Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 09/05/2006
Vraag om uitleg van de heer John Vrancken tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de verdwenen fondsen voor de tsunami-slachtoffers in Indonesië
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Collega´s, ik wil eerst de aandacht vestigen op het feit dat deze vraag op 17 maart werd ingediend. Ze heeft binnen de administratie blijkbaar opnieuw een hele weg gevolgd. Ik wil de commissiesecretaris dus geen verwijten maken. Wanneer er vragen worden ingediend door Vlaams Belang, worden die onontvankelijk verklaard, of blijken ze een heel lange weg te moeten afleggen alvorens bij de juiste commissie terecht te komen.
De voorzitter: Collega´s, ik denk dat iedereen hier aanwezig kan beamen dat ik geen traditie heb in verband met het onontvankelijk verklaren van vragen, ongeacht van wie die afkomstig zijn. Misschien zijn er andere gewoontes in andere commissies.
De heer John Vrancken: In het algemeen kan worden gesteld dat commissievoorzitters van Vlaams Belang een heel brede interpretatie van het begrip?ontvankelijkheid´ hanteren. Dat is een zeer goed democratisch gegeven. Tot daar voor wat de procedure betreft.
Mijnheer de minister, op 15 maart 2006 werd er bericht dat er in Indonesië voor ongeveer 1 miljoen euro aan doorgestorte middelen voor slachtofferhulp is verdwenen. De lokale Oxfam-organisaties staakten onmiddellijk alle bouwactiviteiten tot de zaak uitgeklaard zou zijn. Inmiddels is de zaak misschien uitgeklaard, gezien de reeds verstreken tijd. Er circuleren nu geruchten dat het geld ergens bij overheidsinstanties is blijven plakken.
De Vlaamse Regering leverde de aanzienlijke bijdrage van 500.000 euro voor de hulp aan tsunami-slachtoffers. Die hulp werd verdeeld onder 5 organisaties: Rode Kruis Vlaanderen, Handicap International, Unicef, Oxfam en Caritas International. Deze organisaties zouden de middelen voor verschillende doelen gebruiken.
U zei dat de nodige interne en externe controlemechanismen waren ingebouwd om toe te zien op het juiste gebruik van deze middelen. Ik meen dat Oxfam de juiste beslissing nam om onmiddellijk die plaatselijke bouwwerkzaamheden voorlopig stop te zetten.
Mijnheer de minister, heeft de Vlaamse Regering, gelet op de aanzienlijke bijdrage die werd geleverd, zicht op de besteding van de gestorte gelden? Is de Vlaamse Regering op de hoogte van dit geval? Is ze hierover door een van de voornoemde organisaties ingelicht? Wat is de houding van de Vlaamse Regering? Kan ze maatregelen treffen zodat de hulpgelden toch terechtkomen waar ze moeten terechtkomen? Welke maatregelen heeft de Vlaamse Regering genomen om dergelijke feiten in de toekomst te vermijden?
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, de Vlaamse Regering heeft op 7 januari 2005 beslist een subsidie van 500.000 euro toe te kennen voor noodhulp aan de slachtoffers van de tsunami. De subsidie is als volgt verdeeld: Rode Kruis Vlaanderen 175.000 euro, Handicap International 53.000 euro, Oxfam-Solidariteit 58.000 euro, Belgisch Comité voor Unicef 145.000 euro en Caritas International 69.000 euro. Deze vijf organisaties hebben elk een eerste schijf van 90 percent van de subsidie ontvangen. De resterende schijf van 10 percent wordt uitbetaald in de mate dat de afrekening dat rechtvaardigt en na indiening van een narratief en financieel rapport, met inbegrip van kopieën van facturen die de uitgaven rechtvaardigen. Indien er geen verantwoordingsstukken worden ingediend of indien uit de verantwoordingsstukken blijkt dat de subsidie niet werd gebruikt waarvoor ze werd aangevraagd, wordt het overeenkomstige bedrag teruggevorderd. De vijf organisaties moeten uiterlijk op 30 juni 2006 deze verantwoordingsstukken hebben ingediend. In januari 2006 heeft Handicap International zijn verantwoordingsstukken ingediend en in februari is het saldo van 5.300 euro uitbetaald. De andere organisaties moeten hun verantwoordingsstukken nog indienen.
In de Gazet van Antwerpen van 16 maart en De Standaard van 17 maart 2006 is een bericht verschenen in verband met verdwenen tsunami-gelden. Oxfam heeft financiële onregelmatigheden vastgesteld bij de bouw van nieuwe huizen in Banda Atjeh in Indonesië. Oxfam heeft de Vlaamse Regering hierover niet ingelicht. De Vlaamse subsidies voor Oxfam Solidariteit zijn immers bestemd voor de aanleg van drinkwatervoorziening en sanitatie in het oosten van Sri Lanka. Er was en is dus geen aanleiding voor Oxfam Solidariteit om de Vlaamse overheid in kennis te stellen van financiële onregelmatigheden, aangezien het niet gaat over activiteiten die door de Vlaamse overheid worden gefinancierd.
De Vlaamse overheid betreurt dat middelen die bestemd zijn voor noodhulp niet correct gebruikt werden en daardoor de slachtoffers van de tsunami niet ten goede komen. Aangezien het hier niet gaat over middelen die door de Vlaamse overheid ter beschikking zijn gesteld, kan de Vlaamse Regering geen maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat deze hulpgelden alsnog op de juiste plaats terecht komen.
De bestaande procedures hebben tot nu toe voldoende garanties geboden opdat de door de Vlaamse Regering toegekende middelen voor noodhulp correct gebruikt worden. Er is op dit ogenblik geen enkele aanleiding om de bestaande procedures te wijzigen of bijkomende maatregelen te treffen.
Ik heb op 17 januari 2006 in antwoord op een interpellatie van uw voormalige collega Verreycken uitvoerig toelichting gegeven over de interne en externe controlemechanismen die wij toepassen op onze noodhulp.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik hoop dat het geld van de Vlaamse overheid inderdaad niet ten prooi valt aan frauduleuze praktijken zoals in Indonesië het geval was. Ik hoop dat de controlemechanismen hun vruchten afwerpen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.