Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 23/05/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Sabine Poleyn tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de toekomstige financiering van de vzw Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische Bijstand (VVOB)
De voorzitter: Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, met de nieuwe BBB-structuur van de Vlaamse overheid werd het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking opgericht. Het agentschap heeft een deel van de vroegere opdracht van de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische Bijstand vzw overgenomen. Het gaat specifiek over de werking in de partnerlanden van het Vlaamse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid: Zuid-Afrika, Marokko - in beperkte mate - en Mozambique. Met de werking werd ook een deel van de personeelsleden overgenomen. De vzw VVOB kreeg een nieuwe personeelsstructuur, geadviseerd door een extern adviesbureau. De werking van de vzw blijft zoals voorheen, behalve voor de landen die nu onder het agentschap ressorteren.
Op dit moment financiert de federale overheid de programma´s van de VVOB. In 2005 en 2006 ging het om ruim 8 miljoen euro, net zoals de federale overheid ook de Franstalige tegenhanger van de VVOB, de Association pour la Promotion de l´Education et de la Formation à l´Etranger, afgekort APEFE, financiert met vergelijkbare bedragen.
De inbreng van de Vlaamse overheid bedroeg 972.000 euro in 2005 en 450.000 euro in 2006. De daling van de Vlaamse subsidies is enerzijds te wijten aan de overname van een deel van de werking door het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking - wat logisch is -, maar anderzijds lijkt het toch belangrijk dat de basisfinanciering van de vzw in de toekomst op een bepaald niveau gehandhaafd wordt. De VVOB moet immers in de nieuwe structuur voldoende kansen krijgen om zich opnieuw te positioneren.
De Vlaamse subsidie is cruciaal voor de basisfinanciering van het secretariaat in Brussel. Bovendien heeft de vzw een duidelijk Vlaams karakter en kan ze bogen op een sterke kwaliteit en ervaring.
In het kader van de financiële perspectieven werd op de raad van bestuur van maart 2006 aangekondigd dat de Vlaamse Regering een advies verwachtte van de Inspectie van Financiën over de financieringsbehoeften van de vzw voor de periode 2007-2009.
Mijnheer de minister, hebt u al een advies ontvangen over de financieringsbehoeften van de vzw VVOB? Zo ja, wat leert u daaruit? Wanneer zal de Vlaamse Regering hierover beslissen? Hoe ziet u de mogelijke samenwerking tussen het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking en de vzw VVOB? Of beschouwt u ze als twee aparte actoren?
De voorzitter: De heer De Loor heeft het woord.
De heer Kurt De Loor: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil mijn bekommernis uiten over de financiering op lange termijn van de VVOB. Het is mijn zorg dat er snel duidelijkheid komt over de financiering, om te vermijden dat de momenteel binnen de VVOB aanwezige expertise verdwijnt wegens gebrek aan langetermijnvisie.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, collega´s, in het kader van BBB werd ondertussen het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking opgericht. We hebben daarbij de VVOB-expertise gevaloriseerd. Zeven medewerkers van de VVOB werden per 1 januari overgenomen door het agentschap.
Alle opdrachten die door de VVOB werden uitgevoerd, worden vanaf 1 januari 2006 uitsluitend door het agentschap uitgevoerd. Mevrouw Poleyn, het is belangrijk dat u dit weet: de VVOB voert geen opdrachten meer uit voor de Vlaamse overheid.
De VVOB speelde voorheen wel een belangrijke rol voor diverse projecten en opdrachten. De vzw heeft projecten geformuleerd, begeleid, opgevolgd en geëvalueerd. Daartegenover stond een jaarlijkse subsidie. Nu is er een gewijzigde relatie tussen de Vlaamse overheid en de VVOB, wat uiteraard zijn weerslag heeft op de subsidiëring.
De VVOB heeft gevraagd om verder te worden gesubsidieerd. De Vlaamse Regering heeft een poging gedaan om de vraag te objectiveren. Voor 2006 hebben we een overgangsregeling uitgewerkt, rekening houdend met de overstap van zeven mensen van de VVOB naar het agentschap en met het bedrag dat voorheen werd betaald. De Vlaamse Regering heeft beslist om voor dit jaar een subsidie van 450.000 euro toe te kennen. Deze middelen dienen om de werkingskosten van de maatschappelijke zetel te dekken, want opdrachten zijn er niet meer.
De totale uitgaven van de maatschappelijke zetel worden geraamd op 1.317.220 euro. Deze uitgaven - exclusief de personeelskosten in het buitenland - dienen voor de uitvoering van een federaal DGOS-programma van om en bij 7,63 miljoen euro. De Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking betaalt de VVOB daarvoor een administratiekost van 9,4 percent op het totale programma, of 717.818 euro. Daarbovenop komt een subsidie van de Vlaamse Regering.
De Vlaamse Regering heeft aan de Inspectie van Financiën een advies gevraagd over de toekomstige financieringsbehoeften van de VVOB. We hebben dat advies ondertussen ontvangen en bezorgd aan de leden van de raad van bestuur van de VVOB. Ik laat alle commissieleden een kopie bezorgen. We zullen ons daarover moeten uitspreken tijdens de begrotingsbesprekingen. Zoals afgesproken zal de Vlaamse Regering de financiering 2007-2009 vastleggen.
Ik zal enkel de conclusies uit het advies van de Inspectie van Financiën voorlezen.
?Uit de doorlichting van de Inspectie van Financiën kan worden geconcludeerd dat de VVOB de voorbije jaren heeft genoten van een belangrijke overfinanciering door de Vlaamse Gemeenschap. Onder meer door deze overfinanciering is de VVOB erin geslaagd om belangrijke reserves op te bouwen. Er mag echter niet worden gesteld dat deze reserves alleen door de Vlaamse financiering werden opgebouwd. Uit de analyse van KPMG blijkt dat de federale DGOS-toelage van de werkingskosten ruimschoots deze werkingskosten dekt zodat ook hier marges voor het opbouwen van reserves zijn.
De subsidiëring van de overhead van de VVOB door het DGOS is ruimer dan de werkingskosten voor de projecten. Bij goed beheer moet zij daar ook reserves mee kunnen opbouwen.
Op basis van de begroting 2005 kan een subsidie van, afgerond, 350.000 euro verantwoord worden voor zover zeven personeelsleden worden overgenomen. In een krimpscenario, met name de overname van het takenpakket van de VVOB door het nieuwe agentschap, kan de subsidie dalen tot, afgerond, 32.000 euro.
Wanneer de subsidie tot voornoemde bedragen wordt gereduceerd, is het duidelijk dat, gelet op de vaste, niet tezamendrukbare kosten de VVOB haar reserves zal moeten aanspreken. Aangezien deze reserves echter, minstens ten dele, hun oorsprong vinden in de Vlaamse subsidiëring, is dit op zich geen probleem. De reserves in kwestie kunnen worden geraamd op minimaal 2.100.000 euro.
In de door de Vlaamse Regering aan de Inspectie van Financiën gegeven opdracht werd ook gevraagd oog te hebben voor de levensvatbaarheid van VVOB. De Inspectie van Financiën adviseert een verdere samenwerking tussen VVOB en het agentschap aan. Dit kan worden gecombineerd met een degressiviteit in de subsidiëring. De Inspectie van Financiën adviseert daarbij volgend tijdspad: 2006: 450.000 euro; 2007: 350.000 euro; 2008: 250.000 en 2009: 150.000 euro.
De Inspectie van Financiën adviseert om deze subsidiëring te binden aan prestaties.
Een drastischer afbouw acht de Inspectie van Financiën niet verenigbaar met de levensvatbaarheid.?
Dit advies zal worden besproken in de regering. We kiezen daarbij voor een degressief schema. We gaan ervan uit dat de zware overheadkosten dalen. De Inspectie van Financiën wijst er terecht op dat een drastische afbouw problemen zou scheppen.
Tegenover de subsidie die aan de Vlaamse Regering wordt gevraagd, biedt de VVOB geen prestaties of diensten aan de Vlaamse overheid. De VVOB is vanaf 2006 uitsluitend ingeschakeld in de uitvoering van DGOS-programma´s die worden uitgevoerd onder de politieke verantwoordelijkheid van de federale minister van Ontwikkelingssamenwerking, de heer Armand De Decker.
Het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking is als agentschap verantwoordelijk voor de opvolging en de afhandeling van de financiering van alle derde partners die taken uitvoeren in het kader van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking. Het is dan ook evident dat niet alleen de VVOB-financiering voor 2006, maar ook de meerjarenafspraak 2007-2009, in opdracht van de minister, door het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking onderhandeld en uitgewerkt zal worden.
Ten slotte kan het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking bij de uitbesteding van opdrachten ook de VVOB aanschrijven, net zoals elke andere externe expert op het vlak van ontwikkelingssamenwerking.
De voorzitter: Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Ik dank u voor uw gedetailleerde antwoord en voor de toelichting bij het advies van de Inspectie van Financiën, mijnheer de minister.
Ik begrijp dat de overheadkosten kunnen worden afgebouwd. De Inspectie van Financiën zegt echter dat er een minimum aan subsidies nodig blijft. De daling is wel erg scherp.
Zowel vorig jaar als dit jaar werden de reserves aangesproken. Het is ook niet nodig om zulke ruime reserves te blijven opbouwen. Die dienen om te worden gebruikt. Reserves zijn anderzijds natuurlijk wel per definitie beperkt. Ik veronderstel dat het advies van de Inspectie van Financiën daar rekening mee houdt.
In welke mate zult u dat advies opvolgen? Volgt u het volledig? Of neemt u nog even de tijd om een en ander na te gaan en gesprekken te voeren? Hebt u een datum in gedachten?
Wat de verhouding Vlaams agentschap/VVOB betreft, gaat het inderdaad om een?actor in de vierde pijler´, zoals u zou willen. Zoals andere ngo´s wordt hij door de federale overheid gesubsidieerd. Maar we zijn als parlementsleden en regeringsleden verbonden met het bestuur van de vzw en kunnen daar op het vlak van visie en kwaliteit onze mening ventileren.
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Mijnheer de minister, het blijft toch een wat eigenaardige situatie. U hebt hier in wezen te maken met een aantal lobbyisten van de VVOB, vermits we als parlementslid tegelijkertijd ook lid zijn van de raad van bestuur van de VVOB, waarvan u als bevoegd minister de voorzitter bent. Maar op het gevaar af opnieuw het verwijt te krijgen dat ik u blindelings volg, wil ik me toch aansluiten bij uw visie. We moeten nu vooral focussen op de uitbouw van het Vlaams Agentschap Internationale Samenwerking, dat zeer goed blijkt te werken, wat ons dan ook verheugt. De lobbyisten in deze commissie zijn anderzijds natuurlijk positief bevooroordeeld ten aanzien van de VVOB.
Ik hecht echter vooral belang aan het tweede deel van uw antwoord. Het geld is één zaak, en er zullen inderdaad wel grote reserves zijn, maar wat ze nodig hebben, is een soort bevestiging van het vertrouwen in het feit dat Vlaanderen de VVOB nog steeds gebruikt als de uitvoerder van het beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Het ergert me dat we in de huidige meerderheid niet ten volle gesteund worden voor de defederalisering van de ontwikkelingssamenwerking, die nochtans was afgesproken. Ik wik mijn woorden, maar het gaat veel te traag. We kunnen dan ook geen enkele actor missen. De VVOB is, naast de federale projecten, altijd ook een uitvoerder geweest van het Vlaamse beleid. Ik blijf de vereniging dan ook steunen opdat ze niet alleen zou worden beschouwd als een van de vele actoren op wie een beroep kan worden gedaan, maar ook een preferentiële behandeling zou krijgen, onder andere omwille van de knowhow die ze door haar werking in het buitenland heeft opgebouwd. Daar blijf ik op aandringen.
Minister Geert Bourgeois: Mevrouw Poleyn, ik kan nu geen exacte datum meedelen. Dit alles maakt immers deel uit van de begroting voor volgend jaar. Ik hoop klaar te zijn met een en ander voor de vakantie. We maken er nu werk van en zullen er ook met de VVOB over spreken.
Ik kan de algemene teneur van wat de Inspectie van Financiën zegt, onderschijven. Het is niet de bedoeling de werking onmogelijk te maken. We moeten echter ook redelijk zijn. Er spelen in dit dossier inderdaad ook persoonlijke gevoeligheden mee, al hoef ik hier geen namen te noemen.
De overheidssteun moet kunnen krimpen zonder aan de werking te raken. Dat kan niet op korte termijn, want het moet in alle redelijkheid gebeuren. De overheid heeft alle VOI´s opgedragen te besparen, en de VRT, de VDAB en andere hebben dat gedaan, dus het moet ook hier kunnen. Daarom hebben we geprobeerd te objectiveren en hebben we de Inspectie van Financiën gevraagd een advies te geven waarin rekening wordt gehouden met zowel de vraag en de noden van de VVOB, als met de wil van de Vlaamse Regering.
De overheadkosten die vanuit DGOS komen, laten normaal gezien elke ngo toe haar project uit te voeren. De Inspectie van Financiën zegt dan ook dat wat DGOS aan de VVOB geeft, toelaat kleine reserves op te bouwen. Het gaat echter om een Vlaamse vzw. Omwille van de samenwerking en om historische redenen zorgen we daarom daarbovenop nog voor werkingsmiddelen. Die zullen niet zo ruim zijn dat er nog bijkomende reserves kunnen worden opgebouwd of dat er een al te zwaar apparaat ontstaat, dus we moeten zeker tot een oplossing kunnen komen.
Ik hoop hier voor de vakantie mee klaar te zijn. De VVOB heeft knap werk geleverd en doet dat nog altijd, ook voor de federale overheid. We moeten de vereniging dan ook in stand houden en steunen, zodat ze die projecten voor DGOS kan uitvoeren. Het is echter evident dat aan Vlaamse kant die taken nu, aansluitend met de BBB-hervorming, door ons agentschap worden uitgeoefend, meer bepaald door de mensen die er al mee bezig waren en die de overstap hebben kunnen maken met behoud van hun verworvenheden. Het zou trouwens ten koste gaan van de kwaliteit van onze ontwikkelingssamenwerking als we alles op een zeer hoog peil zouden houden en tegelijkertijd het agentschap zouden afbouwen.
Het agentschap moet middelen krijgen, en heeft nu al laten weten dat die veel te beperkt zijn, zodat het problemen zal krijgen om zijn zendingen te doen. Ik heb daarop gezegd dat het budget is wat het is, en dat er niets meer komt. Echter, naarmate het agentschap meer werk krijgt, wat ook zal gebeuren, zullen er meer administratiekosten zijn. We kunnen die kosten niet aan twee kanten tegelijk uitgeven, vooral omdat daar voor ons op dit ogenblik geen prestaties tegenover staan. De Inspectie van Financiën stelt duidelijk dat er tegenover subsidies ook prestaties moeten staan.
De voorzitter: Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Mijnheer de minister, ik stel u gerust dat ik u volg in wat u zegt. Het gaat me niet om een persoonlijke kwestie, maar een principiële. Als we een goede werking willen voor het Zuiden, dan moeten we trachten te vermijden dat we door structuurveranderingen hier zaken in het Zuiden moeten afbouwen, die we dan weer van nul af moeten heropbouwen. Het is logischer te laten bestaan wat bestaat, of het op een natuurlijke manier af te bouwen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.