Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 14/03/2006
Vraag om uitleg van de heer Stefaan Sintobin tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over mogelijke steun aan verenigingen van Vlaamse emigranten en de ´Gazette van Detroit´ in het bijzonder
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, sinds het begin van de twintigste eeuw zijn heel wat Vlamingen naar alle uithoeken van de wereld geëmigreerd. Vooral Amerika maar ook Canada bleek een grote aantrekkingspool te zijn. Niettegenstaande deze Vlamingen zich op relatief korte tijd perfect integreerden in hun nieuwe thuisland - sommigen kunnen daaruit leren - bleven ze elkaar opzoeken en richtten ze tal van Vlaamse clubs op. Via het organiseren van allerhande bijeenkomsten, bleven deze Vlamingen en ook later hun nakomelingen contact met elkaar onderhouden. Dat deze Vlaamse verenigingen ook een positieve bijdrage leverden en nog steeds leveren tot de bekendheid van Vlaanderen in het buitenland, staat mijns inziens buiten kijf. Omdat grote afstanden soms een belemmering waren om op regelmatige tijdstippen bijeen te komen, werden ook nieuwsbrieven en kranten uitgegeven om het contact met elkaar te verzekeren.
Een van de bekendste voorbeelden is natuurlijk de Gazette of Detroit. De Gazette van Detroit is in feite een fenomeen en op vandaag tegelijk een curiosum. Op dit ogenblik is het een veertiendaagse uitgave van acht bladzijden, gedeeltelijk in het Nederlands, gedeeltelijk in het Engels. Deze krant bevat wat nieuws uit Vlaanderen, naast nieuws over Vlamingen in de VS, vooral in verband met de diverse Vlaamse clubs die rond Detroit nog actief zijn en waarvan de leden afstammelingen zijn van Vlaamse emigranten.
Twee jaar geleden werd in Leke nog met enige luister de negentigste verjaardag van de Gazette gevierd. Bij deze verjaardag werd al de vrees uitgedrukt dat de krant moeilijk haar honderdste verjaardag zou halen, als er niet gauw vers bloed zou komen, zowel qua redactie als qua financiën. In haar jongste nummer slaakte de redactie van de Gazette van Detroit een noodkreet. Indien er niet snel een oplossing komt voor de financiële problemen, dan haalt de krant voor de Vlamingen in de Verenigde Staten en Canada wellicht het jaareinde niet meer.
Bij de viering betoonde ook provinciegouverneur Breyne veel sympathie voor de krant, maar met steun kwam het West-Vlaamse provinciebestuur niet over de brug. Ook de Vlaamse overheid geeft voorlopig niet thuis. Ik heb daarover reeds een tijd terug een schriftelijke vraag ingediend. Het blijft me een raadsel waarom die onontvankelijk werd verklaard. Nochtans lijkt het mij de moeite waard om dergelijke initiatieven te ondersteunen. In bepaalde gevallen zou men zelfs kunnen stellen dat het gaat om het bewaren van Vlaams, zeg maar cultureel, erfgoed in het buitenland. Onlangs, mijnheer de minister, werd u door de promotor en bezieler van de krant, de heer Vandenbussche, gecontacteerd met de vraag om ter plaatse eens een kijkje te gaan nemen en zelf te zien wat de Vlaamse aanwezigheid er nog betekent. Misschien kunnen we dat met de commissie doen.
Mijnheer de minister, erkent u de meerwaarde voor Vlaanderen van deze Vlaamse clubs, en al hun, zij het soms kleinschalige, activiteiten, in het buitenland? Leveren, volgens u, deze clubs een positieve bijdrage tot de bekendheid van Vlaanderen en zijn zij daarmee niet onze eerste ambassadeurs? Kunt u een oplijsting geven van dergelijke Vlaamse clubs en initiatieven in het buitenland? Acht u de band tussen de Vlaamse emigranten en Vlaanderen belangrijk? Zijn er officiële contacten tussen deze clubs en de Vlaamse overheid?
U zult wel begrijpen dat het mij hierom te doen is: gaat u in op de uitnodiging van de heer Vandenbussche? Bent u bereid om de Gazette van Detroit te ondersteunen? Welke middelen kunt u hiervoor vrijmaken? Kan een samenwerking met het kabinet Cultuur hier geen oplossing bieden voor het probleem van de beperkte budgettaire middelen?
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Collega´s, ik zal het niet hebben over de ondersteuning van de Gazette van Detroit. Ik ken dat blad niet en ik wil wel luisteren naar het antwoord van de minister. Ik verbaas me alleen maar over de vraagstelling en over het feit dat die van de Vlaams Belangfractie komt.
Geen enkele vereniging van allochtonen in Vlaanderen blijft gespaard van uw kritiek, mijnheer Sintobin. Als ze zich verenigingen, komt u vertellen dat ze hun cultuur in stand houden en zich niet integreren. Nu vraagt u net het omgekeerde voor Vlamingen die uitgeweken zijn naar de Verenigde Staten. Ik heb daar geen enkel probleem mee, maar wees dan consequent. Als mensen zich hier verenigen, wat ook hun oorsprong of origine mag zijn, laat hen dat dan doen zonder kritiek.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer Roegiers, ik heb bij het begin van mijn vraag duidelijk gezegd dat de Vlamingen in de Verenigde Staten en Canada zich perfect ge?ntegreerd hebben in de maatschappij aldaar. Dat kan van sommige migranten hier niet worden gezegd.
De voorzitter: Mevrouw Smet heeft het woord.
Mevrouw Miet Smet: Mijnheer de voorzitter, ik ben in 1976 op bezoek geweest bij de Gazette van Detroit. De heer De Serrano was toen verantwoordelijke van de krant. Het gaat om een interessant fenomeen, maar meer niet. Het is niet groots, het is niet uitzonderlijk. Het gaat om een overblijfsel van de eerste Vlaamse emigranten. De resterende Vlamingen spreken een soort schabouwelijk Nederlands, niet gehinderd door vernieuwing, Groen Boekje of nieuwe spelling.
Ik had uw vraag op voorhand gelezen omdat ze me interesseerde. Mijn grootouders zijn ooit uitgeweken naar Amerika en nadien teruggekomen. Ik heb daar nog een band mee. Detroit is de hoofdstad van de staat Michigan. Daar leven nogal wat Vlamingen die zeer goed geboerd hebben. Hetzelfde geldt voor de Canadese Vlamingen. Waarom kunnen zij niet zelf geld verzamelen om hun Gazette te ondersteunen? Amerika kent een overvloed aan?foundations´ en?funds´. Daar wordt niet alles gesponsord door de overheid zoals hier. Bijna alles draait er op privé-geld en -steun. Als ze er nog niet in slagen om voor een veertiendaags blad geld samen te brengen, dan is het evenmin zinvol dat de Vlaamse overheid er geld in investeert. Wij hebben véél minder geld dan de Amerikanen die ginder zitten. Als zij dat absoluut willen, moeten ze zelf voor hun krant zorgen.
Ik sluit me aan bij de heer Roegiers: ik ben ook ge?nteresseerd in het antwoord van de minister.
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, ik ken de Gazette van Detroit niet van in Detroit maar van in Leke, deelgemeente van Diksmuide. De initiatiefnemer, de man die alles behartigt en regelmatig acties opstart om de krant te ondersteunen, is een Lekenaar. De heer Vandenbussche is een zeer sympathiek man. Alleen al daarom zou ik de initiatieven ondersteunen.
Maar eigenlijk ben ik het eens met mevrouw Smet. Dit is geen gemeenschap die tekorten kent. Het zijn Amerikanen met Vlaamse roots die de krant willen onderhouden als contactmiddel en curiosum. Ik moet me voorzichtig uitdrukken en wil de heer Vandenbussche niet beledigen, maar de krant wordt door hem als eenmansinitiatief gepromoot. Hij heeft zijn afnemers. We moeten zoiets moreel ondersteunen en aanmoedigen. De overheid zou de Gazette heel misschien kunnen steunen via de persbijstand, in elk geval niet binnen Ontwikkelingssamenwerking, ook niet binnen Buitenlands Beleid. Maar of zij dat moet doen, valt nog te bezien. Een brief van u, die in de Gazette van Detroit zou worden afgedrukt en waarin de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid zijn steun voor de krant en zijn lezers zou uitspreken, zou net zo waardevol zijn als financiële steun. Dat is mijn persoonlijke mening.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Ik deel de bekommernissen van de vorige sprekers. Aanmoedigingen zijn belangrijk, want het gaat tenslotte over vrijwilligerswerk. Ook in Vlaanderen zijn al heel wat kranten verdwenen. Men zou kunnen zeggen dat de beperkte oplage een kleine interesse tot uidrukking brengt. De nieuwe media maken nieuwe initiatieven mogelijk, zeker voor jongeren. Niet alleen in de VS, maar ook elders, bestaan gelijkaardige publicaties. Zo is er ook in Argentinië een blad ten behoeve van de Vlamingen die er leven. Ook daar slinkt de oplage, maar is men ondertussen overgeschakeld naar een publicatie op het internet. Die overgang werkt behoorlijk goed.
De heer Sintobin noemt hen onze eerste ambassadeurs. Ik zou dat niet durven zeggen. Ze zijn een van onze vele ambassadeurs, maar inderdaad wel hele goede. Steun is goed, maar het is mijns inziens niet noodzakelijk om die steun een financiële vorm te geven.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, clubs van Vlamingen in het buitenland kunnen een bijdrage leveren tot de internationale bekendheid van Vlaanderen. Wel blijkt dat de meerwaarde van die clubs van geval tot geval verschilt. Veel hangt af van de leeftijd van de actieve leden, van hun rol in de lokale gemeenschap, enzovoort. Het is natuurlijk evident dat ik het een goede zaak vind dat Vlamingen in het buitenland contact met elkaar onderhouden, zich organiseren en de banden met Vlaanderen verstevigen.
De Gazette van Detroit was oorspronkelijk bedoeld voor mensen die emigreerden. Vandaag zijn er echter veel Vlamingen die tijdelijk in het buitenland verblijven. Als ik in het buitenland ben, organiseren we een ontmoeting met de Vlamingen ter plaatse. Dikwijls zijn ze er tijdelijk, voor zaken of als werknemer van officiële instanties. Soms komen ze eerder toevallig in zo´n club terecht. De organisatie?Vlamingen in de Wereld´ heeft zichzelf tot taak gesteld om die mensen te contacteren. Ik steun die organisatie. Ik heb met VIW een beheersovereenkomst afgesloten waarin ik in ruil voor steun een aantal nieuwe opdrachten heb gegeven. VIW krijgt van mij jaarlijks 250.000 euro. Dat is een aanzienlijk bedrag. VIW heeft de opdracht gekregen om elk jaar minstens duizend nieuwe contactadressen te verzamelen en het adressenbestand te actualiseren. VIW werkt ook voor minister Moerman en haar?Club Diaspora-project´. Verder staat VIW ter beschikking van alle regeringsleden wanneer ze naar het buitenland gaan.
VIW heeft een gedrukt tijdschrift, maar werkt ook met de nieuwe media. Mijns inziens is dat de goede aanpak. Het zou niet goed zijn om hier en daar lokale initiatieven te steunen. Dat zouden onze financiële mogelijkheden trouwens niet toestaan. VIW heeft tot taak mensen in het buitenland bij te staan. VIW adviseert hen in verband met socialezekerheidsrechten en andere administratieve vereisten. Op de website van VIW vindt u een lijst van clubs die bij VIW zijn aangesloten.
Destijds zijn veel Vlamingen naar de VS geëmigreerd. Ik ben er vrijwel zeker van dat de Gazette van Detroit zich niet richt tot de recent gearriveerde Vlamingen. Het blad bestaat 92 jaar en richt zich tot de inwijkelingen en hun nakomelingen die er veel vroeger zijn aanbeland.
Ik heb een brief van de heer Vandenbussche ontvangen. Verder heb ik informatie opgevraagd bij onze vertegenwoordiger in de VS, de heer Hendrickx. Hij meldt me dat de afgelopen decennia de algemene gezondheidstoestand van de Gazette van Detroit fel is achteruitgegaan. Het abonneebestand is gedaald tot 600 eenheden, waarvan 100 in Vlaanderen. De redactie bestaat uit drie dames van 80 jaar en ouder. Hun mogelijkheden zijn beperkt. Ze hebben problemen om het blad telkens opnieuw klaar te krijgen, en bij dalende verkoop stijgen de drukkosten natuurlijk. In 2002 was de oplage blijkbaar nog 1.500 exemplaren. Er zouden nu niet voldoende inkomsten meer zijn om de krant te laten verschijnen.
Enkele jaren geleden heeft een privé-persoon een aanzienlijke som geld geschonken, maar dat geld is ondertussen op. Het blad zit in nauwe schoentjes. Onze vertegenwoordiger stelt dat er problemen zijn met de verspreiding, de promotie en de bekendmaking van het blad. Hij stelt vast dat zelfs burgemeesters van Vlaamse of Nederlandse oorsprong niet worden bereikt. Het blad blijft gericht op de inwijkelingen van weleer, en hun nakomelingen. Het aantal advertenties neemt navenant enorm af.
De heer Vandenbussche vraagt of een subsidie van 25.000 euro mogelijk is. Dat is een aanzienlijk bedrag. Verder vraagt hij of ik ter plaatse de mensen een hart onder de riem kan gaan steken. Zoals de heer Loones suggereert, zou dat ook met een hartverwarmende brief kunnen. Als ik in de buurt kom, zal ik zeker proberen om met die mensen kennis te maken. Ik heb sympathie voor hen: het initiatief heeft ongetwijfeld enorme verdiensten gehad, en heeft wellicht nog steeds verdiensten. Ik denk wel dat de drijvende krachten erachter samen met het initiatief oud zijn geworden en niet meer bij de tijd zijn. Ik vrees dat ze ook weinig nieuwe mensen aanspreken. Dat laatste is overigens niet gemakkelijk. De ene club slaagt daar nog wel in, maar de andere dan weer niet, zo leren mij mijn bezoeken aan het buitenland.
Wat de Gazette van Detroit betreft, vrees ik dat onze steun niet zou volstaan om het initiatief te redden. Nuttige steun zou misschien kunnen komen van Vlamingen in de VS of hier. Ik zal de heer Vandenbussche echter wel vragen om een ondernemingsplan uit te werken, zodat duidelijk wordt wat hij met het geld wil aanvangen. Hij vraagt een eenmalige steun van 25.000 euro?voor een aantal van deze Vlaamse bastions in de USA en Canada´. Dat zou volgens hem?onze taal en cultuur nog een tijdje levendig houden´. Ik vraag dus, vrijblijvend, om verduidelijking. In elk geval heb ik vragen over de levensvatbaarheid van de Gazette van Detroit.
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik heb van bij de aanvang gesteld dat dit een kleinschalig initiatief is. De suggestie van de minister om de heer Vandenbussche te vragen een bedrijfsplan op te stellen, is goed. In afwachting wil ik de volksvertegenwoordigers vragen om het blad financieel te steunen. In een e-mail van de heer Vandenbussche van vandaag meldt hij me dat hij een reddingsactie?1000 maal 10 euro´ op het getouw heeft gezet. Ik zal alle parlementsleden het rekeningnummer bezorgen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.