele van hun raadsleden. Voor het Vlaamse Gewest zijn deze voorwaarden aangegeven in een omzendbrief van 9 januari 1985 van de minister van Binnenlandse Aangelegenheden. Principieel geldt dat op basis van dergelijke verzekeringsovereenkomsten de raadsleden geen onverantwoorde voordelen mogen verwerven, maar enkel schadeloosstelling op grond van de verzekeringsovereenkomst en de voorzieningen in de sociale zekerheid.
Verschillende gemeentebesturen maken gebruik van die mogelijkheid om hun raadsleden en personeelsleden een verzekeringspolis lichamelijke ongevallen aan te bieden, maar bijkomend ook voor de materiële schade voor ongevallen in hun functie, bijvoorbeeld als gemeenteraadslid.
Op het eind van de grote vakantie werd onze aandacht getrokken door een krantenartikel over een voorval in de Vlaams-Brabantse gemeente Dilbeek. Daar wilde een gemeenteraadslid, die tijdens de uitoefening van zijn mandaat betrokken was geraakt in een ongeval waarbij zijn fiets nogal wat averij had opgelopen, een schadegeval indienen. De gemeente Dilbeek heeft een polis bij Ethias, een 'omnium dienstverplaatsingen', maar het blijkt dat deze polis wel de persoonlijke wagens dekt van personeelsleden en mandatarissen bij het gebruik ervan in opdracht van de gemeente, maar dat verplaatsingen per fiets of te voet niet in die verzekering kunnen worden opgenomen.
Dit past niet in de ambitie van de Vlaamse overheid en van de verschillende gemeentebesturen om een fietsvriendelijk gemeentebeleid uit te stippelen. Daarom heb ik de volgende vragen. Heeft de minister weet van het feit dat vele gemeentebesturen - en zo ja hoeveel - naast een verzekering tegen lichamelijke ongevallen een verzekeringspolis afsluiten voor de materiële schade van gemeenteraadsleden? Klopt het dat die polissen wel tussenkomen voor schade aan auto's, aan gemotoriseerde voertuigen, maar bijvoorbeeld niet voor schade aan fietsen?
De heer Glorieux van Groen! heeft naar aanleiding van datzelfde voorval een schriftelijke vraag ingediend, ongeveer gelijktijdig met mijn vraag. Hij heeft daar intussen ook antwoord op gekregen, en daaruit blijkt inderdaad dat daar een probleem is. U schrijft daarin het volgende: "Voor de materiële schade die de zwakke weggebruiker zelf oploopt, bijvoorbeeld de schade aan zijn fiets, moet hij/zij zelf instaan. De omniumverzekering waarvan in de vraag sprake, is enkel geldig voor gemotoriseerde voertuigen."
Dat is natuurlijk een scheeftrekking. Hoe denkt u die te kunnen wegwerken, zonder al te betuttelend over te komen ten overstaan van de gemeentebesturen? Hoe kan de Vlaamse overheid in samenspraak met de gemeentebesturen een fietsvriendelijker personeelsbeleid uitstippelen, zodat de lat gelijk wordt gelegd tussen gebruikers van auto's en bromfietsen enerzijds en de zwakke weggebruikers anderzijds, ook voor het politieke personeel?
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Dat is een heel interessante vraag omdat ze zich afspeelt op het microniveau en de realiteit van heel veel mensen benadert, meer dan we op het eerste gezicht zouden vermoeden. De vraag loopt inderdaad parallel met de schriftelijke vraag van de heer Glorieux.
U vraagt mij naar het aantal gemeentebesturen die voor gemeenteraadsleden naast een verzekering tegen lichamelijke letsels, ook een verzekeringspolis voor materiële schade hebben afgesloten. Die informatie moet krachtens de regelgeving niet worden meegedeeld aan de Vlaamse overheid. Ik heb de gouverneurs wel gevraagd om een rondvraag te houden bij de gemeentebesturen. Zodra ik over de gevraagde gegevens beschik, zal ik u hierover schriftelijk berichten.
Om aan uw bekommernis tegemoet te komen, wil ik erop wijzen dat we bij het sluiten van verzekeringspolissen de gemeentelijke autonomie maximaal laten spelen. We gaan ter zake niet regulerend optreden. De gemeenten die dat wensen, kunnen de nodige initiatieven nemen om alles te laten verzekeren, dus ook voor de fiets en op andere vlakken. Ik ben voor maximale autonomie. Ik ben een gemeentenaar. De gemeenten zijn onze beste besturen, je moet ze de ruimte laten om hun ding te kunnen doen, ook op dit terrein. Als een gemeente daarin ver wil gaan en alles wil laten dekken door de polis, dan is dat een beslissing van de gemeente en leg ik mij daarbij neer. Ik ga daar niet regulerend tegen optreden.
Dat is deels een uitbreiding van de gemeentelijke autonomie voor een heel klein aspect. Maar het is inderdaad te gek dat, op een ogenblik dat we fietspremies en dergelijk geven, zoiets niet gedekt wordt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.